Dierbare broeders en zusters,
Vandaag vieren we Beloken Pasen. Alhoewel, sedert 30 april van het jaar 2000 vroeg de toenmalige paus Johannes Paulus de 2de,om de zondag volgend op Pasen te vieren als Barmhartigheidszondag. Dit deed hij om gehoor te geven aan de wens van Zuster Faustina van Polen, die hij heilig verklaard heeft, eveneens in het jaar 2000. Jezus vroeg haar uitdrukkelijk dat men de Barmhartigheidszondag zou instellen en dat de priesters zouden verkondigen hoe groot Zijn Barmhartigheid is. Daarbij vroeg Jezus aan zuster Faustina om een beeltenis van Hem te schilderen waarop Hij afgebeeld wordt met 2 bundels lichtstralen die uit Zijn Hart komen: wit en rood. Rood kan men zien als Zijn Bloed dat Hij uit liefde voor ons vergoten heeft op het Kruis, en wit als verwijzing naar het doopsel, de vergeving van de zonden. Zijn rechterhand houdt Hij alsof Hij de absolutie aan het geven is, zoals de priester doet om de zonden te vergeven tijdens de biecht. Onderaan wilde Jezus de woorden: Jezus, ik vertrouw op U. Verder zegt de Heer: Vanuit deze beeltenis wil Ik met eenzelfde liefde neerzien als weleer vanop het Kruis.
U kunt een afbeelding zien hier vooraan het altaar
Zo is God barmhartig, niet alleen omdat Hij met ons meevoelt en ons vergeeft, maar ook omdat Hij dat doet vanuit zijn trouw aan ons. In haar dagboek van zuster Faustina staat: De barmhartigheid is de grootste van alle goddelijke eigenschappen. Vandaar dat Christus ons oproept om eveneens barmhartig te zijn zoals onze Vader barmhartig is.[1]
Hét grote voorbeeld van de verkondiging van Gods liefde is: Paus Johannes Paulus de 2de die morgen/vandaag wordt zalig verklaard. Over gans de wereld is hij getrokken om de mensen terug tot God te brengen, om Zijn liefde en goedheid te verkondigen. Was hij de vervulling van de profetie van Jezus tot zuster Faustina waar Hij voorspelde dat vanuit Polen een licht over gans de wereld zou uitgaan om God te verkondigen?[2]
Aan iedereen verkondigde de paus de Blijde Boodschap. Hij had ontmoetingen met kinderen, jongeren, volwassenen, ouderen, geestelijken, sportlui, kunstenaars, politici, gevangenen, arbeiders, moslims, joden, kortom: niemand sloot hij uit! Het was de onuitputtelijk liefde die Johannes Paulus uit zijn vaderhart aan iedereen zonder onderscheid heeft geschonken. Een liefde die van God komt en tot God leidt! We weten dat hij voortdurend op reis was. Het waren echter geen plezierreisjes, neen: heel uitputtend! Ooit zei één van zijn medereizigers op een avond: Heilige vader, wat bent u vermoeid! Waarop de paus hem aankeek en op vaderlijke toon uitlegde: Als ik op dit uur van de dag niet vermoeid zou zijn, zou dat betekenen dat ik mijn plichten niet zou hebben vervuld! Hij ging werkelijk tot het uiterste!
We herinneren hem nog als een atletische sterke man, die overal onverkort het ware en zuivere geloof verkondigde, en geen leeg humanisme. Hoe hij alles deed wat mogelijk was om volkeren met elkaar te verzoenen, hoe door zijn toedoen de Berlijnse muur gevallen is
Ook prijzenswaardig waren zijn ontmoetingen met miljoenen jongeren tijdens de wereldjongerendagen, door hemzelf ingericht
We kennen ook nog zijn vreugde, humor, genegenheid en luisterbereidheid. En vooral: zijn langdurig, intens gebed!
Tevens herinneren we zijn laatste jaren, hoe hij leed onder zijn ziekte. Deze ziekte heeft hij in solidariteit met alle lijdenden vol overgave gedragen. Hij heeft waarlijk, als plaatsvervanger van Christus op aarde, zijn kruis tot op het laatste doorstaan. Niets en niemand weerhield hem om te rusten of om zich terug te trekken. Dit deed hij in navolging van Christus. Ook toen nodigden de omstaanders Jezus uit om van het Kruis te komen! Op Goede Vrijdag, zijn stervensjaar, liet de paus volgende woorden voorlezen: De aanbidding van het Kruis nodigt ons uit een verplichting op ons te nemen waaraan we ons niet kunnen onttrekken, namelijk de zending waarover de heilige apostel Paulus spreekt als hij zegt: In mijn lichaam mag ik aanvullen wat er nog aan Christus lijden ontbreekt, ten behoeve van Zijn lichaam, de Kerk.[3] Ook ik offer mijn lijden op, want het is het kruis dat ons redt.
Door de aanslag te Rome op 13 mei (verwijst naar de 1ste verschijningsdag van Maria te Fatima) kreeg Johannes Paulus een nog dieper inzicht in de waarde van het offer en de boodschap van Fatima. Toen vroeg Maria aan de ziensters om vele offers te brengen voor de bekering van de zondaars, opdat ze Gods barmhartigheid zouden kunnen genieten, in plaats van Zijn gerechtigheid. Als bisschop had hij als spreuk aangenomen: Totus Tuus, wat betekent: volledig de Uwe. In totale overgave aan de Moeder Gods heeft hij zijn zending volbracht. Is het toevallig dat hij stierf net op een 1ste zaterdag van de maand? In Fatima vroeg Maria om op de 1ste zaterdagen van de maand speciaal eerherstel te brengen aan haar onbevlekte Hart.
Dezelfde avond, 2 april 2005, was het de vooravond van de Barmhartigheidszondag, wat toch ook geen toeval kan zijn. Maria en Jezus, aan wie hij zich had overgegeven, hebben hem dus nooit in de steek gelaten! Herinneren we ons eveneens de ontelbare jongeren die buiten waakten en bij het zien daarvan de paus ontroerd de woorden zei: In het verleden ben ik naar jullie gekomen, nu zijn jullie naar mij toegekomen.
Met een van zijn laatste woorden gaf de heilige Vader ons een blik in zijn innerlijk, als hij ons uitnodigde met hem te bidden: Heer, wij geloven in U en willen U vandaag vol vertrouwen steeds weer zeggen: Jezus, ik vertrouw op U, wees barmhartig voor ons en voor de hele wereld. Amen.
[1] Luc 6, 36: Weest barmhartig, zoals uw Vader barmhartig is.
[2] Vanuit Polen zal een vuurvonk oplichten, die de wereld op Mijn laatste komst zal voorbereiden.
[3] Kol 1, 24: Op het ogenblik verheug ik mij dat ik voor u mag lijden en in mijn lichaam aanvullen wat nog ontbreekt aan de verdrukkingen van de Christus, ten bate van zijn lichaam, dat is de kerk.
Met dank aan EH Guido Dewaegeneere
|