Na een drukke dag stond er een dagje absolute rust op het progamma in Milford Sound, Een prachtig fjord even ten noorden van Te Anau.
Onderweg reden we afwisselend door de steppe en door prachtige alpenlandschappen. Eens aangekomen kropen we de boot op voor een tocht van 2,5 uur, door de fjorden tot in de zee.
De tocht is voor de meesten een van de hoogtepunten van de reis en dat was het ook voor ons. De natuur is er prachtig en de hele tijd kijk je je ogen uit. Een van de vele watervallen onderweg leek niet eens zo groot, maar bleek twee keer hoger dan de Nicaragua-watervallen. Je voelt je meteen wel heel erg klein in dat grootse landschap.
Morgen doen we een soortgelijke tocht, alleen door Doubtful Sound, tien keer minder toeristisch en naar het schijnt veel mooier. Het weer was vandaag prachtig, maar ik hoop eigenlijk op regen morgen, dan zien we die sounds ook eens als het water langs alle bergen in de zee klatert.
De dag nadien vertrekken we naar Marc en zit Nieuw-Zeeland erop. Hopelijk wordt het kleine stukje Australië even leuk!
Op weg naar Milford Sound
Weerspiegeling van het landschap in de Mirror Lakes
160 meter hoge waterval in de Milford Sound
Kanjer van een berg
2 kanjers van bergen
Kanjer van een boom (Bart staat in de rode cirkel)
Makarora > Wanaka > Queenstown > Te Anau (Activiteitendag)
Maandag 3 maart 2008
Vroeg opgestaan vandaag en het dak stond nog op onze hut. Meer zelfs, buiten leek de zon erdoor te komen. En ja hoor, kort na ons vertrek (om 7u30) werd het stralend weer.
Waarom we zo vroeg ons bed uit moesten? Dat was eenvoudig; het was D-Day (dangerous-day). Om 9 uur zouden we paragliden (dat is met een parachute van een berg springen, eigenlijk, maar de parachute ligt wel al open bij het vertrek en er hangt natuurlijk een ervaren mens vast aan u en hij stuurt).
We sprongen uiteindelijk van 800 meter hoogte en de vlucht zelf duurde ongeveer 20 minuten. Het uitzicht was prachtig: onder ons miniatuur-koeien en schapen en rondom ons besneeuwde bergen, bemoste heuvels, kronkelende riviertjes en een reusachtig meer.
Maar lang nagenieten konden we niet, want we moesten doorrijden naar Queenstown: daar gingen we immers sledgeboarden (dat is een wilde rivier afgaan met een soort plastic slee). Ter land ter zee en in de lucht dus op één dag.
Op weg naar het sledgeboarden waren we langs de AJ Hackett-bungeejump gepasseerd. De eerste brug waar ooit iemand met een rekker is afgesprongen. Bart zag dat eigenlijk nog wel zitten. Maar toen we terugkwamen bleek het al gesloten.
Uiteindelijk hebben we dan nog Queenstown bezocht en daar bleek de bunjee-jump wel nog open. Bart is dus gesprongen, 47 meter naar beneden, met prachtig zicht op de chique stad.
Dat extra uitje was niet voorzien, maar daarom des te leuker. Onze lange tocht naar Te Anau, waar we zouden slapen, leek plots erg kort. Om 22u20 waren we daar niet veel later sliepen we moe maar erg tevreden.
Vanochtend weggereden uit Franz Josef en zowaar: de zon scheen hier en daar een beetje. De rivier (normaal 4 meter breed) die gisteren 40 meter breed naar beneden kolkte, was nog altijd even breed, maar het waterpeil was al een goeie meter gezakt.
De reisweg ging vandaag naar Makarora, een dorp aan het Mount Aspiring National Park. Normaal zouden we daar vandaag nog een korte wandeling maken vooraleer af te reizen naar het uiterste zuiden van het eiland.
Maar viel dat even tegen. Het dorp zelf was niet echt een dorp te noemen. Ja, al kilometers vooraf werd het aangekondigd op allerlei borden. Bleek dat al die borden van dezelfde eigenaar waren: het Makarora Wilderness Resort, onze slaapplaats.
Het komt erop neer dat de eigenaar van onze hut, ook nog eens de eigenaar is van een vliegtuigje van waaruit je de bergen hier kan bewonderen, een camping, een hotel, een toeristenwinkel, een baancafé en een benzinestation.
Eigenlijk is Makarora geen dorp, het is gewoon de plaats waar een of andere lokale baardmens een goeddraaiende zaak heeft geopend.
Onze wandeling in het National Park is beperkt gebleven tot een korte tocht richting lokale bergtop én een tochtje naar de Blue Pools. Wel grappig: het ijskoude water uit de bergen stroomt er kristalhelder in een donkere grijze rivier.
Daarna hebben we ons bij een warme choco (er is intussen een koudefront boven deze regio) het definitieve programma opgesteld voor de komende dagen. Het wordt druk: die eerste dagen bij Marc liggen we met onze poten in de lucht.
Overigens had Marc goed nieuws. Hij heeft onderhandeld en moet wellicht pas na ons verblijf naar Zuid-Afrika afreizen. Dus zouden we hem niet één maar zeven dagen zien.
We hebben wel die wilde fuif moeten afzeggen die we op zijn appartement wilden houden als hij er niet was geweest maar goed, je moet iets over hebben om je broer te zien.
PS: terwijl ik dit zit te typen, kijk ik door het keukenraam naar buiten. Hier passeren intussen donkerzwarte regenwolken en op de achtergrond heldere hemel: prachtig .en nu maar hopen dat die hut niet wegvliegt.
Woeste zee aan de Westkust
Waterval aan de Westkust
Rivier aan de Westkust
Bart komt net terug van de Delhaize aan de Westkust
Wat hebben we vandaag gezien? Water! Het kwam van overal, van links, van rechts, van beneden, maar vooral uit de lucht: met bakken. Onze dagtocht op de Franz Josef-gletsjer werd afgelast. Onze overboeking naar de drie vierde dagtocht werd ook afgelast en toen we na de middag nog een halve dagtocht wilde maken op een andere gletsjer, werd ook die afgelast.
Het regende te hard om de tocht te maken en dat gebeurt naar het schijnt maar een zestal keer per jaar. Ik had wel enkele alternatieven voorzien: de wandeling naar een uitzichtspunt op de gletsjer en een wandeling rond een meer. Toen we een kaartje vroegen in het infopunt, kreeg een Duitse jongen te horen dat wij een auto hadden. Hij had ook een dagtocht geboekt, maar zat dus vast. Uit medelijden hebben we hem dan maar meegepakt.
Samen met Christoph hebben we uiteindelijk de Fox Glacier gezien vanaf 500 meter en nadien Lake Matheson. Een meer waar op Reflexion Island het machtige berglandschap prachtig wordt weerspiegeld. Alleen was er dus geen berg te zien. Hooguit een pak laaghangende grijze wolken. Dat gaf stof tot nadenken.
Wij doornat na een wandeling weer naar Franz Josef en daar nog wat rondgehangen, maar veel hebben we niet meer gedaan. Of toch: omdat we nog geen water genoeg hadden gezien zijn we in het brubbelbad gedoken in de tuin. Morgen reizen we door die gletsjers zijn voor een volgende keer
Wat hebben we vandaag gezien? Bomen. We zijn van Marahau naar Franz Josef Glacier gereden. Dat ligt even ver uiteen als Mieke Vogels en Filip Dewinter.
Van het zonnige strand dus naar de Zuidelijke Alpen, waar het helaas vandaag en ook morgen regent.
De lange tocht nam de hele dag in beslag. We hebben hier wel onze tocht voor morgen geboekt: een hele dag wandelen op de Franz Josef Glacier gletsjer.
Ik was vroeg wakker (heb ik eigenlijk wel geslapen?) en ben naar de zonsopgang gaan kijken op het verlaten strand. Toen ik terugkwam was Bart al gepakt en gezakt om te vertrekken, om 8 uur, nooit gezien!!. Wij dus meteen op weg, er stond nog een goeie halve marathon op het programma.
Rond 15 uur waren we uiteindelijk uit het park. Omdat de zon nog heerlijk scheen, zijn we na het inchecken nog tot 18 uur op het terras blijven zitten/liggen.
Voor een keer rustig opgestaan. We hadden een taxiboot gereserveerd om 3 uur in de namiddag, aan het Abel Tasman National Park. Maar aangezien we maar drie uur moesten rijden, hadden we dus alle tijd.
We hebben dus rustig de ramen gelapt, de vloer geschrobt met onze tandenborstel en de wc gewaxt voor we vertrokken naar Marahau.
Wij hadden gedacht dat Marahau een groot dorp zou zijn, zo vlak aan het einde van de erg populaire Abel Tasman Coastal Track, maar dat was even fout. Het dorp was een straat groot, er waren 20 huizen, en het allerlaatste huis was onze boerderij. Onze auto hebben we gelijk afgezet op de camping, daarna hebben we de boot gepakt naar onze bestemming; Awaroa, middenin het park (we hadden geen tijd om de 52 km lange route te doen).
Onze bestuurder/kapitein was een vriendelijke grapjas, zoals de meeste mensen hier. Na een tocht van 1,5 uur smeet hij ons in het water en konden wij beginnen wandelen. Rond 19 uur kwamen we aan in Bark Bay, één van de baaien op de route waar ook een hut lag, waar we die nacht zouden slapen.
Slapen was echter een utopie. Eerst kreeg een jongen van tien een huilbui van jewelste en net daarna begon de man naast mij te snurken als die Boeing 747 van Hong Kong tot Auckland. Ik ben gevlucht uit de nachtzaal en heb mij op de grond gelegd in de keuken.
Bart lag in de tweede slaapzaal en had meer geluk. Naast hem lag alleen maar een man die harder zuchtte dan de straalstroom en een man die draaide en keerde aan 4 op de schaal van Richter.
Op weg naar Marahau
De Split Apple in Abel Tasman National Park
Bart stapt van de taxiboot in Abel Tasman National Park
Vanochtend vroeg opgestaan: we hadden de walvis-watch geboekt om 10 uur s ochtends, maar moesten daarna meteen doorrijden naar Blenheim, dé wijnstad.
De walvis-vaart zelf was erg leuk. Na een korte bustocht werden we met zon 30 mensen op een catamaran gezet die met een rotvaart de oceaan invloog. De gids gaf het eerste kwartier ook alleen maar uitleg over wat je moest doen als je zeeziek werd. Papa had gegarandeerd ergens over de reling gehangen, we vlogen in het begin echt alle kanten uit.
Voor de kust van Nieuw-Zeeland ligt een of andere rift, een kloof, van meer dan een kilometer diep. De bodem duikt dus plots van 200 meter diepte naar 1000 meter, allemaal het gevolg van de bewegende tectonische? platen daar. De walvissen, in dit geval potvissen, leven in dat diepe water.
Na een tijdje varen werd de motor stilgelegd en werd onder water geluisterd naar walvissignalen. We hadden geluk: er zwommen drie beesten in de buurt, de opdracht was alleen om ze te vinden, maar dat duurde niet lang. Een oplettende toerist had een van de dieren lucht zien spuiten in de verte. Wij met de boot dus snel daarheen en even later konden we die potvis vanop 30 meter gadeslaan.
Potvissen blijven zon 5 minuten boven water ademen. Wanneer dat gedaan is, duiken ze loodrecht naar de bodem (soms tot 2.500 meter diepte). Wanneer ze dat doen, komen ze ook mooi met hun staart boven water. Dat hebben we dus uiteindelijk vier keer kunnen zien. Naast de drie gemonitorde beesten, was er plots toch nog een vierde in de buurt.
Daarna ging het opnieuw richting kust. We werden regelmatig achtervolgd door reusachtige albatrossen en Jan van Genten tot we plots bij een school dolfijnen kwamen. En een school, dat was het wel: voor ons wriemelden een 200-tal dolfijnen door elkaar. De boot kon er mooi tussenvaren, de beesten vonden het nog leuk ook en gaven een geweldig optreden.
Na een goeie twee uur op zee, ging het terug naar de haven en reden wij meteen door naar Blenheim. Na een korte zoektocht ook meteen Lawsons Dry Hills gevonden, het wijnhuis van die witte Sauvignon Blanc die we vaak serveren thuis.
Na een korte proeverij nog gevraagd of we een kleine rondleiding konden krijgen en dat ging. De bazin, een jolige jonge vrouw, heeft ons even rondgeleid. Een klein gezellig wijnhuis, die wijn smaakt vanaf nu des te beter
Op de weg van Kaikoura naar Blenheim zijn we net als bij Vlaanderen Vakantieland even gestopt aan een Crayfish-kraam, waar ze dus gewoon verse gekookte kreeft verkopen aan de kant van de weg. Die beesten hebben we s avonds verorberd, samen met een glas chardonnay van Dry Hills, mmm
Morgen rijden we naar de start van de Abel Tasman Coastal Track, das een wandeling door het kleinste nationale park van Nieuw-Zeeland. Morgenmiddag zou een boot ons ergens in dat park moeten afzetten en dan wandelen we in twee dagen terug (slapen doen we ergens onder een palmboom, alla , eigenlijk in een hut op de wandelweg). Ik veronderstel niet dat ze wireless internet hebben in het oerwoud, geen bericht dus morgen. Hopelijk raken we overmorgen weer online. Dan verblijven we in Old McDonalds Farm , yiehaaaa!
Overnachting in Kaikoura
Walvis kijken die juist uitademt
Dolfijnen kijken
Bezoek aan wijngaard Lawsons Dry Hills in Marlborough
Om de ongeruste mamas gerust te stellen: we zijn niet doodgebliksemd, noch verdronken in diepe regenplassen. Het aangekondigde onweer is vorige nacht gepasseerd, toen we in ons bed lagen in Wellington. We hadden uiteindelijk nog meer last van zatte Denen in het backpacker-hotel dan van het onweer.
Toen we opstonden was er zelfs letterlijk geen wolkje aan de hemel. Wat een geluk, want we moesten om 10 uur de boot op naar het Zuidereiland.
De overtocht, 3 uur in totaal, was indrukwekkend mooi. Picton, het havenplaatsje waar we toekwamen, lag immers verborgen tussen de fjorden, en dus vaarden we langs prachtige vergezichten, ongerepte natuur,
Eens van de boot af, ging het richting Kaikoura, het walvisparadijs van Nieuw-Zeeland. Morgen gaan we daar grote visjes kijken vanop een boot. Omdat we er vandaag goed op tijd waren, zijn we nog even gaan zeekayakken. Zoals het een Janssens betaamt, kliefden we mooi door het water en zijn we niet gekanteld, ook al vonden we die zee bijwijlen toch behoorlijk wild. (maar goed, die kayaks waren breder dan het achterste van Margriet Hermans, we konden dus eigenlijk niet kantelen).
De twee uur durende tocht bracht ons onder meer naar een slaapplaats van zeehonden en het gebied waar ze naar octopus jagen. Het was zoiets als Ecomare in Texel, maar dan in de open natuur. Met een beetje geluk komen de dieren zelfs spelen rond de kayak, maar dat was ons niet gegund. Die lamme beesten lagen gewoon te maffen op de rotsen voor ons.
Niet dat het hun niet gegund was, het was vandaag de mooiste dag die we tot nog toe hebben meegemaakt hier. Heldere hemel van begin tot einde en de temperatuur goed boven de 25 graden. Morgen normaal gezien nog van dadde, yeey
Na de walvisboot stappen we weer de auto in richting Blenheim, het centrum van de wijnindustrie van Marlborough. We zijn er daarnet al doorgereden en het zag er mooi uit. Hopelijk kunnen we onderweg eens stoppen om en Crayfish te kopen. In caravans op straat verkopen ze hier zelfgevangen en klaargemaakte kreeft. Goedkoop en hopelijk lekker maar dat zien we morgen wel.Als we dus niks posten, liggen we wellicht met een voedselvergiftiging in ons bed J
Veel valt er vandaag niet te vertellen. We zijn weggereden uit Ohakune en hebben vier uur gereden naar Wellington, de hoofdstad van het land en de poort naar het Zuidereiland.
Vanochtend scheen de zon nog, maar die is verdwenen in de loop van de namiddag. Tijdens ons bezoekje aan het Te Papa museum, begon het zelf te regenen. Maar zoals we ook in Auckland al zagen; tijdens de regen, schijnt ook de zon...Ov erigens viel er in Wellington weinig te beleven. T is zondag en dan zijn ook hier veel winkels toe.
Daarnet nog eten gemaakt in de keuken van het gezellige backpacker-hotel hier. We hebben hier ook internet en konden dus een paar dagen inhalen op de blog. De voorbije dagen was er wel internet, maar moesten we zelf op pedalen trappen om op het www te raken.
Morgen maken we de prachtige overtocht naar het Zuidereiland, maar wellicht zal die niet zo prachtig zijn als vooraf gehoopt. Vannacht staat er immers een stevige storm op het programma en het zal nog wel even duren vooraleer de wolken weg zijn.
Volgens de kranten hier zou het dinsdag wel erg goed en zonnig weer worden. Laten we hopen, want dan gaan we twee dagen wandelen tussen de , euh, zwemmen tussen de zeehonden .in Abel Tasman National Park. Vooraf willen we nog eens walvissen gaan bekijken in Kaikoura en een glas gaan drinken bij Dry Hills in Blenheim, onzehuiswijn J, hopelijk krijgen we korting :-p
Vandaag stond de Tongariro crossing op het programma, een van de mooiste trektochten hier, over en langs de hoogste toppen op het Noordereiland.
We moesten vroeg uit bed, want de bus kwam ons al om 7u30 oppikken aan de camping. Een koppel Duitsers en een Brits gezelschap van vijf waren ook present.
Een jolige Nieuw-Zeelander bracht ons uiteindelijk naar de start van de wandeling, aan de voet van de Mount Ngaruhou (Mount Doom in Lord of the rings dus) op 1.100 meter hoogte.
Het weer was slecht en de buschauffeur/gids raadde iedereen aan om voor de Devils staircase (mooie naam) te beslissen of we zouden voortgaan of niet. Tot aan de Devils staircase ging alles goed, dus begonnen we ook aan die steile klim die ons in korte tijd naar een hoogte van 1.700 meter bracht.
De vreugde dat we de top hadden gehaald, maakte echter al snel plaats voor ontgoocheling. We moesten een kilometerlang platteau over met wind op kop. Ik overdrijf wel eens graag, maar de wind haalde echt snelheden van meer dan 80 km/u, we stonden soms gewoon stil Bovendien regende/hagelde het intussen nog flink en zaten we in de wolken; we hadden dus geen uitzicht en alleen maar pijn J
Na de vlakte volgde nog eens een steile klim en moesten we enkele bergruggetjes over. Al een geluk dat het plan zei dat we langs vulkanische meren aan het wandelen waren, we hadden het anders niet gemerkt.
We zaten wel flink voor op schema. Ondanks onze trage start hadden we tegen de middag zowat iedereen ingehaald en waren we dus zeker dat we de vroege bus zouden halen. Vanaf het hoogste punt (1.886 meter en een ideale stopplaats om te eten, volgens de buschauffeur) ging het alleen maar bergaf. Gelukkig, want het regende/hagelde pijpenstelen en we waren stilaan aan het bevriezen. Als we al boterhammen hadden willen eten, waren ze gegarandeerd weggevlogen in dat meer dat we niet zagen
Een uurtje later, rond 12u45, kwamen we dan toch aan aan de enige hut op de route. Enkele andere trekkers kregen de verwarming in gang en daar zijn we dan maar gebleven tot 14 uur. Het laatste stukje was immers bergaf en duurde zogezegd 2 uur, maar we wisten dat we sneller waren. Genoeg dus om op tijd te zijn voor de bus van 16 uur.
We waren nog maar net de hut uit (op 1450 meter hoogte) en de wolken gingen uiteen. De volledige afdaling hebben we dus afgelegd bij helder weer en daar hebben we gezien wat we boven allemaal hebben gemist: prachtige vergezichten, wonderlijke natuur, Over tien jaar komen we terug om deze wandeling te doen in de zon.
Terug aan onze hut hebben we meteen het bubbelbad afgehuurd voor een halfuurtje; dat hadden we wel verdiend.
Aangezien Nieuw-Zeeland het mekka is voor extreme sporten, zijn we vandaag gaan raften. Zon dingen zeggen we nooit op voorhand, we zouden niet willen dat onze ouders ongerust zouden zijn he J
Ik was s ochtends nog een rondje gaan lopen in de zon, rond ons prachtige meer aan de camping, maar tegen dat Bart wakker werd, waren er al een paar wolken samengetroept. Toen we even later vertrokken, begon het te miezeren.
We hebben uiteindelijk de hele rafting in de regen gedaan, maar dat stoorde eigenlijk niet. Het water van die rivier kwam ook ergens uit een of ander thermisch meer en was meer dan 30 graden. Desondanks het feit dat er twee Hollanders vooraan in de boot zaten, zijn we levend beneden geraakt.
Nadien doorgereden naar onze volgende stopplaats, Ohakune, even onder het Tongariro National Park. Daar doen we morgen de Tongariro Crossing, een fikse dagtocht/bergwandeling van 18 km langs enkele vulkanische meren (niet gevaarlijk hoor!) en met een totaal hoogteverschil van 1.000 meter.
De eerste berg die we passeren is de Ngaruhoe, bij liefhebbers van The Lord of the Rings beter bekend als Mount Doom. We zitten hier trouwens middenin het gebied waar de film werd opgenomen .en er zijn dus vanzelfsprekend aangepaste wandelingen naar zowat elke locatie die werd gebruikt in de films. Om de freaks te vermijden, laten we die links liggen.
Overigens zit ik hier momenteel op het terras van ons hutje. We zitten dan wel op een hoogte van 800 meter, het is vanmiddag helemaal uitgeklaard. We hebben vanavond zowel kunnen aperitieven als kunnen eten op het terras ..Alla, werk ze daar nog!!!;-)
Vandaag vroeg opgestaan. We moesten op tijd in het geologische park in Wai-o-Taupo zijn, want om 10u15 spuit de geiser Lady Knox daar 27.000 liter water de lucht in, dat is meer dan drie keer onze vijver, althans, als daar tenminste geen ongelukken zijn gebeurd J
Het was er wel nogal toeristisch. Bovendien zetten ze die geiser nog manueel in gang ook, door er zeep in te kappen. Zon eruptie duurt een klein uur. De meeste Japanners waren na twaalf seconden al weg (toen hadden ze de nodige fotos gemaakt), wij zijn daar toch nog redelijk lang blijven zitten. Ook al was het om de file te vermijden die daarna ontstond in het Geologisch park zelf
Het park zelf was erg mooi, heel erg surrealistisch. Overal waren er geisers, kraters, pruttelende meren, the Champagne pool!...maar de stank!!!! ongelooflijkDe ene krater stinkt naar gebakken niertjes, de andere naar varkensmest, dat Champagne-meer stonk naar rotte eieren Enfin, onze kleren hangen buiten uit te waaien
In de late namiddag zijn we dan nog doorgereden naar de Polynesian Spa, even een duikske genomen in een paar warme thermische baden. Vanochtend was er hier en daar nog een wolk, vanmiddag brak de zon helemaal door. We zijn dus al hier en daar verbrand ook . Maar beter zo , dan dat het regent natuurlijk.
Morgen staat er weer een overgangsrit op het programma. We gaan naar onze derde tussenhalte: Ohakune. Normaal gezien bezoeken we een van dees dagen het Tongariro National Park. Maar aangezien de top daar boven de 2.000 meter ligt, zal het wel geen 28° C meer zijn.
Vandaag van Auckland doorgereden naar Rotorua. In Auckland zelf eerst nog op twee heuveltjes even buiten het centrum geklommen. Daarna een trip van drie uur met de auto.
Wat hebben we gezien? 12.000 koeien, 1 geit en 3 tegenliggers. De snelweg tussen Auckland en Rotorua, toch een van de hoofdbanen van het land, is ook niet meer dan een simpele eenrijvaksbaan.
Het laatste deel was wel erg mooi, beboste heuvels met tropische varens, dennen en loofbomen dooreen. Rond drie uur zijn we uiteindelijk aangekomen in Rotorua, zowat het Knokke van Nieuw-Zeeland. In het centrum al meteen kennisgemaakt met dé bezienswaardigheid hier: pruttelende zwavelputten. En stinken .jongens toch, een mengeling van koeienstront, rotte eieren en zwavel. Mijn vuil ondergoed is er niks tegen.
Al een geluk dat onze camping even buiten de stad ligt en we daar wél kunnen ademen. Voor de camping ligt trouwens een prachtig meer, waar we daarnet al even in zijn gaan zwemmen.
De komende dagen bezoeken we nog meer van die stinkende geisers. Als we dat overleven, lees je hier de komende dagen dus meer
Na 1 dag vliegen, al leken het er voor Bart wel 6, hebben we voet gezet op Nieuw-Zeelandse bodem.
De vluchten vielen al bij al wel mee, al is 3 uur voor een overstap duidelijk geen overbodige luxe. De vlucht naar Londen had al een uurtje vertraging en daardoor moesten we daar al een tussenspurtje doen.
Heathrow is een vreselijk kluwen van terminals met daartussen halve snelwegen die reizigers van hot naar her sturen. Na 10 minuten stappen in onze terminal moesten we nog een kwartier de bus op naar de vertrekterminal. Om een lang verhaal kort te maken: we waren net op tijd om met enkele honderden gele medemensen in een Boeing te kruipen richting Hong Kong. Kippen in een legbatterij, dat gevoel
Gelukkig zaten we nog naast elkaar, tis te zeggen. Ik zat Bart stond meer aan het raam achteraan in het vliegtuig. Oeat ziet kij als ge door het raam kijk? Russische bergen en meren, en het had daar gesneeuwd.
Hong Kong Airport was al heel wat overzichtelijker dan Heathrow. Ingecheckt tussen enkele hysterische locals en ook nu weer was de overstaptijd maar erg nipt. Zon 10 minuutjes voor het sluiten van de gate, waren we ter plaatse. Deze keer geen plaatsen naast elkaar. Bart zat ergens in het midden, zonder beenruimte naast een brommende beer. Ik had geluk en zat op de 1e rij, naast een brave Chinese studente van 1m30 met schoenmaat 24.
En wat stond er op het keuzemenu? Tilapiafilet op een bedje van wortel en broccoli met een sausje van limoen en kappertjes of iets met vleugels en rijst of een vegetarische pasta met quorn en spinazie. We zijn allebei voor de pasta gegaan en we leven nog, maar daarmee is ook alles gezegd.
Het is aftellen geblazen. Nog één hectische dag inpakken, administratieve rompslomp in orde brengen, en het vliegtuig stofzuigen en we kunnen vertrekken.
Sydney > Hong Kong Vertrek Sydney: 15h45 (donderdag 14 maart 2008) Aankomst Hong Kong: 22h15 Duur van de vlucht: 9u15 Vluchtnummer: CX 100 (Cathay Pacific)
Hong Kong > London Vertrek Hong Kong: 1h05 Aankomst London: 07:05 Duur van de vlucht: 13u10 Vluchtnummer: CX2251 (Cathay Pacific)
London > Brussel Vertrek London: 8h55 Aankomst Brussel: 11u05 (vrijdag 15 maart 2008) Duur van de vlucht: 1u10 Vluchtnummer: BA 392 (British Airways)
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.