Veel valt er vandaag niet te vertellen. We zijn weggereden uit Ohakune en hebben vier uur gereden naar Wellington, de hoofdstad van het land en de poort naar het Zuidereiland.
Vanochtend scheen de zon nog, maar die is verdwenen in de loop van de namiddag. Tijdens ons bezoekje aan het Te Papa museum, begon het zelf te regenen. Maar zoals we ook in Auckland al zagen; tijdens de regen, schijnt ook de zon...Ov erigens viel er in Wellington weinig te beleven. T is zondag en dan zijn ook hier veel winkels toe.
Daarnet nog eten gemaakt in de keuken van het gezellige backpacker-hotel hier. We hebben hier ook internet en konden dus een paar dagen inhalen op de blog. De voorbije dagen was er wel internet, maar moesten we zelf op pedalen trappen om op het www te raken.
Morgen maken we de prachtige overtocht naar het Zuidereiland, maar wellicht zal die niet zo prachtig zijn als vooraf gehoopt. Vannacht staat er immers een stevige storm op het programma en het zal nog wel even duren vooraleer de wolken weg zijn.
Volgens de kranten hier zou het dinsdag wel erg goed en zonnig weer worden. Laten we hopen, want dan gaan we twee dagen wandelen tussen de , euh, zwemmen tussen de zeehonden .in Abel Tasman National Park. Vooraf willen we nog eens walvissen gaan bekijken in Kaikoura en een glas gaan drinken bij Dry Hills in Blenheim, onzehuiswijn J, hopelijk krijgen we korting :-p
Vandaag stond de Tongariro crossing op het programma, een van de mooiste trektochten hier, over en langs de hoogste toppen op het Noordereiland.
We moesten vroeg uit bed, want de bus kwam ons al om 7u30 oppikken aan de camping. Een koppel Duitsers en een Brits gezelschap van vijf waren ook present.
Een jolige Nieuw-Zeelander bracht ons uiteindelijk naar de start van de wandeling, aan de voet van de Mount Ngaruhou (Mount Doom in Lord of the rings dus) op 1.100 meter hoogte.
Het weer was slecht en de buschauffeur/gids raadde iedereen aan om voor de Devils staircase (mooie naam) te beslissen of we zouden voortgaan of niet. Tot aan de Devils staircase ging alles goed, dus begonnen we ook aan die steile klim die ons in korte tijd naar een hoogte van 1.700 meter bracht.
De vreugde dat we de top hadden gehaald, maakte echter al snel plaats voor ontgoocheling. We moesten een kilometerlang platteau over met wind op kop. Ik overdrijf wel eens graag, maar de wind haalde echt snelheden van meer dan 80 km/u, we stonden soms gewoon stil Bovendien regende/hagelde het intussen nog flink en zaten we in de wolken; we hadden dus geen uitzicht en alleen maar pijn J
Na de vlakte volgde nog eens een steile klim en moesten we enkele bergruggetjes over. Al een geluk dat het plan zei dat we langs vulkanische meren aan het wandelen waren, we hadden het anders niet gemerkt.
We zaten wel flink voor op schema. Ondanks onze trage start hadden we tegen de middag zowat iedereen ingehaald en waren we dus zeker dat we de vroege bus zouden halen. Vanaf het hoogste punt (1.886 meter en een ideale stopplaats om te eten, volgens de buschauffeur) ging het alleen maar bergaf. Gelukkig, want het regende/hagelde pijpenstelen en we waren stilaan aan het bevriezen. Als we al boterhammen hadden willen eten, waren ze gegarandeerd weggevlogen in dat meer dat we niet zagen
Een uurtje later, rond 12u45, kwamen we dan toch aan aan de enige hut op de route. Enkele andere trekkers kregen de verwarming in gang en daar zijn we dan maar gebleven tot 14 uur. Het laatste stukje was immers bergaf en duurde zogezegd 2 uur, maar we wisten dat we sneller waren. Genoeg dus om op tijd te zijn voor de bus van 16 uur.
We waren nog maar net de hut uit (op 1450 meter hoogte) en de wolken gingen uiteen. De volledige afdaling hebben we dus afgelegd bij helder weer en daar hebben we gezien wat we boven allemaal hebben gemist: prachtige vergezichten, wonderlijke natuur, Over tien jaar komen we terug om deze wandeling te doen in de zon.
Terug aan onze hut hebben we meteen het bubbelbad afgehuurd voor een halfuurtje; dat hadden we wel verdiend.
Aangezien Nieuw-Zeeland het mekka is voor extreme sporten, zijn we vandaag gaan raften. Zon dingen zeggen we nooit op voorhand, we zouden niet willen dat onze ouders ongerust zouden zijn he J
Ik was s ochtends nog een rondje gaan lopen in de zon, rond ons prachtige meer aan de camping, maar tegen dat Bart wakker werd, waren er al een paar wolken samengetroept. Toen we even later vertrokken, begon het te miezeren.
We hebben uiteindelijk de hele rafting in de regen gedaan, maar dat stoorde eigenlijk niet. Het water van die rivier kwam ook ergens uit een of ander thermisch meer en was meer dan 30 graden. Desondanks het feit dat er twee Hollanders vooraan in de boot zaten, zijn we levend beneden geraakt.
Nadien doorgereden naar onze volgende stopplaats, Ohakune, even onder het Tongariro National Park. Daar doen we morgen de Tongariro Crossing, een fikse dagtocht/bergwandeling van 18 km langs enkele vulkanische meren (niet gevaarlijk hoor!) en met een totaal hoogteverschil van 1.000 meter.
De eerste berg die we passeren is de Ngaruhoe, bij liefhebbers van The Lord of the Rings beter bekend als Mount Doom. We zitten hier trouwens middenin het gebied waar de film werd opgenomen .en er zijn dus vanzelfsprekend aangepaste wandelingen naar zowat elke locatie die werd gebruikt in de films. Om de freaks te vermijden, laten we die links liggen.
Overigens zit ik hier momenteel op het terras van ons hutje. We zitten dan wel op een hoogte van 800 meter, het is vanmiddag helemaal uitgeklaard. We hebben vanavond zowel kunnen aperitieven als kunnen eten op het terras ..Alla, werk ze daar nog!!!;-)
Vandaag vroeg opgestaan. We moesten op tijd in het geologische park in Wai-o-Taupo zijn, want om 10u15 spuit de geiser Lady Knox daar 27.000 liter water de lucht in, dat is meer dan drie keer onze vijver, althans, als daar tenminste geen ongelukken zijn gebeurd J
Het was er wel nogal toeristisch. Bovendien zetten ze die geiser nog manueel in gang ook, door er zeep in te kappen. Zon eruptie duurt een klein uur. De meeste Japanners waren na twaalf seconden al weg (toen hadden ze de nodige fotos gemaakt), wij zijn daar toch nog redelijk lang blijven zitten. Ook al was het om de file te vermijden die daarna ontstond in het Geologisch park zelf
Het park zelf was erg mooi, heel erg surrealistisch. Overal waren er geisers, kraters, pruttelende meren, the Champagne pool!...maar de stank!!!! ongelooflijkDe ene krater stinkt naar gebakken niertjes, de andere naar varkensmest, dat Champagne-meer stonk naar rotte eieren Enfin, onze kleren hangen buiten uit te waaien
In de late namiddag zijn we dan nog doorgereden naar de Polynesian Spa, even een duikske genomen in een paar warme thermische baden. Vanochtend was er hier en daar nog een wolk, vanmiddag brak de zon helemaal door. We zijn dus al hier en daar verbrand ook . Maar beter zo , dan dat het regent natuurlijk.
Morgen staat er weer een overgangsrit op het programma. We gaan naar onze derde tussenhalte: Ohakune. Normaal gezien bezoeken we een van dees dagen het Tongariro National Park. Maar aangezien de top daar boven de 2.000 meter ligt, zal het wel geen 28° C meer zijn.
Vandaag van Auckland doorgereden naar Rotorua. In Auckland zelf eerst nog op twee heuveltjes even buiten het centrum geklommen. Daarna een trip van drie uur met de auto.
Wat hebben we gezien? 12.000 koeien, 1 geit en 3 tegenliggers. De snelweg tussen Auckland en Rotorua, toch een van de hoofdbanen van het land, is ook niet meer dan een simpele eenrijvaksbaan.
Het laatste deel was wel erg mooi, beboste heuvels met tropische varens, dennen en loofbomen dooreen. Rond drie uur zijn we uiteindelijk aangekomen in Rotorua, zowat het Knokke van Nieuw-Zeeland. In het centrum al meteen kennisgemaakt met dé bezienswaardigheid hier: pruttelende zwavelputten. En stinken .jongens toch, een mengeling van koeienstront, rotte eieren en zwavel. Mijn vuil ondergoed is er niks tegen.
Al een geluk dat onze camping even buiten de stad ligt en we daar wél kunnen ademen. Voor de camping ligt trouwens een prachtig meer, waar we daarnet al even in zijn gaan zwemmen.
De komende dagen bezoeken we nog meer van die stinkende geisers. Als we dat overleven, lees je hier de komende dagen dus meer
Na 1 dag vliegen, al leken het er voor Bart wel 6, hebben we voet gezet op Nieuw-Zeelandse bodem.
De vluchten vielen al bij al wel mee, al is 3 uur voor een overstap duidelijk geen overbodige luxe. De vlucht naar Londen had al een uurtje vertraging en daardoor moesten we daar al een tussenspurtje doen.
Heathrow is een vreselijk kluwen van terminals met daartussen halve snelwegen die reizigers van hot naar her sturen. Na 10 minuten stappen in onze terminal moesten we nog een kwartier de bus op naar de vertrekterminal. Om een lang verhaal kort te maken: we waren net op tijd om met enkele honderden gele medemensen in een Boeing te kruipen richting Hong Kong. Kippen in een legbatterij, dat gevoel
Gelukkig zaten we nog naast elkaar, tis te zeggen. Ik zat Bart stond meer aan het raam achteraan in het vliegtuig. Oeat ziet kij als ge door het raam kijk? Russische bergen en meren, en het had daar gesneeuwd.
Hong Kong Airport was al heel wat overzichtelijker dan Heathrow. Ingecheckt tussen enkele hysterische locals en ook nu weer was de overstaptijd maar erg nipt. Zon 10 minuutjes voor het sluiten van de gate, waren we ter plaatse. Deze keer geen plaatsen naast elkaar. Bart zat ergens in het midden, zonder beenruimte naast een brommende beer. Ik had geluk en zat op de 1e rij, naast een brave Chinese studente van 1m30 met schoenmaat 24.
En wat stond er op het keuzemenu? Tilapiafilet op een bedje van wortel en broccoli met een sausje van limoen en kappertjes of iets met vleugels en rijst of een vegetarische pasta met quorn en spinazie. We zijn allebei voor de pasta gegaan en we leven nog, maar daarmee is ook alles gezegd.