Toen ik een kind was, was ik heel verlegen en introvert.
Gelukkig had ik steeds vriendinnetjes die dat niet waren, en die dan ook op MIJ
waren afgestapt, anders had ik nooit met andere kindjes gespeeld. Dankzij die
extraverte vriendinnetjes (en dan vooral dankzij vriendin M) ging dat
introverte er wat uit tegen het einde van de lagere schooltijd. Helaas
verhuisde vriendin M niet mee naar de middelbare school, dus kroop ik een
tijdje terug in mijn introverte schulp. Het was in mijn ogen vooral belangrijk
om NIET op te vallen. Dat lukt het beste als je op straat bvb face down loopt
en je haar steeds voor je gezicht laat vallen.
Tot op een dag (in het 3e middelbaar, dus 14-15
jaar) een van mijn absolute tegenpolen tegen me zei dat ik eens moest proberen
met opgeheven hoofd over straat te lopen en te glimlachen, en dat ik zou zien
dat mensen teruglachten en dat ik daardoor meer zelfvertrouwen zou krijgen
(buiten deze gouden raad ging het die dag ook over achterwerken, met name het
appelgat (ik) en het perengat (zij, ik noem geen namen J).
Soit, ik heb dat opgeheven hoofd geprobeerd en zowaar: het
werkte!
Vanaf die dag ging ik overal met de neus in de lucht en bijhorende
fake glimlach naar binnen en leerde ik het concept grote mond, klein hartje.
Pas jaren later hoorde ik dat mensen me vaak arrogant vonden toen ze me nog
niet (echt) kenden.
It takes one to know one dus zo komt het dat ik mensen
vrij veel krediet geef wanneer ik ze pas ontmoet, omdat je uiteindelijk nooit
weet wat voor iemand die persoon is tot je ze beter leert kennen. Zo had ik
eens 2 toffe collegas, beiden heel fijne madammen (mooie madammen ook
trouwens) en ik vond dat die 2 mekaar ook moesten leren kennen (ze werkten in
verschillende kantoren). Ik stuitte echter op weerstand, want beide dames
vonden de ander precies een beetje arrogant
BINGO! Ik zette die 2 bij elkaar en
wat denk je: ze hebben een uur staan kletsen en konden niet geloven dat ze zon
fout beeld van mekaar hadden
In mijn ogen loopt het dus vol met van die ongekuste
kikkers, zolang je geen oprechte interesse toont in een persoon (die uit
onzekerheid een masker opzet) en je die ook niet beter leert kennen, zal dat
voor jou een koele kikker blijven. Maar weet dat in die kikker soms een hele
fijne prins of prinses verborgen zit en dat je vriendschappen voor het leven
maakt als je verder kijkt dan je neus lang is.
|