Humo nr.3916 - Dinsdag 22
september 2015 - 08:25, door Hanne Van Tendeloo
Radio Gaga in het psychiatrisch centrum Bethanië in Zoersel
'Als ik mensen de hele nacht zie
aanschuiven voor de nieuwste iPhone, dan denk ik: 'Wie is er hier abnormaal?''
Vorige week klapte Radio
Gaga, nog altijd uw hyperlokaal verzoekkanaal, haar studio
open in het Waalse dorp Le Mesnil. Dit keer doen ze
hetzelfde in het psychiatrisch centrum Bethanië in Zoersel. Op dit wijde domein
lange lanen en kronkelpaadjes verbinden er de ene zorgeenheid met de andere
verdwaal je makkelijker dan in de vijf straten van Le Mesnil.
Verdwalen kun je in deze psychiatrische microkosmos
ook in de verschillende universa, die kriskras door elkaar lijken te lopen en
waar je als bezoeker al snel in wordt meegenomen. Terwijl ik de uitzending van Joris en Dominique sta te volgen
op het graspleintje voor de caravan, komt een man op me toegestapt: Zijt gij
dat meisje dat in een hond verandert? Ik kan het me in elk geval niet
herinneren, nee. Er volgt een verhaal over een jeugdboek, een 1.000-koppig
nageslacht en een aap. Dan drukt hij de jongen van de productie naast me op het
hart: Noem haar nu niet meer Jeanneke, hè. Zeg vanaf nu maar Madame de La
Fontaine. Oké, voor vandaag meet ik me graag de rol aan van Madame de La
Fontaine.
Eén en ander heeft er wellicht mee te maken dat de
Gaga-caravan vlak bij Delta heeft postgevat, de eenheid voor
psychosezorg. Luc Derck zit dan weer in Kaap, een eenheid voor langdurige zorg. Aan de
gouden microfoon heeft Luc net het plaatje A Laugh and a Half van D-A-D aangevraagd.
Toepasselijk, want het is intussen een vrolijke bende aan de caravan. Als Johnny Mamma Mia
aanvraagt Voor mijn mama. Ze is 92 ontstaat er zelfs een polonaise.
Luc en ik laten het feestgedruis achter ons en
trekken naar De Factorij, een bungalow aan de rand van het domein waar een
handvol patiënten de ruimte en de tijd krijgen om te schilderen en te creëren.
Als ze één van hun werken verkopen, schaffen ze zich met de opbrengst nieuwe
doeken en verf aan. Luc benut elk vrij moment om naar hier te komen: Voor ons
is dit heel helend.
Luc Derck (50) «Ik ben in de
psychiatrie terechtgekomen in 2010, toen ik gestopt ben met drinken. Eerst
dacht ik nog: Ik mag hier een paar weekjes uitrusten, wat gesprekjes voeren en
dan ben ik weer vertrokken. Maar zo werkt het dus niet. Je moet de tijd nemen
om beter te worden.»
HUMO Bij je eerste opname was je dus al
45. Al die tijd was het goed met je gegaan?
Luc «Niet echt. Voor de buitenwereld zal het er
allemaal wel oké en normaal hebben uitgezien. Ik heb altijd gewerkt: ik
was pijpfitter in de chemische industrie. Voordien had ik het zelfs tot
onderofficier in het leger geschopt. Ik verdiende goed mijn boterham en in
theorie had ik dus geen geld tekort, maar toch slaagde ik er niet in mijn
huishuur te betalen. Het kwam er gewoon niet van. Mijn maandloon ging op aan
andere dingen, zoals cds. Of dan kocht ik nieuwe kleren, telkens als de andere
vuil waren. De schulden stapelden zich op. Het werd zelfs zo erg dat ik op
straat ben beland. Hoe een mens dakloos kan worden terwijl-ie toch goed geld
verdient, dat weet ik pas sinds kort.
»Als dakloze ben ik naar De Linde gegaan, een
opvangtehuis voor thuisloze mannen boven de 35, waar alcohol uit den boze is.
Het plan dat ze daar voor mij hadden uitgedokterd, was simpel: ik moest stoppen
met drinken, mijn schulden afbetalen en een dak boven mijn hoofd zoeken. Dan
zou het allemaal wel weer in orde komen. Maar dat stoppen met drinken zorgde er
opeens voor dat ik tot niets meer in staat was. Ik had mezelf nochtans nooit
als een alcoholieker gezien. Nu weet ik dat ik alcohol al die jaren als een pilletje
had gebruikt: met wat
alcohol in mijn lijf werd ik sociaal. Dan kon ik mensen opeens wél in de
ogen kijken, terwijl ik dat oogcontact anders altijd meed.»
HUMO Zonder alcohol lukte het ook niet
meer om je job te blijven uitvoeren?
Luc «Ik kon mijn hoofd er
niet bij houden. s Ochtends raakte ik zelfs niet uit bed. Voordien was ik
getrouwd geweest: toen deed mijn vrouw alles voor me. Maar na de scheiding
kostte het me veel meer moeite dan andere mensen om een normaal leven te
leiden. Eerst schreef de huisdokter me valium voor. Hielp niet. Daarna liet hij
me opnemen in de psychiatrie. Ik weet het nog goed: de verpleging in dat eerste
centrum vond me maar ne rare. Kennelijk stelde ik nogal moeilijke vragen. Ik dacht: Ik? Ráár? Het
loopt hier vol! (lacht)»
Een Etienne Vermeersch
Zelf ging Luc ervan uit dat hij geveld was door een
depressie, maar in de psychiatrie dachten ze eerder aan borderline. Ze verwezen
hem door naar een ander psychiatrisch ziekenhuis, met een afdeling voor
borderliners.
Luc «Ik zal nooit
vergeten wat de psychiater tegen me zei: Formuleer uw klacht, meneer. Ik wist
niet wat ik daarop moest antwoorden. Ik ben opgevoed met de wijsheid dat je nooit klaagt, dat klagen
negatief is: Mensen in Afrika, díé mogen klagen. Omdat ik mijn klacht
niet kon formuleren, wisten ze niet wat ze met me aan moesten. Intussen ging ik
zelf wel in de DSM-V (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders,
red.) op zoek naar wat borderline was. Ik herkende me daar wel in, ja. Maar wie
niet? Bij elke aandoening staan tien puntjes. Herken je jezelf in negen ervan,
dan heb je al prijs.
»Na het ontbijt moesten we altijd in het salon gaan
zitten en om de beurt ons verhaal doen: Hoe is je dag geweest? En: Hoe voel
je je? Hier doen ze dat net níét. Hier vinden ze dat je een ander niet moet
lastigvallen met je rugzak. Die ander zn rugzak zit al vol genoeg.
»Mijn verblijf in dat eerste psychiatrische
ziekenhuis was eigenlijk een traumatische ervaring. Zodra ik daar binnenging,
stond al vast dat mijn opname er op 15 januari zou opzitten, genezen of niet.
Ik ben er die dag buitengegaan zónder diagnose, en mét koorts. Niet veel later
zat ik in Zoersel.»
HUMO Hier voelde je je minder verloren.
Luc «Ja. Ik had nog
altijd geen diagnose, maar dat leek niet zo dringend meer. Ik had niet het
gevoel dat ik mijn aanwezigheid moest verantwoorden.
»Ik kwam in de zorgeenheid Monding terecht. Daar
zitten allerlei mensen met persoonlijkheidsstoornissen bij elkaar maakt niet
uit of je nu bipolair bent of psychotisch. Ze zijn het meest normaal. Hoe zal
ik het uitleggen? Organiseren ze hier een quiz tussen de zorgeenheden, dan
winnen de mannen van Monding altijd (lacht). Maar ze zitten er wel met reden: het zijn emotioneel kwetsbare mensen.
Zo voel ik me ook: ik pas
niet in het plaatje van hoe je hoort te zijn. Mijn brein werkt anders dan dat
van anderen.
»Op een bepaald moment heb ik me ingeschreven als
vrijwilliger bij de CM. Ik wilde als begeleider werken, om mantelzorgers te
ontlasten. Omdat ik ook op kinderen zou moeten letten, kreeg ik uitleg over
aandoeningen als ADHD en autisme. Ik herinner me vooral de zin: Autisme is
behoefte hebben aan structuur, maar niet in staat zijn om zelf voor die
structuur te zorgen. Plots ping ging er een lichtje branden. Ik ben naar Leuven gegaan voor allerlei
autismetests. Bleek dat ik asperger had. Dat was vorig jaar ik was 49.»
HUMO Was je opgelucht?
Luc «Toch wel. Als iemand
me nu vraagt waarom ik in de psychiatrie zit, kan ik eindelijk een duidelijk
antwoord geven: Ik heb asperger. Voilà. Die diagnose heeft ook zo zn
gevolgen: ik heb officieel ASS (autismespectrumstoornis, red.), dus ben ik nu een mens met een
beperking, een invalide. Ik heb een nummertje van de Vlaamse
overheid. (Trots) Ik heb zelfs een gratis busabonnement.»
HUMO Dat stempel stoort je helemaal
niet?
Luc «Ik vind het net rustgevend.
Vroeger probeerde ik altijd maar mee te doen met de rest, met de ene na
de andere mislukking tot gevolg. Nu weet ik: in het verleden werd ik vaak overschat. In Leuven hebben ze ook mijn IQ getest en
dat viel nogal tegen. Ik had altijd gedacht dat ik een slimmerik was. En
toch was ik er bijvoorbeeld nooit in geslaagd mijn rijbewijs te halen. Op mijn
49ste begreep ik eindelijk waarom: Wat voor een ander vanzelfsprekend is, is voor mij te moeilijk. Punt.
Eindelijk kon ik stoppen met proberen. Andere dingen vraag me gerust
wie er gitaar speelt op die of die plaat weet ik dan weer zonder nadenken.
Maar wat ben ik met dat soort kennis? En nu snap ik ook waarom ik altijd zon
eenzaat ben geweest: mensen met asperger kennen dat niet, groepsgevoel. Op
Facebook heb je de groep Asperger Belgium. Geen idee wie daarin zit, maar
mensen met asperger zijn het zeker niet (lacht).»
HUMO Vind je het jammer dat je de
diagnose niet vroeger hebt gekregen?
Luc «Ja. Had ik het als kind al geweten, dan had ik beter mijn weg in het leven
kunnen zoeken. Dan had ik niet zo veel tijd verloren. Voor hetzelfde
geld was ik dan uitgegroeid tot een Etienne Vermeersch.»
Welke tuin ben jij?
HUMO Zie je jezelf ooit weer meedraaien
in de maatschappij?
Luc «Ik zal altijd op het
randje zitten. Ach, de maatschappij... Soms denk ik dat ik de enige normale
mens ben op de hele wereld. Als ik sommigen de hele nacht zie aanschuiven voor
de laatste nieuwe iPhone, dan denk ik: Wie is er hier abnormaal?
»Ik heb wel een vriendin, maar samenwonen, dat gaat
niet: we zijn allebei te moeilijk. Ik heb haar leren kennen in het vorige
psychiatrische ziekenhuis: zij zat daar voor haar depressie. In de creatieve
therapie moesten we elkaars tekening bespreken. De opdracht was: teken hoe jij
eruit zou zien als je een tuin was één van die typische therapie-opdrachten,
net zoals: Maak twee maskers van jezelf, één positief en één negatief. Ik had
bijna alles juist van haar tuin en zo is de vonk overgesprongen.
»Het
is ook geen kwestie van genezen: er valt niks te doen tegen asperger en dat
hoeft ook niet. Hier in Zoersel heb ik mezelf leren kennen en
aanvaarden. Nu weet ik: ik
ben niet slechter of beter dan jij, ik ben gewoon anders. Als ik een
lied moet kiezen waarmee ik me het meest vereenzelvig, dan is dat Human
Behaviour van Björk: de mens is een
interessant beestje. Ik heb ook lang zitten nadenken over het liedje dat ik
wilde aanvragen bij Radio Gaga. Uiteindelijk vond ik A Laugh and a Half het
beste bij de psychiatrie passen: Theres something
inside me and I know its good.»
HUMO Je schaamt je niet voor je
verblijf in de psychiatrie.
Luc «Nee. Het moet nu
maar eens gedaan zijn met dat oordelen. De
psychiatrie is méér dan One Flew over the Cuckoos Nest of Rain Man. En toch moeten we nog altijd
tegen de omgeving knokken. Daarstraks nog, op straat: een meisje
ging aan de andere kant van de straat lopen toen ik langskwam. Die vieze, oude
zotten: dát gevoel geven ze je. Vroeger had je de legerdienst. Awel, nu zouden
ze alle volwassenen moeten verplichten om zich zes maanden te laten opnemen in
de psychiatrie. Noem het de psychiatriedienst. Dan zou iedereen wel met zn
medemens leren omgaan. En wie weet steken ze nog iets op over zichzelf.»