Onderweg... Bij het vertrek in Antwerpen zwaaien ze naar een man die ze vader noemen. Twee kleine kinderen, een jongen en een meisje. Verder twee mollige, jonge vrouwen, een iets oudere zoon en de bomma die ze moeke noemen. De jongste huilt. Mijn vrouw en ik kijken naar elkaar terwijl we onze plaats innemen en ons territorium afbakenen. We denken allebei hetzelfde. Dit wordt een verschrikking. Moeke bekommert zich onvermoeibaar en met engelen geduld over haar veeleisende kleinkinderen. Ze eten koekjes en spelen spelletjes. Moeke is haar gewicht in goud waard en zorgt ervoor dat wij ongestoord kunnen lezen om de tijd te verdoen. Ze eten aan een stuk door. In Valence zingen ze kinderliedjes terwijl de trein zich onvermoeibaar door het Franse landschap boort. Tien kleine visjes...Blub...blub...blub.... Ze moeten allebei tegelijk naar het toilet. Nu is het stil. Mijn benen worden stijf van het lange zitten. Het is toch te warm om naar de Muur te fietsen. Moeke neemt de situatie weer in handen want ze hebben hun bestemming bereikt. De vloer en de kussens liggen bezaaid met kruimeltjes maar stofzuigen doe ik enkel op woensdag. Dank je Moeke... dc