Het regent in juni. Broeierig. Zware onweders hangen in de lucht. In de kast staan rijen boeken al weken onaangeroerd. Ze moesten wijken voor de fiets. Ik probeer mij het Italiaanse woord voor 'rug' te herinneren, omdat hij net niet kraakt. 'Dorso'. Il dorso fa male.
In het rustoord kom ik een oude bekende tegen, bij wie ik enkele jaren Italiaanse les kon volgen. We zijn beiden verbaasd elkaar daar te ontmoeten. Hij verblijft er niet, maar komt er zijn zus bezoeken. Ik laat een kan koffie vollopen aan de automaat. Hij doet zijn verhaal.
Er schalt geluid en muziek door de woonkamer. Het geluid komt van een handhaardroger waarmee mijn vrouw haar natte haren droog blaast. De muziek komt van Albinoni, Marcello en Vivaldi. Tijdgenoten. De hobo wordt bespeeld door Heinz Holliger. Het is een van de talrijke schijfjes die ik uit de muziekkast heb genomen. Ze moesten wijken voor de fiets.
Het geluid van de föhn stokt. Het haar is droog. Mijn vrouw draagt haar kapsel kort.
'De kinesist in het rustoord is een Italiaan uit Verona', zegt Herman.
Ik neem mij voor hem bij een volgende ontmoeting aan te spreken in het weinige Italiaans die mij nog rest.
Elke dag zie ik met eigen ogen hoe tijd ons leven vermaalt en wat de oude dag met zich brengt.
'Wil je een kopje koffie?' vraagt mijn vrouw lief. Vrouwlief.
dc
musica: Alessandro Marcello (1669-1747) Hobo concerto in D minor - Adagio
|