Gisteren mijn eerste werk-moment gehad in het rustoord. De directeur stelde mij gerust. Het zou wel meevallen. Hij stelde mij voor aan Quinten. Een jonge, smalle, lange, vriendelijke jongen die in zijn vrije tijd...coureur is. Hij doet zijn werk met passie en in up-tempo. Bij elke kamer die ik binnen ging stelde ik mij voor dat wijlen mijn moeder de bewoonster was. Dat was een goede instelling. Kannen koffie moesten gevuld. Met of zonder melk. Slappe koffie of thee. De namen van de bewoners stonden op een lijst en dan moest ik de juiste vloeistof in de juiste tas schenken. Mijn tempo lag beduidend lager dan de snelheid van mijn nieuwe collega. In een van de kamers was net een vrouw gestorven. Bea heette ze, geloof ik. Ze lag in haar bed met een bloemetje op de lakens. Het was al het derde overlijden op een week tijd, zeiden ze. Afruimen en het servies op een grote, rijdende kar zetten, behoort ook tot mijn takenpakket. Ik liep verloren tussen gangen en kamers. De vrouw aan het afwasmachine vroeg zich af waar ik bleef. De laatste keer werd ik gesignaleerd op het marktplein van Belsele... ...wordt vermoedelijk vervolgd...