Toen we deze morgen opstonden was de Blue Steel reeds
vertrokken. Wij hebben hier niets van
gehoord of we dachten misschien dat het een voorbij varend vrachtschip
was. Na het ontbijt vertrokken wij ook
richting Doornik waar we wilden gaan liggen omdat daar elektriciteit en water
te krijgen is. Toen we echter te 10:10
uur arriveerden aan de halte fluvial bleek deze een werf te zijn geworden.

De werf van de Halte Fluvial van Doornik. Op de Schelde
tussen Doornik en Pecq.
Een stukje steiger was er nog wel maar de verbinding met
de oever was weg, dus dan kan je niet van de boot en daar zijn we dan ook niets
mee. Toen ik via de radio informeerde bij sluis Kain bleek de enige
mogelijkheid om op dit stuk van de Schelde aan te leggen met pleziervaart in
Antoing was en daar kwamen we net vandaan.
Dan maar verder gevaren en in Pecq kwamen we aan de nieuwe kade die we
enkele jaren ook gebezigd hadden en daar hebben we dan maar aangelegd.

Kasteeltje van Instituut Saint-André. Watermolen
Froyennes. Oude opengewerkte cementoven met onderaan de stookgaten en midden
erin een soort kegel die het afgewerkt cement naar de buitenkant duwde waar het
kon opgeschept worden. Het moet
daarbinnen zo heet als in de hel geweest zijn voor de arbeiders.
Na de middag met de fiets terug naar Antoing via de nrs 59.58.63.62.67.86.85.84.13.23.27.3.48.49.51.8.11.9
en 10 en kwamen door Pecq, Esquelmes met zijn Chateau, Ramegnies-Chin met zijn
Chateau Ramegnies, Chateau de Chin, Chateau Belle Rive en het mooie gebouw (oud
kasteeltje) van Instituut Saint-André, Doornik Centrum, Les Bastions, Allain en
Vaulx waar we de Schelde terug overstaken en via de ruines van de oude
cementovens tot aan de brug van Antoing reden en daar terug overstaken.
|