Ik, Albert Einstein. Mijn geheime dagboek.

E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


Gastenboek
  • blog
  • groetjes uit Heusden - Zolder
  • Hey x
  • gezelligheid kent geen tijd of relativiteit
  • ALbert

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Laatste commentaren
  • Warmte achter de koelkast (Marjoleine)
        op Donderdag 4 januari 1900

  • Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    Het geheime dagboek van Albert Einstein. Of hoe ik de relativiteitstheorie ontdekte.


    free hit counter

    19-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 10 augustus 1899
     Ik heb aan mijn poppetje Mileva een brief geschreven over de ether en de relativiteit die mij nog steeds heel erg bezighouden. Ik stel mij bijvoorbeeld de vraag of we aan die ether wel een fysische betekenis moeten hechten: bestaat de ether echt of is het maar een trucje om berekeningen te kunnen maken. Bij watergolven is het duidelijk dat je water nodig hebt. Zonder water geen watergolven. En bij geluid heb je lucht nodig. Zonder lucht geen geluid. Maar voor elektromagnetische golven? Misschien is die ether alleen maar een wiskundige uitvinding om gemakkelijker te kunnen rekenen met elektromagnetische golven. Dan zou die ether dus geen alles doordringende stof zijn met gewicht en andere fysische eigenschappen zoals samendrukbaarheid en elektrische geleidbaarheid en zo. Ik ben hier heel diep over aan het nadenken.

    Misschien is het nog anders en is die ether enkel een abstracte referentie om beweging te beschrijven. Als wij spreken over beweging spreken we bijna altijd over beweging ten opzichte van iets anders, dus altijd over relatieve beweging. Ik loop zo snel op de aarde. De aarde draait zo snel rond de zon. De maan draait zo snel rond de aarde. Ik loop zo snel in een rijdende trein die zo snel rijdt ten opzichte van de aarde die zo snel draait rond de zon die op haar beurt weer zo snel vliegt ten opzichte van iets anders. Ten opzichte van wat? Van de ether? Misschien is de ether dus iets om absolute beweging te meten. Als je ten opzichte van de ether beweegt dan is dat misschien een absolute en geen relatieve beweging. Maar zelfs in dat geval is die ether misschien enkel een abstracte referentie en dan heeft die ether geen fysische werkelijkheid. Ik weet niet of ik die ideeën goed op papier heb gezet en of Mileva mij wel begrijpt.

    19-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 14 oktober 1898
    Ik vind dat etherprobleem uitermate boeiend. Ik wil een apparaat bouwen om de beweging van de aarde door de ether te meten. Maar ik mag niet van de ETH.

    18-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 13 oktober 1898
     Ik heb kennisgemaakt met een heel interessant probleem: dat van het licht en de beweging van de aarde en de ether. Dat probleem heeft te maken met de relativiteit. Heel belangrijk, die relativiteit.

    Het probleem is het volgende. Het hele heelal is gevuld met een heel fijne stof, de ether. We weten dat omdat de elektromagnetische golven in het hele heelal voorkomen en omdat die elektromagnetische golven iets nodig hebben dat golft. Dat is dus de ether en de ether moet dus overal zijn, zoals God. Nu weten we sinds Copernicus dat de aarde rond de zon draait en we kunnen ons dus de vraag stellen of de aarde ten opzichte van de ether beweegt of niet. Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel beweegt de aarde door de ether zonder de ether te verstoren. Zoals een heel gestroomlijnde boot door water snijdt. Ofwel sleurt de aarde de ether mee, zoals siroop aan een lepel blijft kleven. Als de aarde door de ether klieft zonder de ether te verstoren, dan moeten we op aarde een verschil in lichtsnelheid kunnen meten, afhankelijk van de richting waarin de lichtstraal vliegt. Want het licht moet een vaste snelheid hebben ten opzichte van de ether. Dus afhankelijk van hoe de aarde tijdens het draaien rond de zon ten opzichte van de ether en die lichtstraal beweegt, moet je vanaf de aarde de lichtstraal met een andere snelheid zien passeren. Dat is hetzelfde als met treinen. Als een eerste persoon in een rijdende trein stilstaat, en een tweede persoon loopt heel snel naar voor in die rijdende trein, en een derde persoon loopt heel snel naar achter in die rijdende trein, dan ziet een vierde persoon buiten de trein die drie personen elk met een andere snelheid passeren. En omgekeerd: die drie personen zien die vierde persoon buiten de trein ook elk met een andere snelheid ten opzichte van zichzelf passeren. Zoiets gebeurt dus ook met een lichtstraal.

    Er is echter nog een tweede mogelijkheid. Het kan ook zijn dat de aarde de ether meesleurt. Dan zouden we dus geen verschil in lichtsnelheid kunnen meten. De grote vraag is nu: sleurt de aarde de ether mee of niet?

    17-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 12 september 1898
     Ik krijg een punthoofd van die professor dr. Weber. In zijn cursussen natuurkunde wordt hij verondersteld ons de geheimen der natuur te leren doorgronden. Elektrotechniek kent hij als zijn broekzak maar hij zwijgt in alle talen over de elektromagnetische theorie van James Clerk Maxwell en al die andere belangrijke recente ontwikkelingen. En van de zaken die hij ons wel leert, trekt hij zich van de theoretische kant niet veel aan. Het is toch belangrijk om te begrijpen hoe alles in elkaar zit en waarom de dingen zijn zoals ze zijn?

    Ik heb ook een paar lessen over differentiaalmeetkunde bij Geiser gevolgd. Je weet nooit waarvoor het goed is. Voor de rest steek ik weinig op van de lessen. Ik leer vooral door zelfstudie. Ik lees de werken van Gustav Kirchhoff, Heinrich Hertz en Hermann von Helmholtz. Ik heb Mileva zover kunnen krijgen dat ze meedoet. En ik leer de theorie van Maxwell kennen met een goed boekje van August Föppl. Het is een heel recent boek, pas verschenen in 1894. En ik heb ook het boek van Ernst Mach over de mechanica gelezen en ik lees artikels van Hendrik Antoon Lorentz en Ludwig Boltzmann. En zelfs Charles Darwin, maar dat is een heel ander onderwerp.

    16-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 5 mei 1898

    Ik heb vandaag weer mijn maandelijkse honderd frank van tante Koch uit Genua gekregen. Toch een brave ziel om mij in mijn levensonderhoud te voorzien nu mijn ouders het op financieel gebied zo moeilijk hebben. Eigenlijk ben ik een gelukzak. Ik heb een gemakkelijk leventje en ik doe wat ik wil terwijl mijn ouders het zo moeilijk hebben.

    15-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 29 april 1898
     Ik heb vandaag een leuk compliment over mezelf gehoord. Ik had het waarschijnlijk niet mogen horen. Maar ja, ik stond achter het hoekje. Iemand zei over mij: “hij zegt wat hij denkt en hij doet wat hij zegt.” Mooi hé: hij zegt wat hij denkt en doet wat hij zegt. Klinkt als een slogan van een politicus. Ik zeg wat ik denk en ik doe wat ik zeg. Als men dat van een politicus zou zeggen, gaat hij voor de eeuwigheid de geschiedenisboeken in.

    En voor mij klopt het in elk geval. Ik kom steeds voor mijn mening uit en als ik iets beloof, dan doe ik het ook. Dikwijls tot ongenoegen van de professoren aan de ETH die mij een luie, koppige, eigenzinnige en respectloze steenezel vinden.

    13-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    12-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 16 februari 1898

    Ik mis mijn schatje, mijn Mileva. Ze zit al sinds oktober in Heidelberg waar ze lessen wiskunde en natuurkunde volgt. Ik heb haar een briefje geschreven. Een beetje een onpersoonlijk briefje over de lessen hier want ik durf haar nog niet alles schrijven wat ik denk en voel.

    12-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    11-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 1 februari 1898
     Vandaag ben ik met enkele collega-studenten een pint gaan drinken in de Metropol. Die pinten gaan steeds vergezeld van levendige discussies over de wetenschappen. Als je ons bezig zag, zou je denken dat het kruim van de wetenschappelijke wereld daar in de Metropol de toekomst aan het vormen is: we weten alles over alles en we hebben over alles een uitgesproken mening. Elk een andere uitgesproken mening uiteraard maar dit kruidt de discussies alleen maar.

    Ik was natuurlijk weer een uur te laat. Zoals altijd had ik weer een goede reden. De lieve dame waar ik een kamer huur, vertelde me dat ze zoveel beter kan strijken als ik viool speel. En wat doet een galante heer dan? Ik krijg soms tranen in mijn ogen als ik denk aan mijn eigen goedheid.

    11-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 3 juni 1897
    Ik heb vandaag een brief geschreven aan Rosa Winteler, bij wie ik woonde toen ik op de kantonnale school van Aargau zat. Ik heb haar geschreven dat het harde werken en het aanschouwen van Gods natuur de engelen zijn die mij door het tumult van het leven leiden. Ik heb er haar niet bijverteld dat mijn aandacht vooral uitgaat naar de vrouwelijke aspecten van Gods natuur. Maar als God niet wou dat we de vrouwtjes zouden bekijken, zou hij ze toch niet zo mooi hebben gemaakt? Of ons geen ogen hebben gegeven? Er is er vooral eentje waar ik mijn pijlen op richt: mijn klasgenote Mileva Maric. En met succes overigens: ze ziet mij ook wel zitten.

    10-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    09-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 30 april 1897
     Het was vandaag een historische dag voor de wetenschappen. J. J. Thomson heeft in de Royal Institution in Londen de resultaten van zijn experimenten met kathodestralen bekendgemaakt. Zijn conclusie maakte hij ook bekend, en dat heeft schokgoven door de hele wetenschappelijke wereld gejaagd.

    Met zijn experimenten wou J. J. Thomson beter begrijpen hoe kathodestralen zich gedragen. Op die manier wou hij erachter komen wat kathodestralen zijn. In zijn experimenten liet hij kathodestralen door elektrische en magnetische velden afbuigen en hij mat heel precies de grootte van die afbuigingen.

    Het feit dat kathodestralen afbuigen, is op zich al een heel opmerkelijk resultaat. Het bewijst immers dat kathodestralen elektrisch geladen zijn. Elektromagnetische straling is niet elektrisch geladen, wat ons misschien kan verwonderen, maar zo is het nu eenmaal. De eerste belangrijke conclusie was dus: kathodestraling is geen elektromagnetische straling.

    Omdat kathodestralen elektrisch geladen zijn, kon J. J. Thomson veronderstellen dat ze uit elektrisch geladen deeltjes bestaan, een soort heel minieme kogeltjes die elektrisch geladen zijn. Op de beweging van die deeltjes paste hij de elektromagnetische wetten van Coulomb en de bewegingswetten van Newton toe. Die wetten van Coulomb zeggen aan welke elektrische krachten elektrisch geladen deeltjes onderhevig zijn. De wetten van Newton zeggen hoe deeltjes onder invloed van krachten bewegen. Door die twee wetten te combineren, kon hij dus berekenen welke beweging elektrisch geladen deeltjes maken. Of meer specifiek in zijn experiment, hoe ze worden afgebogen door elektrische en magnetische velden.

    Hij combineerde de berekeningen met de resultaten van zijn metingen. Op die manier kon hij de elektrische lading en de massa (de massa kun je min of meer beschouwen als het gewicht) van de deeltjes berekenen. En zo constateerde hij een tweede hoogst opmerkelijk feit. De massa van de deeltjes bleek onafhankelijk te zijn van het gas waarmee hij werkte en ook onafhankelijk van het materiaal dat hij voor de draden gebruikte: welk gas je ook gebruikt en welk materiaal je voor de draden ook gebruikt, het maakt geen verschil voor de massa en de elektrische lading van de deeltjes.

    Er was nog een derde heel verrassend resultaat. Die geladen deeltjes zijn duizend keer lichter dan de massa van het waterstofatoom. De massa van waterstofatomen had men vroeger al via een bepaalde techniek, namelijk elektrolyse, kunnen meten.

    Uit dat alles trok Thomson enkele wereldschokkende conclusies. Namelijk dat elektrische lading door kleine deeltjes gedragen wordt en dat die deeltjes ongeveer duizend keer kleiner zijn dan waterstofatomen. En dan moet je weten dat waterstofatomen de kleinste gekende atomen zijn! Dus de kleinste gekende bouwstenen van de materie. En dan moet je ook weten dat atomen niet gesplitst kunnen worden! Thomson was dus van mening dat hij een nieuw bouwsteentje van de materie had ontdekt. Of zachter (en wetenschappelijker) uitgedrukt: zijn experimenten leveren resultaten op die duidelijk de hypothese van het bestaan van die bouwsteentjes ondersteunen. Wetenschappers zijn altijd heel voorzichtig wanneer ze ophefmakende ontdekkingen hebben gedaan. Ze zijn ook maar mensen en ze beseffen dat ze zich ook kunnen vergissen;

    Ik probeer de conclusie van Thomson een beetje anders uit te leggen. Thomson heeft het eerste soort elementair deeltje ontdekt: het elektron. Waarom noemen we het een elementair deeltje? Omdat het elektron blijkbaar in alle stoffen voorkomt; het is een bouwsteentje dat in alle stoffen voorkomt: ijzer, water, bier. Want dat elektron is hetzelfde in alle experimenten die Thomson deed met alle soorten gassen en met alle soorten materialen als elektroden. Nu ja, hij heeft het niet echt getest met ijzer en water en bier maar zo werkt de wetenschap, zo werkt de wetenschappelijke methode. Je doet een aantal experimenten met zoveel mogelijk materialen en dan probeer je conclusies te trekken voor alle materialen, ook voor de materialen waarmee je geen experimenten hebt gedaan. Vandaar dat ik daarnet schreef: “zijn experimenten leveren resultaten op die duidelijk de hypothese van het bestaan van die bouwsteentjes ondersteunen.”

    Het resultaat van Thomson luidt meteen het einde in van de discussie of kathodestralen een stroom van moleculen of atomen is ofwel elektromagnetische straling. Het is geen van beide. Het zijn elektronen, een nieuw soort materie. Een nieuw soort materie! Je kunt je voorstellen dat de wetenschappers ongelovig hebben gereageerd toen Thomson zijn resultaten voorstelde. De meeste wetenschappers denken dat hij ze voor het lapje houdt. Hier zullen nog vele dagen en nachten over gediscussieerd worden, dat geef ik je op een briefje.

    09-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    08-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 23 maart 1897
     Ik weet dat licht en radiogolven een vorm van straling zijn, meer bepaald elektromagnetische straling. Maar niet alle straling is elektromagnetische straling; er bestaan ook andere vormen van straling. Bij radioactiviteit bijvoorbeeld komt er ook straling vrij maar ik weet niet wat soort straling dat is. Ik denk zelfs dat niemand weet wat soort straling dat is. En er bestaat ook zoiets als kathodestraling. Kathodestralen ontstaan als je een elektrische spanning zet in een met gas gevulde buis waaruit je bijna al het gas wegpompt. Die elektrische spanning zet je op twee draden die zich op een kleine afstand van elkaar in die buis bevinden. Die draden noemt men elektroden. De draad met de postieve elektrische spanning noemt men de anode; de draad met de negatieve elektrische spanning noemt men de kathode. Als de draden uit het goede materiaal bestaan en als de afstand tussen de draden goed is, treedt er een elektrische ontlading op: er springt als het ware elektriciteit van de kathode naar de anode. Hierbij gloeit het gas tussen de draden op. Er treedt dus een vorm van straling tussen de anode en de kathode op. Die straling noemt men kathodestraling want we kunnen zien dat ze bij de kathode ontstaat. Ze gaat dus van de kathode naar de anode.

    Er is al lange tijd een discussie aan de gang of die kathodestraling elektromagnetische straling is, zoals licht en radiogolven, ofwel een stroom van moleculen of atomen. De discussie is tot op vandaag de dag onbeslist.

    08-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 18 februari 1897
     Velen hebben het definitieve resultaat van de discussies over het bestaan van atomen en moleculen niet afgewacht. Ze waren ervan overtuigd dat die atomen en moleculen echt bestaan en vanaf het begin deden ze pogingen om de grootte van die elementaire deeltjes (waarbij we in het midden laten of ze hiermee atomen of moleculen bedoelden) te meten.

    Thomas Young probeerde in 1816 de grootte van de deeltjes van water te meten. En Loschmidt in 1866 de grootte van de deeltjes van lucht. En in 1870 probeerde Kelvin dat voor de gassen in het algemeen. Hij schreef zelfs onomwonden dat het een onweerlegbaar wetenschappelijk feit was dat gas uit bewegende moleculen bestaat. In 1873 deed Maxwell pogingen om de grootte van de deeltjes van waterstof te meten. Zijn berekeningen kwamen overeen met de resultaten van van der Waals van datzelfde jaar.

    In de jaren 1880 kwamen de verschillende berekeningen in verband met de grootte van de deeltjes van gassen en waterstof meer en meer met elkaar overeen. Onder andere hierdoor kon je rond 1880 bijna niet meer ontkennen dat moleculen echt bestaan. Maar desondanks zijn er dus die mensen zoals Ostwald en Mach die atomen en moleculen ook vandaag, in 1897, nog onzin vinden.

    Anderen vroegen zich dan weer af hoeveel moleculen er dan wil zitten in een bepaalde hoeveelheid gas of vloeistof of vaste stof. Avogadro had al beweerd dat dezelfde hoeveelheid van verschillende gassen onder dezelfde druk en temperatuur evenveel moleculen bevatten. In verband hiermee definieerde hij een bepaald getal, het getal van Avogadro (soms ook het getal van Loschmidt genoemd), dat zegt hoeveel moleculen een bepaalde hoeveelheid gas bij een bepaalde druk en temperatuur bevat. Dat getal moest in elk geval heel groot zijn, vele miljarden keer vele miljarden maar hij wist niet hoe groot het dan wel was. Velen hebben pogingen gedaan om dat getal te berekenen of te meten. Loschmidt en Maxwell waren slechts enkele van de bekendste voorbeelden.

    En nu kun je mij geloven of niet maar ik wil ook dat getal meten. Ik ben ervan overtuigd dat atomen en moleculen echt bestaan en ik wil ook helpen om dat te bewijzen. Dat kan ik nu nog niet doen maar het zal zeker geen tien jaar meer duren. Daar ben ik echt van overtuigd.

    07-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    06-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 8 februari 1897
     Energie is boeiend en materie is dat ook. Energie kunnen we niet rechtstreeks zien; materie wel. Overal waar we kijken, zien we materie: onszelf, de tafel, de lucht, de zee, de maan, de zon, de sterren. Allemaal materie.

    Al duizenden vragen de mensen zich af wat materie eigenlijk is. Ze weten al heel lang dat er vaste stoffen bestaan (hout) en vloeibare stoffen (bier) en gassen (lucht). Maar waaruit bestaan al die stoffen? Bestaan ze uit een soort bouwsteentjes die je niet verder kunt splitsen, bouwsteentjes die men atomen noemt? Of bestaan ze uit moleculen, wat ook een soort bouwstenen zijn, maar dan anders dan atomen? Hoe anders dan? Of bestaan ze zowel uit atomen als moleculen? Of bestaan atomen en moleculen helemaal niet en bestaat er niet zoiets als bouwstenen?

    Meer dan tweeduizend jaar geleden waren klassieke Griekse filosofen zoals Democritos en Epicurus ervan overtuigd dat materie uit hele kleine bouwsteentjes bestaat die niet verder te splitsen zijn. Ze noemden die bouwsteentjes “atomen”, afgeleid van het Griekse woord voor “ondeelbaar”. Het zijn dus elementaire deeltjes die niet verder gesplitst kunnen worden. Ze hadden daar geen wetenschappelijk bewijs voor, tenminste niet in de betekenis die we daar nu aan hechten, met verifieerbare experimenten en zo. Ze waren daar via filosofische weg op gekomen. Gewoon door erover na te denken. Maar dat was nu eenmaal eigen aan de klassieke Griekse filosofie: wetenschap en filosofie waren ondeelbaar met elkaar verbonden.

    Dat idee van die atomen kwam later nu en dan zijn kop weer opsteken. John Dalton was de eerste die er een samenhangende theorie van maakte. In 1808 publiceerde hij zijn Nieuw Systeem van Chemische Filosofie. Dat was de start van de moderne chemie die zegt dat alle stoffen uit een klein aantal atoomsoorten bestaan. Alle vaste, vloeibare en gasvormige stoffen bestaan dus uit combinaties van een klein aantal atoomsoorten. In de tijd van Dalton waren er achttien verschillende atoomsoorten bekend. En hiermee worden dus alle stoffen gemaakt, van ijzer tot wol, van suiker tot hout, van water tot aarde, van lucht tot wijn en bier.

    Dalton maakte nog wel het onderscheid tussen enkelvoudige en samengestelde atomen. Een enkelvoudig atoom is gewoon een atoom; dat is dus één van de achttien gekende atoomsoorten. Een samengesteld atoom is een combinatie van atomen, maar zodanig dat het de kleinst mogelijke hoeveelheid van een stof is. Bijvoorbeeld de kleinste hoeveelheid water die er bestaat, of de kleinste hoeveelheid suiker. Je kunt een watermolecule niet verder opdelen want dan heb je geen water of suiker meer.

    Vandaag de dag noemen de meeste wetenschappers die erin geloven enkelvoudige atomen gewoon “atomen” en ze noemen samengestelde atomen “moleculen”. Atomen zijn dus de bouwstenen van alles en er zijn er maar een klein aantal soorten van. Een molecule is de kleinste hoeveelheid van een stof. En aangezien er miljoenen verschillende vaste, vloeibare en gasvormige stoffen bestaan, bestaan er miljoenen soorten moleculen.

    Niet alle wetenschappers geloven in atomen en moleculen. De wetenschappers voeren vandaag nog verhitte discussies over de vraag of atomen en moleculen wel echt bestaan. Dat was meer dan tweeduizend jaar geleden bij de klassieke Griekse filosofen al het geval. En dat was ook zo toen Dalton zijn theorie publiceerde. En degenen die wel in atomen geloven, zijn het er niet over eens of er zoiets bestaat als enkelvoudige atomen en samengestelde atomen of niet. En ze zijn het ook niet eens over de goede benamingen van die dingen. De namen “atoom” en “molecule” worden gewoon door elkaar gebruikt en zelfs met een andere betekenis. Kortom een grote verwarring en verhitte discussies alom. Zelfs op het congres van chemici van Karlsruhe in 1860 werd er gediscussieerd over de vraag of het nodig was een onderscheid te maken tussen atomen en moleculen, in de zin dat moleculen de kleinste hoeveelheid materie is die in een chemische reactie deelneemt en een atoom het kleinste onderdeel van een molecule is. Ze zijn er niet uitgeraakt.

    Om het nog ingewikkelder te maken, waren er mannen zoals Kekulé die een onderscheid maakten tussen fysische en chemische moleculen. Een fysische molecule is de kleinste hoeveelheid van een gas of vloeistof of vaste stof. Een chemische molecule is de kleinste hoeveelheid van een gas of vloeistof of vaste stof die in een chemische reactie deelneemt. Ze zijn beiden deelbaar (je kunt ze dus splitsen) maar dan heb je niet meer datzelfde gas of vloeistof of vaste stof. Atomen daarentegen zijn niet verder deelbaar: je kunt ze niet splitsen.

    Een zekere Stanislao Cannizarro zei dat er geen enkele experimentele basis was om een onderscheid te maken tussen fysiche en chemische moleculen en dat het dus geen zin had om dat onderscheid te maken: er zijn gewoon moleculen, punt uit.

    Die discussie tussen Kekulé en Cannizarro was heel typerend voor die tijd: chemici en fysici praatten gewoon langs mekaar heen: ze verstonden mekaar niet en ze luisterden ook niet echt naar elkaar. Chemici houden zich bezig met chemische reacties, waarbij dus stoffen in andere stoffen worden omgezet en ze hebben dus vooral interesse voor moleculen. Fysici houden zich vooral bezig met de kinetische gastheorie en meer bepaald met de tweede hoofdwet van de thermodynamica, waarover ik nu nog niet veel weet. En zelfs onder fysici en onder chemici is er geen eensgezindheid.

    Als we in al die meningen toch een beetje structuur proberen te brengen, lijkt het grote verschil tussen atomen en moleculen te zijn dat atomen ondeelbaar zijn en moleculen niet. Of is het zo eenvoudig niet? Het is inderdaad zo eenvoudig niet. Maxwell was bijvoorbeeld van mening dat atomen ondeelbaar zijn maar toch een inwendige structuur hebben. Volgens Maxwell bestaat een atoom toch uit kleinere bouwsteentjes maar die bouwsteentjes kun je niet uit elkaar trekken. Anderen waren het er hier mee eens omdat ze net als Maxwell meenden dat je enkel op die manier de spectra van atomen (dus de verschillende stralingen die een atoom uitstraalt) kunt verklaren. Atomen bestaan volgens hen dus uit nog kleinere deeltjes maar je kunt de atomen niet in die deeltjes breken.

    Zelfs Dalton, die we de vader van de chemie kunnen noemen en die allesbehalve een idioot was, sloeg de bal in deze discussie helemaal verkeerd. Zo ging hij niet akkoord met de fysische wet van Amedeo Avogadro van 1811, die zegt dat bij gelijke temperatuur en gelijke druk, gelijke hoeveelheden van verschillende gassen evenveel moleculen bevatten. Om het eenvoudiger uit te drukken: als je een gelijke hoeveelheid zuurstofgas en koolzuurgas (bijvoorbeeld elk een liter) onder dezelfde druk (bijvoorbeeld elk 10 bar) en temperatuur (bijvoorbeeld elk 20 graden Celsius) hebt, dan bestaan die hoeveelheden zuurstofgas en koolzuurgas uit evenveel moleculen. Dalton kon of wilde dit niet geloven en dat was een gevolg van het feit dat Dalton niet inzag dat de kleinste hoeveelheid van een gas een molecule is en niet een atoom.

    Die wet van Avogadro was uiteraard gebaseerd op de veronderstelling dat moleculen bestaan. Avogadro was trouwens de allereerste die een wet formuleerde die expliciet steunt op de veronderstelling dat moleculen bestaan. Maar nu, meer dan vijfentachtig jaar later, geloven nog steeds niet alle wetenschappers in moleculen.

    Dat is trouwens nog niet de volledige geschiedenis. Dalton was de eerste die in de moderne tijd een samenhangende theorie van atomen opstelde, maar hij was niet de eerste van de moderne tijd die er ideeën over had. In de achttiende eeuw dachten sommigen al dat gassen uit kleine deeltjes bestaan, heel kleine bolletjes. Daniel Bernouilli was misschien de eerste die zei dat de druk van een gas (bijvoorbeeld de druk van lucht in een ballon) het gevolg is van de botsingen van die deeltjes met de wand van het ding waarin ze zitten. De druk van lucht op de wand van een ballon is dus het gevolg van de ontelbare botsingen van de deeltjes waaruit lucht bestaat met de wand van de ballon. Die deeltjes zou men nu dus moleculen kunnen noemen. En in 1857 schreef Clausius al dat het onderscheid tussen gassen, vloeistoffen en vaste stoffen ligt in een verschillende manier van bewegen van de moleculen. Bij vaste stoffen zitten de moleculen dicht opeen op een vaste plaats. Bij vloeistoffen kunnen ze als het ware over elkaar glijden maar ze zitten toch dicht opeen. Bij gassen bewegen ze totaal onafhankelijk van elkaar en vliegen ze als het ware door elkaar.

    Ook hierover bestaan heel uiteenlopende meningen. Zelfs amper twee jaar geleden nog, in 1895, zei Friedrich Wilhelm Ostwald voor het Duits Genootschap van Natuuronderzoekers en Artsen dat het een foute mening is om te veronderstellen dat je alle natuurverschijnselen tot mechanische verschijnselen kunt reduceren. Bijvoorbeeld door te veronderstellen dat vaste stoffen en vloeibare stoffen en gassen uit bewegende bolletjes bestaan en dat je uit die beweging alle eigenschappen van de stoffen kunt verklaren. Bijvoorbeeld dat de temperatuur afhangt van de beweging van die bolletjes: hoe sneller ze bewegen, hoe hoger de temperatuur. Volgens Ostwald kan dat dus niet. Ostwald zei ook dat je atomen zelfs niet als een nuttig model van de werkelijkheid kunt gebruiken. Dat wil zeggen dat je atomen zelfs niet als een vereenvoudiging van de werkelijkheid kunt gebruiken om hiermee toch een groot deel van de werkelijkheid te verklaren. Volgens Ostwald kun je dit bewijzen omdat veel processen onomkeerbaar zijn: veel processen vinden slechts in één richting plaats. Een boom kan bijvoorbeeld alleen maar groeien; een boom zal nooit een zaadje worden. Net zoals een man alleen maar ouder wordt en nooit weer een jongen wordt. Het kan volgens Ostwald dus niet dat de mechanische verschijnselen (bijvoorbeeld bolletjes die botsen) voldoende zijn om natuur te begrijpen en te verklaren.

    Ostwald was er dus van overtuigd dat moleculen en atomen niet echt bestaan. Je kunt ze hoogstens als wiskundige trucjes gebruiken maar ze bestaan niet echt. Volgens Ostwald bestaat er alleen maar energie, al is het dan energie die in verschillende vormen bestaat. Energie is materie en materie is energie als het ware. Dat lijkt me een heel vreemd idee. Materie en energie zijn volgens mij toch wel heel verschillend. Het zou natuurlijk wel wereldschokkend zijn indien zou blijken dat energie en materie wel hetzelfde zijn. Stel je voor dat je dit zou kunnen bewijzen en in een eenvoudige formule gieten. Dan wordt dat de beroemdste formule ter wereld en word je de beroemdste man ter wereld.

    Zelfs Ernst Mach, voor wie ik als wetenschapper een grote bewondering heb, deelt het standpunt van Ostwald over de atomen en moleculen. Ze zijn nuttige wiskundige hulpmiddelen maar ze bestaan niet echt.

    06-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    05-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 1 februari 1897
     

    Hier aan de ETH ben ik in de ban geraakt van de thermodynamica. Dat is een tak van de wetenschappen die bij het grote publiek onbekend is maar die uitermate boeiend is. En die overal in het dagelijkse leven meespeelt. Een stoommachine? Dat is thermodynamica. Een kachel of een koelmachine? Thermodynamica. Een auto? Thermodynamica. Gaat men ooit vliegen? Thermodynamica.

    Thermodynamica kan men definiëren als de tak van de wetenschappen die zich bezighoudt met de wetten van de natuur die zeggen hoe je energie van de ene vorm in de andere vorm kunt omzetten en hoe je dat mechanisme van die omzetting van energie kunt gebruiken om allerlei machines te maken

    Energie bestaat in verschillende vormen. We kennen bijvoorbeeld de warmte-energie. Een warm voorwerp bezit meer energie dan een koud voorwerp. Om een voorwerp op te warmen moeten we dus energie toevoegen aan dat voorwerp.

    We kennen ook de kinetische energie, ook bewegingsenergie genoemd. Een voorwerp dat beweegt, heeft meer energie dan datzelfde voorwerp dat stilstaat. En een zwaar voorwerp dat beweegt, heeft meer kinetische energie dan een licht voorwerp dat met dezelfde snelheid beweegt. Het kost bijvoorbeeld veel meer moeite om een bol van twintig kilogram op te vangen dan een bol van één kilogram.

    En er zijn nog andere vormen van energie die we uit het dagelijkse leven kennen: met elektrische energie doen we een lamp branden en wijzelf werken op chemische energie, zoals alle levende wezens.

    Potentiële energie is een heel bijzondere vorm van energie en moeilijk om goed te begrijpen. Potentiële energie is een vorm van energie die te maken heeft met de zwaartekracht en die afhangt van de hoogte van een voorwerp. Een voorwerp op het dak van een huis heeft meer potentiële energie dan dat voorwerp op straat. Je kunt dat zien als je een voorwerp van een dak laat vallen. Hoe lager het voorwerp tijdens de val komt, hoe sneller het valt. Hoe lager het komt, hoe minder potentiële energie het voorwerp ook heeft. Omdat het steeds sneller valt, wint het aan kinetische energie. Een vallend voorwerp verliest potentiële energie maar het wint kinetische energie. Het zet dus potentiële energie in kinetische energie om.

    Het is een van de grote inzichten van de negentiende eeuw geweest dat het mogelijk is om energie van de ene vorm in de andere om te zetten. Het heeft lang geduurd eer de wetenschappers tot het inzicht zijn gekomen dat warmte en hoogte en snelheid en elektriciteit eigenlijk allemaal vormen van hetzelfde “iets” zijn, en dat “iets” hebben ze energie genoemd. En dat bracht dan het inzicht met zich mee dat je energie van de ene vorm in de andere vorm kunt omzetten. Je kunt je bijvoorbeeld inbeelden dat je het water van een waterval in een draaiend wiel kunt opvangen, en dat je met dat draaiend wiel elektriciteit kunt maken.

    Door allerlei experimenten heeft men niet alleen ontdekt dat je energie van de ene vorm in de andere vorm kunt omzetten maar ook dat je hierbij geen extra energie kunt maken en dat je hiermee ook geen energie kunt laten verdwijnen. De totale hoeveelheid energie blijft altijd gelijk.

    Men heeft die vaststelling in een wet gegoten en men noemt die wet de eerste hoofdwet van de thermodynamica. Die wet zegt dus dat de totale hoeveelheid energie steeds gelijk blijft, wat er ook gebeurt.

    Die eerste hoofdwet heeft een belangrijk gevolg, namelijk dat je geen perpetuum mobile van de eerste soort kunt maken. Dat is een machientje of machine of wat dan ook dat energie uit het niets kan maken. Op aarde kun je zelfs geen machine maken die zonder energietoevoer gewoon blijft draaien, zelfs zonder energie te produceren. Op aarde hebben we immers wrijving. Die wrijving zorgt ervoor dat er warmte geproduceerd wordt (denk bijvoorbeeld eens aan wat je voelt als je heel snel van een glijbaan naar beneden glijdt of als je heel snel langs een touw naar beneden glijdt) en die warmte is energie die je voor je machine kwijt bent. En je hebt bovendien nog de wrijving tussen de onderdelen van de machine. Hierbij wordt ook warmte geproduceerd. Ook op de maan, waar er geen luchtwrijving is, kun je dus geen machine maken die altijd zal blijven draaien.

    Met al die dingen houdt de thermodynamica zich dus bezig. En zelfs met nog veel meer. Maar dat is voor later.

    05-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 10 december 1896
    De wiskundecursussen van professor dr. Adolf Hurwitz schijnen heel goed in mekaar te zitten. Tenminste dat zegt mijn medestudent Marcel Grossmann. Ik wil dat best geloven maar mij zegt het allemaal wat minder. Die Grossmann is trouwens een uiterst slimme kerel. Al die wiskunde gaat er zo gemakkelijk in bij hem. Gelukkig is het ook een sympathieke knul die mij wel zal helpen. En zo goed georganiseerd. Zijn nota’s van de cursussen zijn echte juweeltjes. Daar ben ik een sloddervos bij. Op nog andere gebieden ook. Mijn kledij bijvoorbeeld. Je kan niet altijd zeggen dat ik eruit zie als om door een ringetje te halen.

    04-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 2 december 1896
    Ik heb ook horen spreken over de radioactiviteit die dit jaar door een zekere Henri Becquerel is ontdekt. Hij had fotografische platen een beetje slordig weggeborgen, weliswaar goed gewikkeld in zwart papier, zodat er geen licht bijkon, maar wel met wat uraniumzouten in dezelfde schuif. Toen hij later de fotografische platen wou ontwikkelen, was alles zwart. Als goed wetenschapper veronderstelde hij niet zomaar dat er iets met de fotografische platen mis was. Neen, hij vroeg zich af of het uranium misschien bepaalde straling uitzendt die door het zwarte papier kan dringen. Hij deed enkele eenvoudige experimenten en zijn vermoeden klopte. Hij noemde het verschijnsel radioactiviteit en het nieuws raakte heel snel bekend. De hele wereld werd er stil van.

    03-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    02-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 1 december 1896
     Ik heb iets gelezen over het Zeeman-effect dat dit jaar is ontdekt. Ik dacht eerst dat het iets was dat verklaarde waarom zeelui nooit zeeziek worden. Maar daar heeft het niets mee te maken. Het is genoemd naar de Nederlander die het ontdekt heeft: Pieter Zeeman.

    Het Zeeman-effect heeft te maken met spectraallijnen die splitsen wanneer er een magnetisch veld in de buurt is.

    Elke stof heeft zijn eigen karakteristieke spectraallijnen. Die spectraallijnen beschrijven heel precies welke elektromagnetische straling de stof uitzendt. Met elke spectraallijn komt elektromagnetische straling met één welbepaalde frequentie overeen. Als het om zichtbaar licht gaat, gaat het dus om licht van één welbepaalde kleur.

    Als je een magnetisch veld in de buurt houdt, dan splitst elke spectraallijn in twee nieuwe lijnen. Die twee lijnen liggen dan zodanig dat de oorspronkelijke spectraallijn precies in het midden van de twee nieuwe spectraallijnen ligt. Dat wil dus zeggen dat de stof in een magnetisch veld andere straling uitzendt dan zonder magnetisch veld.

    02-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
    01-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 25 november 1896
    Mileva Maric is een lief meisje en ik vind ze heel mooi. En ze heeft zo een lieve stem. Ze is van Servische afkomst en is op 8 december 1875 in het Hongaarse Titel geboren. Ze is Grieks-orthodox opgevoed. Ze is een beetje aan de stille kant. Toch denk ik dat ze mij aardig vindt. Het kan ook gewoon beleefdheid zijn. Beleefde interesse of zoiets. Ik zal dat eens verder onderzoeken.

    01-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 13 november 1896
     Per maand krijg ik 100 Zwitserse frank om te leven. Het is geen luxe maar het is ook geen armoe. Ik ben zelfs aan het sparen. Ik wil tot Zwitser worden genaturaliseerd. En dat zal ook wel lukken. Als ik eenmaal iets wil, is er veel nodig om mij tegen te houden.

    Al bij al mag ik niet klagen over mijn persoonlijke situatie. De zaak van mijn vader is op de fles gegaan. Bijna al het geld van mijn familie is in rook opgegaan. Oom Jakob gaat voor een groot bedrijf werken. Mijn vader zal nog eens proberen een zaak op te zetten. Ik heb hem dat sterk afgeraden maar het helpt niet.

    Ik heb Maja geschreven dat de hele situatie mij veel pijn doet. Ik ben alleen maar een last voor mijn familie. Het ware beter geweest als ik niet zou leven. Er is maar één ding dat me overeind houdt: dat ik mezelf geen enkel pleziertje gun.

    Nu ja, geen pleziertje. Zonder pleziertje kan niemand leven. Ik pik soms een concertje of een theatertje mee en ik ga soms een kopje koffie drinken. Ik houd van het gezelschap van de historicus Alfred Stern en van de familie van Marcel Grossmann, mijn medestudent.

    28-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    27-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 29 oktober 1896
    Vandaag ben ik mij bij de burgerlijke stand van Zurich gaan melden. Vanaf vandaag woon ik officieel in Zurich.

    27-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Zoeken in blog


    Mijn favorieten
  • Mijnheer Albert, Roman over de gedachte-experimenten van Einstein
  • Leuke raadsels en puzzels
  • Hoe win je megabike 2007
  • Wie wint megabike 2007

  • Rondvraag / Poll
    Wie was de echte bedenker van de relativiteitstheorie?
    Albert Einstein
    Mileva Maric, de vrouw van Albert Einstein
    Henri Poincaré
    Bekijk resultaat


    Archief per maand
  • 02-2007
  • 09-2005
  • 04-1967
  • 03-1967
  • 02-1967
  • 01-1967

    Inhoud blog
  • De Priorij van Sion
  • Heel moeilijke puzzels en hele leuke raadsels
  • Heel leuke raadsels en hele moeilijke puzzels
  • Dinsdag 4 mei 1880
  • Woensdag 19 maart 1879
  • Zondag 30 december 1900
  • Woensdag 19 december 1900
  • Vrijdag 14 december 1900
  • Donderdag 25 oktober 1900
  • Vrijdag 19 oktober 1900
  • Donderdag 4 oktober 1900
  • Woensdag 26 september 1900
  • Zondag 23 september 1900
  • Maandag 10 september 1900
  • Zaterdag 25 augustus 1900
  • Woensdag 25 juli 1900
  • Donderdag 28 juni 1900
  • Woensdag 16 mei 1900
  • Woensdag 21 maart 1900
  • Maandag 12 maart 1900
  • Woensdag 28 februari 1900
  • Dinsdag 27 februari 1900
  • Woensdag 31 januari 1900
  • Woensdag 10 januari 1900
  • Donderdag 4 januari 1900
  • Woensdag 3 januari 1900
  • Vrijdag 29 december 1899
  • Donderdag 28 september 1899
  • Donderdag 21 december 1899
  • Donderdag 10 augustus 1899
  • Vrijdag 14 oktober 1898
  • Donderdag 13 oktober 1898
  • Maandag 12 september 1898
  • Donderdag 5 mei 1898
  • Vrijdag 29 april 1898
  • Woensdag 16 februari 1898
  • Dinsdag 1 februari 1898
  • Donderdag 3 juni 1897
  • Vrijdag 30 april 1897
  • Dinsdag 23 maart 1897
  • Donderdag 18 februari 1897
  • Maandag 8 februari 1897
  • Maandag 1 februari 1897
  • Donderdag 10 december 1896
  • Woensdag 2 december 1896
  • Dinsdag 1 december 1896
  • Woensdag 25 november 1896
  • Vrijdag 13 november 1896
  • Donderdag 29 oktober 1896
  • Dinsdag 27 oktober 1896
  • Vrijdag 18 september 1896
  • Vrijdag 6 maart 1896
  • Donderdag 5 maart 1896
  • Woensdag 4 maart 1896
  • Zaterdag 15 februari 1896
  • Dinsdag 28 januari 1896
  • Vrijdag 10 januari 1896
  • Zaterdag 21 december 1895
  • Vrijdag 13 december 1895
  • Dinsdag 10 december 1895
  • Woensdag 30 oktober 1895
  • Vrijdag 19 april 1895
  • Maandag 15 april 1895
  • Vrijdag 12 april 1895
  • Donderdag 4 april 1895
  • Vrijdag 29 maart 1895
  • Maandag 4 maart 1895
  • Zaterdag 16 juni 1894
  • Woensdag 17 mei 1893
  • Dinsdag 19 juli 1892
  • Zaterdag 23 april 1892
  • Donderdag 2 juli 1891
  • Woensdag 24 juni 1891
  • Zondag 3 mei 1891
  • Zaterdag 8 februari 1890
  • Donderdag 3 oktober 1889
  • Maandag 15 juli 1889
  • Donderdag 6 juni 1889
  • Vrijdag 26 oktober 1888
  • Woensdag 27 april 1887
  • Maandag 30 augustus 1886
  • Vrijdag 30 juli 1886
  • Zondag 5 juli 1885
  • Vrijdag 12 juni 1885
  • Woensdag, 6 mei 1885
  • Donderdag, 19 februari 1885
  • Woensdag, 18 februari 1885
  • Donderdag 31 juli 1884
  • Dinsdag 6 mei 1884
  • Zondag 6 april 1884
  • Woensdag 6 juni 1883
  • Dinsdag 5 juni 1883
  • Zaterdag 21 oktober 1882
  • Donderdag 26 januari 1882
  • Dinsdag 20 december 1881
  • Vrijdag 18 november 1881
  • Maandag 11 oktober 1880
  • Maandag 21 juni 1880
  • Vrijdag 8 augustus 1879
  • Vrijdag 21 maart 1879
  • Donderdag 20 maart 1879
  • Dinsdag 18 maart 1879
  • Maandag 17 maart 1879
  • Zondag 16 maart 1879
  • Zaterdag 15 maart 1879
  • Vrijdag 14 maart 1879


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs