Een week hebben we in Yaoundé doorgebracht. Die week bracht ons elk een visum voor Gabon en Congo, heel wat nuttige informatie van lotgenoten en daarenboven hadden we het gezellig, maar geen internetverbinding die het uploaden van de foto's toeliet. Voor het visum voor de DRC maken we straks in Gabon toch maar even een ommetje naar de hoofdstad. Eerst gaat het van hieruit naar Mount Cameroon. Daar hopen we de komende dagen de top van de meer dan 4000 meter hoge berg te bereiken.
Vandaag hadden we trouwens ook voor het eerst sinds begin november nog eens regen. Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om de jeep vanonder de boom (waar hij oorspronkelijk schaduw zocht) weg te halen. Dankzij de tropische regenbui weten we nu weer welke kleur de Korando eigenlijk heeft...
We doen ons best om zoveel mogelijk bij gereputeerde merken te tanken. In Spanje heb ik een klein fortuin verdaan aan reinigend additief voor in de dieseltank en ik doe trouw om de 2000 km een flesje in de tank. Op aanraden van Maurice van de Postboys heb ik ook een prefilter voor de dieselfilter laten zetten. Omdat die prefilter in Mauritanië al pottezwart was had ik die daar al laten vervangen.
Toch merkte ik in de belachelijk steile klim van Oku naar Belo dat de Korando kracht verloor. Nu kan er over een SsangYong Korando veel gezegd worden, maar als er iets is wat hij goed doet , dan is het in de lage versnellingen trekkracht leveren. Ik was hierdoor meer gealarmeerd dan door het feit dat we de dag ervoor op 2500 meter hoogte plots geen remkracht meer hadden. Oververhitte remmen is een probleem dat zichzelf oplost met wat geduld, maar met een verstopte dieselfilter ga ik liever niet zelf aan de slag. In zon piepklein dorpje in de bergen van Kameroen kan je echter bij de eerste de beste mecanicien een nieuw prefiltertje kopen voor 1. Voor nog eens 2 reinigt hij ook de hele dieselfilter zodat je je wisselstuk gewoon in de koffer kunt laten zitten. Om de lucht uit de leidingen te krijgen laat hij een hulpje opdraven dat steeds weer aan de dieselleiding gaat zuigen tot de diesel hem in de mond loopt. In al mijn gulheid geef ik bovenop de 3 die ze in totaal vroegen ook nog een koude cola en een fooi van 75 cent. Ik zal er misschien moeten op letten dat we terug in België, Nederland of Frankrijk onze normen ook weer wat aanpassen PS: De Korando rijdt weer als nieuw!
Ondertussen zijn we ook al weer een week in Kameroen en we genieten met volle teugen. De verwachtingen voor deze onontgonnen toeristische bestemming waren hoog gespannen en dan riskeer je grote teleurstelling, maar niets is minder waar. De landschappen zijn adembenemend, er zijn nog traditionele koninkrijken die vasthouden aan hun oude gewoontes en die behoorlijk toegankelijk zijn voor bezoekers en de bevolking is ontzettend vriendelijk. De afgelopen dagen hobbelden we met onze Korando over de veeleisende paden door de berglandschappen rondom Bamenda en we kwamen ogen tekort. Een vriendelijke, maar onvermoeibare gids toonde ons de weg naar de top van Mount Oku. Goed voor een wandeling van ruim 6 uur tot op 3011 meter hoogte. Ook hiervan worden misschien binnenkort fotos online geplaatst. Hetzelfde geldt voor ons bezoek aan het traditionele koninkrijk (Fondom eigenlijk)en het museum van Bafut. Het museum was met voorsprong het interessantste van de reis tot zover en als klap op de vuurpeil hadden we het geluk om kiekjes te nemen van de Fon hemzelve. Blijkbaar een unieke gebeurtenis, want zelfs onze gids (die toch een zoon van de Fon is) was opgewonden om het heerschap te zien te krijgen. Nieuwsgierigen nestelen zich soms wekenlang in één van de weinige publieke ruimtes van het paleis in de hoop een glimp van hem op te vangen en dan nog is dat soms zonder succes. Ik kan me nog net inhouden en maak geen grapjes over de Fonzie van in Happy Days, want het is hier duidelijk allemaal serious business!
De volgende morgen staan we al bij het krieken van de dag aan de grens om Nigeria binnen te komen. De formaliteiten om Benin uit te kunnen gaan vlot, maar we zijn op onze hoede voor de Nigeriaanse officials, want die schijnen een groot deel van hun loon gewoon uit smeergeld te moeten halen. Omdat ze zo slecht betaald worden, is het door veel Nigerianen een dagelijks gebruik geworden om ordehandhavers een kleinigheidje toe te stoppen om gerust te laten worden. Ik heb echter een reisverslag gelezen van mensen die bij de eerste controlepost iets te gehaast redelijk veel geld hadden toegestopt. Het goede nieuws had zich toen als een lopend vuurtje verspreid en bij elke post (en dat zijn het héél wat in Nigeria) hadden de arme stakkers weer hetzelfde bedrag moeten ophoesten om verder te kunnen. We hebben alle papierwerk in orde, hebben veel meer tijd dan geld en zijn vastberaden om geen smeergeld te gaan uitdelen. De eerste die probeert is een douanier die scène wil maken omdat we onze visa in Bamako gehaald hebben en niet in ons eigen land. Ook al weten we dat dit geheel legaal is en een correcte manier van handelen doet deze meneer heel hard zijn best om het tegendeel te beweren en we moeten mee naar een ander kantoor waar hij deze ernstige situatie uitlegt aan een collega. Deze speelt graag mee om alles heel ernstig te laten lijken en maakt ons duidelijk dat we moeten wachten tot de chef er is en dat dat hééél lang zou kunnen duren. Met de glimlach maken wij dan weer duidelijk dat we heel goed weten hoe de hele visa-regelgeving in elkaar zit en met een nog veel bredere glimlach vertellen we hoe lang onze reis nog duurt en hoe veel tijd we dus wel hebben om te wachten Na een twintigtal minuutjes glimlachend wachten moet het heerschap gemerkt hebben dat het onbegonnen werk was en werd alles gewoon netjes gestempeld en mochten we gaan. Volgende missie was om Lagos te doorkruisen. Lagos is de grootste stad van Afrika en heeft ongeveer evenveel inwoners als Nederland en dus een pak meer dan België. Los van politiecontrolesen files ben je dus wel even zoet om deze stad voorbij te komen, maar al bij al ging dat redelijk vlot (lees: in een halve dag). Verder is het rijden in Nigeria heel erg survival of the fittest. Gelukkig heb ik mij de afgelopen maanden al een beetje assertief rijgedrag eigen gemaakt, anders wordt je hier volgens mij helemaal gek en kom je ook geen stap vooruit. Daarnaast heb je dus de ontelbare stops. Soms moet je stoppen voor de wegbrigade, 2 km verder is dat dan voor politie, dan weer voor militaire politie, dan weer voor het leger, of voor nog een ander uniform. Soms worden we zelfs tegengehouden door een verzameling burgers die allemaal een wit T-shirt hebben weten te bemachtigen en denken dat ze er daarmee officieel genoeg uitzien om autos tegen te houden. Wie het ook is, we moeten steeds weer stoppen en steeds weer halen we onze breedste glimlach boven. Tot vervelens toe vertellen we over ons reisverloop, over onze auto en geven we schouderklopjes voor het goede werk dat ze leveren om de wegen veilig te houden, maar geen enkele keer geven we toe aan de vraag naar een kleine gift. Zelden levert dat ook een probleem op en we zijn ondertussen heuse pros in het lullen met officials om hun gedachten van geld af te halen. Over onveiligheid in Nigeria kunnen wij dus (gelukkig) niets boeiends vertellen. Als je de weg vraagt aan burgers wijzen ze je deze aan met de loop van hun geweer of met een grote machete, maar dat is net zo efficiënt als een wijsvinger. Agenten verzekeren ons dat ze bad boys oppakken, maar vinden het zelf wel een goed idee om onder de loden middagzon hun kogelvrije vest en helm aan te houden. Overal zijn er genoeg aanwijzingen om de vele waarschuwingen serieus te nemen en dat doen we ook (we betalen zelfs 20 om in de tuin van een goed bewaakt hotel te mogen kamperen), maar behalve geruchten hebben wij dus niets boeiends te melden.
Nog dezelfde dag als het bezoek aan Ganvié worstelen we onze weg doorheen de files van Cotonou, de grootste stad van Benin en rijden we tot tegen de grens met Nigeria. Omdat we toch op een redelijk grote weg rijden en omdat we geen onnodige risicos willen nemen met de ontelbare waarschuwingen over Nigeria in het achterhoofd, besluiten we om hier maar niet te gaan wild kamperen ook als is dat wat we meestal doen als het er gewoon om gaat om te slapen tussen twee ritten door. We betalen een redelijke prijs voor een schunnig hotel waar de muziek véél te hard staat, maar wat verder op het eerste zicht redelijk OK lijkt. De brave jongen die ons de kamer laat zien vestigt ook onze aandacht op hoe schoon het hier wel is. Renée en ik fronsen even de wenkbrauwen, maar op zich is hij nu nog redelijk geloofwaardig. Als hij echter bij hoog en bij laag beweert dat er geen spoor van muggen zal te bekennen zijn terwijl we er zo in een oogopslag al twee kunnen zien zijn we toch een beetje achterdochtig. We hebben al lang besloten gewoon in de kamer de nacht door te brengen, al was het maar voor de veiligheid. Al snel krijgen we in de smiezen dat deze kamers vaak per uur verhuurd worden en als ik even de matras van mousse optil springen de opengemaakte condoomverpakkingen al snel in het oog. Goed dat ze het veilig doen, denk ik dan, maar naast ons muskietennet halen we toch ook onze eigen lakenset uit. Het voordeel van deze kamer is dan wel dat je een eigen douche hebt, dus daar willen we zeker van profiteren. Het water stinkt echter als de pest, dus liggen we al sneller dan verwacht onder ons muskietennet. In mijn slaap word ik gewaar dat ik af en toe de reflex heb om op mijn eigen gezicht te kloppen. Dat is een reflex die ik gelukkig niet al te vaak heb, dus moest er wel iets aan de hand zijn. Tegen mijn zin doe ik het licht aan en nog meer tegen mijn zin stel ik vast dat we een dikke kakkerlak bij ons in het muskietennet hebben opgesloten en dat het die rotzak was die mij in mijn eigen gezicht deed slaan. Als het beestje eenmaal door het toilet gespoeld is gaat het vervolg van de nacht een stuk vlotter, maar als we te kiezen hebben zetten toch liever gewoon ons tentje op hoor
Samen met Anne en Aidan gaan we ook een kijkje nemen in Ganvié. Om de prijs te drukken delen we een bootje met een gezapig Frans koppel en we dobberen gezellig doorheen het steltendorp dat toch zon slordige 30000 inwoners telt. In tegenstelling tot wat ik had gevreesd is dit niet iets wat in stand gehouden wordt voor de toeristen, maar het is een verrassend authentiek en heel origineel stadje dat zich echt helemaal in het reuzegrote meer uitstrekt en waar àlles dus met roeibootjes moet gebeuren. Met veel plezier laten we ons rondvaren en we krijgen ook de obligate uitleg van een gids. Hoewel ons aan het tafeltje waar we toegangsgeld betaalden verzekerd werd dat het loon van de roeier en de gids inbegrepen was in de prijs, vinden we het met zn allen vanzelfsprekend om nog een klein extraatje bij te doen. De gids laat echter duidelijk blijken dat hij ons extraatje maar mager vindt en Anne voelt zich verplicht om er nog wat bij te gooien. Verontwaardigd komt de roeier echter nog naar ons toe gelopen en met zn tweeën eisen ze meer fooi. Ze zijn duidelijk getraind in de discussie die daarop volgt en ook al weten we heel goed dat hun fooi al méér bedraagt dan het gemiddelde loon voor een hele dag werk proberen ze toch op ons geweten in te spelen. Jammer dat een mooi bezoek zo moet eindigen, want los daarvan is Ganvié echt wel een aanrader!
De kustweg tussen Ouidah en Cotonou is één van die absolute pareltjes waar je aan het dagelijkse leven van de vissersdorpjes in West-Afrika passeert. Het inhalen van de visnetten is een schouwspel op zich en als er dan eentje is die denkt dat hij misschien ergens een lekkere kokosnoot heeft gezien, dan gaat hij natuurlijk snel even een kijkje nemen
Le Jardin Brésilien de la Diaspora is misschien een nogal lange naam voor een hotel/camping, maar het is wel een bijzonder aangename plek. Het is één van die plekken waar iets in de lucht hangt waardoor je voelt dat je er een leuke tijd zult hebben. Naast het gezelschap van Anne en Aidan waarvan we wisten dat ze op komst waren, ontmoetten we al tijdens onze eerste avond daar twee bijzonder gemoedelijke Zwitsers.Pascal en Jean zijn twee neven die wel vaker op en neer vliegen naar Afrika en die absoluut de goede ingesteldheid hebben. Pascal slooft zich uit om zo goed en zo kwaad als het gaat lokale weeshuizen te ondersteunen en Jean stort zich vol overgave in zijn passie voor fotografie en is in Ouidah met de missie zijn reportage over voodoo extra kleur te geven. Met het bonte allegaartje tijdens het festival was hij dus heel erg in zijn nopjes, maar beide heren verloren zelden hun goeie humeur. Langs deze weg willen we dus ook Pascal en Jean bedanken. Bedankt voor het repareren van ons fototoestel en vooral bedankt voor de leuke tijd samen.
Aidan heeft waarschijnlijk onze vorige berichtjes waarin we oproepen tot wat geduld niet goed gelezen of de vertaling door google s*cks Maar op Awalé Plage ontmoetten we dus de bijzonder gevatte Ier Aidan die samen met zijn hippe tante Anne een heel mooi stuk West-Afrika aan het verkennen was. Terwijl de eerste contacten in Grand Popo soms vaag bleven, bleek dat we het met zn allen goed met elkaar konden vinden en we zouden zowel in Ouidah als in Ganvié nog veel lol hebben en sporadisch zelfs eens een goed gesprek kunnen voeren Samen met Anne en Aidan lieten we ons ook de gruwelijke geschiedenis van de slavenhandel tot en met de heel recente geschiedenis uitleggen. Een geschiedenis waarvan in Ouidah nog heel wat sporen te zien zijn. Alvast bedankt aan Aidan voor de link naar Father Ted, but keep on looking for the truth about the amazon boobs dude! Dont let me down (and tell you aunt to check her e-mail since we dont have yours).
Misschien was het wel een vraag voor een nieuwe poll geweest. Als alle ambassadeurs, ministers, voodoo-koning en gevolg, de president en voormalig president samenkomen op een strand voor hét feest van het jaar, wie haal je dan voor de camera in de hoop dat die iets zinnigs te zeggen heeft?
In Benin is zon 30 % van de bevolking moslim, 20 % noemt zich christen, maar diep geworteld in de hele maatschappij en het dagelijkse leven zit de voodoo. Sinds het heuglijke jaar 1992 is voodoo ook officieel herkend als nationale godsdienst. Om dat te vieren vindt sinds die tijd elk jaar op 10 januari een groot voodoo-festival plaats in Ouidah. Het toeval wil dat Ruben&Renée net op 10 januari in Ouidah verblijven (of misschien hebben we het toeval een handje geholpen). Dankzij Hollywood associëren we voodoo allemaal alleen maar met de donkere kant van het fenomeen. Laat ons eerlijk zijn:hoeveel van ons wisten dat voodoo ook echt als godsdienst kon erkend worden? Naast de poppetjes waarmee je anderen heel veel pijn kunt doen is het een geloof dat diep geworteld zit in de maatschappij en waarop de bevolking zich beroept om een goede oogst af te dwingen, om een goede zwangerschap te hebben, om te genezen, Het feit dat een heleboel geesten gunstig moeten gezind worden uit zich in offers langs alle kanten. Verdere visuele sporen kunnen fetisjen boven de deur zijn of een witte vlag boven je hut. Het geloof zit diep genoeg geworteld om hongerigen ervan te weerhouden om eten van beschermde akkers te stelen uit vrees voor de bescherming die dankzij de voodoo op de akker rust. Een beschermde akker herken je dan door een valse ui op een stok (eigenlijk een paddenstoel) die ergens in een hoek staat nadat een voodoopriester zijn ritueel heeft uitgevoerd. Het festival in Ouidah is dé feestdag van het jaar en het hele gebeuren speelt zich af op amper 100 meter van onze tent. We lopen dan ook graag af en aan om de hele état-major van het land te zien toestrompelen met hun uitgebreide gevolg in hun kielzog. Naast ambassadeurs aller landen en heel wat ministers wordt ook de president van Benin plechtig ontvangen, maar de meeste aandacht gaat toch uit naar de voodoo-koning zelve. Het officiële gedeelte van de ceremonie maken de Afrikanen graag theatraal met de officiële intrede van iedereen die zich belangrijk voelt, maar ook met traditionele dans en spektakelstukken. Voor ons is het de uitgelezen kans om iedereen in zijn mooiste kleertjes te zien opdraven en te genieten van het spektakel dat zich vooral aan de rand onder de toeschouwers afspeelt. Zodra het officiële gedeelte afgelopen is, stromen hele horten mensen naar het strand om hun voodoo-rituelen uit te voeren. Eerst denk ik dat het een gelegaliseerde zuippartij voor losgelaten huisvrouwen betreft, maar met open mond en steeds stijgende verbazing sla ik de taferelen gade. Zelfs als we erin slagen om de fotos op het net te krijgen is het voor jullie thuis moeilijk voor te stellen hoe de dames zich op mengsels van gin, kruiden en heel wat rituelen gooien om de voodoo aan iemand te geven. Het hele ritueel onder begeleiding van een imposante voodoo-priester is zo beklijvend dat je makkelijk kunt begrijpen hoe iemand die hier veel geloof aan hecht zo makkelijk in de diepe trance komt die wij hebben mogen aanschouwen. Onbeschrijflijk, dus ik ga er ook niet te veel woorden aan vuil maken.
Zodra de internetverbinding het toelaat plaatsen we alle fotos van het vissen (en alle andere) en als het helemaal te gek wordt met de verbinding krijgen jullie zelfs de filmpjes te zien zodat je de liederen die ze zichzelf ter ondersteuning toezingen erbij hebt. Allemaal gratis! Ook moet ik jullie nog vertellen over het Vodoo-festival in Ouidah, het gezelschap dat we daar hadden, onze doortocht door Nigeria en de eerste avonturen in Kameroen. Maar zoals jullie de afgelopen weken bewezen hebben, zijn jullie heel geduldig. Hieronder heb je alvast zo'n slordige 3 pagina's tekst, goed voor 1733 woorden. Hopelijk genoeg leesplezier voor een paar dagen, want nu ga ik slapen en als we morgen wakker worden, maken we ons op voor een paar dagen in de bergen, dus zonder de Wondere Wereld van het Web.
Alleen maar luieren raak ik snel beu, dus besloot ik om mezelf maar een beetje nuttig te maken en in één moeite ook wat nieuwe vriendjes te maken. Vissen is bijzonder arbeidsintensief werk. Van s morgens vroeg tot s avonds laat zijn de mannen in de weer met het zware werk om de netten uit te gaan zetten met hun roeibootjes, die netten dan weer in te trekken met de hand van op het strand en de boten dan weer naar boven te sleuren omdat ze niet zouden meegenomen worden met de sterke branding. Geen wonder dat ze stuk voor stuk van die goddelijke lichamen hebben waar menig Europaan urenlang voor in de fitnesszaal zou moeten gaan zitten.
In Grand Popo zagen we voor het eerst sinds we in Nouakchot (Mauritanië) van de kust wegreden, opnieuw de zee. Ik ben een dikke fan van de zee, zeker als ze zon fantastische golven met zich meebrengt als aan de kust van Benin, maar hier werden we toch voor een moeilijke keuze gesteld. Voor een prikje konden we onze tent opslaan op het strand van een leuk resort met een heerlijk zwembad, dus elke keer opnieuw was het de verscheurende keuze: zee of zwembad? Zwembad of zee? We zijn dan maar een paar dagen gebleven zodat we uitgebreid van beiden konden genieten
Na een paar dagen van flinke wandelingen en watervalbezoeken in de Togolese heuvels waren de meeste douanebeambten al weer genoeg bij krachten om de overgang van Togo naar Benin vlot te laten verlopen. Eéntje was misschien toch nog wat onder de invloed, want hij zag in mijn aanwezigheid geen graten om Renée rustig ten huwelijk te vragen. We hadden opnieuw niet voor de meest courante grensovergang gekozen, maar namen de kortste weg naar Abomey. Abomey moest één van de culturele hoogtepunten van deze reis of toch zeker van deze regio worden. Maar zoals dat gaat als de verwachtingen te hoog gespannen zijn, werd het een flinke tegenvaller. Het museum is zeker een aanrader, maar het stadsbezoek met de paleizen viel ons dik tegen. Misschien zijn we gewoon op de verkeerde gids gevallen, ook al betaalden we redelijk flink door aan de officiële toeristische dienst
Ook termietenheuvels hebben we al in alle maten en formaties gezien, maar voor deze wou ik toch even mijn principes aan de kant zetten en gaan poseren. Als ik me niet vergis was het namelijk de zeer wijze heer Eyskens die zei: Principes zijn als scheten. Je moet er zo lang mogelijk aan vasthouden, maar als het écht niet meer lukt moet je ze heel zachtjes laten gaan. Daarentegen was het volgens mij de ook niet zo achterlijke heer Vandenberghe die zijn leerlingen de volgende wijsheid bijbracht: Beter een scheet voor iedereen, dan buikpijn voor mij alleen. De link met principes moet bij deze niet perse doorgetrokken worden en wie nog op zoek gaat naar het verband met de termietenheuvel wens ik veel succes.
We zijn nu toch al eventjes door Afrika aan het crossen, maar we blijven ervan versteld staan wat die vrouwtjes hier allemaal op hun hoofd kunnen laten balanceren. Voor heel wat leuke plaatjes daarvan zullen jullie nog even moeten wachten tot we de hand kunnen leggen op een internetverbinding die het uploaden van fotos toelaat.
Omdat het binnenland van Benin niet zoveel te bieden heeft, rijden we het stuk naar de kust dus in Togo. Dit stuk heeft nog heel wat onaangetast Afrika te bieden aan de bezoeker. Infrastructuur is 0. Een vrachtwagen met bakstenen laten komen is onbetaalbaar en zelfs als je het wel zou kunnen betalen, dan moet je nog maar eens met een vrachtwagen tot in deze streken zien te komen Plan B? Stenen zelf bakken, laten drogen in de zon en de kinderen voor vrachtwagen laten spelen
In onze toch naar Kaapstad volgen we niet steeds de meest logische route en ook nu weer was dat niet anders. Als we van Benin oversteken naar Togo, rijden we eigenlijk alleen maar verder van het einddoel weg, maar dit is op dit moment geen enkel probleem. Het wordt wel een probleem als je dan ook nog eens weinig gebruikte grensposten in je route opneemt en daar bovendien kort na de feestelijkheden voor het nieuwe jaar wil passeren. Om Benin uit te raken is het even zoeken naar de gendarmerie en de douanepost. Een jonge scout biedt voor 15 zijn diensten aan om te helpen. Als we zijn aanbod weglachen zakt de prijs gevoelig naar 1,5 maar we blijven van mening dat het leuker is om zelf op zoek te gaan ipv jonge boefjes te betalen Van de douanepost sturen ze ons terug van waar we komen om naar de gendarmerie te gaan. Als we die eenmaal gevonden hebben, gaat het daar behoorlijk vlot en kunnen we terug naar de douane. Bij het douanekantoor is geen personeel, maar een paar hangjongeren verzekeren ons dat we gewoon mogen doorrijden. Prima natuurlijk, ware het niet dat we de last van het summum der reizigersbureaucratie meezeulen en dus onze carnet de passage moeten laten afstempelen om bij terugkeer in België onze 5000 waarborg terug te krijgen We proberen het probleem uit te leggen, maar de hangjongeren verwijzen ons door naar de douanepost van Togo zon 4km verderop. Omdat daar (verrassing!!) ook niemand is, rijden we nog een 3-tal maal heen en terug. Steeds weer is iedereen supervriendelijk en manen ze ons aan om gewoon Togo binnen te rijden. Gelukkig wint de aanhouder en bij de 4de poging krijgen we een douanebeambte te pakken. Het heerschap rijdt rond in short en voetbalshirt en is duidelijk in feeststemming, maar heeft gelukkig zijn stempel op zak en dus kunnen we eindelijk verder. Ook in Togo moeten we dagenlang moeite doen om douanepersoneel te vinden dat niet ergens ligt te bekomen van het feestgedruis, maar uiteindelijk zijn we steeds met àlle papieren helemaal in orde!