Malinezen gaan al te weinig uit van de vele troeven die zij en hun land in handen hebben. Het lijkt wel of de meesten graag zo Westers mogelijk willen zijn en velen gaan ervan uit dat wat blanken doen per definitie beter is. Voor hotels en restaurants vinden ze buitenlandse exploitatie dan ook steeds een kwaliteitsgarantie. Het leeuwendeel van die restaurants en hotels is in handen van mensen van 1 bepaalde nationaliteit. De vraag in de nieuwe poll is dan ook welke nationaliteit die uitbaters veelal hebben. (en nee, de foto hierbij heeft daar helemaal niets mee te maken, maar we vonden het gewoon een leuk plaatje)
Ben je ver van huis als je na 2 uur dokkeren vanuit het laatste dorpje aankomt in Sanga en je opmaakt voor een trekking in de Dogon-vallei? Laat volgende losstaande feiten u helpen om zelfstandig een antwoord te formuleren * De Dogon (de bewoners van deze vallei) werden zon 60 jaar geleden voor het eerst onder de aandacht van de Westerse wereld gebracht. * Je wordt verondersteld om hier een gids mee naartoe te nemen omdat je anders riskeert mensen serieus voor het hoofd te stoten met je brute gedrag of om onbewust op heilige plaatsen te komen. * In plaats van 7 dagen telt een week hier 5 dagen, waarvan 1 rustdag. * Vrouwen werken behoorlijk hard om uitjes te kweken, maar de mannen lijken constant aan die ene rustdag bezig te zijn. * Als je het je kunt veroorloven is het perfect normaal om meerdere vrouwen te hebben. * Elke vrouw lijkt zo veel mogelijk kinderen te moeten produceren. * Onze gids heeft in totaal 17 broers en zussen. * Nadat die gids ons al minstens 50 man als zijn grote of kleine broer heeft voorgesteld blijkt iedereen uit dezelfde familietak als broer bschouwd te worden. Hierdoor heeft onze gids ongeveer 300 broers in het dorp op een totaal van zowat 1000 inwoners.. * Als je aan een vrouw meedeelt dat je haar kindje schattig vindt, antwoordt ze : Vind je ze mooi? Wil je ze meehebben? * Renée wordt hier als dik beschouwd. De gids en een stel van zijn broers zijn het erover eens dat ze dik is en dat dat ook goed is. Als ze niet dikker is, dan is dat haar eigen schuld, want ze heeft er wel aanleg voor en als ze het écht zou willen, dan kan ze het wel * De ideale vrouw is dik, maar dan weer niet zo dik dat ze niet meer kan werken of te zwaar hijgt bij het bergop lopen. * Heel wat Dogons zijn ervan overtuigd dat de vroegere bewoners van de vallei konden vliegen. Een andere uitleg voor huizen in de grotten hoog langs de bergwand kan niemand verzinnen * Het is daar fantastisch mooi en het is een unieke belevenis!
Allen daarheen vooraleer het helemaal verpest wordt door massatoerisme (of schuilt hier ergens een contradictie in?)
Tijdens onze rondleiding tovert Eli zowaar ook nog eens pasfotos van Renée en haar 3 broers tevoorschijn Mocht iemand interesse krijgen om met de naderende Kerstperiode eens niet aan het glazen huis te doneren, maar een klein project te steunen waarvan je zeker weet dat de mensen met de beste bedoelingen aan de slag zijn... Je weet ons wel te vinden.
Om meer foto's van die dag(en) te zien klik je HIER.
Volgende halte is Sévaré. Daar woont nog een vriend van de familie Schelle en we voorzien ook nog maar eens een dagje bij het zwembad om de verjaardag van Renée in alle rust te kunnen vieren. De vriend van de familie Schelle heeft echter al een gids uit Dogon-land naar Sévaré laten komen en we besluiten al snel om nog diezelfde avond koers te zetten naar de vallei van de Dogons. Eerst willen we wel nog even langs bij het atelier waar Eli zijn uiterste best doet om de locals op een ecologisch verantwoorde manier plaatselijke producten te laten vervaardigen. We zien het hele proces van katoen opdraaien, via het maken van doek tot het kleuren met natuurlijke producten en het met de hand verwerken tot mooie doeken, tassen of kledij. Redelijk arbeidintensief werk toch, maar mooi om te zien hoe de hele ketting daar zo op die ene plaats in elkaar geschakeld wordt. Mocht iemand interesse krijgen om met de naderende Kerstperiode eens niet aan het glazen huis te doneren, maar een klein project te steunen waarvan je zeker weet dat de mensen met de beste bedoelingen aan de slag zijn... Je weet ons wel te vinden.
Om meer foto's van die dag(en) te zien klik je HIER.
Na de welverdiende en zeer welgekomen rust in Ségou rijden we verder naar Djenné. De start van de rit loopt echter wat vertraging op. Ik had eerder al melding gemaakt van het startmotortje dat soms wat kuren heeft, maar met een kleine tik of in het slechtste geval zelfs even duwen raakten we al steeds vlot weg. Nu kwam er echter ook een platte accu bij en was duwen dus geen optie. Uiteindelijk kwam de vriendelijke eigenaar van het hotel waar we kampeerden redding brengen. De batterij van zijn landcruiser was zwaar genoeg om de Korando aan de praat te krijgen en de startmotor wou ook gewoon weer mee. Naar het bezoek aan Djenné keek ik heel erg uit. Het is een klein stadje op een eilandje in de Bani-rivier waar de meeste gebouwen nog gewoon uit aarde opgetrokken zijn en waar de reisgidsen uitzonderlijk lovend over zijn. Het stadje is op zich inderdaad heel mooi, de locatie is prachtig en de moskee is adembenemend, maar toch houden we geen leuk gevoel over aan het bezoek. Vans morgens vroeg tot s avonds laat worden we lastig gevallen door wannabe gidsen en bijzonder opdringerige verkopers van prularia allerhande. Om van het aanhoudende gezeur af te geraken besluiten we tegen onze principes in toch te zwichten voor de druk en steken we zon faux-guide wat zakgeld toe om ons rond te leiden door zijn stadje, maar vooral om alle andere roofdieren van ons weg te houden. Zijn missie slaagt maar deels, we krijgen wat uitleg bij de tour door het mooie plaatsje, maar de verkopers blijven ons achtervolgen alsof hun leven ervan af hangt. Helemaal opgefokt en gedegouteerd vluchten we vroeger dan gepland weg uit Djenné en zoeken we langs de kant van de weg de rust van de uitgestrekte vlaktes op
We hebben er ondertussen toch al weer twee heel intensieve reismaanden op zitten en hebben daarom eventjes een versnelling lager geschakeld. Het tentje is opgezet in de tuin van een heel leuk hotel met groot zwembad in het relaxte plaatsje Ségou. De voorbije 2 dagen schroefden we het ritme terug naar dat van slenteren over marktjes aan chillen aan het zwembad. Ook wel eens lekker hoor! HIER zijn er wat fotootjes van terug te vinden. HIER staat dan nog een album met foto's uit Marokko die nog ergens verdwaald waren.
Langs deze weg willen we Hamady ook nog even bedanken. Als een volleerde gids leidde hij ons rond doorheen het mierennest dat Bamako kan zijn. We vonden het een hele eer om zelfs op zijn universiteit rondgeleid te worden en het is duidelijk dat hij ook daar een graag geziene gast is. Bovendien zorgde hij samen met zijn beste vriend Mohammed ook voor een bijzonder hoge entertainmentwaarde!
Het laatste dat ik nog gedaan wilde hebben was de internationale school bezoeken waar ik als klein kind samen met mijn broer op gezeten had. Onze eerste poging mislukte, we kwamen op een verkeerd moment, het was op een vrijdag, de directeur was er niet meer en de bewakers durfden er ons niet zomaar in te laten. Maandagochtend voor vertrek naar Ségou wagen we ons aan een tweede poging, dit keer komen we vrijwel meteen binnen. Oumou, die voor het secretariaat werkt zit er al heel lang en leidt me rond, het lijkt weer allemaal veel kleiner dan ik me herinnerde, maar super leuk om het weer gezien te hebben. Oumou vertelt plots dat er nog wel wat jaarboeken zijn van vroeger. We zoeken ze allemaal af en uiteindelijk vinden we in het jaarboek van 1990/1991 onze klas, firstgrade. Zie foto. Ik herkende alle kindjes. Kort samengevat is de return to Bamako een echte voltreffer geworden die me alles bracht waar ik op had gehoopt en nog veel meer!
Na het bezoek aan Sanata gingen we kijken of Habib Koité thuis is. Habib is een Malinese muzikant die wereldwijd bekend is en die vroeger vaak bij ons thuis kwam jammen. Hamady wist ongeveer te vertellen waar hij woonde. Wij troffen hem toevallig thuis aan met zijn vrouw Warsala. Toen Habib de auto zag verklaarde hij ons voor gek. Neem toch zon grote patrol of landcruiser was het eerst, daarna herpakte hij zich, Alhoewel, als je met zon grote bak langs de rebels passeert laten ze je niet zomaar door. Dan zullen ze zeggen uit te stappen en te voet verder te gaan. Ik had de vrouw van Habib nog niet eerder gezien (wel als peuter, maar daar weet ik niet veel meer van) maar ze was heel warmhartig. Waarom had je niet vanochtend gebeld dan had ik een maaltijd kunnen voorbereiden en hadden we met zijn allen gezellig kunnen eten zei ze!
Voor de nieuwsgierigen onder jullie check wat muziek van Habib Koité op youtube, of beter nog: ga naar de winkel en koop zijn cd's .
Schuin tegenover ons eerste huis woonden Bakari en Sanata, hele lieve mensen waar we altijd terecht konden. Ik kan me nog herinneren dat we daar elke ochtend heerlijke pap genaamd moni aten. En we speelden altijd met hun kinderen, Yaya en Issa. Ze woonden niet meer in de oude buurt, maar gelukkig wist Hamady wel waar ze tegenwoordig woonden. In opdracht van mijn moeder gingen Hamady en ik naar de markt om inkopen voor Bakari en Sanata te doen en toen was het moment daar Ik vond het best wel spannend . Voor het huis kwamen we als eerste Issa tegen, ik herkende hem meteen aan zijn ogen! Toen we naar binnen liepen zag ik een hoop kinderen waarvan ik niet zeker wist of die van Sanata waren of van iemand anders Toen Hamaday Sanata riep kwam ze naar buiten, ze was helemaal blijverrast om me te zien, het was heel fijn om daar te zijn. Sanata vroeg meteen hoe het met Nélo, Yannick en Jon ging (voor degene die het nog niet weten, mijn drie broers) Ze had nog fotos van ons in haar portemonnee bewaard . Bakari heb ik helaas niet gezien, die was (blijkbaar zoals altijd) aan het werken
Op de foto zie je mij samen met Sanata en 7 van haar 9 kinderen!!!!
Het tweede huis daarentegen was geen steek veranderd! Tegenover het tweede huis zat een jongeman, hij vroeg of ik hem nog herkende, ik keek hem even aan en vroeg om zijn naam. Hij zei dat hij Mohamet heette, ik zei Dat zegt me nietsToen zei hij dat zijn bijnaam ook wel chakoroba was, Hamady en ik keken elkaar aan en wisten meteen wie het was. We hadden het de dag ervoor nog over hem gehad, er was altijd een klein irritant jongetje dat tegenover ons woonde waar we heel soms weleens mee speelden, hij haalde altijd kattenkwaad uit. En nu stond die jongen voor ons, een stuk ouder, alhoewel nog steeds niet erg groot (zie foto). Ik vond het geweldig om weer even terug te zijn geweest en herinneringen te hebben opgedaan van de oude buurt.
Zoals Ruben al heeft verteld zijn we een paar dagen geleden in Bamako geweest. Van mijn vierde tot mijn bijna tiende jaar heb ik hier gewoond. Ik had altijd gezegd dat ik nog eens terug wilde en na bijna 17 jaar ben ik weer eindelijk de retour
Woensdagavond hadden we afgesproken met Hamady, een goede vriend van vroeger.Het verblijf in Bamako was super geslaagd. Zoals jullie op de fotos hebben kunnen zien zijn we op zoek geweest naar mijn oude buurt. Het heeft eventjes geduurd, maar ik heb zowel het eerste huis als het tweede huis waar we gewoond hebben gezien. Het eerste huis was een beetje veranderd, maar toch nog wel herkenbaar, Alhoewel het zwembad leek een heel stuk kleiner vergeleken met vroeger :p
De voorbije dagen stonden in het teken van de terugkeer van Renée naar de plek waar gedurende 6 jaar een mooie kindertijd beleefde. Binnenkort doet ze hier het relaas van het terugzien van de buurt en de jeugdvriendjes - 17 jaar later. In afwachting kunnen jullie alvast weer plaatjes kijken: HIER zie je hoe ze met Hamady vrienden bezoekt en hoe we met z'n allen het nachtleven van Bamako gaan verkennen. HIER zie je dan weer de zoektocht naar de 2 huizen waar het gezin in die tijd woonde en ook een bezoekje aan de zoo van Bamako.
Moyo probeerde het even doorheen de rivier, maar voelde al snel dat zijn zware patrol zou worden meegesleurd door de stroming. Het enige alternatief is dan de spoorwegbrug. Even links kijken, even rechts kijken en rijden maar J
Zelf sukkelen we al te veel om het juiste pad te vinden. Een vriendelijk boertje is zo lief om een heel stuk mee te rijden. Hij krijgt wat kleingeld toegestopt, maar is vooral in de wolken met een muslireep. De arme stakker heeft zowaar van de hele dag nog niets gegeten...
In 1 van de dorpjes die we passeren houden we even halt bij het schooltje. De voorbije weken worden we al de hele tijd bestookt met vragen om cadeaus, maar meestal weigeren we hardnekkig. Hier worden we alleen maar hartelijk onthaald en is het blanke bezoek een belevenis op zich. De 2 meesters en de juffrouw spannen zich hard in om alle kinderen tussen de 7 en 12 jaar onderwijs te verschaffen en leveren hier fantastisch goed werk zo ver van alles af. Hier vinden we het dan ook OK om de potloden die we in de kofferbak zitten hebben achter te laten. Het zal wel een druppel op een hete plaat zijn, maar als het geen wezenlijk verschil betekent voor het schooltje of de kinderen, heeft het tenminste toch ons eigen gemoed een beetje gesust .
Net voor we bij Bafoulabé komen, moeten we de rivier over en bij gebrek aan brug crosst een ferry op en neer. Er is maar 1 boot en dus geen concurrentie, geen brug en omrijden kost al snel een hele dag de tijd. De prijdiscussie loopt dus andermaal hoog op. Zo hoog zelfs dat we van halfweg de rivier terug naar de oever varen omdat er een padstelling is. Naar het goede voorbeeld van onze nationale politici meng ik me toch even in de debatten. We verleggen de aard van het gesprek naar een informatieve babbel over de later te volgen route en na verloop van tijd zakt de prijs van 30000 CFA (45) naar 10000 CFA (15) waarschijnlijk nog steeds veel te veel, maar zo kunnen we toch weer verder