'Verbeelding is alles. Het is de voorbode van de mooie dingen die het leven in petto heeft.' Albert Einstein
Ik ben...
Veerle Schaltin (°1967) Ik begeleidde bijna twintig jaar mensen met een verstandelijke beperking in een dagcentrum. Onlangs zapte ik van leven. Na een ommetje in de afslanksector werk ik nu als stafmedewerker bij een budgethoudersvereniging. Voor en na schrijf ik voor kinderen en volwassenen. Ik hou van Manlief, Zoonlief (°2002), lezen, vertellen, koken, wijn, reizen, scrapbooken, knutselen, frutselen, en duizend en een andere dingen.
Leessprokkels... Voor de kids -Het ei met de gouden gans/Veronique Puts -Vader Zeepaard/ Eric Carle -Een raadsel voor Roosje/ André Sollie -Spoken bestaan niet/ Inge Bergh -Het land van de grote woordfabriek/ Agnès de Lestrade -Al zijn eendjes/ Christian Duda -Balthazar, de eenzaamste ezel ooit/ Inge Misschaert -Verkocht/ Hans Hagen -Krullen/Hilde Vandermeeren -Allemaal willen we de hemel/ Els Beerten
Voor volwassenen -Onder de ombu-boom/ Santa Montefiore -De schaduw van de wind/ Carlos Ruiz Zafon -Duizend schitterende zonnen/ Khaled Hosseini -Het eiland onder de zee/ Isabel Allende
kleine en grote momenten uit mijn leven gesprokkeld Op wandel door woordenwoud pluk ik letters als vruchten van de bomen, bind ze tot een blogboeket.
Takken en twijgen sprokkel ik tot mijn verhaal.
18-11-2008
Naakt
Ook al is het ontzettend druk in het nagelatelier de dame in het mantelpak naast mij geneert zich niet om een koffietje te vragen. Haar Louis Vuitton leunt tegen de stoelpoten. L., de eigenares van het atelier hotst van hier naar ginder, maar laat toch alles vallen om haar op haar wenken te bedienen.
Ondertussenkijkt de vrouw me aan: Ken ik jou niet ergens van?
Euh ik zou het niet weten ik ben Veerle Schaltin
Maar God, wij hebben bij elkaar in de klas gezeten!
De radertjes in mijn hoofd draaien op volle toeren, ik sla alle registers open, maar nee, er rinkelt geen belletje.
M.C., zegt ze dan.
En ja, die naam ken ik wel. Het lager middelbaar. Het arrogantste kind van de klas.
Hoe kon ik ooit dat rosse sproeterige wicht van toen met deze hoogblonde deern associëren?
We praten voluit over de klasgenoten die ik nog niet uit mijn geheugen gewist heb. Over haar job als advocaat. De kinderen. Reizen. Het lijkt wel alsof we ooit dikke vriendinnen geweest zijn.
Dan zegt ze plots zo luid dat iedereen het horen kan: Jij gebruikt fond de teint, he.
Ja stamel ik. Ik voel haar al aankomen.
Je zou er ook wat poeder over moeten doen, en een beetje blush. Want zo is dit veel te hard. Ik ben geen make-up specialist. Ik ben advocaat. Maar ik ben wel veel met make-up bezig. Het is een passie van me. Ook mascara heb je nodig
Ik slaag er niet in haar te onderbreken. Ik voel me naakt. Uiteindelijk krijg ik er toch een Te druk vanmorgen. Geen tijd meer uit.
Ik was me aan het schminken toen Zoonlief me nodig had. Door hem te helpen ben ik rats vergeten dat ik maar half opgemaakt was. Moet ik daar nu zo op afgerekend worden?
Na een hele dag schrijven en feedback geven zet ik me met een glas wijn neer in de bar. Ook de andere cursisten druppelen binnen. We praten na over de schrijfopdrachten en keuvelen over duizend en een andere dingen.
J. neemt plaats op het kramakkelige krukje voor de oude bruine piano. Voorzichtig slaat hij een eerste noot aan, dan nog een. Algauw tokkelen zijn vingers over de toetsen. Zijn stem vult de ruimte:
Hop hop hop... naar Takatakaland Hop hop hop naar Takatakaland
J. componeerde een melodie bij een gedicht dat M. tijdens een vorig weekend schreef.
Zijn eerste zelfgeschreven brief ligt aan het vensterraam.
Beste Sint, staat er Krijg ik één van dees vier a.u.b. Ernaast kleven vier speelgoedfotos.
Elke morgen dansen zijn ogen naar het raam. Een zucht als de brief er nog ligt. Ik weet wel dat de Sint pas zaterdag in ons land toekomt. Maar zou hij nu echt geen Pieten vooruit sturen om de brieven van de kinderen op te halen? Die kunnen toch al met het vliegtuig komen?
Hij neemt het papier en leest zijn woorden na. Dan legt hij het blad netjes terug. Hoe lang duurt het eigenlijk nog voor de Sint pakjes brengt?
Hij maakt een aftelkalender. Drieëntwintig vakjes naast elkaar met in elk vak een miniatuurtekening. De Sint, zijn paard, Zwarte Piet, een cadeau, een kind,
Drieëntwintig dagen is nog lang, he? Ik ben zo benieuwd wat de Sint brengen zal.
Zou dit de laatste keer dat zijn dat hij zo opgaat in het Sinterklaasgebeuren?
Land in zicht! Land in zicht! klinkt het door onze tuin.
Oké, ik maak alles klaar om aan te leggen! roept Beste Vriend.
Ik vermoed dat de piraten wel wat om te knabbelen kunnen gebruiken. Daarom stap ik met een schaal gedroogde vruchten en enkele brikjes sap op hen af. Ik zie Beste Vriend tussen de bomen op de begane grond.
Waar is Zoonlief? vraag ik hem.
Die zit in het kraaiennest.
Ik kijk omhoog. Een boom werd de mast. Eén meter, twee meter, drie meter, vier meter Zoonlief tuurt vervaarlijk in de verte
ROOD ? U reed waarschijnlijk te snel, staat er in koeien van letters op het bord naast het verkeerslicht. Alsof ik dat nog niet wist.
Een tiental meter voor het licht hangt een camera. Als die registreert dat je te snel rijdt springt het licht op rood. Dus wat doet iedereen (ja, ik ook, ik geef het toe)? Zorgen dat de kilometerteller de vijftig niet overschrijdt als hij de camera passeert en dan gas bijgeven. Wie dit vergeet moet dus stoppen. Dit is pure pesterij.
Ik zou me er nog kunnen bij neerleggen als het licht naast dit pesten ook een veiligheidsfunctie had. Maar in plaats van veilig verkeer te garanderen maakt dit verkeerslicht de plek net erg gevaarlijk, want het houdt er geen rekening mee dat er een zijstraat op de baan uitkomt. Als het licht vindt dat je lang genoeg gestraft bent voor je snelheidsovertreding springt het op groen, ook als er net een auto of fietser uit de zijstraat komt.
Ook al zijn we tot mijn spijt geen muzikale familie, de workshop voor gezinnen Klinkende klankschappen sprak ons wel aan. Daar leefden we ons samen met andere kinderen en hun ouders uit met onze stem, maakten we klanken en muziek met ons lichaam en bespeelden we allerlei instrumenten en zelfs een stuk papier. Om beurten speelden en luisterden we. We genoten van de bijna toverachtige klanksferen die er ontstonden. Soms gingen we helemaal uit de bol, dan weer was het lekker relax. We ontdekten dat zo samen met anderen en haast niets meer dan ons eigen lijf ritmisch bezig zijn heel plezant is. t Werd een gezellige en vooral verrassende namiddag.
Wij volgden deze workshop in het Cultureel Centrum in Heist op de Berg. Zij organiseerden hem in samenwerking met Mooss vzw.
Mooss vzw heeft nog meer boeiende projecten op het programma staan.
Langzaam komt Poeslief over het tuinpad naar me toe. Elke stap die hij zet wordt vergezeld door een holle klik zoals bij een robot die tijdens een science fictionreeks het tv-scherm teistert. Een metalen ring zit rond zijn lijf geklemd. Als ik hem wat beter bekijk blijkt het om de omlijsting van een afdekrooster te gaan.
Op verschillende plaatsen rond ons huis zijn er verluchtingsgaten die met de kruipkelder in verbinding staan. Kleine roosters sluiten deze gaten netjes af. Maar Zoonlief durft al eens zon raster gebruiken bij de bouw- en kunstwerken die hij overal in onze tuin opstelt. Alleen de lijst ligt dan nog rond het gat tussen onze klinkers.
Verdween er misschien een muis in zon opening? En is Poeslief die onbesuisd achterna gesprongen? Raakte hij vast? En is hij dan zo hevig te keer gegaan om zich los te wrikken dat ook de omlijsting loskwam? Ik heb er het raden naar.
Hij kijkt me aan met ogen die smeken om hulp. Het ijzer snijdt in zijn vel. Ik probeer zijn poot door de ring te duwen. Maar dat is onbegonnen werk. Ik zal er toch geen dierenarts moeten bijhalen zeker? Of een klusjesman die het metaal kan overzagen? Toch eerst nog maar eens aan zijn kop duwen Hé, die geraakt erdoor. In een wip is Poeslief bevrijd.
Mauw, zegt hij alsof hij me wil bedanken. Hij trippelt naar de achterdeur. Als ik ze voor hem open koerst hij regelrecht naar zijn etensbakje. Die muis was hem duidelijk te snel af.
Wat een zomerklus moest zijn is een herfstkarwei geworden. Maar uiteindelijk speelde ik het toch klaar. Een vrolijk bosaardbeikleurtje prijkt aan de muren van mijn nieuwe werkkamer. De computer is geïnstalleerd. Boeken leunen als oude vrienden tegen elkaar op de leesplank. Feng shui-gewijs zette ik enkele spullen neer die voor succes zouden zorgen. Een foto in een gouden kader, rozenkwarts, wat groen, Voor het raam plantte ik een relaxzetel neer. Kwestie van ook hier even helemaal zen te kunnen zijn.
Zou het op deze plek lukken eindelijk aan dat reeds lang gedroomde boek te beginnen?
Als je met een blogmaatje afspreekt, die net als jijzelf houdt van letters, lezen, literatuur, poëzie en schrijven, waar kan je dat dan beter doen dan in het T-huisje, dacht ik. En zo kwam het dat ik naar Kessel-Lo bolde om er Tricky te ontmoeten.
Het T-huisje is een piepklein etablissement (er staan slechts drie tafels). Je wordt er verwelkomd met de zoete geur van kaarsen en zachte muziek. Overal zijn letters en woorden aanwezig: poëzie aan de muren, boeken op de piano, een vers bij je bestelling, tot letterkoekjes op de tafels toe. De gastvrouw (die ik van een schrijfcursus bleek te kennen. Wat is de wereld toch klein, zeg!) verwent je met zelfgebakken taart, thee, koffie, verse soep en vruchtensap van eigen oogst.
In dit kader én met zon toffe madame als Tricky erbij is het niet moeilijk dat het een gezellige namiddag werd. Voor herhaling vatbaar. Maar weet je, een volgende keer vertrek ik stiekem een uurtje vroeger zodat ik lekker rustig en uitgebreid in de vele leesdingetjes in het huisje kan snuffelen voor we aan het tateren slaan
Een rondreizend circus heeft Jerom ontvoerd! Reden genoeg voor onze vrienden om als artiesten te infiltreren in dit wereldje vol halsbrekende circusacts, wilde beesten en levensgevaarlijke toestanden! Deze spetterende musical is razend spannend, maar tegelijkertijd ontwapenend en grappig avontuur, waarin Suske en Wiske, Lambik, Jerom en Tante Sidonia weer in ongelooflijke avonturen verzeild raken.
Zo staat het in de flyer van De musical De circusbaron.
Zelf vond ik niet het grootse musicalspektakel terug waarop ik gehoopt had. Wel een grappig en amusant schouwspel met mooie muziek en een knappe acteerprestatie van Wanda Joosten als Tante Sidonia. Als toeschouwer word je in de gezellige circussfeer ondergedompeld, maar de halsbrekende toeren blijven uit. Sommige scènes komen recht uit het stripverhaal, andere zijn nieuw. De actualiteit infiltreert in de show zoals de hoofdpersonages in het circus.
Een leuke voorstelling.
In februari nog in Gent, later in Oostende en Hasselt.
Morgen is het weer zover. Dan zakken alle tantes en nonkels, neven en nichten, achterneven en achternichten af naar die ene tante waar er volop wafels en pannenkoeken gebakken worden. Dit is een unicum, zegt de oudste generatie graag, Geen enkele familie waar jong en oud het zo fijn vinden bijeen te komen.
Of dat waar is weet ik niet, wel dat het er altijd een gezellige boel is, en dat de zoete geur die uit de keuken de woonplaats binnenwaait me telkens weer even terugvoert naar dat andere huis in hetzelfde dorp waar er al wafels en pannenkoeken gebakken werden lang voor er ook maar sprake was van het eerste achterneefje of -nichtje, zelfs lang voor er sprake was van mij.
Terwijl de tantes in de keuken druk in de weer zijn en volop tateren zitten wij als te veel visjes in een te kleine bokaal in de tweede plaats samengepakt rond de grote houten tafel. Samen met nichtje H. kleur ik een prent in een Jommekesboek. Onze kleurtjes liggen her en der verspreid op de geruite toile cirée met oranjerode bloemen. Broer L. laat zijn autootjes een raceparcours afleggen tussen de witte kopjes en borden met blauwe blaadjes op. Zijn rode bus mist op een haar na het melkkannetje. G. leest in de vakantieboeken van Zonneland die nonkel M. gebundeld heeft in een dikke kaft. K. bladert in het Rijk der Vrouw. De grotere neven en nichten babbelen gezellig met elkaar. Af en toe hoor ik ze iets over kussen en een lief fluisteren. Mijn nonkels delen de laatste dorpsnieuwtjes aan de overkant van de tafel. Ze discussiëren ook over de sport, alle met een schuimend glas bier voor zich. Moeke zit zwijgzaam tussen hen in met een lieve glimlach op haar gelaat. Af en toe slurpt ze aan haar koffie. Als ze merkt dat ik naar haar kijk knipoogt ze even. Een steeds heerlijkere geur vult het huis. Ik krijg honger. Zou het nog lang duren voor die wafels klaar zijn?
Dan stapt tante L. de plaats binnen met een dampende stapel goudgele lekkernijen. Ze wil een vork uit de lade van de lichtblauw geschilderde kast nemen, maar met zoveel mensen daar rond die tafel geraakt ze er niet aan.
A. helpt uw zusterken is, zegt ze Pakt eens een vork uit die schuif achter u.
Ikke helpen? grapt ons vake. En dat terwijl gij mij vroeger laten verdrinken hebt? Dat ziet ge van hier.
Dat heb ik niet! verdedigt tante L. zich. In een flits vangen haar ogen de blik van moeke. Ik ben achter je aan gesprongen! Haar stem kraakt. Zonder nadenken, met al mijn kleren aan, en dat terwijl ik zelf niet eens kon zwemmen. En dan komt het hele verhaal eruit. Hoe ze met haar kleine broerke gaan wandelen was, samen met haar vriendin, O. En hoe O. in de vaart ging zwemmen, maar zij niet, nee, zij bleef de hele tijd bij A. Tot O. zich achter nen berg ging omkleden en ze iets vergeten was, en ze vroeg of zij het efkes kon brengen. En dat ze maar heel efkes weggeweest was, maar dat onzen A. ondertussen in de vaart gesukkeld was. Datem helemaal onder t slijk zat en da zem gaan wassen zijn bij O. thuis en zen klerekes daar in de bakkerij laten drogen hebben.
Terwijl tante L. dit alles vertelt blijft ze dat bord wafels maar vasthouden. Af en toe wiebelt de hoop gevaarlijk. Ik ben reuzenblij als ze plots zegt: Zand erover. Wie wil iets eten?
Mijn vinger gaat als eerste in de lucht: Ikke!
Een smeuïg en tegelijk krokant baksel belandt op mijn bord.
Een herfstbriesje voert een stokje naar me toe, zij het dat dat stokje tegenwoordig tag heet. Het deed mij als computerleek Help!roepen, want wat moest ik daarmee aan?
Gelukkig bleek het om een ouderwets stokje te gaan.
Greetepeteet wil graag zes onbelangrijke dingen van me weten. Niet dat ik hier anders zulke belangrijke dingen post, maar zij vraagt, wij schrijven
Hier zijn er zes:
1)ik heb een verschrikkelijk ochtendhumeur;
2)ik ben niet altijd zo vrolijk als ik me voordoe;
3)ik heb last van claustrofobie;
4)ik begin nu al aan onze vakantie van volgend jaar te denken;
5)ik heb de vakantiefotos van vorig jaar nog niet in een album geplakt;
Een groep oude mannen verkleed als wielertoeristen maakt zich klaar voor de wekelijkse kilometers.
Marcel is in vorm. Hij heeft goede benen vandaag. Hij voelt het. Fons drinkt zijn drinkbus al voor de start bijna leeg. Nadorst. Hij heeft gisteren wat te diep in het glas gekeken. En Gust heeft er een slapeloze nacht opzitten. Hij hoopt dat dat zich niet te erg laat voelen tijdens het trappen. Als alle fietsers present zijn vertrekken ze. Langs kronkelige wegen tussen de weilanden. Over de Zavelenberg. Met een halte in t Wit Huis. Na die berg op hebben ze het verdiend om even bij te tanken. Via de steenweg. En voorbij de rozenkweker.Die heeft onlangs een reuzengrote naaktfoto aan zijn serre opgehangen. Een elegant model in zwart-wit. Je ziet de welvingen van haar borsten, maar meer is achter een grote bos rode rozen verstopt. Fons draait zijn hoofd en aanschouwt de schoonheid met vraagtekens van verlangen in zijn ogen. De deerne neemt hem volledig in beslag. Dat zijn voorgangers stoppen voor een hond die de straat overloopt merkt hij niet...
Wanneer staat papa op? Mag ik hem wakker maken? klinkt het voortdurend.
Ik begrijp zijn nervositeit niet, want we hebben niets gepland vandaag.
Als Manlief eindelijk uit bed is, roept Zoonlief: Tada ! En hij staat met een prachtig schilderij voor ons. Voor jullie zestigste huwelijksverjaardag!
Dat hij er drieënveertig jaar naast zit, daar malen we niet om.