Vandaag ga ik jullie iets meer vertellen over de vrachtwagen
Vrachtwagenchauffeur aan het werk
De trekker met oplegger is in Europa de meest voorkomende configuratie.
In tegenstelling tot de personenauto's, die voor het remmen gebruikmaken van een hydraulisch remsysteem, maakt een vrachtauto gebruik van het EG-Volluchtremsysteem.
Begin 2011 brengt DAF Trucks een primeur uit met hun hybride vrachtwagen LF Hybrid. Deze twaalftonsvrachtwagen voor distributieverkeer is naast een dieselmotor van 118 kW voorzien van een elektromotor van 44 kW. Deze drijft de vrachtwagen aan in de groene zones van grote steden. Na twee jaar proefrijden met diverse prototypes is de tijd nu rijp voor een marktintroductie. Praktijktests wijzen op een brandstofbesparing van 10 tot 20 procent.
Overigens is dit geen primeur meer, Mercedes-Benz en IVECO hebben een soortgelijk voertuig al in 2010 in hun programma opgenomen. Wel een primeur heeft IVECO: het volledige programma van IVECO is op aardgas te verkrijgen. Dit brengt een CO2 reductie t.o.v. Euro5 met zich mee van 80%.
In het internationale verkeer binnen de EU is 40 ton het maximum. Worden een of meer van deze grenzen overschreden, dan spreekt men van uitzonderlijk vervoer, hiervoor is een vergunning vereist.
In Zweden en Finland mogen vrachtauto's in het binnenlands vervoer maximaal 25,25 meter lang zijn en 60 ton zwaar zijn (GVW). In oktober 2004 is er in Nederland een tweede proef van start gegaan om zogenaamde LZV's (Langere en Zwaardere Vrachtwagens) op het Nederlandse wegennet toe te staan. Aan deze proef mochten maximaal 300 voertuigen meedoen. De proef duurde tot november 2006. Daarna werd beslist of de LZV, ook wel Eco-combi genoemd, definitief toegelaten zou worden op de Nederlandse wegen.
Binnen de EU hebben vrachtauto's met een GVW van 6,5 ton en meer een (digitale) tachograaf en een snelheidsbegrenzer.
Door het hoge gewicht van de vrachtwagen belasten ze het wegennet meer. In de meeste Europese landen moeten vrachtwagens (met GVW van 12 ton of meer) een extra belasting betalen voor het gebruik van de autosnelweg. In Nederland is dat de belasting zware motorrijtuigen (BZM). Wie deze belasting betaalt, ontvangt een eurovignet. In Duitsland betaalt men voor het gebruik van de autosnelwegen door vrachtauto's die zwaarder zijn dan 7,5 ton zogenaamde Maut (Duits voor tol). Zie Toll Collect.
Officieel heet het systeem nog steeds NAVigation Satellite Time And Ranging of NAVSTAR. Met gps werd het voor het eerst mogelijk om vrijwel overal continu te kunnen navigeren. Gps was tot de komst van GLONASS, BeiDou en Galileo het enige volledig operationele satellietplaatsbepalingssysteem. Het incident met de Korean Air-vlucht 007 in 1983, waarbij een Amerikaans congreslid omkwam, zorgde ervoor dat president Ronald Reagan gps vrijgaf voor civiel gebruik.
Het aantal toepassingen is sinds de vrijgave enorm toegenomen. Aanvankelijk waren de gebruikers vooral te vinden in de militaire hoek, de geodesie en de scheepvaart. Hoewel het aantal gebruikers ook daar is toegenomen, valt dit tegenwoordig in het niet bij het aantal auto's en mobiele telefoons die met gps zijn uitgerust. Het belang van gps is dusdanig gegroeid dat de Europese Unie besloten heeft haar eigen systeem — Galileo — te lanceren, om niet afhankelijk te zijn van de Verenigde Staten.
De eerste experimentele satelliet werd in 1978 gelanceerd en in 1995 werd het systeem officieel operationeel verklaard, hoewel het daarvoor al werd gebruikt voor navigatie.
Op 23 december 2018 werd de eerste gps-satelliet van de derde generatie (GPS-IIIA) gelanceerd.
Kenmerken
Het zendgedeelte van het systeem bestaat uit minimaal 24 werkende satellieten (21 + 3 reserve) die in zes vaste banen, in een vaste tijd rond de aarde draaien en elk een eigen signaal uitzenden. De nauwkeurigheid varieert, afhankelijk van het gebruikte systeem en de omstandigheden, van enkele tientallen meters tot 1 à 2 meter.
Met de ontvangst van minimaal vier van deze satellieten kan een gps-ontvanger zijn positie op aarde bij benadering bepalen ten opzichte van het geodetisch datumWGS 84.
Het gps-systeem is 24 uur per dag in bedrijf, nagenoeg overal ter wereld bruikbaar en werkt onder alle weersomstandigheden. Het is een militair systeem dat de overheid van de Verenigde Staten aan iedereen beschikbaar stelt, met beperkte nauwkeurigheid. Het gps-systeem is geschikt voor plaatsbepaling voor navigatiedoeleinden, geodetische puntbepaling en geografische informatiesystemen, en ook voor nauwkeurige tijdsbepaling.
Bij gps is de satelliet altijd de zender, de gps-ontvanger is altijd de ontvanger (op aarde). Volgen wordt pas mogelijk wanneer de persoon of het voorwerp/voertuig dat gevolgd wordt niet alleen een gps-ontvanger heeft maar ook een vorm van zender of internetverbinding die eraan gekoppeld is. Met gps alleen kun je dus niet gevolgd worden. Verschillende technologieën zijn daartoe in gebruik, waarbij de zogenaamde push-technologie, in de vorm van een sms-zender, het meest verbreid is. Galileo waaraan in opdracht van de Europese Commissie gewerkt wordt, zal echter bidirectioneel (zowel zenden als ontvangen) zijn.
Ik ga iets meer vertellen over een vrachtvliegtuig
Een vrachtvliegtuig is een vliegtuig dat goederen vervoert. Het heeft een grote laadruimte op het "maindeck" maar daarnaast meestal ook nog ruimte voor vracht in het "lowerdeck". Van de meeste passagiersvliegtuigen is ook een vrachtversie ontwikkeld. Bekendste voorbeelden zijn de Boeing 747 en de McDonnell Douglas MD-11. Van de recent ontwikkelde Airbus A380 wordt ook een vrachtversie uitgebracht. Een "combi", die KLM ook in gebruik heeft, bestaat uit een passagiers- en een vrachtdeel. Een "convertible" kan seizoensmatig worden omgebouwd van passagiersvliegtuig naar vrachtvliegtuig.
Militaire transportvliegtuigen hebben aan de achterkant een grote laadklep waar goederen naar binnen en naar buiten gereden kunnen worden. Zeer grote uitvoeringen zoals de Lockheed C-5 en de Antonov An-124 hebben ook de mogelijkheid dat de neus omhoog geklapt kan worden zodat makkelijker zeer grote ladingen zoals tanks vervoerd kunnen worden.
Er bestaat ook nog een speciale categorie vrachtvliegtuigen: de Aero Spacelines Super Guppy en de Airbus A300-600ST Beluga. Beide zijn ontwikkeld om zeer grote vrachtstukken (zoals delen van vliegtuigrompen) te vervoeren.
Vandaag ga ik iets meer vertellen over het vrachtschip.
Een vrachtschip is een schip dat uitsluitend bedoeld is voor het vervoer van goederen.
Vrachtschepen zijn te verdelen in schepen voor rivieren en binnenwateren, en schepen voor de zeevaart. Schepen bedoeld voor de zeevaart kunnen in het algemeen niet gebruikmaken van de kleinere rivieren en/of sluizen in rivieren (of kanalen) vanwege hun afmetingen (lengte, breedte, diepgang en hoogte). De grotere rivieren zoals de Schelde en de Elbe worden zelfs zo druk bevaren door zeeschepen, dat de havens van Antwerpen en Hamburger hun bestaansrecht aan ontlenen. Vrachtschepen worden soms wel gebouwd met de maximale afmetingen waarmee het nog net een op een bepaalde route liggende kanaal, sluis, brug of ondiepte kan passeren. Schepen die bijvoorbeeld nog net door de sluizen van het Panamakanaal kunnen worden ook wel 'Panamax-schepen' genoemd. Dit zijn schepen van ongeveer 304,8 meter lang en 32,3 meter breed. Het Panamakanaal wordt momenteel wel vergroot aangezien de schaalvergroting van deepseaschepen zich doorzet. Maar ook kleinere schepen in de kustvaart en vooral de binnenvaart worden op deze basis gebouwd. Zo was bijvoorbeeld de Friese maat in Nederland welbekend. Dit scheepstype heet de Friese maatkast. Een kast is een Nederlands type binnenvaartschip uit de 20e eeuw; gebouwd op de afmetingen van de Friese sluizen heet dit dus een Friese maatkast.
Wit licht in ledlampen werd oorspronkelijk gemaakt door met behulp van een UV-led een fluorescerende laag te belichten. Inmiddels zijn er ook varianten die direct wit licht uitstralen. Om zacht wit licht te krijgen worden weer andere stoffen gebruikt die een warm-witte kleur emitteren, zoals goud.
Lichtstroom is een maat voor de hoeveelheid energie die een lichtbron in totaal (in alle richtingen) uitzendt. De eenheid van lichtstroom is het lumen. De lichtstroom van een gloeilamp van 40 watt is bijvoorbeeld 415 lm.
De lichtsterkte (helderheid) van een lichtbron geeft aan hoeveel vermogen de lichtbron per stralingshoek uitzendt. Voor leds wordt de lichtsterkte uitgedrukt in millicandela (mcd). 1000 millicandela is gelijk aan 1 candela. Hoe kleiner de stralingshoek waarin het licht uitgezonden wordt, hoe hoger de lichtsterkte (bij gelijkblijvende lichtstroom).
Om bij benadering de hoeveelheid lumen uit te rekenen wordt het aantal candela's gedeeld door het deelgetal dat bij de stralingshoek van de lamp hoort (zie MR16). Voorbeeld: een lamp met een verlichtingssterkte van 590 cd (590.000 mcd) en een stralingshoek van 40° geeft .
Stralingshoek
Delen door
5°
167,22
10°
41,82
15°
18,50
20°
10,48
25°
6,71
30°
4,67
35°
3,44
40°
2,64
45°
2,09
Hieruit blijkt dat een 1000 mcd 30° led net zoveel licht uitstraalt als een 4000 mcd 15° led. De stralingshoek is tweemaal zo groot en daarmee ook de straal r van de lichtcirkel. De oppervlakte van de lichtcirkel (π·r²) wordt daarmee 2² = viermaal zo groot. De eerste led levert met 1000 mcd (= 1 cd) een lichtstroom op van . De tweede led levert eenzelfde lichtstroom op, namelijk .
De huidige ledlamp zet zo'n 50% van de opgenomen energie om in zichtbaar licht. Bij een fluorescentielamp (spaarlamp of tl-buis) is dit zo'n 35% en bij een gloeilamp 10% (zie ook rendement van een lamp)
In de jaren 20 werd LED door de Rus Oleg losev ontdekt en deed de LED slechts dienst als rode of groene indicatieverlichting op bijvoorbeeld audiovisuele apparatuur.
Pas toen halverwege de jaren 90 de blauwe en witte LED's werden uitgevonden door Shuij Nakamura, kwam de ontwikkeling van de bijzondere lichttechnologie eindelijk in een stroomversnelling.
Het duurde toen nog ruim 10 jaar voordat de LED daadwerkelijk kon worden gebruikt voor functionele verlichtingsdoeleinden.
Dankzij de inspanningen van Al Gore met zijn film Live Earth over het opwarmen van de aarde, is het internationale politiek en maatschappelijke debat aangezwengeld en staat CO2 reductie wereldwijd hoog op de agenda.
Onder andere hierdoor bereikte al jaren bestaande Light Emitting Diode zijn volwassenheid.
Aardgas is een benaming voor alle uit de grond ontwijkende gassen, maar bijna uitsluitend gebruikt voor fossiele brandstoffen. Brandbaar aardgas is een mengsel van lichte koolwaterstoffen (vooral methaan) en kleinere hoeveelheden stikstof, zuurstof en kooldioxide. Het ontstaat bij hetzelfde proces dat tot de vorming van aardolie leidt en vertegenwoordigt de lichtere fractie organische producten van dat proces. Aardgas wordt vaak samen met aardolie gevonden, hoewel soms het gas kans ziet in andere aardlagen door te dringen dan de veel zwaardere olie en er zo een scheiding kan zijn ontstaan.
In Europa wordt aardgas vooral in en rond de Noordzee aangetroffen, onder andere onder het noorden van Nederland (zie ook Aardgaswinning in Nederland). Aardgas uit het Groningse Slochteren bestaat voor 81,9% uit CH4 (methaan), voor 3,3% uit hogere gasvormige koolwaterstoffen, en voor 14% uit stikstofgas en 0,8% kooldioxide. Aardgas van andere winplaatsen heeft vaak een andere samenstelling en bevat soms ook waterstofsulfide("zuur gas").
In het verleden is aardgas vaak als een afvalproduct beschouwd van oliewinning en eenvoudigweg 'afgefakkeld'. Ook nu gebeurt dit nog wel als het erg ver van de bewoonde wereld aangetroffen wordt en het transport naar de consument te veel problemen oplevert. Dit is ecologisch gesproken erg jammer omdat van de fossiele brandstoffen aardgas de schoonste soort is. Affakkelen is echter wel beter dan het methaan simpelweg laten ontsnappen naar de atmosfeer, omdat de bijdrage aan het broeikaseffect van methaan ca. 25 maal hoger is dan kooldioxide. Nog beter zou het zijn om het gas weer de bodem in te pompen. Dit is bijna altijd mogelijk maar vergt enige extra investering. In arme landen weigeren zowel regeringen als oliemaatschappijen vaak om deze investeringen te doen. Methaan levert bij verbranding dubbel zoveel water als kooldioxide terwijl steenkool voornamelijk in kooldioxide wordt omgezet. Bovendien geeft aardgas vrijwel geen roet of as. Het is ook veel gemakkelijker dan steenkool of aardolie te ontdoen van onzuiverheden zoals zwavel met het Clausproces
Aardolie, ruwe olie of petroleum is, naast onder andere aardgas, één van de fossiele brandstoffen. Aardolie is een brandbarevloeistof, bestaande uit een mengsel van koolwaterstoffen dat over miljoenen jaren is ontstaan uit organischemariene resten die zich op de zeebodem van destijds hebben afgezet, met name afgestorven plankton. Het is als meest verhandelde commodity van groot belang voor de wereldeconomie, evenals de producten die via raffinage en kraken uit de aardolie worden verkregen. Als belangrijkste mondiale bron van energie is aardolie van groot strategisch belang, wat versterkt wordt door het beperkt aantal winplaatsen, waarvan een deel dan ook nog in politiek minder stabiele gebieden ligt.
Het verbruik van aardolie is vooral vanaf de jaren vijftig van de twintigste eeuw enorm toegenomen en mede verantwoordelijk voor de wereldwijde hoogconjunctuur na de Tweede Wereldoorlog (de "wederopbouw"). Gaandeweg is echter ook het besef gegroeid dat dit gepaard gaat met milieuverontreiniging en klimaatverandering. Daarnaast is er de zorg dat de voorraad olie eindig is en dat de piek bereikt wordt.
De zoektocht naar en ontginning van radioactieve ertsen begon in de Verenigde Staten aan het begin van de 20e eeuw. Er werden toen bronnen van radium gezocht, voor gebruik in lichtgevende verf voor wijzers in horloges en dergelijke. Radium werd gevonden in uraniumerts. In 1935 werd de belangrijkste uraniumisotoop, 235U, ontdekt door de Canadees-Amerikaanse natuurkundige Arthur Jeffrey Dempster. Uranium werd voor de defensie-industrie van belang gedurende de Tweede Wereldoorlog. In 1943 werd in Colorado uranium gewonnen voor het Manhattanproject. Maar uiteindelijk werd het meeste uranium voor het Manhattanproject en vooral voor de atoombom Little Boy geleverd door de Belgische regering in ballingschap, vanuit Belgisch-Congo. Er werd zelfs Duits uranium gebruikt dat was buitgemaakt op de onderzeeboot U-234.
Rond 1960 nam de behoefte aan militair uranium in de Verenigde Staten af door de nucleaire ontwapening. Tegelijkertijd kwam er meer behoefte aan uranium voor gebruik in kernreactoren
Getijdenenergie is wel hernieuwbare energie, maar geen vorm van zonne-energie, omdat de getijden op aarde primair worden veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de maan.
De zon is een ster die zich gemiddeld op 150 miljoen kilometer afstand van de aarde bevindt. De energie die de zon uitstraalt ontstaat door kernfusie. De atmosfeer en de magnetosfeer (het magnetisch veld van de aarde) beschermen het leven op aarde tegen het grootste deel van de schadelijke straling die de zon naast licht en warmte eveneens uitstraalt. De hoeveelheid energie die de aarde bereikt, is ca. 9000 maal groter dan de energiebehoefte van alle 7 miljard aardbewoners samen. De energie bereikt de aarde als licht en warmtestraling, een mengsel van elektromagnetische straling van verschillende golflengten, voor 99% liggend tussen 300 en 3000 nm. (De golflengten van zichtbaar licht vallen tussen 390 en 780 nm)
Windenergie heeft via de zeilvaart een belangrijke bijdrage aan transport gegeven, maar zeilschepen worden tegenwoordig voornamelijk nog gebruikt voor de pleziervaart. Er zijn echter plannen en experimenten om ook vrachtschepen wederom uit te rusten met zeilen[1][2] De eerst beschreven windmolen was die van Heron van Alexandrië in de 1e eeuw.[3][4] In zijn beschrijving maakte hij gebruik van een door wind aangedreven wiel om lucht door een orgel te blazen. Uit andere bronnen is te halen dat er in het 4e-eeuwse China en Tibet al een type gebedsmolen voorkwam dat door wind werd aangedreven.[5]
Waarschijnlijk is het dat sinds de 12e eeuw het gebruik van de windmolen in West-Europa opgang maakte. De oudste nog bestaande molen van de Lage Landen dateert uit 1183 en werd gebouwd in het graafschap Vlaanderen te Wormhout. Belangrijke toepassingen van windmolens waren het malen van graan, het pompen van water en ook het zagen van hout. Het gebruik van windenergie heeft in Nederland een grote vlucht genomen met de inpolderingen de droogmakerijen in de 17e eeuw. Dankzij het werk van deze windmolens kreeg Nederland zijn huidige aanzien.
Met de uitvinding van de stoommachine aan het eind van de 18e eeuw had men een krachtig en betrouwbaar hulpmiddel dat kon worden ingezet zonder afhankelijk te zijn van de wispelturigheid van de wind. Daardoor verdwenen windmolens langzamerhand uit het landschap. Alleen voor kleinschalige toepassingen bleef het gebruik van windenergie tot ver in de 20e eeuw gehandhaafd, uit Amerika kwam de windmotor en uit Piershil het Bosman-molentje. Deze laatste molenpomp, ook bekend als opbrengertje, was lang beeldbepalend in de Nederlandse polders.
Met de ontwikkeling van de elektriciteit in de negentiende eeuw werden ook pogingen ondernomen om elektriciteit te winnen met behulp van windenergie. Door de hoge investeringskosten was elektriciteitsproductie door windenergie alleen op kleine schaal economisch in gebieden waar nog niet was geïnvesteerd in infrastructuur van elektriciteitstoelevering. In het Belgische Gistel liet de burgemeester Alfred Ronse in 1933 achter zijn kasteel Ter Waere een molen bouwen (de Meerlaan) die vooral bedoeld was om elektriciteit op te wekken. Met behulp van riemen over de conische gedeelten slaagde men er effectief in om elektriciteit te produceren. Ulrich Hütter bouwde, in 1957 in Duitsland, een 100kW-horizontaleaswindturbine met aerodynamisch gevormde glasfiber vleugels met hoekverstelling (zie Windturbine-aerodynamica), het oermodel van de moderne windturbine.[6] De jaren 60 en 70 van de twintigste eeuw kenmerkten zich door veel kleine particuliere initiatieven. Eenvoudige windmolens met generatoren van enkele kW tot enkele tientallen kW verrezen in polders op plaatsen waar behoefte was aan elektriciteit. Dankzij subsidiëring waren sommige experimenten zelfs rendabel. Pas na het doemscenario van de Club van Rome en de oliecrisis van 1973 begon het besef te groeien dat fossiele energie eindig is en dat te zijner tijd alternatieven zullen moeten worden gebruikt. De overheid stelde subsidies ter beschikking en er werd geëxperimenteerd met alternatieve bronnen van energie. In Tvind, Denemarken, verrees in 1977 de eerste Europese megawatt windturbine.[7] Nieuwe verticaleaswindturbines als de Darrieus- en de Savoniusrotor werden onderzocht maar de vermogen/gewicht verhouding bleek laag in vergelijking met de horizontaleas-windturbine.
Verschillende landen startten projecten om op grotere schaal elektriciteit te winnen. In 2003 was het vermogen mondiaal opgelopen naar 31 GW, tegen 2 GW twaalf jaar daarvoor.
Eind 2017 stond in de wereld 539 gigawatt windcapaciteit opgesteld. Dit vermogen was in 5 jaar bijna verdubbeld. Van de 539 GW stond 188 GW in China, 169 GW in de Europese Unie en 89 GW in de Verenigde Staten.[8]Windparken genereerden 1120 TWh, dat was 4,4% van de totale elektriciteitsopwekking in de wereld
Een collage van bewerkingen met 17 verschillende digitale filters van instagram van dezelfde fote.
instagram, onderdeel van het bedrijf facebook, is een website en gratis mobiele app om digitale foto's en video's met een speelduur van 60 seconden uit te wisselen.
De foto's en video's kunnen digitaal gefilterd worden en uitgewisseld op sociaalnetwerksites, zoals die van instagram zelf.
Bij een video wordt de speelduur getoond, maar kan niet naar een bepaalde tijd/fragement worden genavigeerd.
De video kan niet worden gepauzeerd.
De functionaliteit van de website is beperkter dan van de app.
Het uploaden van video'sen foto's kan alleen vai de app.
Bovendien kan alleen in de app een lijst verkregen worden van de foto's/video's van een account.
Op de website kan de content van een account alleen in rastervorm worden weergegeven.
Ook kan men via de website geen directe berichten versturen naar andere accounts.
In september 2017 maakte instagram bekend 800 miljoen geregistreerde gebruikers te hebben.
Een weblog of blog is een persoonlijk dagboek op een website dat regelmatig, sosms meermale per dag, wordt bijgehouden.
Meestal gaat het om teksten die in chronologische volgorde veschijnen.
De aureur, ook blogger genoemd, biedt in feite een logboek van informatie die hij wil meedelen aan zijn publiek, de bezoekers van zijn weblog.
Meestal gaat het om tekst, maar soms ook foto's, video of audio.
Weblogs bieden hun lezers vaak de mogelijkheid om- al dan niet anoniem- reacties onder de berichten te plaatsen of een reactie via een trackback- mechanisme achter te laten.
Het is het persoonlijke of juist het gespecialiseerde karakter dat weblogs interessant maakt voor bezoekers.
Voor de blogger aan de andere kant, geeft een weblog een platform voor het uiten van advertenties of sponsering.
Een webbrowser ( ook wel ( internet) browser,bladprogramma of bladeraar genoemd) is een computerprogramma om webpagina's te bekijken.
Populaire browsers zijn internet explorer,Microsoft Edge,Mozzila Firefox,Google Chrome,...
Het gebruik van een browser is in de volksmond synoniem voor surfen op het internet.
Een browser zet webpagina's, die door een webserver zijn aangleverd, om in een voor ensen leesbare vorm.
Vaste elementen van een webpagina zijn verschillende soorten opmaak van tekst, plaatjes en links naar andere webpagina's.
Deze links kunnen worden gebruikt om naar andere pagina's te surfen.
Er zijn webbrowsers die derglijke documenten voorlezen, andere zetten ze om in puntjes op een braillemachine, maar de meeste browserinstallaties geven een webpagina weer op een computerscherm en kunnen ook animaties en geluid weergeven.
Sommige webbrowsers zijn geïntegreerde pakketten, waarin bijvoordbeeld ook een e-mailclient en een Usenetclient zitten.
vrijwel alle browsers hebben de ogelijkheid om weblocatie op te slaan ( bladwijzer), bestanden te downloaden, een geschiedenis bij te houden van waar de gebruiker geweest is en om verschillende soorten media weer te geven.
Sommige browsers voegen hier nog andere dingen aan toe zoals meerdere tabbladen, pop-upblockers, advertentiefiltering, en automatische zoeken op een zoekmachine.