Het biologische begrip biomassa slaat op zowel plantaardig als dierlijk materiaal.
Als afgeleide hiervan worden ook producten gewonnen uit plantaardige grondstoffen en dierlijk (rest)materiaal zoals onder andere suikerriet, mais, koolzaadolie, palmolie en dierlijke vetten, geproduceerd ten behoeve van energieopwekking en/of biobrandstof, gerekend tot het begrip biomassa. Biomassa is vooral een begrip geworden omdat er op hernieuwbare basis elektriciteit mee kan worden opgewekt.
Voordelen bio-energie
Organische materialen (biomassa) raken niet op.
Bio-energie is klimaatneutraal; de CO2 die vrijkomt bij energie-opwekking draagt niet bij aan het broeikaseffect
Nadelen bio-energie
De herkomst van de biomassa is niet altijd duidelijk.
Bij biomassaverwerking van mest, rioolslib en sloophout komen schadelijke stoffen vrij.
Teelt van biomassa voor bio-energie kan de biodiversiteit en voedselproductie bedreigen.
Waterkracht is de naam voor energie die wordt ontleend aan water,
hetzij door gebruik te maken van een hoogteverschil hetzij door gebruik
te maken van de stroomsnelheid van water. Men spreekt ook van "witte
steenkool". Met het "witte" doelde men vooral op de kleur van het
schuimende water en op het schone karakter van dit type energie.
Tegenwoordig wordt vrijwel alle waterkracht omgezet in elektriciteit in waterkrachtcentrales, in het verleden werd de opgewekte mechanische energie ook wel meteen gebruikt, bijvoorbeeld om water op te pompen met een watermolen.
Een kerncentrale is een elektriciteitscentrale die elektriciteit opwekt met de energie die vrijkomt bij kernsplijting. Net zoals bij andere soorten elektriciteitscentrales wordt met deze splijtingswarmte stoom opgewerkt die een turbine aandrijft. De mechanische energie in deze turbine wordt dan via een alternator omgezet in elektrische energie.
Een kerncentrale is opgebouwd uit verschillende kernreactoren
bestaande uit verschillende treinen. Er bestaan kernreactoren van een
paar megawatt tot 8000 megawatt.
Radioactieve risico's
Het grootste risico van een kerncentrale is het vrijkomen van radioactief
materiaal uit een kernreactor, waarbij de gezondheid van grote
aantallen mensen en dieren in een aanzienlijk gebied rond de
kerncentrale in gevaar komt.
Een kernramp is een kernongeval waarbij een aanzienlijke hoeveelheid radioactief
materiaal vrijkomt, waarbij de gezondheid van grote aantallen mensen in
een aanzienlijk gebied in gevaar komt, zodat men van een ramp kan
spreken.
Windenergie is energie die gewonnen wordt door de bewegingsenergie van lucht (wind) om te zetten in een bruikbare vorm, bijvoorbeeld in elektriciteit.
Windmolens en windturbines
Vroeger werd windenergie met windmolens direct omgezet in mechanische arbeid,
bijvoorbeeld om graan te vermalen tot meel of om water te verpompen.
Tegenwoordig wordt het woord windenergie vooral gebruikt voor de elektrische energie die met een windturbine uit de wind gewonnen wordt. Sommige producenten van windturbines spreken ook wel over windenergieconvertoren.
De windsnelheid wordt bepaald door:
de plaats van de windmolen: aan de kust en vooral boven open zee waait het meestal harder dan diep landinwaarts;
de hoogte van de turbine: op grotere hoogte waait het doorgaans
harder, maar landinwaarts is de windsnelheid overdag onder ongeveer 90
meter gemiddeld hoger dan daarboven.
de tijd van de dag: boven land waait het overdag tot een hoogte van ongeveer 90 meter gemiddeld harder dan 's nachts;
het seizoen: in de winter waait het gemiddeld harder dan in de zomer.
Het jaargemiddelde van de windsnelheid op een bepaalde plaats en
ashoogte is redelijk in te schatten. De selectie van locaties gaat in
eerste instantie via een windatlas, en in een latere fase via windmetingen.
Milieu- en hinderaspecten van windturbineparken
Windmolens kunnen vogels doden, scheepvaart hinderen, geluids- en
schaduwhinder geven voor de omwonenden, het microklimaat verstoren, en
het landschap ontsieren.
De zon is een ster die zich gemiddeld op 150 miljoen kilometer afstand van de aarde bevindt. De energie die de zon uitstraalt ontstaat door kernfusie. De atmosfeer en de magnetosfeer
(het magnetisch veld van de aarde) beschermen het leven op aarde tegen
het grootste deel van de schadelijke straling die de zon naast licht en
warmte eveneens uitstraalt.
Gebruik door planten
Planten gebruiken zonne-energie voor fotosynthese, waarbij zij water en kooldioxide uit de lucht omzetten in suikers.
Het fotosynthetisch proces waarop vrijwel het gehele leven op aarde
draait, vangt slechts ongeveer 1% van de energie op voor nuttig gebruik,
hetzij door lichamelijke activiteit, hetzij door consumptie, hetzij als
fossiele brandstof. Bovendien zijn er grote stukken aardoppervlak zoals
de woestijnen waar door gebrek aan water de fotosynthese geen kans krijgt.
Met zonne-energie wordt tegenwoordig meestal bedoeld de energie die mensen zelf met hun technologie opwekken direct vanuit van zonnestraling. Dit gebeurt op dit moment in Nederland en België vooral op twee manieren:
Een andere manier om gebruik te maken van zonlicht is thermische zonne-energie waarbij zonlicht wordt omgezet in warmte. Dit gebeurt door zonneboilers (oftewel zonnecollectoren).
De term zonnepanelen wordt voor beide methodes wel gebruikt en is dus niet geheel eenduidig.