Windenergie is energie die gewonnen wordt door de bewegingsenergie van lucht (wind) om te zetten in een bruikbare vorm, bijvoorbeeld in elektriciteit.
Windmolens en windturbines
Vroeger werd windenergie met windmolens direct omgezet in mechanische arbeid,
bijvoorbeeld om graan te vermalen tot meel of om water te verpompen.
Tegenwoordig wordt het woord windenergie vooral gebruikt voor de elektrische energie die met een windturbine uit de wind gewonnen wordt. Sommige producenten van windturbines spreken ook wel over windenergieconvertoren.

De windsnelheid wordt bepaald door:
- de plaats van de windmolen: aan de kust en vooral boven open zee waait het meestal harder dan diep landinwaarts;
- de hoogte van de turbine: op grotere hoogte waait het doorgaans
harder, maar landinwaarts is de windsnelheid overdag onder ongeveer 90
meter gemiddeld hoger dan daarboven.
- de tijd van de dag: boven land waait het overdag tot een hoogte van ongeveer 90 meter gemiddeld harder dan 's nachts;
- het seizoen: in de winter waait het gemiddeld harder dan in de zomer.
Het jaargemiddelde van de windsnelheid op een bepaalde plaats en
ashoogte is redelijk in te schatten. De selectie van locaties gaat in
eerste instantie via een windatlas, en in een latere fase via windmetingen.
Milieu- en hinderaspecten van windturbineparken
Windmolens kunnen vogels doden, scheepvaart hinderen, geluids- en
schaduwhinder geven voor de omwonenden, het microklimaat verstoren, en
het landschap ontsieren.
|