Wat zijn we fier op onze lidkaart!

Eindelijk vinden we Martijn, we zijn allemaal erg opgewonden en vertellen over ons hele avontuur.

Nu wordt het toch wel echt tijd om de uitgang te zoeken, want ook al hebben we onder de grond heel veel toffe dingen meegemaakt, we zouden hier toch niet voor altijd willen wonen.

Opeens zien we een fel licht, dat moet de uitgang zijn!  Maar wat nu, we zijn veel te klein om uit de kuil te kruipen!

In groepjes zoeken we naar een oplossing en spelen we een vragenspel over onze tocht onder de grond.

Bij onze wiskundeles hebben we elkaar gemeten: onze grootte, ons gewicht, onze voet, onze voetstap, onze arm, onze handspan,  ....

Het werd een spannende dag, vandaag deden we met 10 kinderen van onze klas mee aan het trefbaltornooi.

We speelden trefbal tegen verschillende Herkse scholen.

We vormden een superteam!!!  We gooiden keihard en konden de ballen goed opvangen.

We konden alle ploegen van de kaart blazen, we staken er met kop en schouders bovenuit.

Van de 8 matchen wonnen we er 7!!!

Eén match tegen Herk-Centrum verloren we omdat we een beetje te overmoedig werden en wat risico's namen.

We wonnen glansrijk!!! De laatste matchen speelden we zelfs alle spelers van het veld!

Zo werden we dus kampioen en prijkt er nu een trofee in onze klas!

Hiep hiep hoera voor ons superteam!!!

Het mannetje houdt zich aan zijn woord,
als wij de eed in ons spelligboek aanvullen en de eed afleggen
mogen we lid worden van de Vereniging van Grotten en Tunnels
en ontvangen wij een lidkaart.

We nemen afscheid van de graafmannetjes en nemen nu de andere opening in de tunnel op weg naar de Vereniging voor Grotten en Tunnels.

Opeens komt er een mannetje uit een hoekje dat roept: "Ho, ho, niet zo snel.  Vooraleer jullie het vergaderlokaal binnenmogen, moeten jullie eerst bewijzen dat jullie iets van grotten en tunnels afweten."

Oh, neen, weer een opdracht en wij willen naar Martijn!

We krijgen een bijzondere tekst over grotten van het mannetje, maar de tekst ligt door elkaar, aan ons om de tekst in de goede volgorde aan elkaar te plakken.

Als we deze opdracht goed hebben, mogen we lid worden van de Vereniging van Grotten en Tunnels.  Joepie, leuk!

We zetten onze zoektocht naar Martijn onder de grond verder.

Onder de grond horen we opeens een zacht geluid, het is een klein dasje dat huilt.

Het kleine dasje heeft schrik van de vossen die in hun dassen-burcht wonen, aan ons om de vossen te verjagen.

In duo's wijzen we elkaar de weg op een plannetje en verjagen zo de vossen.

Wat een avontuur!

"Bonjour!" horen we plots zoemend in onze oren, het is de prachtige Franse kever, Louis.

Hij kan al heel goed Nederlands, maar hij heeft een probleem met het schrijven van onze taal.

Dus leren wij Louis zonder fouten schrijven, wij leren hem drie regels:

- hoor je op het einde van een woord een oo, aa of uu dan schrijven we deze kort, nl. o, a, u (zo, ga, nu).

- de verdubbelingsregel: ik hoor een korte klinker, gevolgd door 1 medeklinker, ik schrijf de medeklinker dubbel.

   (bij meerdere klankgroepen)

- de verenkelingsregel: ik hoor een lange klinker, gevolgd door 1 medeklinker, ik schrijf de lange klinker enkel.

   (bij meerder klankgroepen)

We gaan verder op pad en ontmoeten het groentemannetje, hij vraagt of we Maja willen helpen met haar groentetuin,

ze heeft er een rommeltje van gemaakt: alle groenten staan door elkaar.

Als we goed naar het groentemannetje luisteren krijgt alles netjes een goede plaats in de tuin

en weten we ook welk tuingereedschap we nodig hebben om Maja te helpen.

Ook het groentemannetje heeft wat opgeruimd en heeft een brief gevonden van Martijn. 

In de brief schrijft Martijn dat hij bij de Vereniging voor Grotten en Tunnels op Fabio en ons zal wachten.

We kunnen hier niet snel genoeg weg zijn en hollen snel door de gang naar de Vereniging. Maar plots kunnen we niet verder, een enorme afvalberg verspert de weg, de moed zakt ons in de schoenen, nu moeten we die afvalberg eerst nog opruimen, zo geraken we nooit op tijd bij de Vereniging.  Een enorm vuil mannetje vraagt of wij willen helpen met het sorteren van het afval.

We leren de verwijswoorden te gebruiken bij het sorteren.

Deze fles hoort in die container.

Dit blikje hoort in deze container.

Dat doosje hoort in die container. ...

Eindelijk is de afvalberg opgeruimd, we zetten onze tocht verder, plotseling struikelen we over een draad, er loeit een sirene.  Het postmannetje houdt ons tegen en geeft ons een brief van de mama van Fabio, zij is erg ongerust, voor we verder mogen, moeten we eerst een brief terug schrijven aan de mama van Fabio.

Als we de brief geschreven hebben nemen we snel afscheid van het postmannetje, eindelijk zien we een bordje waarop staat: Vereniging voor Grotten en Tunnels.  Nu Martijn nog vinden.  In de grond vinden we twee openingen, welke moeten we nemen?  Op goed geluk nemen we de rechtse, we komen bij de Grot van Toen.  Een groep kleine mannetjes zit rond een grote bak met vreemde voorwerpen.  Het zijn de graafmannetjes en ze spelen een raadspel.  "We laten jullie niet gaan, vooraleer jullie ons superleuke spel gespeeld hebben," zeggen ze.

Net als de graafmannetjes spelen we een raadspel.  We beschrijven een voorwerp dat we onder de grond vinden en wie het eerst het voorwerp raadt, wint het kaartje.  Wie verzamelt de meeste kaartjes?

We rommelen wat aan de deurknop en ineens zwaait de deur open.  Maar wat is dat voor kabaal, we horen een oorverdovend gehuil van mierenbaby's.  De grote mieren zijn boos en eisen dat we de mierenbaby's terug in slaap laten vallen door een verhaaltje te vertellen, zoals Martijn.  Om een idee te krijgen welk verhaal de mierenbaby's leuk vinden, lezen we het verhaal dat Martijn verteld heeft.  Maar de woorden van elke zin staan door elkaar.  We knippen per twee een zin in zinsdelen en maken er een mooie zin van.

Zo, nu we een idee hebben over welk verhaal de mierenbaby's leuk vinden, gaan we zelf op zoek naar een geschikt verhaal.

Per twee kiezen we een tekst in ons tekstboek en bereiden deze tekst voor. Daarna lezen we de tekst in groepjes aan elkaar voor en kiezen we het geschiktste verhaal.

Op maandag zijn we met een nieuw thema gestart nl. 'Ondergronds'.

In dit thema gaan we op zoek naar Martijn Coens, die verdwenen is.

Door middel van een opsporingsbericht krijgen we een idee over wie Martijn is,

hij is voor het laatst in het park 'De Warande' gezien door Fabio, zijn beste vriend.

Werd hij ontvoerd, is hij in de vijver gevallen of in de diepe kuil?

Samen met Fabio gaan we op zoek naar Martijn.  We nemen een kijkje bij de kuil en horen daar een vreemd stemmetje, het blijkt het stemmetje van een aardmannetje te zijn.

Van de aardmannetjes mogen we een kijkje onder de grond nemen , maar dan moeten we eerst een opdracht uitvoeren.  We moeten enkele dieren onder de grond beter leren kennen zodat we niet zouden schrikken als we ze onder de grond ontmoeten.

In duo's gaan we aan de slag, we maken kennis met de mier, de mol, de regenworm, de meikeverlarve en de ijsvogel.  In elk tekstje gaan we op zoek naar wat het dier eet, wie zijn vijand is, waarmee hij graaft en wat er bijzonder is aan het dier

De aardmannetjes feliciteren ons met onze opdracht en we mogen onze tocht onder de grond verder zetten.  Daar staan we voor een volgend probleem. We moeten door een deurtje dat veel te klein is voor ons.  Gelukkig vinden we een recept van een verkleiningsdrankje.  We noteren wat we nodig hebben voor het recept en hoe we het moeten maken.  Vervolgens brouwen we het toverdrankje en drinken het samen op, en ja hoor, we worden steeds kleiner en kleiner zodat we door het deurtje kunnen.