Voor de honderd jaar geleden gestorven frontkunstenaar Joe English (zie
mijn blog van 31 augustus 2018) werden niet minder dan drie individuele
gedenktekens opgericht. Een eerste was de hardstenen gedenkzuil die in 1920 op
zijn graf op de BMB van Steenkerke werd geplaatst. Het was een kunstwerk van de
hand van Karel Lateur, een broer van de schrijver Stijn Streuvels. Nadat de
stoffelijke resten van Joe English tijdens het interbellum waren herbegraven in
de crypte van de IJzertoren, belandde dit beeld in de tuin van het IJzerbedevaartsecretariaat
aan de IJzerdijk in Kaaskerke waar u het tot op de dag vandaag kan aantreffen. Enkele
tientallen meters verder vinden we een tweede English-monument. Tijdens de IJzerbedevaart van 21 augustus 1931
werden op de hoeken van de IJzertoren vier monumentale beelden van beeldhouwer
en oud-strijder Karel Aubroeckonthuld
die de zgn. IJzersymbolen voorstelden. Eén van deze beelden was aan Joe English
gewijd. ?Na het opblazen van de IJzeroren in 1946 werden deze beelden
gerecupereerd en geïntegreerd in de nieuwe Paxpoort die in 1951 als toegang tot
de IJzerbedevaart-site werd gebouwd.English
beeld kan u aan de westelijke hoek van de poort vinden
Tenslotte staat er In de naar hem genoemde Joe Englishstraat in Veurne,
ongeveer op de plaats waar zich het Vinkemse bijhuis van het militaire hospitaal
lOcéan bevond, een monument in de
vorm van een heldenhuldekruis. Het was op deze plek dat Joe English bezweek aan
een slecht verzorgde blinde darmontsteking. Het werd hier in 1976 geplaatst op
initiatief van de Vlaamse Toeristenbond?. Jammer genoeg vermeldt dit monument
foutief 13 augustus 1918 als sterfdatum... Een fout waar ik in het verleen al herhaaldelijk op heb gewezen, maar die niemand blijkbaar kan of wil rechtzetten...
Op zoek naar individuele WO 1-gedenktekens gaan we vandaag naar
Frans-Vlaanderen. Halfweg tussen Fromelles en Petillon staat een
herdenkingskruis voor kapitein Paul Adrian Kennedy.Het werd in 1922 door zijn moeder opgericht
op de plaats waar hij vermoedelijk werd gedood. Deze compagniecommandant in het
2e Bataljon van de Rifle Brigade staat officieel als vermist
geregistreerd na de mislukte aanval op Aubers Ridge op 9 mei 1915. Paul Kennedy
was de derde van vier zonen van de Britse diplomaat Sir John Kennedy. In 1906
had hij, na de militaire academie van Sandhurst, een aanstelling tot officier
gekregen. Voor de oorlog had hij onder meer dienst gedaan in Malta, Egypte en
India. Hij raakte in september 14 gewond aan de Aisne maar wees een veilige
job als stafofficier in Engeland van de hand. Nadat hij hersteld was, kwam Paul
Kennedy op17 maart 1915 terug aan het
front terecht. Twee van zijn drie broers overleefden de Grote Oorlog niet.
Archibald was al in augustus 1914 bij Le Cateau gevallen en Patrick sneuvelde
in april 1918 bij Villers Brettoneux. Het herdenkingskruis voor kapitein
Kennedy huldigt ook drie van zijn mede-officieren die samen met hem waren
gesneuveld: de 18-jarige luitenant Talbot Stanhope, de jongste zoon van de
graaf van Harrington,de 19-jarige
tweede luitenant Henry Hardinge, jongste zoon van kolonel Henry Charles Lord
Hardinge, de eerste baron van Hardinge in Penshurst en de 26-jarige luitenant
Eward Leigh. Samen met Kennedy worden ze herdacht op paneel 10 van het Ploegsteert Memorial tot he Missing. Ze
waren vier van de eenentwintig officieren van de Rifle Brigade die op 9 mei 1915 slachtoffers werden van de zinloze
en compleet mislukte aanval op Aubers Ridge. Een aanval waarbij alleen al deze
eenheid bijna 600 man verloor