(De link verwijst naar de foto's in verband met de handelszaak rond Hector Cauwels).
De
familie van MARGRIET CAUWELS leidde
bijna een eeuw lang een drukke dagbladhandel in de Markstraat in Maldegem. Hector
Cauwels startte een handelszaak hartje centrum vanaf 1922, Margriet Cauwels nam
de zaak van haar oom Hector Cauwels over in mei 1959 en waakt tot op heden over
het reilen en zeilen van haar oogappel.
De
ouders van Margriet waren afkomstig van Moerhuize en de Noordstraat, Maldegem.
Zij groeide er op en vestigde zich later definitief in het centrum. Heel haar
leven bleef zij innig verbonden met alle familieleden en de namen Cauwels, De
Smet, de aanverwante families Van Caeseele, Thijs, Verstringhe enz. Deze families
bleven een belangrijke, ondernemende gemeenschap in Maldegem en omstreken met
sterke familiebanden.
Het
relaas over de familie van Margriet is in haar geheugen gegrift en alle
herinneringen doen haar glimlachen, soms met weemoed als zij denkt aan de
voorouders en de talrijke nakomelingen die wijd en zijd verspreid zijn in heel Vlaanderen
tot in de Verenigde Staten toe.
De
grootvader van Margriet, Hippoliet Cauwels was de zoon van Bernard Cauwels en Joanna Devroe uit
Lissewege.
Hippoliet Cauwels (09 07 1843 - 26 02 1940) was getrouwd metAmelie Rabout (05 02 1858 - 26 01 1941) uit Middelburg
en ze woonden in de Noordstraat toen nr.
142.Zij hadden 4 kinderen: Cyriel, Hector, Alice en Emma Cauwels. Cyriel,
Hector en Alice hadden een gekende handelszaak in Maldegem die jarenlang stand
hield.
Op foto 2 zitten Hippoliete Cauwels en Amelie Raboutfier achteraan met drie kleinkinderen, die intussen de driekwart eeuw in
leeftijd ver voorbij zijn. De krullebol links is Hulin Cauwels, vooraan
Berthil, de broers van Margriet en opzij, Adelin
De Smet, zoon van Omer (1902 - 1983) en Alice Cauwels (1896 - 1996). Tussen
het echtpaar staat een enorme ruiker bloemen, wellicht werd de foto genomen ter
gelegenheid van hun huwelijksjubileum.
De grootvader van
Margriet, Hippoliet Cauwels wasklompenmaker
en had zeven knechten in dienst voor
de Eerste Wereldoorlog. Klompen waren belangrijk in die tijd. Een halve eeuw en
langer geleden droegen arbeiders en landbouwers houten klompen op het
platteland. De mannen droegen grote stevige klompen, de dames deden de
huishoudelijke karweien met lichtere en sierlijke modellen. Ook de kinderen
trokken naar school of speelden buiten met klompen. Ik herinner me dat je irriterende geluidjes kon
produceren met die klompjes op de voetplank van de schoolbanken wat leidde tot
berispingen en soms wel tot straf. Iedereen kon er mee stappen in de stallen,
op de voetpaadjes, op de verharde wegen en in de velden. Wij kunnen ons dat nu
niet echt meer voorstellen hoe je met houten schoeisel door t leven stapte
maar vroeger ging dat dus wel degelijk, ook in de winter. De sneeuw bleef soms aan
de klompen kleven en dan moest je eens hard kloppen met de voeten om die er af
te krijgen. s Zondags werden de klompen ingesmeerd met schoensmeer om de
versieringen goed te laten uitkomen. De klompen werden gehakt, geschaafd,
uitgehold, afgewerkt, versierd, gevernist of beschilderd door de klompenmaker,
allemaal handmatig. Nu zie je enkel nog klompen op het platteland en in de
souvenierindustrie. Er werden ook klompsokken
gemaakt in leder of in een ander stevig materiaal. Het vervaardigen van
klompen was een belangrijk ambacht dat geld in t laadje bracht bij heel wat
zaakvoerders.
Hippoliet
was de oudere broer van Eduard Cauwels (14
02 1855 - 20 09 1950) en Leonie Roels (06 06 1865 - 19 03 1937), die het café De Tramstilstand op t Hoekje van t Molentje
uitbaatten in de Noordstraat toen nr.
163. Het is heel lang een herberg gebleven, de naam veranderde slechts in
o.a. Bonanza en t Nachtlichtje. Het heeft daarna nog functies gehad maar de
laatste jaren is het de drukbeklante, fraaie, gerenoveerde dagbladhandel t
Hoekje.
Eduard Cauwels en Leonie Roels hadden 12
kinderen.
De oudste dochter was Octavie (12 02 1887), dan was er Magdalena (1888),
getrouwd met Medard De Rocker. Zij trokken naar de Verenigde Staten. Celesta geboren op 1 november 1891, stierf op
negenjarige leeftijd in 1900. Medard (1892) was tabaksbewerker en trok naar Kortrijk, Maria (1895) trouwde met
Henri Nagel en ook zij emigreerden samen naar de Verenigde Staten. Maria Cauwels overleed in Moline, Illinois in 1972. Zoon Alfons Cauwels (1896) was getrouwd
met Esther Willems, winkelier Georges (1899) was getrouwd met Pelagie Hoste,
zij woonden in de Noordstraat toen nr. 158. Een tweede Celesta werd geboren in
1901 maar stierf 25 jaar later in 1926. De borduurster Laura Cauwels (1904), was getrouwd met André De Brée (1903), machinist, kachel- en brandstofhandelaar op
de Schouwburgplaats toen Canadezenplein nr.12. Dochter Jeannette Cauwels (1907)getrouwd
met schoenmaker Armand Buysse woonde
in de Markstraat toen nr. 63, rechtover de winkels van haar neef Hector Cauwels
en haar nicht Alice Cauwels. Jeannette en Armand hadden drie zonen en een
dochter. Hun dochter Jeanno trouwde en ging in de Biezen wonen ten oosten van
Eede tegen de Belgisch-Nederlandse grens aan, in de gemeente Sluis.Eigenlijk
wel belangrijk om Eduard te vermelden want zijn hoekhuis - herberg is nu de
dagbladhandel t Hoekje (foto 2) in
de Noordstraat en is een blijvertje in het straatbeeld. Hippoliet en
Eduard Cauwels hadden samen zestien kinderen, dus zij hebben voor een hele reeks nakomelingen
Cauwels en aanverwante familiesgezorgd
in Vlaanderen tot in de Verenigde Staten.
De
grootouders van Margriet Cauwels, Hippoliet
Cauwels enAmelie Rabout hadden vier
kinderen. Cyriel, Hector, Alice en Emma Cauwels.
Emma Cauwels (1891) woonde in de Katsweg nr. 4 en was getrouwd metErnest Cools. Alice Cauwels (1896) was
getrouwd met Omer De Smet en zij hadden een handel van klompen en vislijnen in
t centrum. Hector en Cyriel waren aparte verhalen.
Cyriel Cauwels
(10 02 1889 20 05 1984) trouwde met Euphrasie
De Smet (24 04 1892 05 10 1970) op 28 mei 1919. Cyriel was klompenmaker,
postbode, winkelier en waard van de herberg t Molentjesplein in de Oude Aardenburgseweg toen nr. 1. Dat is
al twee cafés op vijf stappen van elkaar. Vroeger waren er in elke straat
tientallen cafés, van het centrum naar het platteland. Blijkbaar gingen de
mensen vroeger meer in het café zitten of hadden zij meer dorst en zin voor
sociaal contact.
Cyriel en Euphrasie hadden 5 kinderen: Charline, Margriet
(1923), Hulin (1925), Gisèle (28 01 1930) en Berthil Cauwels (1931 2012). De
twee knappe dames op foto 3 zijn Margriet Cauwels en haar moeder Euphrasie
De Smet.
Een van
de kinderen van Cyriel, Gisèle was een heel knap, verstandig meisje, maar had
panische angsten doorstaan tijdens de Tweede Wereldoorlog en had een psychisch
trauma opgelopen als gevolg van de extreem beangstigende omstandigheden. Zij
herstelde nooit, wat groot verdriet in het gezin veroorzaakte. De oorlog bracht
vrees, vernieling en chaos mee, ook in Maldegem. Gisèle kreeg alle liefde van
haar gezin maar gaf ook veel liefde. Iedereen wist dat en was begaan met het
lot van het vriendelijke meisje Gisèle. Cyrils zoon, handelsreiziger Hulin Cauwels, zijn echtgenote Roza
Verbeke en zoon Danny hadden een handelszaak van chocolade, snoep en
suikerbonen in de Burgemeester Charles Rotsart de Hertainglaan dicht bij het
bos Reesinge in Maldegem. Berthil
was ploegbaas bij ingenieur Leopold
DAubioul (1916), zoon van Alfons DAubioul (1888) en Emma Van Kerschaever, broer van Frans en Espérance DAubioul, toen
Markt 40. Leopold DAubioul was de eerste ingenieur in Maldegem en was getrouwd
met Charline Cauwels. Later werd Berthil
kantonnier van de gemeente en gekend en gerespecteerd in Maldegem om zijn
bereidwilligheid en zijn deskundig leidinggevend beleid. Hij trouwde met Monica Bracke uit Moerhuize en ze
hadden vijf kinderen. Ze woonden in de Bloemestraat.
De moeder
van Margriet, de echtgenote van Cyriel Cauwels, Euphrasie De Smet was een soort verzetsstrijdster tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914 1918).
Euphrasie
De Smet (1892) woonde toen nog in het ouderlijk huis met haar ouders Eduard De Smet (1849) en Julie De Coninck (1851 1918) en haar
ouderebroers en zussen in een laag
huisje, achter de huidige woning van Valère De Smet (foto 5), op het einde van
de Rapenbrugstraat Noord, rechts.
Haar
oudste broer,Honoré De Smet (1877 - 1963) was
getrouwd met Barbara De Roo en woonde in de Kwadestraat 5. Toen stonden daar
maar drie woningen, nl. de landbouwbedrijfjes van Emiel Van den Bussche en
Martha Wille, van Richard en Blanca Timmerman - Posman en van Honoré en Barbara
De Smet De Roo.
De zus
van Euphrasie, Sidonie De Smet was getrouwd
met Camiel Verstringhe. Zus Leonie De
Smet (1880 11 10 1918) was getrouwd met Hippoliet Van Caeseele, daarna
was er August (1883), dan Theofiel De
Smet (1887)diegetrouwd was met Augusta Keirsbilck,
Rapenbrugstraat toen nr. 29en
Camiel De Smet (1889) getrouwd met
Clementine Savat (1886 -1954). Camiel en Clementine waren de ouders van Valère De Smet, in de Rapenbrugstraat toen
nr. 27, het voorlaatste huis voor de Rapenbrug, rechts. Vier kinderen van
Eduard De Smet en Julie De Coninck, August, de eerste Camiel, Hector en Henri
stierven als baby. Vier kinderen die vroeg overleden in één gezin, dat zal
zwaar doorgewogen hebben.
Achter
de huidige woning van Valère De Smet
(02 03 1920), het voorlaatste huis van
de Rapenbrugstraat Noord (foto 5), stond vroeger een laag, breed huis. Het
diende als opslagplaats voor maïs, meel, ander veevoeder en meststoffen die
Valère De Smet als zelfstandige verkocht en leverde bij de landbouwers maar
eigenlijk was het vroeger een café, de ouderlijke woning van de grootouders en
de ouders van Valère De Smet. Ik heb dit huisje heel goed gekend. Het was een magisch
speelterrein voor de vele kinderen in de buurt, met open haard, bijkeuken,
voutekamer en trap naar de zolder. Het leek me heerlijk om zon echt huisje in
de achtertuin te hebben. Ik denk dat het afgebroken werd toen Valère een grote
loods of hangar liet bouwen voor zijn vrachtwagen en zijn handelswaren. Opzij
van die loods boven de kippenhokken, had hij duivenhokken die zijn vrouw Laura Goethals regelmatig schoonmaakte.
Laura kwam altijd putwater bij ons halen voor de duiven. Op die manier wisten
wij wat er zich rondom ons afspeelde. Tussen Laura Goethals en mijn moeder Bertha Cochuyt was er een opmerkelijke
vriendschapsrelatie die geduurd heeft tot op het eind van hun leven in 1995. Ook
het vermelden waard is dat de neef van Margriet Cauwels, Valère De Smet als
twintigjarige, vier jaar werd tewerkgesteld in Duitsland tijdens W.O. II en
jarenlang nadien moest herstellen van de doorstane ontberingen. Zijn ouders
Camiel De Smet en Clementine Savat moeten echt geleden hebben toen hun enige
zoon de hele oorlog in Duitsland verbleef. De ouderlijke woning van de familie
van Euphrasie De Smet bevond zich dus achter
het voorlaatste huisvoor de
Rapenbrug, rechts in de Rapenbrugstraat Noord, gemeenzaam Moerhuize
genoemd. De weg van t Molentje tot t einde van Moerhuize noemde vroeger
immers volledig, de Moerhuizestraat.
Euphrasie
s zuster, Leonie De Smet was
getrouwd met Hippoliet Van Caeseele,
DEN DJAAK( 29 12 1880 22 04
1951), zoon van Jacob Van Caeseele en Amelie Verstringe. ( wordt
vervolgd, Centrum Hector Cauwels deel XI a). Link naar foto's: https://plus.google.com/photos/116688562905656264433/albums/5987355095522194401
Tekst verwoord aan de hand van de fotos, de
herinneringen en de informatie van Mevr. Margriet Cauwels, het Archief Maldegem
en de dorpsbewoners die ik ontmoet in het centrum. Het hele verhaal rond Den Djaak
staat uitvoerig beschreven in een van de Jaarboeken,
het Ambacht Maldegem. Zie ook www.bloggen.be/marianne_posman_in_maldegem
09-03-2014 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
08-03-2014
Mantelzorg KVLV.
De
voordracht, HOE BOUW JE ADEMPAUZES IN?
georganiseerd door de KVLV MALDEGEM
op zondag 6 maart was een enorm succes.
De Lentebijeenkomst van de KVLV Maldegem werd, na een welkomstwoordje van Mevrouw
Urbaan Van Deynse en een stemmig gedichtje van Mevrouw Annie Van Deynse,
ingeleid door een voordracht over Mantelzorg en Adempauze voor de
mantelzorger. met sprekend filmpje en PowerPoint presentatie.
Mensen nemen al eeuwenlang de zorg voor hun zorgbehoevende ouders, partner
of kinderen op zich. Vroeger bestond daar geen woord voor, sinds enkele jaren
noemt men dit mantelzorg. Dag in
dag uit intensief voor een hulpbehoevende ouder, partner of kind zorgen is voor
mantelzorgers heel vanzelfsprekend, maar vergt vooral veel energie en
draagkracht. Af en toe een korte adempauze inschakelen om zelf te
recupereren is geen overbodige luxe. Hoe kan je als mantelzorger je
evenwicht bewaren in je dagelijkse zorg? Waarom is een adempauze zo belangrijk?
Hoe bouw je adempauzes in? Wie kan je daar bij helpen? Mevrouw Leen Cool van Ons Zorgnetwerk(telefoon 24 uur op 24 uur: 0470 29 11 16) gaf uitgebreid
informatie.
Waar vroeger iedereen het normaal vond dat de
volwassenen zorg droegen voor de kleinkinderen, hun bejaarde ouders, hun
kinderen met een beperking en andere familieleden wel eens bijsprongen in de
zorg, is niet meer zo vanzelf sprekend. Mannen èn vrouwen werken vaak heel lang
buitenshuis, de pensioenleeftijd werd hoog opgetrokken, de zorgverleners worden
ook ouder als zij mantelzorg opnemen, heel wat 55plussers zijn gescheiden,
zodat de zorg complexer en moeilijker wordt. Soms komen de bejaarde ouders en kinderen met
een beperking in een zorginstelling terecht omdat het niet anders kan.
Hier en daar zijn er toch nog volwassenen die
hunzorgbehoevende familielid liefdevol
thuis, in eigen familiekring willen opvangen en verzorgen, wat heel wat van hun
tijd, hun energieen hun krachten vergt.
Ook heel veel grootouders
zorgen jarenlang geduldig voor de kleinkinderen. Allen mantelzorgers.
Heel veel instanties bieden hulp aan deze
mantelzorgers: thuiszorgwinkels, poetsdiensten, oppasdiensten,
maaltijdbezorgers, vrijwilligers zodat
al heel wat werk verzet wordt en de mantelzorger toch wat ontlast wordt. Er
zijn heel wat hulpmiddelen voorhanden. Bovendien kan een ouder persoon, een
zieke of een hulpbehoevend kind tijdelijk opgevangen worden door een
zorginstelling. Dit gebeurt soms op halve dagen, een volledige dag of soms gedurende
een paar weken, zodat de mantelzorger de
batterijen kan opladen of eens op reis kan gaan. Een adempauze inlassen is geen
overbodige luxe.
Op die manier wordt mantelzorg draaglijk en
haalbaar voor velen. De overheid moedigt mantelzorg trouwens aan en biedt talrijke
alternatieven. Een zorgbehoevende volledig overdragen aan een zorginstelling
kost heel veel geld voor beide partijen. Daar waar vroeger religieuzen in
stonden voor heel veel taken, is die gratis dienstverlening weggevallen en wordt nu vervangen door deskundige
professionelen die heel veel werk verzetten maar ook veel kosten voor de
zorgbehoevende.
Mantelzorgers moeten ondersteund worden, gewaardeerd worden en er moet
iemand bereid zijn om ook af en toe eens naar hen te luisteren.
ONS ZORGNETWERK(telefoon 0470 29 11 16) biedt tal van
mogelijkheden 24 uur op 24 uur.
De boodschap van de spreekster was duidelijk: Draag vooral goed zorg voor jezelf, fysisch, psychisch en
emotioneel, zodat je mantelzorger kan blijven.
De boeiende presentatie werd afgesloten met een gezellige koffietafel met
heerlijke ovenkoeken en beleg, een tombola bezorgde elk lid van de KVLV een
leuk cadeautje en de mantelzorgers werden in de bloemetjes gezet. Het was een leerrijke lentebijeenkomst
van de KVLV, Maldegem. (Marianne Posman)
08-03-2014 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
Centrum Hector Cauwels Deel XI b.
De handelszaak rond de
familie van HECTOR CAUWELS draait bijna een eeuw lang op volle toeren in hartje Maldegem.
Centrum Hector
Cauwels Deel XI b.
De
familie van MARGRIET CAUWELS leidde
bijna een eeuw lang een drukke handelszaak, gestart in 1922 door Hector Cauwels
in het centrum van Maldegem. Margriet Cauwels zette de zaak van haar oom Hector
Cauwels verder vanaf mei 1959 en geniet nu nog steeds van het welvaren van haar
onderneming.
De
ouders van Margriet waren afkomstig van Moerhuize en de Noordstraat. Heel haar
leven bleef Margriet innig verbonden met alle familieleden. De namen Cauwels,
De Smet en de aanverwante gezinnen Van Caeseele, Thijs, Verstringhe enz. bleven
een ondernemende gemeenschap met sterke familiebanden.
Het
relaas over haar familie doet Margriet glimlachen, soms met melancholie als zij
denkt aan de voorouders en de talrijke nakomelingen die overal verspreid zijn
in Vlaanderen tot in de Verenigde Staten toe.
Margriet was de dochter van Cyriel Cauwels en
Euphrasie De Smet, een soort verzetsstrijdster tijdens W.O.I.
Euphrasie
s zuster, Leonie De Smet was
getrouwd met Hippoliet Van Caeseele,
DEN DJAAK( 29 12 1880 22 04
1951), zoon van Jacob Van Caeseele en Amelie Verstringe.
Leonie De Smet en Hippoliet Van Caeseele
hadden 5 kinderen:
de jong overleden Martha Van Caeseele (1902 - 1917), Yvonne Van Caeseele (1915) getrouwd met veldwachter Adelin Rotsaert (1911) uit de Burgemeester
Charles Rotsart de Hertainglaan toen nr. 16, Marcella Van Caeseele getrouwd met
Richard De Mulder, commissaris in Gent, Honoré Van Caeseele (1907) en Bertha Van Caeseele (1901 - 1960),
getrouwd met Honoré Thijs (1898).
Honoré
Thijs en Bertha Van Caseele woonden in het lage, oude huis achteraan op het Hof
van Remi Van Deynse in Moerhuize. Ze hadden een winkeltje en verkochten o.a.
tabak, zegt mijn neef Valère Claeys
(1926). Ik heb dit huis daar nog weten staan. Later verhuisden ze naar de
Bloemestraat toen nr. 21. Ze hadden drie kinderen: de veldwachter Roger Thijs, Odette Thijs en de postbode Willy
Thijs.
Honoré
Thijs was de broer van Emiel, Marie en Celina Thijs. Emiel Thijs (1891) was opperwachtmeester van de gendarmerie, later
bankbediende. Honoré Thijs en zijn echtgenote Germaine Devynck woonden naast
onderwijzer Emiel Baetens (1903) en Julienne Verbeke in de
Aardenburgkalseide toen nr. 254B. Die twee huizen staan er nog, rechts voor de
verkeerslichten. Marie Thijs en Richard
Impens woonden in Broekhuize naast mijn grootouders August Cochuyt en
Livina Colman, later in de Moerhuizestraat nr. 35, rechtover het café In t
Groene Woud of het gewezen Populierenhof en Georges (nu Vera) Boes. Het huisje is afgebroken enkel tientallen jaren geleden. Celina Thijs en schoenmaker René Posman woonden op t Molentje.
De echtgenoot van Leonie De Smet, Hippoliet Van
Caeseele, Den Djaak
leefde ondergedoken tijdens de oorlog maar bracht briefwisseling en
inlichtingen over van bezet België naar neutraal Nederland tijdens W.O. I, via
Den Draad, waar normaal niemand levend doorheen kon. De kilometerslange en levensgevaarlijke
grens of prikkeldraadversperring onder stroom, de Dodendraad was er geplaatst
door de Duitsers om het verkeer tussen bezet België en neutraal Nederland te
verhinderen.
Euphrasie De Smet noch Den Djaaks dochter, Bertha Van Caeseele
lieten iets los tijdens de talrijke pijnlijke verhoren van de Duitse bezetters
die de activiteiten van de verzetsman in de gaten hielden en absoluut de
schuilplaats van den Djaak wilden kennen. Niemand loste een woord, ook niet
toen ze met de dood werden bedreigd. Den Djaak werd pas op het einde van de
oorlog opgepakt en geïnterneerd. Zijn dochter Martha, zijn moeder Amelie
Verstringe en zijn echtgenote Leonie De Smet stierven tijdens zijn
gevangenschap.
Een prachtige reportage over het verzet
tijdens W.O.I en de rol van Hippoliet Van Caeseele en zijn schoonzuster
Euphrasie De Smet, staat uitvoerig beschreven in het Jaarboek 1997 Het Ambacht. Dit verhaal werd verteld door de toen
80 jarige Cyriel Cauwels, vader van
Gisèle, Hulin, Berthil, Margriet en Charline Cauwels en verwoord door Albert Willems die al de verhalen
publiceerde in t Vrij Maldegem rond 1971.De
foto (2) van Den Draad geeft een duidelijk beeld van de levensgevaarlijke versperring,
waar toch honderden mensen doorheen konden vluchten gedurende de jarenlange
bezetting.De foto komt
uit een studie van Prof. Dr. A. Vanneste 'Het eerste ijzeren gordijn', Archief
Maldegem.
Euphrasie De Smet was erg sociaal en
hield contact met al haar familieleden. De nichtjes en de neefjes van den buiten
die schoolliepen in het centrum mochten bij haar s middags hun lunch
verorberen tijdens de lange wintermaanden. Haar deur stond wagenwijd open voor
alle familieleden, vrienden en kennissen. De mensen waren vroeger socialer en
bereidwilliger tegenover hun medemens. Haar achternichtje Nadine De Smet, dochter van Valère De Smet uit de Rapenbrugstraat, mijn
buurmeisje uit mijn kinderjaren, herinnert zich nog altijd de heerlijke soep die
haar groottante Euphrasie klaarmaakte.
Het
lijkt misschien allemaal verwarrend maar alle inwoners van Maldegem herinneren
zich die namen. De families De Smet, Cauwels, Thijs, Van Caeseele, Verstringhe waren
druk in de weer om hun gezin te onderhouden. Er was leven, familie en commerce
in het dorp.
De oom
van Margriet Cauwels, HECTOR CAUWELS
stond aan de basis van een bloeiende handelszaak in het centrum van Maldegem.
HECTOR CAUWELS was dezoon vanHippoliet Cauwels enAmelie Rabout. Hij was geboren op 2
september 1887 en is overleden op 18 juni 1969. Hij was in heel Maldegem gekend
omdat hij, in 1890 als driejarig
jongentje onder de tram terechtkwam in de Noordstraat en zijn benen tot onder
de knie werden afgereden.
Zijn
moeder Amelie Rabout had het tuinhekje vergeten sluiten. Hectorke maakte daar
gebruik van om eens op het voetpad te lopen. Aan de overkant van de straat liep
een garnaal leurster die de mensen buiten lokte met haar schelle stem en Verse
garnalen te koop! Hectorke had best zin in garnaaltjes en liep naar haar toe,
toen zij hem er enkele aanbood. De tram kwam er juist aan en zijn beentjes
werden afgereden. Heel Maldegem was geschokt door dit ontstellend drama maar
had bewondering voor het dappere gezin dat de jongen hielp met alle mogelijke
middelen om een volwaardig bestaan op te bouwen.
Heel
hun leven hebben de ouders zich schuldig gevoeld door die tragedie, maar Hector
was een moedig overlever. Hij deed goed zijn best op school. Hij studeerde hard
en volgde een kantooropleiding. Hij kon heel goed schrijven, hij hield van
taal. Hij startte een loopbaan als bureelbediende in t Getrouwe Maldegem.
In 1922 opende hij de handelszaak BIJ TORKE CAUWELS in het centrum. De
zuster van Hector Cauwels, Alice Cauwels
(1896 1996), was getrouwd met Omer De Smet(1902), zoon van de vlasbewerker Honoré De Smet en Barbara De Roo
uit de Kwadestraat nr. 5. Zij hadden naast Hector Cauwels een handelszaak voor
klompen, fraaie fantasieklompen, klompensokken, vislijnen en lederen
boekentassen. Beatrice De Meyere was
de voorlaatste eigenares van deze woningen van Alice en Hector Cauwels. Op de
bovenverdieping was een soort tabaksnijderij of - fabriekje. Livina De Windt (1875) en bakker
Theodoor Spiegelaere hadden er ooit nog gewoond voor zenaast t Hof van Brussel gingen wonen.
Hector
droeg lederen zolen en speciale kousen en kon zich redden als de beste. Hij had
een aangepaste driewieler waar hij mee rond reed in het dorp. Op de foto (3) van
Hector op de driewieler, zie je duidelijk Huize - brouwerij Potvliege links en
zijn winkel rechts, met uitstalramen.
Hector
was best een knappe man en hij trouwde met Pharaïlde
Bourgonjon (03 11 1887) op 21 augustus 1924.
De
dagblad - en tabakshandel van Hector
Cauwels en Pharaïlde Bourgonjon, toen Markt 5, was gekend in Maldegem. Wie
kocht er geen inkt, pennen, pennenhouders, leien en griffels en andere kantoor-
of schoolbenodigdheden bij hen? Ze verkochten prentkaarten van Maldegem maar in
de etalage (foto 4) van hun
handelszaak lagen sierlijke pijpen, uitgelezen alcoholische dranken van bekende
merken, sjaals, herenhemden, hemdencols die je afzonderlijk kon kopen, bretellen,
manchetknopen, fraaie dassen, hoeden, horlogebandjes en zakhorloges. De pop in
de etalage draagt een kiel en een pet, dus Hector verkocht ook werkkledij.
Hector was een actief en een gewaardeerd lid van de dorpsgemeenschap en nam
vaak deel aan uitstappen naar de kust en naar Nederland. Wie gevreesd had dat
hij niet lang zou leven, kwam bedrogen uit. Hij werd 82 jaar, mede dank zij de
goede zorgen van zijn echtgenote Pharaïlde Bourgonjon.
Beide
handelszaken van Hector en Alice Cauwelsen het café restaurant Velodrom, waren meteen de laatste woningen van
de Markstraat in de bocht naar de Noordstraat. Je kan dit duidelijk zien op de
prentkaart 5. Er zijn twee verschillende woningen met verschillende
zonnestores, tussen Huize Potvliege en café restaurant Velodrom, nu Praatcafé
De Filosoof.
Op de prentkaarten
5 / 6zie je dat er rechtover nog een voetpad is en enkele woningen. Die
straat met links de brouwerij en domein Tijtgadt overgenomen door de
familieVerkindere, was een doorgang
voor de tram, een tramstraatje. De herberg
Sinte Barbara bij A. Clijncke was toen nog niet afgebroken om plaats te
maken voor het Schouwburgplein. Die prentkaart dateert van begin jaren 30, dus
het zicht oogt zoals meer dan 85 jaar geleden.
Van de familie De Smet uit Moerhuize, naar de
familie Cauwels in de Noordstraat, naar de families Cauwels De Smet in de
Markstraat is een hele omwenteling maar de locatie van een handelsruimte is
belangrijk voor een zaakvoerder.
Binnen
enkele jaren bestaat Bij Torke
Cauwels, deze goedgelegen handelszaak in het centrum 100 jaar. Bijna één
eeuw - oude, drukke, gezellige onderneming in het centrum, gestart door Hector
Cauwels, verdergezet door zijn nichtje Margriet
Cauwels, door haar dochter Christine
De Vlieger en door Maxim
Vandemoere, de zoon van Christine, vier generaties lang. De huidige
dagbladhandel Maxim omvat dus twee
woningen samengevoegd tot één en bestaat bijna 100 jaar. Margriet Cauwels (28
04 1923) zal het nog meemaken. Zij kent nog de volledige geschiedenis van haar
zaak, het verhaal van de belangrijkste familiebanden en alle wetenswaardigheden
van de hele buurt. Zij oogt nog altijd fris en gezond en is begaan met haar
handelszaak in het centrum.(wordt
vervolgd, Hector Cauwels deel XI b,Centrum )
Met
dank voor de fotos, de herinneringen en de informatie aan Mevrouw Margriet
Cauwels, het Archief Maldegem en Rya De Smet.
08-03-2014 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
07-03-2014
Hector Cauwels Centrum Deel XI c.
De handelszaak rond de
familie van HECTOR CAUWELS draait bijna een eeuw lang in hartje Maldegem.
Hector Cauwels Centrum
Deel XI c.
MARGRIET CAUWELS was de dochter van Cyriel Cauwels (10 02 1889)en Euphrasie De Smet (24 04 1892), uit de Oude Aardenburgseweg nr.1. Cyriel was de broer van Hector Cauwels,
zaakvoerder van de dagbladhandel in de Markstraat. Margriet werkte als
kantoorbediende bij de Firma Van de Putte, weverij en Frans De Vlieger werkte
er als meestergast. Op die manier leerden Margriet en Frans elkaar kennen.
In mei 1959 namen Margriet Cauwels (28 04 1923) en haar echtgenoot Frans De Vlieger (14 01 1919-02
06 2012) de handelszaken Cauwels over, die tot op heden worden uitgebaat door
de kleinzoon van Margriet, Maxim
Vandemoere. Margriet en Frans hielden jarenlang de zaak draaiende maar
vergaten niet regelmatig van het leven te genieten. Zij volgden de dansschool
van Rose De Leyn en zij gingen
dertig jaar lang regelmatig op reis naar Spanje
(foto 1). Frans had als professor in het krulbollen zijn vaste stekjes in
Maldegem en omstreken.
Het
aanbod handelswaren evolueerde in de loop van de jaren, volgens de behoeften en
de smaken van de consument. Een uitgebreid assortiment van dagbladen,
tijdschriften, strips, boeken, wenskaarten, papier - en tabakswaren, bretellen,
hoofddeksels, sjaals, paraplus voor heren en dames, handtassen, portemonnees,
portefeuilles en eersteklas reiskoffers van gekende merken werd aangeboden. De
handelswaren werden langzamerhand uitgebreid en gepresenteerd tot één
stijlvolle, aantrekkelijke centrumwinkel.
De relatie
tussen de families Cauwels - De Smet en de aanverwante families Verstringhe, Van
Caeseele en Thijs was innig en vreugdevol. De interessante links wijzen op een nauwe
verbondenheid, gemoedelijkheid en vertrouwen tot op heden. Het is interessant
om hen te vermelden want die families vormden een hechte clan die hun talenten
bundelden en de familiebanden hoog in het vaandel droegen. De knappe dochter van
Margriet en Frans, Christine De Vlieger
(foto 2) staat vrolijk lachend voor de woning van haar achternicht Jeannette Cauwels, echtgenote Armand Buysse.
Tevens heb je een mooi zicht op de zijgevel van de woning van Van Nieuwenhuyze
en de vroegere centrumwinkels rechts aan deze kant van de Markstraat.
Valeer De Smet, zoon van Camiel De
Smet, is de neef van Margriet Cauwels,
dochter van Euphrasie De Smet en ook de neef van Honoré Verstringhe, de zoon van hun tante Sidonie De Smet.
De
ondernemingszin van Sidonie De Smet
en Camiel Verstringhe leidde het
gezin naar de kuststad Knokke en verder tot in het buitenland. Sidonie De Smet
en Camiel Verstringhe uit Middelburg hadden 3 kinderen: Honoré (26 11 1911 15
02 2000) (foto 3), Robert en Marcella. De kinderen Verstringhe kwamen als baby terecht in de Kwadestraat nr. 3, bij Richard Timmerman en Blanca Posman, die het
op zich namen om kleine kinderen te kweken terwijl de ouders dag en nacht
werkten tijdens het seizoen aan de kust. Dat gebeurde vroeger wel meer. Ik
herinner mij daar nog wat van. Die goedgeklede volwassen kwekelingen kwamen
later soms op bezoek bij mijn tante Blanca, bij hun
kinder-opvang-vervang-moeder en het ging er altijd gezellig en hartelijk aan
toe. Ik zeg goedgeklede omdat je kon zien dat zij geen kledingstukken droegen
die wij gewoonlijk zagen in ons dorp. De stof was van een andere kwaliteit,
print en kleur, van Knokke - Zoute in dit geval. Er zijn wel meer kinderen
opgegroeid bij mijn tante Blanca Posman omdat hun ouders het te druk hadden, er
geen of weinig opvang bestond en niet iedereen over een wagen beschikte. In die
tijd was dit eigenlijk uniek, zon kinderopvang. De meeste kinderen konden
altijd terecht bij familie. Nu is het normaal dat kinderen bij vreemden worden
opgevoed. Camiel Verstringhe en Sidonie De Smet baatten ondertussen een hotel
met 100 kamers uit in De Claridge in Knokke - Zoute. Zoon Honoré Verstringhe (foto 3) stapte ook
in het hotelwezen en had jarenlang een hotel in Knokke samen met zijn vrouw
Suzanne Scheerens. Honoré en Suzanne Scheerens hadden twee zonen: René en Marc
Verstringhe. Na het overlijden van zijn eerste echtgenote, hertrouwde Honoré met
zijn nicht Suzanna De Smet, dochter
van Theofiel De Smet en Augusta Keirsbilck. Zij kwamen vaak op bezoek bij hun
ouders in het laatste huisje rechts voor de Rapenbrug (foto 4) in Moerhuize en
hun elegante kleren en chique autos trokken altijd de aandacht van de buren en
de voorbijgangers. De andere kinderen
van Theofiel De Smet waren: Marcel, die
getrouwd was met Julienne Haemerlinck, Yvonne, die op latere leeftijd trouwde
en verongelukte samen met haar man Maurice op huwelijksreis in Duitsland en
Clara De Smet die getrouwd was met de buschauffeur Achilles Wille.
René Verstringhe werd een gekend
advocaat in Knokke en Marc Verstringhe
ging in London wonen. (Achter) nichtjes en (achter) neefjes van Maldegem gingen
in het hotel werken tijdens de vakantie. Rya
en Nadine De Smet, dochters van Valère
De Smet en Laura Goethals hebben
een paar zomers doorgebracht aan de kust in het hotel in Knokke - Zoute en
Nadine De Smet ging naar Engeland bij de familie van Marc Verstringhe om Engels
te leren.
Ik ga terug
naar de familie De Smet. Honoré De Smet
was de peter van zijn achternichtje Nadine
De Smet. Hij woonde in de Kwadestraat nr. 5. Hij had drie kinderen: Omer De Smet getrouwd met Alice
Cauwels, Theofiel De Smet gestorven
toen hij uit het leger kwam en Camiel De
Smet getrouwd met Agnes Van
Landschoot die later het ouderlijk huis betrokken (voordien Leiestraat 3).
De dochter van Camiel De Smet, Lutgarde De Smet en haar echtgenoot Freddy Savat
lieten een huis bouwen naast het huis van de ouders, Kwadestraat 7. Een van de
kleinzonen van Camiel De Smet, Frederik Savat woont nu nog in het huis op een
groot perceel grond van zijn grootvader, in de Kwadestraat nr.5.
In de buurt van de dagbladhandel van Hector
Cauwels waren nog enkele belangrijke handelszaken. Vanaf het
Ballingstraatje in de Marktstraat vlakbij Torke Cauwels, had je Huize
Potvliege met de ingang van de brouwerij in de Noordstraat, de winkels van Hector
en Alice Cauwels en het café restaurant de Velodrom. Rechtover de Velodrom in
de Noordstraat staat het eeuwenoud zestiende-eeuws schuin ingeplant hoekhuis met voortrapgeveltje,
rechthoekige bovenvensters en halfcirkelvormige venstertjes en hoogkamer dat
ooit een Hof de Commerce was of
een Koophandelsgasthof, een hotel
voor commerçanten. Heel lang geleden was dit huis dus een herberg - hotel, de
aanlegplaats voor de paarden van de reiskoetsen. De paarden werden verzorgd op
het domein erachter en de voerlui konden eten en overnachten in de herberg. In
de zijdeur met opstapje langs de Mevrouw Courtmanslaan werden de postpakketten
verzameld en opgestapeld om te verzenden via de tram die er langskwam.
Het
gezin Edmond De Coninck en Palmyre
Anneman woonde in het café op de hoek waar nu Dokter Dimitri Van Landegem woont, dus op het einde van dit stukje
Mevrouw Courtmanslaan. Edmond reed met de duiven naar Frankrijk en onderweg
leerde hij zijn echtgenote kennen, die op die manier hier in ons dorp
terechtkwam. Edmond De Coninck en zijn familie hadden er een café, voor Hector
Borgonjon en Suzanne Van Landegem en voor Oscar Andries, die er ook het café
uitbaatten.
De
mooie hoekwoning (foto 5) werd eigendom van Edmond De Coninck, de vader van Adèle (1886), Angèle (1884), Clementine,
Albert (1890), Adelin (1893) en Georges
(1902) De Coninck. De ongetrouwde zussen
Adèle en Angèle De Coninck startten een schortenwinkeltje in de herberg van hun
vader en verhuisden later naar de hoekwinkel waar ze een lingerie- en
linnenzaak De Duizend Schorten,
Noordstraat nr.1 opzetten. Adelin De
Coninck 1893 trouwde met Lemiengre
Pharaïlde uit Meulebeke. Zij baatten het Café De Schouwburg uit van 1938
tot 1944. De vader van Hedwige was de eerste uitbater van de
Schouwburg. Hedwige speelde piano achter het doek van de cinemazaal op de
eerste verdieping. Adelin De Coninck had twee dochters, Hedwige
(1927) en Myrna. Zij woonden in de Mevrouw Courtmanslaan 4 en Hedwige De
Coninck woont nog altijd in het huis van haar ouders. Albert De Coninck had de
eigendom ernaast, die werd gekocht door Hedwige De Coninck die het huis altijd
verhuurde, twee woningen nrs. 4 en 6 met ertussen een gemeenschappelijke inrijpoort.
Myrna De Coninck erfde het stijlvolle
hoekhuis Noordstraat nr. 1 en nam de
winkel van de tantjes over. Na het overlijden van Myrna waren er diverse handelszaken
o.a. een Pittahuis. Het mooie gevelhuis staat nu leeg maar wordt opgeknapt. Het
volgende, stijlvolle, hoge, brede huis (foto ) tussen het hoekhuis en de woning
van Hedwige De Coninck was eigendom van de broer van Adelin namelijk van
Fotograaf Georges De Coninck. Het werd
voor de oorlog verhuurd aan de Boekhouders Vlierinck
- Standaert en vanaf 1950 aan de zaakvoerders van de school en
kantoorbenodigdheden René (23 04 1901) en
Maria Verhoeye Van den Berghe. Het huis heeft intussen vele andere
huurders gehad maar is nu een woonhuis, geen handelszaak.
De drukte, de levendigheid en de detailhandel
verdwijnen langzamerhand uit het dorpsbeeld. Het consumptiepatroon is veranderd
en de mensen gaan op de rand van het dorp shoppen in de megastores en jongere
mensen bestellen met een paar muisklikken zoveel mogelijk online. Consumenten
besteden niet zoveel tijd meer aan winkelen. Bovendien zijn de dorpskernen
overwoekerd door flatgebouwen. Meer en meer oudere mensen kunnen de hoge energiekosten
en de kostprijs van renovatie en het onderhoud van huis en tuin niet meer aan
en laten zich overtuigen om hun laatste jaren te gaan slijten in duivenhokken
van 60 vierkante meter en een beetje meer, overgeleverd aan syndici die meestal
deel uitmaken van een immobedrijf met eigen verzekeringskantoor, eigen bank,
eigen door hun organisatie opgemaakte contracten en aanbevolen tarieven enz.
zodat de gemeenschappelijke kosten de pan uitrijzen. Maar dat is een verhaal
apart.
Gelukkig
hebben onze nieuwe, oudere centrumbewoners niet zoveel meer nodig en kunnen zij
nog terecht bij de enkele handeldrijvende, enthousiaste zelfstandigen die zich
toespitsen op deze consument die het moeilijk vindt om per auto inkopen te
doen. Hector
Cauwels centrum deel XI c.