Cultuur en leven in Maldegem, interviews en herinneringen.
05-11-2018
MICK MATTHYS! NIEUWE UITGAVE! TE KOOP IN MALDEGEM;
MARIANNE POSMAN brengt nieuws over uitgeweken talent in Maldegem.
WAAROM BELGEN GELIJK HEBBEN EN NEDERLANDERS
GELIJK KRIJGEN. Mick Matthys.
Toen ik als kind
in Maldegem woonde zag ik ooit een Zeeuwse vrouw in traditionele klederdracht
door het Peurke fietsen en vond dat toen erg ouderwets. Ze bestaan nog altijd. Later
kreeg Nederland de naam progressief, open en tolerant te zijn. Dat is verleden
tijd, zegt men. Eenmaal aan het werk in Utrecht maakt ik volop kennis met de Nederlandse
manier van leven. In het begin was het aanpassen, later voelde ik me er goed
thuis. Ik leerde om te gaan met de vooroordelen over en weer. Ik merkte al snel
dat veel Nederlanders België zagen als een gezellig volkje met een schattig
taaltje. Maar ook dat Vlamingen vaak last hadden van een soort Calimerocomplex
dat zij dan bescheidenheid noemden.
Vlamingen in
Nederland voelen zich over het algemeen welkom, maar vaak hoorde ik dat dit
voor Nederlanders in België niet het geval was. Hoe komt dat? We zijn toch buren
en spreken toch dezelfde taal? De ruimtelijke afstand is klein maar de culturele
afstand is erg groot. Ik wilde weten hoe Nederlanders in België en Belgen in
Nederland omgingen met die cultuurverschillen en of zij erin geslaagd zijn
ermee om te gaan en te integreren in het andere land. Ik heb 30 Nederlanders in
België en 30 Vlamingen in Nederland geïnterviewd over vooroordelen en clichés,
taalverschillen, omgang met macht en hiërarchie, emancipatie, economie en
arbeid, onderwijs en gezondheidszorg. Voor het hoofdstuk over taal heb ik
dankbaar gebruik gemaakt van de opvattingen van Johan Taeldeman uit Kleit (zijn
tante was ook mijn tante). Ik heb gemerkt dat sommige vooroordelen wel en veel
vooroordelen niet kloppen en dat het met bepaalde vooroordelen juist andersom
is.Mick Matthys.
Het boek werd gepresenteerd in Brussel in het
Vlaams-Nederlands huis voor cultuur en debat, Leopoldstraat 6 op 20 september
om 20 u (met Joke van Leeuwen) en in Amsterdam in het Vlaams-Nederlands huis De
Brakke Grond, Nes 56, op 25 september om 20 u (met Marieke van Bommel van het
Mas-Antwerpen).
Groot-Maldegem als grensgemeente had altijd banden met
Nederland. Het boek is heel interessant, vlot en duidelijk, zeker al omdat het
geschreven is door een professor, afkomstig van de Rapenburgstraat, Maldegem.
Wie het boek graag heeft (19,99 euro) kan me een mailtje zenden voor 18
september: livinaleonie@live.be
of telefoon 050 71 29 11 of in de Standaard boekhandel.
05-11-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
Dichteres Maria Sesselle en haar dichtbundel VUUR.
MARIANNE POSMAN brengt nieuws over uitgeweken talent in Groot-Maldegem.
MARIA SESSELLE bracht de vredesboodschap in haar
nieuwe uitgave, VUUR!
Het prachtige
boek VUUR, 200 blz. met kleurrijke kaft en fotos van schoonzoon natuurfotograaf
Peter De Craene werd gedrukt in Maldegem bij Drukkerij Van Hoestenberghe en
wordt te koop aangeboden in de Standaard Boekhandel, Maldegem, Eeklo, Brugge en
Deinze.
De familienaam Sesselle klinkt als een klok in Groot-Maldegem.
Talrijke familieleden bundelen enorm veel talent en haalden vaak krantenkoppen.
Maria Sesselle ontroert met woorden en doet de mens mijmeren naar meer.
Haar gedicht
VLIEGEN beschrijft een piloot in de oorlog
van 40 45 én is in opdracht geschreven, verplicht schrijven is altijd heel
moeilijk voor een kunstenaar en het onderwerp oorlog heeft soms een bittere smaak.
Na een bezoekje aan haar kunstzinnige broer in beelden, Johan Sesselle kreeg zij inspiratie, ze stopte vlug op een smalle
parkeerstrook en schreef razendsnel het hele gedicht, zonder achteraf nog iets
te moeten verbeteren. Een unicum want
dit gebeurt zelden. Een dichter werkt hard, wikt en weegt soms dagenlang elk
woord om aan een totaalplaatje te komen dat de mensen boeit en raakt.
Alle
gedichten van Maria Sesselle zijn blijvers en zij won talrijke prijzen. Haar palmares is indrukwekkend en haar
werk wordt nog gelezen en voorgedragen op bijeenkomsten, tijdens voordrachten
en workshops in scholen, tijdens plechtigheden in heel Vlaanderen.
De
stad Eeklo, de Cultuurdienst, de stafmedewerker Frederik Roegiers, de directrice
van de kunstacademie Roos Lauwaert, de muziekmaatschappij De Pijpers en
talrijke organisaties en personen brachten hulde aan deze aantrekkelijke
dichteres tijdens Open Monumentendag, een feestelijk gebeuren rond poëzie en
oorlog met een kunstwerk aan de Balgerhoeke brug, met haar gedichten op spiegels
in een groen hoekje aan het kanaal als aandenken aan de 54 901 0000
slachtoffers en 10 000 000 gesneuvelde militairen.
Haar gedicht VUUR werd
vertaaldin het Engels Flight door
de Commonwealth Wargraves Commission, een hele eer en ook in het
Duits, in het Frans, opdat alle nabestaanden van de slachtoffers het zouden
kunnen begrijpen, een troostende gedachte. Germanisten-leerkrachten Hilde De
Munter, Veerle Van de Walle en schrijver Albert Verleyen lazen de gedichten
voor. Maria Sesselle bracht hulde aan bijna
65 miljoen mensen die sneuvelden in Europa tijdens de oorlog en eindeloos
verscheurend verdriet brachten in 65 miljoen gezinnen. Nog hebben de
machtshebbers niets geleerd en oorlog heerst overal elders, wat Maria Sesselle
ook brengt in haar gedichten.
Foto:
De Schepen van Cultuur, Rita De Coninck, Eeklo overhandigt bloemen aan de dichteres,
Peter De Craene, natuurfotograaf, Zomergem, www.uitwaaien.be. Toerisme
tip: Balgerhoeke brug.
<iframe src="https://onedrive.live.com/embed?cid=3270C04849BABCF1&resid=3270C04849BABCF1%2145555&authkey=ADBLfrXClX-jiOE&em=2&wdStartOn=1" width="476px" height="288px" frameborder="0">Dit is een ingesloten <a target="_blank" href="https://office.com">Microsoft Office</a>-documentbestand dat mogelijk is gemaakt door <a target="_blank" href="https://office.com/webapps">Office Online</a>.</iframe>
Vooraleer
een reeks te schrijven over 100 jaar kerk in Maldegem, gaan we even de
100-jarige MARCEL DHUYVETTER interviewen.
Marcel
Dhuyvetter werd geboren in IJzendijke,Nederland op 23 juni 1917, ietsje meer dan 100 jaar geleden.
Hij had een broer Omer Dhuyvetter, onderwijzer
Broeder Raymond in de broederschool, Stationsstraat
nummer 56. Omer was geboren op 27 juli 1922.
Omer en Marcel waren de zonen van Engelbert Dhuyvetter, geboren in Kaprijke
op 6 juni 1879. Marcel had nog een zuster Clara Dhuyvetter. Zij bleef na haar
huwelijk met een Nederlander, in Nederland wonen. De ouders Dhuyvetter waren Belgen, maar zij
vluchtten naar Nederland tijdens W.O. I en op die manier werden hun kinderen in
Nederland geboren. Ze kwamen pas terug naar België in 1926.
Marcel
Dhuyvetter deed zijn legerdienst vanaf 25 februari 1937. Hij was toen een jonge
twintiger op de vooravond van de wereldoorlog. Hij nam deel aan de 18-daagse Veldtochtvan 10 mei tot 28 mei 1940, tegen de
Duitsers en werd door hen gevangen genomen. Hij is dus oud-strijder.
Marcel
Dhuyvetter was postbode vanaf 1950 in Maldegem, hij had diverse ronden doorheen
de gemeente, eerst met de fiets, later met de auto. Hij koestert mooie
herinneringen uit zijn lange loopbaan.
Hij
trouwdemet Irma De Kezelin 1942. Pastoor
Sies zegende het huwelijk in.
Pastoor Sies is geboren als Franciscus
Sonneville op 18 juli 1870 in
Destelbergen. Vader Charles en moeder Pauline Vereecken hadden een boerderij in
de Kerkstraat. Franciscus was de tweede oudste van zes kinderen. Vader vond dat zijn zoon niet
geschikt was voor de zware boerenstiel. Hij mocht studeren aan het college in
Eeklo. In 1893 werd hij priester gewijd en mocht hij onmiddellijk aan de slag als
subregent aan het Sint-Antoniuscollege in Ronse. In 1897 werd hij aangesteld als
onderpastoor in Wichelen. Over die periode is niet veel gekend, hij zweeg daar
liever over. Wat we wel weten is dat hij enkele jaren uit zijn ambt gestapt is
en handelaar in boter en eieren werd. Hij zei ooit over zijn periode in Wichelen:
"Daar heb ik mijne stiel geleerd!" Hij bedoelde daarmee eigenlijk: Ik
heb daar leren pensen (stropen)! Op 7 februari 1918 werd hij aangesteld als
pastoor in Watervliet, hij verbleef er 28 jaar! Hij overleed er op 5 december
1946. Hij ligt begraven op het kerkhof van Watervliet. In Watervliet kreeg hij de
naam "Sies". Hij was een volksvriend, een fratsenmaker maar geen
clown! Hij nam het vooral op voor de armen. Sies was heel gekend als penser
(stroper) en jager, samen met de "grote" boeren. Veel van het wild
dat hij schoot of uit zijn netten en stroppen haalde deelde hij met de
behoeftigen. Het gebeurde wel eens dat hij 's morgens vroeg uit de polder kwam
met een haas of een konijn, hij bond dat onder zijn soutane en zo deed hij de
vroegmis! Hij had het hart op de tong en gaf menige gierige rijkaard een veeg
uit de pan. Regelmatig kwam hij in aanvaring met zijn oversten. Het geld dat hij
ophaalde met St.-Pieterspenning hield hij in Watervliet. "Rome, dat is veel
te ver", zei hij daarover. Het boek over zijn leven in Watervliet, geschreven door de Watervlietnaar Jef De Paepe,
staat vol van anekdoten. Hierop is de belevingswandeling "Op stap met
Paster Sies" van Norbert De Coster ontstaan.
In
1944 zetten de Duitsers Watervliet onder water en het echtpaar Dhuyvetter moest te
voet met het kleine kindje Paula op de arm, door t water vluchten naar Waterman-Oudeman.
In Maldegem woonden zij in de Vakekerkweg 64, later in de Politieke
Gevangenenlaan, Maldegem. Zij vierden hun 67ste huwelijksverjaardag
met de hele familie. Het spreekt vanzelf dat Marcel nog altijd zijn echtgenote
mist.
Marcel Dhuyvetter en Irma
De Kezelhadden drie dochters Paula
(Watervliet, 26 08 1942), Christiane (Watervliet,16 10 1947) en Marleen (Eeklo,
07 03 1955) en de nakomelingen vormen vijf
generaties: Ann en Philippe Debbaut,
Veerle Landuyt, Thomas, Simon en Lien Swankaert.
Vierde generatie: Nicolas en Mathieu Deligne,
Meghan Debbaut, Naomi, Massimo en Matteo Dhont.
In juni 2017 werd Tiesj Waerniers
geboren als schitterend achterkleinkind verjaardagscadeau voor zijn 100-jarige
overgrootvader.
Vijfde generatie: Axelle en Vince Mouton,
kleinkinderen van Veerle Landuyt.
Marcel werd katholiek opgevoed en geloof
en kerk bleven zijn leven en zijn gezin beïnvloeden. Hij ging naar de
zondagsmis, de kinderen werden gedoopt, deden hun communie en trouwden in de
kerk. Toen was dit de normale gang van zaken. De meeste oudere mensen zijn nog
verbonden met de kerk door hun opvoeding. Hij is gestopt met de kerkgang toen
hij negentig jaar werd en volgt nu de eredienst op de VRT.
Als 100-jarige kan hij terugblikken op
een mooi en lang leven. Geloof en kerk waren verbonden met het dagelijks leven.
Nu is de kerkgang en het geloof fel verminderd door allerlei omstandigheden en
misschien ook wel wat door de achterhaalde visie van de paus en zijn omgeving
die zich te weinig kunnen of mogen aanpassen aan de wijzigingen in de
samenleving. Vroeger werden soms jonge mensen gedwongen door hun familie om
priester of nonneke te worden. Zij waren de eersten later om hun roeping te
wijzigen. Anderen volgden een roeping met verkeerde bedoelingen, met alle
gevolgen van dien, niemand heeft daar echt grip op.
Marcel brengt een belangrijke,
vredelievendeboodschap naar de ander:
Leer de anderen te aanvaarden zoals ze zijn, godsdienst, politiek, kleur, ras,
afkomst, uiterlijk, kledij mogen geen
rol spelen. Als iedereen zijn best doet om met elkaar overweg te komen, dan
zijn er geen problemen, geen ruzies, geen vetes en geen oorlogen.
Als
100-jarige kan je enkel dankbaar en tevreden zijn met het geluk in het leven,
omringd door kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen.
Getuigenissen over 100
jaar kerk.Foto's Els Stevens. Tekst M. Posman
26-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
25-05-2018
Afscheid van E.H. Pastoor-Moderator, ere-deken Stefaan DE PAEPE
Groot-Maldegem nam afscheid van E.H. Pastoor-Moderator, ere-deken Stefaan DE PAEPE op 30 september 2018.
Een serene eredienst in de bomvolle centrumkerk was een volwaardig afscheid van deze vriendelijke, rijzige priester die jarenlang glans in de ogen van de ander bracht. De muziek gepresenteerd door het kinder- en het gemengd koor was adembenemend.
De eredienst werd gevolgd door een stemmige receptie op het gemeentehuis om drie uur.
Het was een verhaal van dienstbaarheid en dankbaarheid. Met onze uitstekende parochieherder verliezen velen een anker. Hij laat een leegte achter in alle parochies maar Groot-Maldegem zal ook zijn opvolger, E.H. Luc Mertens verwelkomen op zondag 21 oktober om 15 uur.
Ere-deken Stefaan DE PAEPE kwam in Maldegem in april/mei 1996. Hij werd de parochieherder van de Sint-Vincentius à Paulo-parochie in Kleit op 6 februari 2000, van de Sint-Adrianusparochie in Adegem op 30 december 2008, van de Sint-Jozefsparochie in Maldegem-Donk op 2 april 2018 en van de Sint-Petrus en Paulusparochie Middelburg op 2 april 2018 tot eind september.
Zijn taak in Groot-Maldegem is volbracht.
Voor meer informatie over de verwezenlijkingen en de opdrachten van deze waardige parochiepriester, raadpleeg het Jaarboek Ambacht 2018 in december of het Liber Memorialis in het kerkarchief en bekijk de filmpjes van Noël Ryheul met weemoed.
Iedereen wenst E.H. Pastoor-Moderator, ere-deken Stefaan DE PAEPE een rustig en dienstbaar leven verder als aalmoezenier in het Woon- en Zorgcentrum Eke-Nazareth, dichterbij zijn heimat.
Camob SDP-3774 Stefaan De Paepe nam na 22 jaar dekenaat afscheid.
Hij werd geboren
in Gent op 29 oktober 1946, werd licentiaat Toegepaste Theologie, gaf les en
was onderpastoor in Eeklo, was proost van de Arbeidersbeweging in Sint-Niklaas
en was pastoor-deken in Ledeberg.
Hij kwam in Maldegem op 21 april 1996.Hij was de parochieherder van
de Sint-Barbaraparochie in Maldegem op 6 mei 1996, van de Sint-Vincentius à Paulo-parochie in
Kleit op 6 februari 2000, van de Sint-Adrianusparochie in Adegem op 30 december
2008, van de Sint-Jozefsparochie in Maldegem-Donk op 2 april 2018 en van de
Sint-Petrus en Paulusparochie Middelburg op 2 april 2018 tot begin september.
Een zware taak.
Op zijn eigen, rustige manier
leidde deze vriendelijke, rijzige priester tweeëntwintig jaar lang alle
erediensten, aanvankelijk in de Sint-Barbarakerk van Maldegem en later in alle
kerken van Groot-Maldegem. Elke eredienst droeg zijn stempel, sereen, ingetogen,
medelevend, vrolijk en blij voor de kinderen. Hij legde het evangelie uit op
zijn eigen manier, soms met een kwinkslag, maar zeer duidelijk. Naargelang de
situatie paste hij zich
aan. Hij was aanwezig bij alle evenementen in de diverse
parochies, hij bezocht de zieken, hij stond de mensen bij in hun
verdriet en hij was aanwezig op bijeenkomsten van verenigingen. Hij was een
baken voor velen. Met onze
uitstekende parochieherder verliezen velen een houvast. Hij laat een
leegte achter in alle parochies maar Maldegem zal ook zijn
opvolger. E.H. Luc Mertens verwelkomen midden oktober.
Elke parochie wordt gedragen door de
priester, de parochieploeg, de kerkraad en een heel team medewerkers. De parochies zullen hem
missen. Voor meer informatie, raadpleeg de Jaarboeken Ambacht of het
kerkarchief en bekijk de filmpjes van Noël Ryheul met de glimlach.
Vaart wel .
in het Woon en Zorgcentrum Eke-Nazareth, dichterbij uw geboortestad.
We citeren Manu Verhulst:De priester is vandaag een zeldzaam
exemplaar, tevreden en gelukkig in een wereld van nooit genoeg. Zijn vrede
zit vanbinnen, in de binnenkamer van zijn hart als hij luistert naar Zijn Heer
en Vriend. En elke avond mag Hij hem na bidden: Hij die mij gezonden heeft, is altijd bij Mij. Hij
laat me nooit alleen. (Joh. 8, 29).
Op 30 september 2018
wordt afscheid genomen met de medewerking van de vijf Maldegemse parochies.
Foto Kerk en Leven.
Verwoord.
M. Posman. Foto's internet, Els Stevens en M.J. De Clerck.
25-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
Getuigenissen 100 jaar kerk in Maldegem. Deel 2.
25-05-2018
Getuigenissen over 100 jaar kerk. Deel 2.
Het is nu wel zo dat de parochiepriesters in Maldegem en in andere dorpen, het gedurende de eerste helft van de vorige eeuw niet echt moeilijk hadden om de evangelische boodschap te verspreiden. De parochianen waren gelovig, godvrezend en hadden respect voor de geestelijken. Het grootste deel van de bevolking was arm
Een bemerking van Remi De Roo stemt tot nadenken.
Remi, Jozef, René De Roo, geboren in Brugge op 12 11 1929, opgegroeid in Vake gaat al heel zijn leven naar de zondagsmis. Toen hij klein was trokken hij, zijn broers en zussen te voet naar de kerk, later met de fiets en dat is zo gebleven tot op heden. Nog heel wat buren en kennissen gaan naar de kerk, maar dit zijn oudere mensen.
Het geloof en de kerk hoorden vroeger bij de opvoeding, bij het onderwijs en het dagelijkse leven, zegt Remi. Geloof was een houvast. De laatste jaren merk je toch wel heel duidelijk dat de kerkgang afschrikwekkend snel achteruitgaat. De jongere generaties interesseren zich niet meer voor de kerk, zij zijn niet meer gelovig, hoewel ze wel hun kinderen laten dopen, hun communie laten doen, naar katholieke scholen laten gaan of toch godsdienst laten volgen. Sommige jonge mensen trouwen nog in de kerk maar heel veel uitvaarten grijpen plaats in troosteloze zalen van een begrafenisondernemer. Op een of andere manier hebben veel mensen liturgie afgezworen, de kerkelijke rituelen zeggen hen niets meer. Een groot deel van het Vlaamse cultuurpatrimonium gaat op die manier aan hen voorbij. Het erfgoed, de eeuwenoude rituelen raken in de vergeethoek, wat wel heel jammer is. De lichamelijke kenmerken worden doorgegeven in het nageslacht, de liefde en de herinneringen blijven bewaard maar het geestelijk erfgoed wordt niet meer geërfd, wat toch betreurenswaardig is. (R De Roo)
In het Liber Memorialisecclesiae et parochiae Sanctae Barbarae, Maldegem noteerde sinds 1872 elk parochiepriester, pastoor/deken de verwezenlijkingen tijdens de ambtsperiode. De parochieherders van Maldegem waren stuk voor stuk, ondernemende mensen die het goed voor hadden met alle lagen van de bevolking. Aan de ene kant waren er de adel, de burgerij, de landeigenaars, de welstellende klasse waartoe de priester door zijn studies en opleiding eigenlijk ook hoorde en die hij ook nodig had om het lot en de levensomstandigheden van het grootste deel van de bevolking van Maldegem, de armen, de ongeletterden een hoger niveau te bezorgen en allen dichter tot elkaar te brengen, zodat Maldegem grotendeels eensgezind en overwegend katholiek kon blijven bestaan en bloeien.
Eind 19de eeuw en begin 20ste eeuw ontstond ook in Vlaanderen de industriële revolutie. In de steden Gent, Aalst maar ook in Eeklo en Waarschoot ontstonden textielweverijen en spinnerijen waar soms duizenden mensen werkten, mannen, vrouwen en heel veel kinderen, in mensonterende situaties. De werkomstandigheden waren erbarmelijk, soms barbaars en de lonen waren zeer laag. Men kon spreken van echte uitbuiting. De arbeiders groepeerden zich om tegen de uitbuitingen te strijden, de eerste syndicaten van socialistische inslag ontstonden.
Denk maar aan priester Adolf Daens die zich het lot van de fabrieksarbeiders aantrok op het eind van de negentiende eeuw en op felle weerstand stootte van de bezittende klasse, gesteund door de kerk. De clerus die zich meestal ophield in de burgerij zag de bui hangen en sommigen zagen de noodzaak in dat ze ook iets moesten doen voor de arme werklieden en het boerenvolk. Een stap naar ontvoogding.
Historiek. 19de eeuw.
Pastoor Emmanuel Verstraete (Eeklo 1824 - Maldegem 8 juni 1888) had zich naast zijn ambt als zielenherder, vooral toegespitst op het katholiek onderwijs in Maldegem, ten koste van het bloeiend gemeentelijk onderwijs dat op die manier werd gedwarsboomd wat een blijvende kloof creëerde tussen katholieken en liberalen in ons dorp. De godsdienstlessen in het officieel onderwijs stonden op een laag pitje en dat strookte niet met de idealen van de parochieherders. Kennis van religie is levensnoodzakelijk om alles wat in de wereld gebeurt te begrijpen.
De eerste Zusters Maricolen landden in Maldegem, onder leiding van Moeder Ida. In het begin gaven de zusters les in de zondagsschool. In datzelfde jaar kochten Kanunnik Andries en pastoor Teurrekens (pastoor van 1880 1888) een stuk grond aan de Markt en in 1874 werd de eerste steen gelegd van het KLOOSTER dat nu nog het gezicht van de Maldegemse markt bepaalt. In 1875 voldeed de school aan alle eisen.
In 1885 werd er een mandenschool opgericht om arme meisjes op te vangen. Ze kregen wat les en werden intussen aan t werk gezet en voor hun werk betaald.
Bron Jaarboeken Ambacht, boek Parochiaal Leven en Liber Memorialis.
Tekst Marianne Posman.
Foto M.J. De Clerck. (2) (wordt vervolgd).
25-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
24-05-2018
“Getuigenissen over 100 jaar kerk in Maldegem.” Deel 3.
MARIANNE POSMAN brengt:
“Getuigenissen over 100 jaar kerk” in Maldegem.
“Getuigenissen over 100 jaar kerk.” Deel
3.
Historiek.
19de eeuw.
Nico
Vercruysse (1937) getuigt: ‘Ik was de zoon van Medard Vercruysse en Alice De
Lille. Wij woonden in een melk- en kaaswinkel tijdens mijn jeugdjaren naast de
huidige Spar De Linde op de Marktplaats in Maldegem. Ik liep school in de
Broederschool en aangezien de woning van mijn ouders geen tuin had, mocht ik op
straat spelen en ’s zondags ging ik naar de patronage, het Vakantie Patronaat
(V.P.) op de hoek van de Mevrouw Courtmanslaan, rechtover de ingang van het
Koninklijk Atheneum waar men kinderen op zondag aangenaam en godvruchtig
bezighield en waar geturnd werd en waar toneeltjes werden opgevoerd enz. Heel
wat gebouwen in Maldegem werden opgetrokken voor de armen, de jeugd, de
verenigingen enz… met gelden en giften van en aan de kerk’
Na het
overlijden van Pastoor Emmanuel Verstraete op 8 juni 1888 werd de 54-jarige
dynamische en welgestelde priester
Henricus Bouckaert (Waarschoot 01 01 1834 – 16 11 1911)als pastoor ingehuldigd op 12 juli 1888 in Maldegem. De Maldegemse Sint-Barbaraparochie had het geluk dat
E.H. Henri BOUCKAERT er tot pastoor benoemd werd. Pastoor Bouckaert was een gefortuneerd man met een duidelijke plan om
zijn fortuin ten dienste te stellen van de Maldegemse bevolking. Pastoor
Bouckaert had zijn strepen al verdiend in Gentbrugge. Hij had kasteelheer
Philippe Van de Velde gevraagd om een ‘Hospice’, een hospitaal en rustoord te
bouwen voor de zieke en arme bevolking. Vanaf 1881 kwam het ‘gesticht’ of
‘hospice’ Sint-Joseph in gebruik, onder leiding van de Zusters van Waarschoot.
Het Sint-Joseph Hospice werd de voorloper van AZ Maria Middelares Gent! Uit
dankbaarheid bestaat er in Gentbrugge, een Henri Bouckaertstraat.
E.H.
Henricus Bouckaert stortte zich onmiddellijk op het onderwijs voor klein en groot in het centrum en op het platteland
in Maldegem. Hij kocht in 1888 een enorm stuk grond aan Juffrouw Storme en aan
de kinderen van Himschoot, in de huidige 39e
Linielaan 4, Maldegem en liet er een schoolvleugel met acht klassen bouwen
achterin aan de nieuwe buurtweg. In 1889
konden de Broeders Hiëronymieten van Sint-Niklaas lesgeven in de ‘BROEDERSCHOOL’. E.H. Henricus
Bouckaert liet ook ‘HET BROEDERHUIS’
optrekken voor de broeders-onderwijzers.
Toen
alle broeders overleden of vertrokken waren konden vanaf 2004 de Maldegemse
verenigingen voor hun activiteiten terecht in Het Broederhuis. De nieuwe
accommodatie moest de leemte opvullen die er kwam na het wegvallen van De Gilde
als parochiecentrum.De vzw Dekenale
Werken van het dekenaat Maldegem kreeg een erfpacht op de gebouwen van de
gebroeders Hiëronymieten aan de 39ste Linielaan. Ook de vroegere kapel werd
verbouwd. De ruimtes zijn in de eerste plaats bedoeld voor de parochiale
verenigingen, maar ook anderen kunnen er al dan niet eenmalig gebruik van
maken.
In 1890 liet pastoor
Henricus Bouckaert een PATRONAGE OF GILDEHUIS voor jongens
bouwen in de tuin van de broederschool, nu de refter en het bijgebouw van de
lagere school bovenbouw De Ark II. De patronage liep tot aan de garage van Aloysius of Aloïs Elias, aanvankelijk smid
later mecanicien en garagehouder en verdeler van het automerk Ford, na W.O.I.,
in de Voorstraat 7, vanaf 1936 de Mevrouw Courtmanslaan genoemd. De dochter van
Aloïs, Madeleine Elias en haar echtgenoot August Standaert hadden er jarenlang
een prachtige villa. Nu staan er op het domein Elias, o.a.
vier rijhuisjes van Hyboma rechtover het Koninklijk Atheneum en op de hoek een
flatgebouw.
Velen herinneren zich nog de patronage. Activiteiten zoals sport, spel,
zang, toneel en godsdienst voor jongens grepen er plaats. Die patronage werd uitgebreid
door de opvolger van H. Bouckaert, namelijk pastoor Petrus Van Loo in 1911.
Het gebouw is afgebroken voor de aanleg van de Kanunnik Andrieslaan, een verbindingsstrook pas ontstaan tijdens de
jaren dertig onder het bewind van de Familie De Lille. Van de tuin van de
Broeders en de Broederschool nu speelplaats lagere school De Ark van de Zusters
Maricolen, kon men naar die patronage.
De patronage verloor ook haar
functie in 1930 met het ontstaan van talrijke jeugdbewegingen in
Maldegem. Dank zij die scholen, die recreatiezalen enz. had de kerk invloed op
de bevolking. Naast de Broederschool, het Broederhuis en de Patronage
realiseerde Pastoor H. Bouckaert nog talrijke projecten.
Bron:
Boek Parochiaal Leven en Liber Memorialis. Tekst Marianne Posman. Fotograaf Els
Stevens (broederhuis). (wordt vervolgd).
24-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
23-05-2018
âGetuigenissen over 100 jaar kerk in Maldegem.â Deel 4.
Getuigenissen over 100 jaar kerk in Maldegem.Deel 4.
Historiek.
19de eeuw.
Pastoor Henricus Bouckaert was door
God gezonden in Maldegem, hij bracht veel veranderingen ten goede.
Hij zorgde
voor uitbreiding van het katholiek onderwijs en voor nuttige
vrijetijdsbestedingen voor klein en groot.
Denise Verplaetse (15 11 1925) getuigde:
Ik ben opgegroeid in het weeshuis in Maldegem. Mijn moeder stierf heel vroeg
en de familie kon al mijn zussen en broers niet opnemen. Ik kwam terecht in het
weeshuis. We werden er goed begeleid en opgeleid. Ik leerde de schrijnwerker
Denys Van Haecke kennen en samen hebben wij een mooi gezin grootgebracht in de
Speyestraat in Maldegem.
Bovendien liet Pastoor Henricus Bouckaert in 1890een weeshuisbouwen naast
het bestaande klooster dat dateerde van 1874. Je kan dat nog zien aan de
verschillende gevelstenen vooraan. De prentkaart van het klooster dateert van
1909, er was nog geen Nieuwstraat aangelegd, achteraan staat de Molen en er
rondom waren velden, boomgaarden en moestuinen. Het klooster is in 2018, 128
jaar oud en een beschermd gebouw, het blijft een deel van het marktgezicht.
De wezen van het weeshuis verlieten het klooster als
ze werk vonden of als ze trouwden, sommigen hadden levenslang een familieband
met de zusters en met elkaar. Velen herinneren zich Jeanneke, die levenslang in het klooster bleef wonen, als
keukenhulp en manusje van alles. Zij was een overblijfsel van het voormalige
weeshuis.
De kapel in de 39e Linielaan naast de Broederschool dateert van 1900. De gedenksteen in de achtergevel
vermeldt: "Ter ere van de Heilige
Antonius van Padua E.H. H. Bouckaert, pastoor, Maldegem, 25 juni 1900".
In 2004 kreeg de kapel een herbestemming als polyvalente ruimte voor het
parochiaal verenigingsleven en dit onder de benaming van Het Broederhuis.
In
1894 richtte E.H. H. Bouckaert
een school op in het Vossenhol met een huisje voor de
lesgevende religieuze(n). De kinderen werden nu ook onderwezen op het
platteland. Zij moesten die lange voettocht naar het centrum niet meer
ondernemen. Duizenden kinderen van toen nog heel grote gezinnen liepen er
school. Sommige ouders verkiezen een klein wijkschooltje i.p.v. mastodonten voor
hun kinderen . Het gebouw staat er nog, het is dus (1894 2018) 124 jaar oud
en is nog altijd een gegeerd wijkschooltje voor de lagere schoolkinderen uit de
buurt. Er naast is een kapelletje.
E.H. H. Bouckaert
liet een kant- en borduurschool voor de meisjes bouwen, boven de poort van een
woning in de smalste strook vooraan in de Noordstraat, eigendom van de Kerkfabriek.
Het huis en de poort zijn er nog, de poort geeft toegang tot de tuin van de
dekenij/pastorij. Heel veel meisjes kregen er wat godsdienstonderwijs terwijl
ze leerden kantklossen en effectief borduren van s morgens tot s avonds tegen
een klein uurloon. Volgens talrijke bronnen was dit een verdekte vorm van
kinderarbeid.
Bron: Boek Parochiaal Leven en Liber Memorialis. Tekst Marianne
Posman.
Prentkaart 1909 internet.
Fotograaf Els Stevens : Vossenhol, schooltje 123 jaar oud en
kapelletje.
23-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
22-05-2018
âGetuigenissen over 100 jaar kerk.â Deel 5.
Getuigenissen over 100 jaar
kerk. Deel 5.
Getuigenissen
over 100 jaar kerk, toont aan dat de kerk altijd een grote rol heeft gespeeld
in de samenleving. Nu krijg je vaak opmerkingen van ongelovigen of hoe je hen
ook noemt, over die kerk en die gemeenschap, alsof alle kwaad van sommige
bedienaars komt en dat de kerk geen recht zou hebben op staatssubsidies.
Historicus en Maldegemnaar André Posman (02
08 1946) oordeelt anders:
De bedienaars
van de eredienst krijgen een karig loon. Indertijd had ik een goede vriend die
priester was en hier en daar pastoor en hij verdiende geen 15 000 BF. dat was
nog geen 400 . Ik had toen met een gelijkwaardig universitair diploma een pak
meer. Hij huurde ook nog een huis, als ik me niet vergis... De lekenhelpers die
in de gevangenis in naam van het humanistisch verbond, een pendant van de loge,
helpen en dies meer, krijgen ook een loon. Het zit zo, dat na het verlies van
de kerkelijke goederen tijdens en na de revolutie, Napoleon dit goed maakte door
de geestelijken door de staat te betalen.
Godsdienst
is cultuur en dat mag gesubsidieerd worden, zoals klassieke muziek,
muziekscholen, scholen in het algemeen, sport enz. De loge moet daar zo geen
grote mond over opzetten. Kwestie is, dat de kerk nog altijd een zeer groot
patrimonium heeft, dat eigenlijk beschouwd wordt als een nationaal patrimonium,
dat wordt onderhouden door de staat, maar het beheer van dat onderhoud is
meestal nog in handen van de geestelijkheid. Dat zal nu veranderen, aangezien
de pastoors uitsterven... Er zijn daar allemaal wetten voor, misschien eens
zoeken op internet?
E.H.
H. Bouckaert (01 01 1834 16 11 1911) liet een kant- enborduurschool
voor de meisjes bouwen, boven de poort van een woning in de smalste strook van
de Noordstraat, Maldegem. Die
kantschoolwerd vanaf 8 januari 1929
tot 1961 de Middelbare Landbouwhuishoudschool
waar vele dochters uit de landbouwsector, opgeleid werden tot goede huisvrouwen
van boerderijen, ze volgden er landbouw en huishoudkunde. Juffrouw Clara De
Smet uit de Mevrouw Courtmanslaan maar ook de onderpastoors E.H. De Letter, Baes,
Boënne, Van de Geuchte en Pieter Geerts (1944 1952) gaven er les. Toen de Familiale richting voor meisjes
opgericht werd bij de Zusters Maricolen, had die Middelbare
Landbouwhuishoudschool geen toekomst meer. De school stond leeg. De
Chiromeisjes kwamen er wel eens terecht op zondag bij regenweer.
De Broederschool, opgericht
doorE.H. H. Bouckaert werd onder de
bescherming van Sint-Antonius geplaatst. Op 29 augustus 1898 werden de school,
de patronage en het broederhuis door de pastoor verkocht aan de broeders Hiëronymieten.
In de jaren 1920 en in 1932 en 1941 werden de schoolgebouwen uitgebreid en werd
de schoolvleugel met een verdieping verhoogd.
Gaan we even terug naar De Gilde.
In het Parochiale Leven van het Ambacht, p 82 e.v. kan je de volledige
geschiedenis lezen van de Katholieke,
Vrije Burgersgilde en in t kort komt het neer op het volgende.
De Werkmansgilde was een vereniging van arbeiders die werd opgericht in
1889 en ze kende toen al 1000 leden. De leden hielden aanvankelijk vergaderingen
in de borduurschool in de Noordstraat. In 1892
richtte Pastoor Bouckaert (1834 1909) een vereniging op, de Burgersgilde. Het was zijn bedoeling
om deskundigen t.t.z. katholieke kiezers te vormen en hen amusement,
activiteiten en feesten te bezorgen. Om te mogen kiezen moest je niet alleen
geld en eigendom hebben, maar moest je ook kunnen lezen en schrijven. Alle
standen werden verenigd in De Gilde, de boeren, de burgers en de arbeiders. Zowel
de neogotiek, die in Sint-Lucas in Gent werd uitgevonden en gedoceerd aan de
architecten, als dit samengaan van alle standen in één sociaal-culturele
vereniging, was helemaal geïnspireerd door de encycliek Rerum Novarum van paus
Leo XIII. Daarin veroordeelde de paus het liberalisme en alle vormen van materialistisch
socialisme, omdat dit neerkwam op onchristelijke broederstrijd, de
klassenstrijd. Hij wilde naar het voorbeeld van de middeleeuwse 'gotische'
ambachten iedereen, meesters en knechten, ondernemers-fabrikanten en arbeiders
in de fabrieken, in één vereniging, nl de christelijke corporatie. Pastoor
Bouckaert was blijkbaar doordrongen van die nieuwe christelijke op oude
leest geschoeide ideologie.
In 1896
bouwde Pastoor H. Bouckaert DE GILDE voor o.a. de vereniging de Burgersgilde om
geletterde kiezers te vormen. Het was een achterin gelegen indrukwekkend
neogotisch bakstenen gebouw, in de Stationsstraat 60, die 105 000 frank kostte,
waarvan hij zelf 80 000 frank betaalde. De katholieke burgemeester in die tijd,
van 1890 tot 1903 was Hippoliet Cuelenaere, Hereboer en grondbezitter in
Broekhuize, medestichter van De Gilde. Het gemeentelijk beheer was katholiek
dus Pastoor Bouckaert werd ten volle gesteund bij zijn initiatieven.
Pastoor Henricus Bouckaert zorgde voor
een heel patrimonium op korte tijd. Hij verdient een gedenkteken of straatnaam
in Maldegem.
Dank
zij de ondernemingszin van Pastoor Bouckaert draaiden de Maldegemse handelszaken en de aannemers op volle toeren.
Dank zij de
kerk en de verwezenlijkingen van veel parochiepriesters deden heel wat
Maldegemnaars jarenlang gouden zaken. Bijna alle gebouwen opgericht dank
zij de initiatieven en de financiële middelen van de parochiepriesters en de
gelovigen hebben meer dan een eeuw de tijd getrotseerd, jammer genoeg ging De
Gilde tegen de vlakte in 2017 en de Sporthal Van Cauteren ondergaat hetzelfde
lot in 2018.
Bronnen: Jaarboeken Ambacht, Verstraete
L., Honderd jaar Broederschool, boek
Parochiaal Leven en Liber Memorialis. Foto Gilde, internet. Tekst M. A. Posman.
(wordt vervolgd).
22-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
21-05-2018
âGetuigenissen over 100 jaar kerk.â Deel 6.
Getuigenissen
over 100 jaar kerk. Deel 6.
W. VD W. getuigt
(03 10 1931): Het ontspanningsleven van de werkmens en heel vaak ook van de
werkgever speelde zich af in en rond de Gilde, in de volksmond de
Burgersgilde. Eerst en vooral werd er frequent vergaderd in een bovenzaaltje
van de Gilde, er werden allerlei activiteiten gepland met de vereniging, een
tentoonstelling, een dansavond, een avondscholing, een toneelopvoering enz. We dronken
daarna een pintje of een koffie in het café van de Gilde. Het was voor ons een
verademing om eens samen te komen, te babbelen en te organiseren in een gekend
en vertrouwd milieu in het centrum.
De Gilde opgetrokken dank zij Pastoor H. Bouckaert groeide en bloeide
meer dan een eeuw lang en speelde een belangrijke rol in het sociaal leven van
de meestal katholieke Maldegemnaren. De gekende Zusters Cromheecke van de
borduurschool huurden aanvankelijk een groot bovenlokaal in De Gilde om er
hun kantlessen te geven. Alle activiteiten van meestal katholieke
verenigingen of jeugdbewegingen, vergaderingen, opleidingen, spreekbeurten en
toespraken van politici grepen er plaats. De broederschool hield er de
plechtige prijsuitreikingen van de scholieren op het einde van elk
schooljaar. Alle jeugdbewegingen konden er filmvoorstellingen volgen,
toneelgroepen en muziekmaatschappijen werden aangetrokken om er te repeteren en
op te treden. Er was zelfs een gekend Gildeorkest
met bekende namen: dirigent Paul
Standaert, Gaston en August Standaert (viool), muzikanten Lieve en Wies
Missiaen, Roger Janssens, Gerard Wieme, enz. Talrijke anderen tentoonstellingen,
rouwmaaltijden, kaartnamiddagen, huwelijksfeesten, boeken- en handelsbeurzen,
dansavonden of fuiven, allerlei feesten enz trokken massas bezoekers. Kortom
de Gilde werd een trefpunt voor het grootste deel van de meestal katholieke
Maldegemse bevolking en werd een goudmijntje voor heel wat Maldegemse zaakvoerders
en een interessante broodwinning. Velen konden er ook daadwerkelijk werken,
hetzij als vrijwilliger hetzij als bediende. Henri Bouckaert ging op rust toen hij zesenzestig werd. Hij trok in een
nieuwe woning in de Stationsstraat nummer 64, laatst bewoond door metser Willy
Vermeersch (14 01 1937) en Pharaïlde Vercruysse (07 07 1945). Dit huis werd
enkele jaren geleden afgebroken en
verkocht door de kerkfabriek om toegang te verschaffen naar de garages van het
nieuw flatgebouw naast de voormalige woning van Dokter Honoré Dhondt (10 11
1881) en Emma Vanhyfte en dochters, Stationsstraat 66, nu kinderdagverblijf en
in nr. 58 de praktijk van de opvolgers
van Dokter Van Reybroeck (nu nieuwe artsenpraktijk), ingang van De Gilde nr.
60, Kinderopvang Steyaert nr. 62, woning van H. Bouckaert, afgebroken en nu
nieuw flatgebouw: nr. 64. Henri Bouckaert werd lid van de Kerkraad en hield een
oogje in t zeil. Hij moedigde zijn opvolger Pastoor Petrus Van Loo aan om een nieuwe kerk te laten optrekken.
Pastoor Van Loo had immers in zijn
vorige parochie, in Knesselare een nieuwe kerk laten bouwen. Bronnen: Boek Parochiaal Leven. (wordt
vervolgd).
21-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
20-05-2018
Getuigenissen 100 Jaar Kerk en Leven in Maldegem. Deel 7.
Getuigenissen 100 Jaar
Kerk en Leven in Maldegem. Deel 7.
De Gilde, opgetrokken dank zij Pastoor H. Bouckaert
groeide en bloeide meer dan een eeuw lang en speelde een belangrijke rol in het
sociaal leven van de katholieke Maldegemnaren. De gekende zusters Cromheecke
huurden aanvankelijk een groot bovenlokaal in De Gilde om er hun kantlessen
te geven.
Alle activiteiten van katholieke verenigingen,
vergaderingen, opleidingen, spreekbeurten en toespraken van politici grepen er
plaats. De broederschool hielder de
plechtige prijsuitreikingen van de scholieren. Alle jeugdbewegingen konden er
filmvoorstellingen volgen, toneelgroepen en muziekmaatschappijen werden aangetrokken
om er te repeteren en op te treden.Tentoonstellingen, rouwmaaltijden, kaartnamiddagen, huwelijksfeesten,
boeken- en handelsbeurzen, dansavonden of fuiven, de plechtige
prijsuitreikingen van de broederschool, allerlei feesten, bals enz. trokken massas
bezoekers. Kortom De Gilde werd een trefpunt van het grootste deel van de
meestal katholieke Maldegemse bevolking, en werd een goudmijntje voor heel wat
Maldegemse zaakvoerders en een interessante broodwinning. Velen konden er ook
daadwerkelijk werken, hetzij als vrijwilliger hetzij als bediende.
20e
eeuw.
Henri Bouckaert ging op rust toen hij 66 werd. Hij
trok in een nieuwe woning in de Stationsstraat nummer 64 - laatst bewoond door
metser Willy Vermeersch (14 01 1937) en Pharailde Vercruysse (07 07 1945). Dit
huis werd enkele jaren geledenafgebroken en verkocht door de kerkfabriek om toegang te verschaffen
naar de garages van het nieuw flatgebouw naast de voormalige woning van Dokter
Honoré Dhondt (10 11 1881) en Emma Vanhyfte en dochters, Stationsstraat 66 nu
kinderdagverblijf en in nr. 58de
praktijk Dokter Van Reybroeck (nu nieuwe artsenpraktijk), ingang van de Gilde
nr. 60, Kinderopvang nr. 62, woning van H. Bouckaert, afgebroken en nu nieuw
flatgebouw: nr. 64.
Henri Bouckaert werd lid van de Kerkraad en hield een
oogje in t zeil. Hij moedigde zijn opvolger Pastoor Petrus Van Loo aan ( 9 april 1926) aan om een nieuwe kerk
te laten optrekken. Pastoor Petrus Van Loohad immers in zijn vorige parochie, in Knesselare een nieuwe kerk laten
bouwen. Die bouwplannen voor een nieuwe kerk in Maldegem ontketenden een enorm verzet o.a. van
uitgever-drukker-schrijver-politicus Victor De Lille en
burgemeester-arts-brouwer Désiré Van Mullem. Pastoor Van Loo gaf onbaatzuchtig
de bouwplannen op om andere doelstellingen te verwezenlijken.
In 1907 werd een afdeling van de school van de Zusters Maricolen opgericht in Strobrugge, samen met een
kapel. De zusters gaven er les en hadden een goede band met de inwoners van
de wijk. O.a. Zuster Amelberga gaf er les van 1945 tot 1961, later waren er
minder zusters en stonden Juffrouw Clarysse Van Landschoot, Anna en Laura
Standaert, Louisa Gailliaert, Nelly Inghelram en zovele andere onderwijzeressen
voor de klas. In 1965 verdween de kapel met de aanleg van de nieuwe bruggen
over het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal maar dank zij de inzet van Broeder Edward Van den Abeele, onderpastoor
Antoon Van Cauteren, de giften van de bewoners en de medewerking van
bereidwillige vaklui werd een fraaie kapel opgetrokken, naar het plan van
architect Laurent Cromheecke. De inwijding greep plaats op 1 mei 1967 met een
processie vanuit het Jeugdhuis en er werd een mis opgedragen in de kapel,
massaal bijgewoond door de bewoners van de wijk. Zie www.camob.be
van Noël Ryheul.
Petrus Clemens Van Loo behield de al eerder gestichte organisaties maar breidde uit:
-
Pensioenkassen voor mannen
en vrouwen (met o.a. de St.-Antonius- en St.-Barbaragilde) waren een hele stap
vooruit naar sociale rechtvaardigheid.
-
Hij stichtte een
koksschool, waarschijnlijk alleen voor meisjes.
-
In 1904 liet hij de
patronage voor de mannelijke jeugd herinrichten.
-
Hij liet een zaal
bouwen voor De Gilde (1909) die in 1911 ingehuldigd werd en die een
blijvend succes kende dank zij de vele verenigingen en organisaties. De
volwassenen konden er terecht, ouderen en jongeren, en raakten uit hun
isolement.
-
Hij schreef een
onuitgegeven geschiedenis van de parochie.
-
Hij schreef een brochure
over de noodzaak voor een nieuwe kerk in Maldegem.
-
In 1920 kreeg hij toelating
om zijn onderpastoors met de fiets te laten rijden
Op 14 oktober 1914 hadden
de Duitsers Maldegem bezet maar de kostbaarheden uit de kerk waren al verhuisd
naar Eede.
Tijdens Wereldoorlog I (1914 - 1918), tijdens de
Duitse bezetting van Maldegem, begeleidde de parochiepriester zo goed mogelijk
zijn uitgehongerde parochianen.
-
In 1918 werd de kerk
herschilderd, vlak na de oorlog.
-
In 1920 werd het orgel
hersteld.
-
In 1922 1923 restaureerde
hijhet koor van de kerk.
-
In 1925 werd zijn 25 jaar
pastoorschap uitbundig gevierd.
-
In 1926
stierf hij en er werd enorm getreurd in Maldegem, een ingoed mens was
heengegaan.
Elk parochiepriester legde een onuitwisbare stempel op Maldegem. M.
Posman
Bronnen: Boek Parochiaal Leven en Liber Memorialis. (wordt vervolgd).
De Gilde stond jarenlang
leeg.
Fotograaf Gilde: Els Stevens.
20-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
19-05-2018
âGetuigenissen over 100 jaar kerk.â Deel 8.
MARIANNE
POSMAN brengt Getuigenissen over 100 jaar kerkin Maldegem.
Getuigenissen over 100 jaar kerk.
Deel8. gebracht. Dus
De
burgemeesters van Maldegem waren op enkele uitzonderingen na, hoofdzakelijk
katholieken t.t.z. leden van de toenmalige CVP,grootgrondbezitters of edellieden die hun gronden en rijkdom verworven
hadden op diverse manieren. Velen hadden zich verrijkt onder het Frans Bewind,
dat antikerkelijke maatregelen trof. De kloof tussen arm en rijk was ontzettend
diep tot na W.O. II. Nadien was er een opflakkering maarnu nog verspreiden de media ontstellende
berichten over de armoede overal ter wereld,ook in ons dorp.
De Maldegemseburgemeesters
vanaf 1831 waren meestalC.V.P.ers die
de activiteiten in de parochie van de parochiepriesters ten volle steunden.
Misschien mag het wel gesteld worden dat de kerk de gemeentelijke politiek
steunde en leidde, wat eigenlijk niet echt een taak was voor de geestelijken.
Scheiding van kerk en staat was er niet voor niets. Via de politiek moest de
democratie (meestal voor de burgerij) gesteund worden en de kerk moest zich
bezig houden met verspreiding van de Blijde Boodschap, een boodschap van
liefde, vriendschap, vrede, gerechtigheid, gelijkheid enz.
Eens scrollen over de tekst, ik heb dit van internet gehaald en blijkbaar lukt het niet op te kopi¨eren en te plakken. Excuses.
Burgemeesters Maldegem (historicus Etienne Dhont)
1.
Van 1830 tot
1885: periode van unionisme en liberaal overwicht
Met volgende burgemeesters (zie
portretten foyer trouwzaal):
Pieter
Jacobus Wallyn
1830-1831
liberaal/
unionistisch
Joannes
Carolus Domers
1831-1836
liberaal/
unionistisch
Bernard
Van Moffaert
1836-1842
liberaal/
unionistisch
Karel
Francis De Smet
1843-1848
liberaal/
unionistisch
Joannes
Carolus Domers
1848-1852
liberaal/
unionistisch
Jan
De Smet
1852-1860
liberaal
Lieven
De Buck
1861-1871
liberaal
Desiré
Van Mullem
1871-1879
katholiek
Desiré
De Meyere
1879-1885
liberaal
2.
Van 1885 tot
1933: periode van volstrekte meerderheid van de katholieke partij
Met volgende burgemeesters
(zie portretten foyer trouwzaal):
Desiré
Van Mullem
1885-1889
katholiek
Hippoliet
Cuelenaere
1890-1903
katholiek
Charles
Rotsart de Hertaing
1904-1926
katholiek
Hector
Cuelenaere (a)
1926-1933
katholiek
(a)
In 1926 waren er geen gemeenteraadsverkiezingen, aangezien slechts 1 lijst werd
ingediend (met 10 katholieken en 3 liberalen).
3.
Van 1933-1944:
periode van volstrekte meerderheid van de Christen Vlaamsche Volkspartij
(Vlaams-nationaal)
Met volgende burgemeesters
(zie portretten foyer trouwzaal):
Hector
Ceulenaere (a)
1933-1939
katholiek
Jozef
De Lille
1933
(25/09/1933-24/12/1933)
Christen
Vlaamsche Volkspartij
Maurice
De Meyere (b)
1939-1944
liberaal
(a)
Ondanks zijn minderheidspositie bleef Hector Cuelenaere burgemeester in de
periode 1933-1939, uitgezonderd van de 3 maanden dat Jozef De Lille
burgemeester was in 1933.
(b)
Bij de verkiezingen in 1938 behaalde de Christen Vlaamsche Volkspartij opnieuw
de volstrekte meerderheid. Omwille van zijn antimilitarisme werd Jozef De Lille
andermaal niet benoemd tot burgemeester. Evenwel werd thans de liberaal Maurice
De Meyere in 1939 als burgemeester aangesteld, alhoewel hij geen deel uitmaakte
van de gemeenteraad. In september 1944 werd hij ten onrechte geschorst door de
Gouverneur, omwille
van het feit dat hij
burgemeester was gedurende de oorlog.
4.
Van 1944 tot
1983: periode van katholiek overwicht
Met volgende burgemeesters
(zie portretten foyer trouwzaal):
Hippoliet
Cuelenaere (a)
1944-1945
katholiek
1947-1954
Julien
Willemarck (a)
1945-1946
katholiek
Antoine
Rotsart de Hertaing
1954-1964
CVP
Gregorius
De Muyt
1965-1970
CVP
Jean
Rotsart de Hertaing
1971-1998
CVP
(a)
Hector Cuelenaere, die in onmin was geraakt met Julien Willemarck, wilde zijn
macht bestendigen via de aanstelling van zijn zoon Hippoliet als burgemeester
buiten de raad. Dit was evenwel van korte duur van september 1944 tot
februari 1945 want na hem werd Jules Goethals (Christen Vlaamsche Volkspartij)
tijdelijk aangesteld als burgemeester van februari tot april 1945.
(b)
Julien Willemarck was gedurende anderhalf jaar waarnemend burgemeester tot
1947, zonder evenwel officieel benoemd te worden door de Minister van Binnenlandse
Zaken.
5.
Van 1983 tot
2013: periode van volstrekte meerderheid van de CVP/CD&V
Met volgende burgemeesters
(zie portretten foyer trouwzaal):
Jean
Rotsart de Hertaing
tot
1998
CVP
Johan
De Roo
1998-2013
CVP/CD&V
(vanaf 2001)
6.
Van 2013 tot
2019: coalitie tussen CD&V en Groen
Met als burgemeester (zie
portret foyer trouwzaal):
Marleen
Van den Bussche
2013-2019
CD&V
(sinds maart 2018
De
Merlaan)
We bekijken de parochiepriesters verder. Na het
overlijden van pastoor Van Loo in1926,
werd Pastoor Petrus Morre
parochieherder in Maldegem, bijna een
kwarteeuw lang (1926 - 1948). Hij had dus te maken met veel
burgemeesters.
Geen
eenvoudige taak. Het conservatievebeleid verzette zich tegen de plannen tot industrialisering van
Maldegem. Enkele tegenstanders hadden een visie over de tewerkstelling van de
arme bevolking in Maldegem. Er waren plannen omdeze grote gemeente te industrialiseren zodat de mensen hier konden
blijven wonen en werken. Door allerlei omstandigheden gingen die plannen niet
door.
Pastoor Petrus Morre werd
geboren in Geraardsbergen op 21 december 1870 en werd op 23 mei 1926, kort na
het overlijden van zijn voorganger Pastoor Van Loo, ingehuldigd in Maldegem.
Hij was toen 56 jaar oud. De onderpastoors in die tijd waren Leo Delfosse,
Rufinus Brys en Edmond De Letter.
Meteen luidde zijn komst een
schitterende bloeitijd van het verenigingsleven in. De bestaande organisaties
werden uitgebreid met heel wat katholieke en andere genootschappen.
Jeugdbewegingen voor jongens en meisjes zagen
het licht en presenteerden een christelijke vorming, een bijna militaire
discipline, nieuwe ideeën en vooral gezond amusement. Lange marcherende groepen
jongeren die Vlaamse en religieuze strijdliederen zongen waren een vertrouwd
straatbeeld in Maldegem. Toneelopvoeringen, dans- en turnvoorstellingen en
concerten in De Gilde waren hoogstaande en drukbezochte evenementen waar
massas mensen konden van genieten, vooral in de gebouwen of terreinen die de
kerk ter beschikking stelde van de bevolking.Alle priesters ijverden voor goede contacten met alle lagen van de
bevolking met in het achterhoofd, vooral
goede katholieke kiezers te vormen.
Het was dus niet altijd louter altruïstisch
dat zij handelden.
Bronnen: Parochiaal Leven en Liber
Memorialis en internet. (wordt vervolgd).
Tekst Marianne Posman.
Foto kerk M.J. De Clerck.
19-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
18-05-2018
Getuigenissen over 100 jaar kerk. Deel 9.
Getuigenissen over 100 jaar kerk.
Deel9.
Kinderpsychiater P. Adriaenssens, verwoordt het in de Standaard op 10
maart 2018 als volgt: Na het verdwijnen van de kerk heeft de jeugd geen helder
kompasmeer. Mijn generatie is nog
streng katholiek opgegroeid en wij hebben er ons langzaam uit losgemaakt en een
eigen visie gevormd.De nieuwe generatie
moet zich nergens meer van losmaken, maar het ontbreekt hen aan perspectief.
Het gezin wordt het fundament, het nieuwe ijkpunt waar de klemtoon moet liggen op
de hoopvolle Universele Verklaring van de Rechten van de mens waarvan het
ontstaan wortelt in een katholieke traditie van solidariteit, antiracisme,
respect voor de medemens met hun succesverhalen maar ook hun nederlagen.
De huidige maatschappij is er niet beter op geworden. De jaren voor 1950
zijn de jaren van een generatie van de ouders van vele grijsaards in Maldegem.
Velen herinneren zich nog hoe het er aan toe ging bij hen thuis. Het leven was
doorweven van God, geloof en kerkelijke aangelegenheden, een soort houvast. De ouders van de huidige vierde of derde
leeftijd waren overwegend godvrezend. De kinderen werden gedoopt in de kerk,
deden hun communie, de ouders trouwden in de kerk en werden er begraven. Men
stelde niets of heel weinig in vraag. De rituelen in en rondom de kerk maakten
deel uit van het dagelijks leven. Priesters, broeders, paters, monniken,
missionarissen, religieuzen in diverse instellingen, in scholen, in rustoorden
en in ziekenhuizen waren een vertrouwd beeld en alle geestelijken boezemden
ontzag in. De gelovigen vertrouwden hen en hadden respect voor hen omdat de geestelijken
het goed met hen voorhadden. Bij ernstige beproevingen in een gezin werd er vol
vertrouwen massaal en vurig gebeden. De mensen waren niet zo radeloos als nu
bij oeverloos verdriet of grenzeloze verwarring. Depressies en aanverwante
aandoeningen waren quasi onbestaande. Raadplegingen bij psychiaters waren
uiterst zeldzaam. Op enkele uitzonderingen na, troostten de kerk, haar
bedienaars en een heel netwerk gelovigen voldoende om de mensen de nodige
psychische ondersteuning te geven in moeilijke tijden. Bijna iedereen had een
kruisbeeld, een wijwatervat, een gewijd palmtakje of een heiligenbeeld in huis
en bij diverse gelegenheden werd er heel veel gebeden in de kerk, aan de kapellen
en thuis. Paternosters waren een kleinood die iedereen koesterde.
Zondagen
en feestdagen vormden de historische bakermat van het Vlaamse amusementsleven.
Godsdienstbeleving en omringende rituelen namen een belangrijke plaats in het
leven van de gewone man. Er ging geen gelegenheid ongebruikt om feest te vieren
om het dagelijks leven op te vrolijken: processies, patroonsfeesten,
parochiefeesten, huwelijken, jubilea, oogstfeesten en jaarmarkten boden allen
een reden om een eredienst bij te wonen en daarna de bloemetjes buiten te
zetten. Deze traditie is typisch katholiek en is eigen aan onze streken. De
veelheid van amusementsvormen en de beeldvorming die de Vlaming koppelt aan het
landelijk volksvermaak zijn terug te leiden naar dit rurale, katholieke verleden.
De kerk beleefde een GOUDEN TIJD mede
door het geestelijk triomfalisme die de mensen steunde en hoop gafna de oorlogsjaren en met dedesastreuze crisisjaren, jaren dertig in zichtWat bedoelt men met triomfalisme?Na
1918 stelde men vast dat Europa de rampen van de Eerste Wereldoorlog te boven
kon komen door het katholieke geloof en
de kerk opnieuw in het centrum van de cultuur te plaatsen.
De
wanorde veroorzaakt door de oorlog,kon
op die manier worden hersteld. Het
christelijk geloof was voor velen een houvast, had een publieke betekenis in
het openbare leven en het betekende een verregaande identificatie van de
katholieke kerk met Europa. Het katholieke geloof was en bleef de ziel van de
Westerse beschaving. Kortom, de huidige oudere generatie in Maldegem en verder,
is opgegroeid in die sfeer van geloof, vroomheid, eerbied, kerkgang, respect
voor geestelijken en kerkelijke rituelen. Geloof hoorde bij Maldegem, bij de
streek, in Vlaanderenen bij de rest van
Europa.
De kerk had inderdaad een sterke
invloed op de mensen die toch niet gespeend waren van een eigen vrije wil, dus
zij konden kiezen voor wie ze wilden, ze konden hun kinderen op gelijk welke
school lateninschrijven, zij konden
gelijk welk beroep uitoefenen, het was niet allemaal kommer en kwel zoals soms
wordt beweerd. Het blijft de vraag of het nu beter is dan vroeger. (wordt
vervolgd).
Foto Els
Stevens. Tekst Marianne Posman.
18-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
17-05-2018
âGetuigenissen over 100 jaar kerk.â Deel 10.
Getuigenissen over 100 jaar
kerk. Deel 10.
W.N. formuleert het als volgt: Pastoor Morre had als bijnaam paster
sleek in Maldegem. Hij was een gemoedelijk man, die vooral zorgde voor de
modernisering van de kerk, wat heel wat tijd vergde. Hij waakte over het
welzijn van zijn parochianen in vaak moeilijke tijden. Hij bemoeide zich wat
minder met de politiek. Hij focuste zich op kerk en gelovigen. De mensen in
Maldegem waren nog bijna allemaal kerkgangers en hij zorgde ervoor dat ze
bleven komen.
Zoals
elk parochiepriester deed Pastoor Morre zijn best.
Vanaf 1926 ijverde Pastoor Petrus Morre voor zijn parochianen,
bijna een kwarteeuw lang tot 1948.
- In 1927 kwam er een vijfde zondagsmis.
- In 1927 liet pastoor Morre de kerk
volledig opknappen: de muren werden herschilderd, de daken hersteld en de
buitenmuren gerestaureerd. In 1927 werd de H. Hartbond gesticht. In 1928 liet
hij 300 nieuwe kerkstoelen plaatsen.
- In
1928 kwam ook de nieuwe doopvont, een geschenk van de familie De Coninck De
Vos.
- Privépersonen schonken nieuwe
glasramen, de H. Barbara, de H. Theresia enz. De Kruisiging en de Verrijzenis,
de twee mooie glasramen achteraan in de kerk werden geschonken door Jonker
Frédéric Dhont in 1938, eigenaar van het Sint-Annakasteeltje in het centrum van
Maldegem. De andere glasramen werden ook geschonken door welvarende gelovigen:
Alfons Facq en Ida De Baets, Maria Van Kerschaever, Pastoor Morre e.a. Het
Kruis van de Calvarie werd vernieuwd. Allemaal gedragen door de parochianen en
vrijgevige particulieren.
- In 1932 werd het vaandel van de H.
Hartbond gewijd. Het wordt bewaard en ligt in het kerkarchief, nu ondergebracht
op het gemeentelijk archief.
- In 1937 werden er twee nieuwe kachels
geplaatst.
- In
1938 kwam er elektriciteit in de kerk, met lichtkransen en elektrische
kandelaars.
- In 1938 kwam er een micro en vijf
luidsprekers.
Wereldoorlog
II kwam er aan en Maldegem werd bezet door de Duitsers wat veel tweedracht
bracht in de Maldegemse gemeenschap. Een heel moeilijke periode ook voor de
priesters die moest schipperen tussen de eisen van de bezetter en de noden van
de lijdende parochianen. Bezetters en inwoners van Maldegem waren heel vaak nog
streng katholiek en moesten allebei gehoord worden.
- In 1943 werden de klokken uit de toren
gehaald door de Duitsers. De kleine Rosaklok lieten ze hangen. Het was ooit een
geschenk geweest van de zuster van onderpastoor Fernandus Laros (° 1760).
- Naar het einde toe van W.O. II,op 29 juni vierde Pastoor Morre zijn gouden
priesterjubileum (1894 1944) en gaf aan elke parochiaan een mooie foto.
- Op 12 september 1944 werd de bevrijding
door de Canadezen ook in de kerk gevierd.
Pastoor Morre was toen 74 jaar en hij
deed het wat kalmer aan, tot zijn overlijden in juni 1948.
Pastoor Morre was een belangrijk parochiepriester
die zeker invloed had op de gelovigen in Maldegem. Alle inwoners van Maldegem hadden
wel een vrije wil om te doen en te laten wat ze zelf beslisten, zoals nu,
gelovig of niet. (wordt vervolgd).
Bronnen: Parochiaal Leven en Liber
Memorialis.
Foto Els Stevens.
17-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
16-05-2018
âGetuigenissen over 100 jaar kerk.â Deel 11.
Getuigenissen over 100 jaar
kerk. Deel11.
Voor 1950.
In de
eerste helft van de vorige eeuw was de zondag voor velen de enige dag om zich
te ontspannen. De werk- en schoolweek omvatte vroeger ook de zaterdag.
Zon-
en feestdagen waren meer dan vandaag openbare aangelegenheden. Men
hadzondagskleren. De man deed zijn
das om en de vrouw zette haar meest elegante hoed op en samen met de
kinderentrokken ze naar de kerk, rechts
de mannen, links de vrouwen. Bijna iedereen woonde een eredienst bij. De kerk
was een ontmoetingsplaats voor vele plattelandsbewoners, dus er werd druk
gecommuniceerd, ook achteraan in de kerk tijdens de eredienst, wat de priesters
niet altijd konden waarderen.
De koppeling van Kerk en zondagse
amusementsbesteding bleef voor vele dorpelingen bewaard. Na
het kerkbezoek koos men ofwel voor de huiselijke rust, ofwel zakte men af naar
een van de talrijkedorpscafés in de
buurt van de kerktoren om de rest van de middag met vrienden door te brengen.
Café uitbaters waren vaak ontslagen
vakbondsmensen die de zaadjes naar het socialisme strooiden, ook hier in onze
streek. De socialisten kwamen sinds eind 19de eeuw op voor de
rechten van de arbeider en de katholieken deelden die visie en reageerden
enkele jaren later. Zij ijverden beiden voor betere levens- en
werkomstandigheden van de arbeider, voor de overgrote meerderheid van de
bevolking dus. Socialisten en later katholieken ijverden voor het zelfde doel,
dus de aanvankelijk strenge scheiding vervaagde langzamerhand. Op
café kwamen mensen samen om elkaar te ontmoeten en om even hun alledaagse
zorgen te vergeten. In de dorpen waren de cafébezoekers hoofdzakelijk mannen. De
moeders aan de haard gingen naar huis na de eredienst om een zondagsmaal
klaar te maken of om familiebezoek te ontvangen. De kinderen trokken daarna
naar een van de vele succesvolle jeugdbewegingen.
Om zich te amuseren kende men een hele reeks caféspelen,
gezelschapspelen,het triktrakspel,
domino, schaken of dammen,vogelpik,
dobbelen, kaarten en biljarten. In de plattelandsgemeenten had de plaatselijke
sportclub, schuttersgilde, muziekvereniging of duivenbond vaak een lokaaltje
achteraan het café. Op zondag kende het verenigingsleven
het hoogtepunt van de week. Men kan
zonder overdrijven stellen dat het café het kloppend hart vormde van de buurt
of dorpsgemeenschap.
Daarnaast
was van alle amusementsvormende cinema de droomfabriek bij uitstek.
Deze amusementsvorm was de ongetwijfelde veruitwendiging van de
moderniseringstendens: massaconsumptie, commercialisering en
internationalisering. Internationale studios beheersten de markt en filmzalen
rezen in de steden als paddenstoelen uit de grond. De opkomst en het succes van
de cinema verliep jammer genoeg - maar logischerwijs - parallel met de neergangvan het circus en variététheater. Vanaf 1920 breekt dit verschijnsel ook
door in het platteland. De projecties gebeurden meestal in een bijzaaltje van
het plaatselijk café. De invloed van de film op het maatschappijbeeld was
cruciaal. Acteurs en actrices werden
identiteitsbepalende modellen.
Het sociaal culturele spanningsveld tussen traditie en moderniteit wordt
een complexe kluwen van ideologieën en implicaties hiervan op het artistieke
denken was niet te onderschatten. Een steeds terugkerend fenomeen was de
tegenstelling tussen traditie en moderniteit: de hang naar het oude tegenover de drang naar vernieuwing, ook hier in
Maldegem.
Vele
Vlamingen hadden problemen zich te profileren in een zich almaar sneller
ontwikkelende wereld. Het trauma van de Eerste Wereldoorlog en de
daaropvolgende economische crisis
zorgden voor een wantrouwen tegenover al wat vreemd en nieuw was. De wereld bleek geen veilige plek meer en
de toekomst werd bepaald door onzekerheid.Het amusementsleven bood een tijdelijke vluchtroute maar men had ook
nood aan een meer diepgaande vorm van zingeving, het geloof.
Nationalisme
en katholicisme kenden daarom in eerste helft van de vorige eeuw een
enorme bloei. Beiden doordrongen de hele maatschappij en vele kunstvormen
dienden vaak als hefboom om ideeën wereldkundig te maken.
In Maldegem en omstreken verliep alles op een rustiger tempo. De
filmvoorstellingen strookten niet altijd met de werkelijkheid en de kerk wees
in het parochieblad op de gevaren voor de kinderen en de jeugdige geest: Af te
raden, te mijden, voor allen, kinderen toegelaten waren enkele bepalingen en werden
nauwkeurig geraadpleegd door de ouders met wat jong volkje in huis.(wordt vervolgd). Tekst Marianne
Posman.
Vroeger en nu, tal van cafés in de buurt van de kerk.
Foto: Els Stevens.
16-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
15-05-2018
Armoede in Maldegem. Deel 12. Priester Daens.
MARIANNE POSMAN brengt
Getuigenissen over 100 jaar kerk in Maldegem.
Getuigenissen over 100
jaar kerk.
Deel12. Priester Daens (I)
L.P. getuigt: Onze kinderen beseffen niet hoe arm
wij waren vroeger, laat ons zeggen 75 jaar geleden en die armoede was voordien
nog veel groter. Er was maar één ruimte in huis die verwarmd werd met hout en
kolen. Alle voedsel werd bereid op een Leuvense stoof. Wie op het platteland
woonde had soms een moestuintje en wat kleinvee, zodat er toch soms vlees en
groenten op tafel kwam. De moeders moesten schrapen om rond te komen elke maand,
als vader al niet alles verdronk want in elk straatje, ook op het platteland
was een café. Ongeschoolde arbeiders verdienden heel weinig of zij hadden vaak
geen werk. De kloof tussen arm en rijk was ontzettend groot op het platteland
en zeker in de steden. Het heeft jaren inspanningen gevraagd om de situatie van
hen die al bij hun geboorte arm waren te verheffen.
Van 1888 tot 1948, dus 60 jaar lang waren de drie
parochiepriesters, E.H. Bouckaert, E.H. Van Loo en E.H. Morre werkzaam in
Maldegem en samen met hun onderpastoors en vrijwilligers zorgden zij voor de
erediensten, de verenigingen, de jeugdbewegingen en het welbevinden van hun
parochianen meer dan een halve eeuw lang. Zij hadden ook invloed bij de zusters
inde katholieke scholen en in het
rustoord-hospitaal en bijde broeders in de Lagere Jongensschool. Sommige
onderpastoors gaven zelfs les godsdienst in het middelbaar onderwijs. Bovendien
waren er de zeven weken catechismuslessen voor alle zesdejaarsklassen van alle
scholen waar godsdienst werd gevolgd, als voorbereiding op de Plechtige
Communie, waar ook de leerlingen van de Rijksmiddelbare School in betrokken
werden. Heel veel mensen zonden hun kinderen naar een rijksschool omdat de
schoolrekeningen niet zo hoog waren of omdat het voor hen praktischer was, er
was later ook busvervoer, maar ze lieten hun kinderen godsdienstles volgen.
Niet iedereen volgde zedenleer, er was een keuze.Op die manier konden deparochiepriesters wel degelijk hun invloed
laten gelden elk jaar opnieuw generaties langen de christelijke leer zoals voorgeschreven verspreiden.
Het evenwicht vinden tussen de welvaart van de
begoede klasse en de meerderheid van de bevolking die in de grootste armoede
leefde bleef een knelpunt in de steden maar ook op het platteland.
De vorige tekst schetste zo wat de
vrijetijdsbesteding van de mensen in dorpen zoals Maldegem en andere, voor
1950. Kerkelijke feesten werden later langzamerhand verdreven door burgerlijke
vrijetijdsbestedingen. De cinema ende
filmvoorstellingen brachten gewijzigde ideaalbeelden bij de mensen en openden
een nieuwe onbekende wereld.
In de steden was de
industrialisatie al flink doorgedrongen en er heersten
wantoestanden in fabrieken die o.a. aan de kaak gesteld werden door Priester Daens. Op het platteland
sijpelde die informatie met mondjesmaat binnen maar had niet direct een
onomkeerbaar effect op het dagelijkse leven van de gewone mensen. Nu wordt
dagelijks alles breed uitgesmeerd in de media, iedereen is op de hoogte wat
zich elders afspeelt, vroeger was dit niet zo.
Het is toch wel eens interessant te vermelden wat
Priester Dhaens beoogde en verwezenlijkte voor de mensen die in het getto
woonden in de dichtbevolkte steden.
De geestelijkheid had jaren studies achter de rug,
dus zij behoorden tot de geletterde elite in de samenleving. Het was zeer
waarschijnlijk moeilijk voor hen om te schipperen tussen de verschillende
klassen in hun parochie. Zij waren er voor elk van hun parochianen, maar het
was niet altijd makkelijk om elk van hen te benaderen en te beïnvloeden op
dezelfde manier. Zij waren tenslotte ook maar mensen.
Een immense groep van de bevolking, de arbeiders hadden langzamerhand geen zin
meer in een 'solidaire' maatschappij, waarin de klassenstrijd werd opgeheven
omdat de arbeiders de kinderen van God
zijn en de patroons ook. Ze geloofden niet meer dat ze - als gelovigen
elkaar graag moesten zienen elkaar niet
bestrijden. De arbeiders hadden daar
geen boodschap aan en wilden brood op tafel en rechtvaardigheid, ze werden strijdvaardig.
Priester Daens (1839 1907) was een van de eerste
priesters die daar ook zoover dacht en
daadwerkelijk overging tot het organiseren
van de arbeiders in onafhankelijke christelijke vakbonden. (Wordt vervolgd).
Tekst
M. Posman.
Fotograaf Els Stevens: eeuwenoud interieur van de kerk.
15-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
14-05-2018
âGetuigenissen over 100 jaar kerk.â Deel 13.
MARIANNE
POSMAN brengt Getuigenissen
over 100 jaar kerk in
Groot-Maldegem.
Getuigenissen over 100 jaar
kerk. Deel 13.
Priester
Daens (II)
Quote A.P. :De
Belgische dramafilm Daens was eenabsolute topper in 1992, al 26 jaar geleden maar het thema is nog
actueelin heel veel landen, misbruik
van arbeiders, kinderarbeid, sociaal onrecht enz. zijn nog lang niet de wereld
uit. Acteur Jan Decleir vertolkte de rol van priester Daens op een grandioze
manier.
Van 1888 tot 1948,
dus 60 jaar lang waren de drie parochiepriesters, E.H. Bouckaert, E.H. Van Loo
en E.H. Morre werkzaam in Maldegem-centrum, samen met hun onderpastoors en
vrijwillige medewerkers.
De film van
Priester Daens illustreert de samenleving in Vlaanderen meer dan 100 jaar
geleden en speelt zich af rond 1890, dus even voor de twintigste eeuw. De
hoofdpersoon is Priester Adolf Daens. Na wat moeilijkheden met de kerkelijke
overheid, ging Priester Daens inwonen bij zijn broer Pieter Daens, die een
drukkerij had. Priester Adolf Daens had geen inkomen en verdiende wat geld met
privé lessen. Een van zijn leerlingen was het zoontje van textielfabrikant
Borremans. Hij merkte op die manierhoe
slecht de werkomstandigheden waren in de fabrieken. Arbeiderskinderen kropen
over de vloer, onder de machines door om draden op te rapen, waardoor er veel
ongevallen gebeurden. De arbeiders werden uitgebuit, misbruikt en mishandeld.
Priester Daens was hier woedend over en protesteerde heftig. Toen in de
fabriekmoest worden bezuinigd, werden
er veel mannen ontslagen. De vrouwen en kinderen mochten blijven. Priester
Adolf Daens zorgde dat de parlementaire commissie langskwam om onrechtvaardige
toestanden in de fabriek aan te klagen. Voordat de parlementaire commissie kwam
controleren, sloot de fabriekseigenaar alle kinderen op in een hok, zodat de
parlementaire commissie dacht dat de werkomstandigheden excellent waren en
Priester Daens de verhalen over kinderarbeid verzon. De arbeidsters kwamen
uiteindelijk in opstand maar de politie sloeg het verzet hardhandig uit elkaar
en er vielen veel gewonden wat een enorme respons uitlokte in de kranten, bij
de bevolking tot in de regering toe. Deze opstand droeg wel mee tot het algemeen kiesrecht.
Aangezien Priester
Daens erg populair was bij de arbeiders, werd hij verkozen tot volksvertegenwoordiger. Op die manier
maakte hij wel veel vijanden vooral bij de eigenaars van fabrieken die
principieel aan hun eigen belang en hun leven in weelde dachten en niet aan het
wel en wee van de arbeiders.
Priester Daens
bleef die onrechtvaardigheid bestrijden. Hij richtte een eigen partij op, de Christen Volkspartij, de C.V.P.,
tegenhanger van de Socialistische partij, hij hield preken in de kerk en
schreef artikelen in de krant van zijn broer Pieter. De begoede burgerij wilde
dat hij uit zijn functie werd gezet. Omdat de rijken aandrongen op het ontslag
van Priester Daens moest hij voor de paus in Rome verschijnen. Hij werd niet
ontvangen, maar hem werd wel verteld dat hij uit de buurt van de socialisten moest
blijven, wilde hijzijn functie
behouden.
Priester Daens
bleef zich heel zijn leven tegen de kapitaalkrachtige katholieke burgerij
verzetten. Hij overleed in 1907 na een tweede ambtstermijn als
volksvertegenwoordiger. Priester Daens
werd s morgensvroeg begraven, begeleid door de armen, de volksvrouwen, de
arbeiders, de stakers en een zwijgende menigte.
Deze mooie,
emotionele film, gaf een beeld van de bevolking in de steden die in armoede
leefde. De honger, de slechte werkomstandigheden, de akelige huizen en vooral
het onrecht stonden in schril contrast met de levenswijze van de welstellenden
die hun welvarendheid als verworven recht beschouwden. Op het platteland waren
natuurlijk weinig grote fabrieksgebouwen, wel veel kleine werkplaatsen en grote
landbouw- en veebedrijven waar ook heel veel personeel tewerkgesteld werd aan
een armzalig loon en ook hier op het
platteland was er een diepe kloof tussen arm en rijk. Het grootste deel van de
bevolking leefde in grote armoede. De parochiepriesters probeerden er zo
goed mogelijk mee om te gaan, zonder echt partij te kiezen. (II).
Info, foto internet.Tekst
Marianne Posman.
14-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
13-05-2018
âGetuigenissen over 100 jaar kerk.â Deel 14.
MARIANNE
POSMAN brengt Getuigenissen over 100 jaar kerkin Maldegem.
Getuigenissen
over 100 jaar kerk. Deel 14.
J.P. getuigt: Eigenlijk waren de meeste Maldegemnaars bezig goed
hun brood te verdienen voor hun meestal groot gezin. Toen de vrouwen ook aan t
werk mochten blijven na hun huwelijk, bleef er weinig vrije tijd over. Slechts
enkelen waren echt bezig met politiek, de verdere ontvoogding van de arbeider
en van de Vlaming.
De parochiepriesters waren de herders van een grote kudde
gelovigen, allen met hun eigen gaven en gebreken. De meeste mensen waren al dan
niet diepgelovig maar toch overwegend kerkgangers. Om de samenleving van vorige
eeuw te begrijpen wordt een fractie van de politieke en sociale situatie van
die periode geschetst.
Op
politiek gebied ging de eerste helft van de twintigste eeuw in België gepaard
met Katholicisme, Flamingantisme en Modernisme, vaak weerspiegeld en verspreid
in kunst en cultuur. De bevolking in ons land evolueerde naar een modernere en
rechtvaardiger samenleving en de Vlaming en het Vlaams kwamen meer ter sprake,
geleid door intellectuele voorgangers.
Na
de Eerste Wereldoorlog werden toegevingen gedaan aan de Socialistische j en aan de Christelijke
Arbeidersbeweging. De arbeiders kregen eindelijk meer rechten.
De
eisen van de Vlamingen werdenechter meestal onder de mat geveegd door
de Franstalige machthebber, ondanks het feit dat er onrechtvaardige toestanden
heersten tegenover de Vlaming.
Op
de achtergrond moeten we ook bedenken dat het onderwijs in de middelbare
scholen en de universiteiten overwegend Franstalig was tot ongeveer de jaren
dertig en dat het grootste deel van de bevolking, zich soms geen lagere school,
laat staan middelbare studies, universiteit of hogeschool kon veroorloven. De gezinnen waren groot en konden amper de kinderen
herbergen, laat staan plaats voorzien om te studeren. De elite van de samenleving, dus een beperkte
groep was Franstalig en zag niet echt heil in het Vlaams en een Vlaamse
beweging.
De Vlaamse Beweging bleef echter actief ijveren voor meer Vlaamse
zelfstandigheid. Sommigen namen daarbij een radicaal anti-Belgisch standpunt
in, anderen wilden gewoon hun eisen ingewilligd zien binnen een unionistische
staatsstructuur. Het bracht gewoon heel veel meningsverschillen in het leven
van de mens. Het grootste deel van de bevolking bleef afzijdig en koos geen
partij uit voorzichtigheid. De huisvaders gingen ijverig werken om brood op de
plank te krijgen voor de meestal grote gezinnen en hadden geen tijd noch zin om
te vechten tegen onrecht, maar toch waren er enkelingen die het niet opgaven en
streefden naar een verandering in de maatschappij op politiek vlak.
Soms koppelde men de Vlaams gezindheid aan een communistisch
internationalisme wat hier zeker geweerd werd. Men was des doods voor het
communisme dat godsdienst is opium voor het volk predikte, dus meteen
gevreesd door alle lagen van de bevolking die hoofdzakelijk katholiek was.
Anderen verbonden die overdreven Vlaams gezindheid aan een
conservatief katholicisme wat zorgde voor
een meer emotionele religiebeleving in Vlaanderen. Deze houding verklaart
grotendeels waarom niet iedereen angstig wegdook als de Duitse bezetter er aan
kwam in onze streken voor en tijdens W.O. II.De Vlaming verwachtte heel veel van de ontvoogding en het verklaarde
ten dele waarom sommige overtuigde katholieken samenwerkten met de katholieke
Duitsers, ook in Maldegem, die toen Klein Berlijn genoemd werd. Een beperkte
groep zag eindelijk het licht en de verlossing tijdens de bezetting, met alle
gevolgen van dien voor de gemeenschap. Er kwam tweedracht. Vele overtuigde
jonge Vlamingen trokken naar het Oostfront om te vechten tegen de Russen en
lieten er het leven. Vlaamse verpleegsters trokken naar het front om de
gewonden te verzorgen. Het werd hen niet in dank afgenomen na de oorlog. Op
politiek, sociaal en cultureel vlak kwamen de Vlamingen op voor hun rechten,
soms geruggesteund door enkelepriesters
eigenlijk, want de mensen bleven overwegend christelijk in de eerste helft van
de vorige eeuw.
Heel veel mensen waren echter behoedzaam, zij spraken zich niet
echt uit en hielden zich afzijdig.
Foto M.J. De Clerck. Tekst Marianne Posman.
13-05-2018 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1