Schrijven doe ik niet veel, doch als ik iets schrijf, hoop ik dat het de moeite wordt. Zo gebeurd het regelmatig dat ik s avondslaat versteld sta van mezelf, de rede die dan toeslaat slaat me met verstomming.
Levensvragen worden beantwoord aan de hand van een logische opeenvolging van gedachten, waarbij ik mezelf soms afvraag of ik het zelf nog wel kan volgen. Een oneindig verhaal dat in tegenstelling tot andere verhalen, wel degelijk de bedoeling heeft om structuur te bieden in het leven, in mijn gedachten. Deze momenten vallen het meest voor tijdens kampen, verblijven buitenshuis, bij mensen waar ik een binding mee voel, mensen die ik weet te waarderen om de ondersteuning die ze me geven op het moment dat ik een levensverhaal wil duidelijk maken.
Het zijn niet echt levensverhalen, maar levensgedachten die ter sprake komen. Zo ook het gegeven dat we alles maar toch niets zijn, weliswaar vanuit een iets anders gezichtspunt bekeken. Als mens weten we goed en kwaad te bundelen, het positieve en het negatieve, het alles dus, maar als mens zijn we ook nietig ten aanzien van de omgeving, het heelal in het bijzonder. Zo ook de gedachte dat er geen leven is zonder de dood. Duidelijk makend dat het leven maar saai zou zijn mochten we weten dat het voor eeuwig is, streven naar iets zou geen betekenis meer hebben, daar je daarvoor eeuwig de tijd hebt. Men kan mijn inziens dus pas leven als men ook dood gaat. Weten dat er aan alles een eind komt en dit ook ten volle aanvaarden. Het brengt een vrijheid met zich mee die niet te beschrijven valt, het is de ware vrijheid, niet datgene waarvan velen denken dat ze het bezitten, maar naderhand dienen vast te stellen dat hun leven beknot wordt door grenzen waar men in se niet zelf voor gekozen bleek te hebben. Wat ons leidt naar het absurde van verkiezingen, het al dan niet stemplichtig zijn, een democratie die voortdurend bewijst dat men niets te zeggen heeft in de omgeving waarin men, ongevraagd, terecht is gekomen. Als kind wordt men geboren in een bepaalde omgeving, in de ruimste zin van het woord. Men komt bij ouders terecht die men niet zelf koos, men groeit op in een omgeving die meestal opgelegd is door het volgen van een aantal regels: krijg je bouwgrond van je ouders, kan je dit toch moeilijk braak laten liggen, werk je ergens en je woont te ver, lijkt verhuizen het meest aangeraden, kwestie van je (gemoeds)rust te kunnen garanderen. Ook de school waar men naartoe gaat, is weer een bewijs van wat ons opgedrongen wordt. Ofwel gaan we voor een school in de buurt, of we kiezen ervoor om onze kinderen 5 van de 7 dagen af te staan aan wildvreemden, en maar hopen dat het kind in kwestie er zich toch een beetje thuis zal voelen, op voorwaarde natuurlijk dat het kind ooit heeft mogen ervaren wat thuis betekend.
Dan is er nog het kwaad dat men zich voelt aangedaan. Oog om oog, tand om tand, en men vergeet daarbij maar al te snel dat win-win- oplossingen het meest in het laadje brengen. Je rug keren naar mogelijke problemen met anderen is een manier om te kennen te geven dat je het niet eens bent met iemand, maar het wordt al snel heel anders geïnterpreteerd. Niet dat dit zo uitzonderlijk is, het verkeerd interpreteren, het is niet zo dat we altijd een klare kijk geven op ons gedrag, waardoor misinterpretatie al snel de bovenhand neemt. Hetzelfde geldt voor de berichtgeving, nooit heb ik berichtgeving geweten die zo volledig is dat ik een duidelijke, klare kijk krijg op bepaalde zaken. Lessen pretenderen volledig te zijn, doch vergeet men dikwijls de kantlijnen in te vullen.
Dood gaan, deel van het leven, geen leven zonder de dood. Als er iets is waar we met zekerheid kunnen naar uitkijken, dan is het wel de dood. De enige zekerheid in ons bestaan.
Wat daarna is, blijft een vraag. Voor zij die de dood reeds in de ogen gekeken hebben, wordt een tipje van de sluier gelicht. Doch, aan wat hierna komt hoeven we nu niet te denken.
Hoe vrij voel ik me dit te weten, en te weten dat wanneer mijn leven een einde neemt, ik hier niet bevreesd voor hoef te zijn.
Sedert deze ingeving voel ik me pas echt vrij, vrij om te doen en te laten, om mezelf te zijn.
Zo kon ik meer van mezelf geven, kon ik makkelijk delen, zag ik in mensen om me heen steeds het goede, wetende dat ook in mij het kwaad woede.
Ik ben alles, en toch niets, ik vertegenwoordig goed en kwaad, groot en klein, en binnen de massa die op aarde leeft ben ik slechts een speld in een hooiberg, ben ik niets, vervangbaar. Althans, dat proberen anderen me steeds duidelijk te maken. Op dat moment besef ik, die persoon geeft om me, is blij met me, geeft schrik dat ik hem verlaat, of, die persoon moet me niet, geeft me liever uit zijn buurt. Wat er ook van zei, het moment dat ik van geen belang meer ben, is het moment dat men hard op zoek zal moeten gaan voor een vervanger. Iedereen is vervangbaar, als het puur om werken gaat, maar als het gaat om dat ietsje meer tijdens dat werk, dat valt nog maar te bezien.
Ik dien men tanden nog te poetsen, mijn mond te spoelen, en dan naar bed toe te gaan, om morgenvroeg voor de vogels op te staan. Zodat ik terug in de ogen kan zien een dag vol afwisseling, contacten en zoveel meer, om moe maar uitgerust de dag verder te zetten voor mij alleen. Zeker weten dat het laatste zinsdeel de ogen zullen fronsen. Wil men mij begrijpen, zal men zijn geest moeten openen, gedachten de vrije loop laten. Moeten ze dan geïndoctrineerd worden? Helemaal niet, een open geest geeft zoveel meer te bieden dan een gesloten krat.
Teveel is het dat men dit vergeet, om dat men soms van niet beter weet.
Geven is leuker dan nemen, zo mocht ik ervaren. Jaren nadat ik kinderen getrakteerd had op een ijsje, wisten ze me nog steeds te vertellen dat ik dat voor hen gedaan had. Ongelooflijk hoe kleine zaken zoveel kunnen betekenen voor anderen. Kinderen die trots op je zijn, niet om wat je voor hen doet, maar om wat je voor hen betekend, niet dat ze het met zoveel woorden zeggen, maar het is vooral hun blik die boekdelen vertellen. Als je voorbij een groep kinderen loopt op straat, een aantal je aanspreken en een ander kind, dat je totaal niet kent, met blijheid meld dat ook hij je kent, dan voel je wat het betekend iemand te zijn.