|
17/
Vanzelfsprekend zit hij niet verlegen om een job te vinden. Universiteiten, bedrijven, instellingen... staan te springen om een fenomeen als Zerar binnen te rijven. Nu ziet Zerar zijn kans schoon om een jongensdroom waar te maken. Als kind droomde hij al van een job bij de politie: bekeuringen uitschrijven leek hem het heerlijkste wat er bestaat. Lang geleden heeft hij een keer gesolliciteerd voor die job, maar hij werd toen geweigerd vanwege zijn gebrekkig handschrift. Nu is het - om José De Cauwer te citeren - "een ander verhaal": hij mag optreden als politie-inspecteur op de Vrijdagmarkt, met als opdracht de foutparkeerders en het vandalisme te lijf te gaan. Zijn kennis van het Spaans moet hem toelaten snode Spanjaarden die het standbeeld van Jacob van Artevelde willen bekladden, in hun eigen taal de levieten te lezen. Anderen zal hij te woord staan in het Engels, want... wie kent er, de dag van vandaag, geen Engels? En als een transmigrant de weg vraagt naar Engeland zal hij ze naar Jacob verwijzen: diens gestrekte arm wijst precies in de richting van het Beloofde Land.
|