Een twijg, geschilderd tegen een zéér
lichtgrijze achtergrond, dewelke in twee gedeeld wordt door een regenboog. Het
bijzondere aan die regenboog is de verdeling van de kleuren (het indigo overheerst
buiten proportie), alsook de volgorde van de kleuren en ook het feit dat
verscheidene kleuren ontbreken of althans met het blote oog niet te zien zijn.
De kromming van de boog is dermate klein dat we de indruk krijgen met rechte evenwijdige kleurstroken te doen te hebben. Het linker gedeelte van de
achtergrond is, zo mogelijk, van een nog subtieler grijs dan het rechter gedeelte. De twijg zelf is geschilderd met een precisie die men van de schilder
niet zou verwachten: Raveel kan immers allerminst verdacht worden van enige affiniteit met het hyperrealisme. Er
zijn vijf zijtakjes, uitlopers met een dotje geel op het uiteinde. En
vermoedelijk houdt de twijg, met iets wat als een wollen handschoentje kan
geïnterpreteerd worden, nog twee andere uitlopertjes verborgen, achter een
vierkant kadertje (de handtekening van meester Roger). Dat brengt het aantal
scheutjes op zeven! Een heilig getal. Raveel was overigens ongetwijfeld een vurig aanhanger van de wielersport en dat kon hij niet nalaten in zijn werk tot
uiting te laten komen. In dit verband is het merkwaardig dat de randen van
het kadertje een hoek van zeven graden vormen met de randen van het
schilderij. Welnu, zeven graden is exact de gemiddelde hellingsgraad van alle
cols in de Tour de France.
De waarde mag m.i. geschat worden op 325.000 euro, maar een verdubbeling van deze waarde in de komende decennia is zeker niet uit te sluiten.
|