We nemen heden afscheid van één van de grootste en veelzijdigste Anzegemnaren van de 20e en het begin van de 21e eeuw. Hij was ingenieur, leraar, auteur van een standaardwerk over weeftechniek, legerofficier, begenadigd langeafstandsloper, weefkunstenaar, filosoof, haiku-dichter, voorzitter van de sportraad, de man die Anzegem aan het sporten heeft gezet (lopen, wandelen, turnen) belangeloos en met een onuitputtelijke inzet, voorbeeldige huisvader en enthousiaste opa van twee flinke kleinzonen (waarschijnlijk daarom dat hij opa Gilbert wilde genoemd worden) en bovenal was hij trainer en hét boegbeeld van Loopclub Grijsloke.
Gilbert, ik leerde je kennen 33 j. geleden. Je was uitgenodigd op de persconferentie t.g.v. de 1e DDG. Ik vond dat je maar een klein manneke was. Hoe zeer heb ik mij vergist! Je schreef je in voor de loopkoers en je gaf te kennen dat je nog wel méér wilde doen voor DDG. En, ja hoor, een jaar later maakte je deel uit van het bestuur en nog een jaar later stond je aan de doopvont van Loopclub Grijsloke. Je werd trainer van de club en het leek wel of je hiermee je ultieme bestemming had gevonden. Binnen de club was je overal present : je leidde de trainingen op een bijna wetenschappelijke manier, je startte de jeugdbegeleiding, je verzorgde meer dan 30 jaar ons clubblad INFO , met hart en ziel organiseerde je de orientatie-tochten, en één begrip zal voor altijd met jou verbonden blijven: de filoporitest (door jou uitgevonden, maar nog niet in de dikke Van Dale; nóg niet
). Je smeedde de loopclub tot een hechte vriendengroep met als jaarlijks hoogtepunt de meer dan 30 winter-weekends in de Ardennen of aan zee. Je hebt meer dan één steentje bijgedragen om het piepkleine Grijsloke op de wereldkaart te zetten door je contacten met Hastings (UK), Capelle a/d IJssel (Nl), Echternach (L), Valenciennes (F), om er maar enkele te noemen.
Nooit vergeet ik hoe jij en ik in 1993 samen met Didier een paar weken rondtoerden in Griekenland en tijdens onze tocht alle antieke stadions en theaters opzochten om de grote Olympische tocht van Loopclub Grijsloke (in 1994) voor te bereiden. Indrukwekkend was de manier waarop jij in Delphi de toeristen de knepen van het discuswerpen en de kunst van het starten bij de sprintnummers bijbracht. Waren dat voor ons beiden niet de mooiste weken van ons leven? En ik vergeet ook niet de talrijke keren dat wij na de zondagse training filosofeerden over het leven, over het begin en het einde van alle dingen, over de begrensdheid van massa, ruimte en tijd. En hoe we beiden tot de conclusie kwamen dat er geen grenzen zijn, geen begin en ook geen einde.
Opa Gilbert, bedankt voor al uw verwezenlijkingen. Geleidelijk hebben we onder uw toezicht reeds diverse taken overgenomen en herverdeeld. Niet gemakkelijk, maar we blijven ons uiterste best doen om Loopclub Grijsloke, uw geesteskind, in de picture te houden en onze blauwe lopertjes op gele achtergrond overal te laten stralen.
Ik wil eindigen met één van je talrijke haikus, waaruit blijkt hoe je de laatste jaren je krachten voelde afnemen en hoe je het licht uit je ogen zag verdwijnen, maar hoe optimistisch je tezelfdertijd was naar de toekomst toe en naar een nieuwe generatie:
licht en duisternis
de zon zakt zienderogen
terug naar morgen