Vandaag is een dag die me voor het leven zal bijblijven.
Gisteren kwam Jalil niet opdagen, maar dit had ik nooit durven hopen.
Deze ochtend werd ik wakkergeschut door de chauffeur van
gisteren. s Nachts had er iemand een deken over mij gelegd, maar ik weet niet
wie. Hij zei me dat ik naar huis moest gaan, dat Jalil Kahn had gezegd dat ik
naar huis moest gaan. Het drong eerst niet tot me door, maar wie had gezegd dat
ik naar huis moest gaan? Ja! Jalil Kahn! Ik protesteerde om in de auto te
stappen en voelde dat mij ogen zich me tranen begonnen te vullen. Ik moet hem
zien! De chauffeur zuchtte en beval me in de auto te stappen. Net toen bedacht
ik me dat ik net voor ik de auto zou stappen, zou rennen naar de poort. En ja
het lukte me..
Minuten leken uren
toen ik me in Jalils prachtige tuin bevond. Er was een visvijver, fruitbomen en
bloemen in de meest prachtige kleuren. Toen zag ik plots boven vanachter een
gordijn een gezicht te voorschijn komen, maar net toen ik keek, werd een hand
zichtbaar die verwoed aan een koord trok.
Ruwe handen namen me onder de oksels en probeerde me in alle
mogelijke bochten los te wringen.
Tevergeefs belandde ik met mijn achterste op het koude leer.
De chauffeur probeerde mijn geweten te sussen door allerlei
dingen te zeggen en probeerde op me in te praten, maar ik was ontroostbaar. Het
waren tranen van verdriet, woede en teleurstelling. Maar hoofdzakelijk waren
het tranen van diepe, diepe schaamte. Hoe kon ik me zo dwaas overgeleverd
hebben aan Jalil? Hij heeft op mijn hart getrapt. En dan nog te bedenken dat ik
zo een drama had gemaakt over mijn jurk en mijn niet bijpassende hijab om dan
helemaal tot in Herat te lopen en dan te moeten slapen op straat zoals een
vieze, vuile straathond. Nana had me zo dikwijls gewaarschuwd dat ik niets voor
hem beteken. Ze heeft gelijk.
Ik wou niemand anders bij me dan mullah Failzullah zo dat
hij me zou kunnen troosten.
Het ergste van deze dag stond me natuurlijk nog te wachten,
Nana. Zou ik me moeten verontschuldigen?
Was het dat maar geweest, simpele excuses en alles weer
zoals het was.
Maar zo simpel was het niet. Jalils chauffeur wou me naar
huis lopen en dat deed hij ook, maar plots sprong hij voor me en zei me niet te
kijken. Het was te laat.
Ik had het al gezien, de omgevallen stoel met de rechte rug en
het dikke touw aan de hoogste tak. Nana was niet meer.
Je kan wel stellen dat dit één van de raarste dagen in mijn
leven is.
Zelf had ik niet gewild dat het zo zou lopen, maar veel kan ik
nu niet aan veranderen. Ik hoop dat ik Jalil zo snel mogelijk zie, want ik heb best
wel honger en het wordt hier toch aardig koud.
Mijn dag had er normaal heel anders uitgezien. Ik had zo
uitgekeken naar vandaag. Naar het gevoel van de botsing van een auto en je het
metaal kon in je botten voelen schieten. Naar de film, het ijsje.
Ik wou er extra goed uitzien vandaag dus besloot ik van mijn
crèmekleurige jurk aan te trekken en mijn groene hijab over mijn haren te doen.
Het paste wel niet echt bij elkaar, maar de motten hadden in mijn witte hijab
gaten gevreten dus moest ik deze wel nemen.
Jalil en ik hadden vandaag op onze plek bij de rivier
afgesproken om 12u, maar toen ik na enige tijd terugkeerde naar de kolba en zag
op de klok dat we hadden gekregen van mullah Faizullah dat het al 13u was. Ik
keerde terug naar de rivier en wachtte nog een poosje. Hij kwam maar niet.
Deze maal besloot ik niet terug te keren naar de kolba, maar
hem zelf te gaan zoeken.
Zo begon ik te wandelen naar Herat. Eenmaal in Herat
aangekomen wist ik niet goed wat te doen, maar ik schraapte toch al mijn moed
bijeen en vroeg de eigenaar van een gari of hij wist waar Jalil Kahn woonde.
Hij antwoordde dat iedereen dat wist en gaf me een toffee. Ondanks ik geen geld
had, mocht ik toch meerijden op zijn kar.
Toen we afsloegen in de grote straat dacht ik geluk te
hebben, want daar stond de glanzende zwarte auto van Jalil.
Ik besloot van aan te kloppen en een getatoeëerd meisje deed
de deur open. Ze keek me met volle verbazing aan toen ik zei dat ik de dochter
van Jalil Kahn was, maar even later kwam de flits van herkenning. Ze zei me te
wachten. Even later kwam er een man bij en die zei me dat hij de chauffeur van
Jalil was en hij er momenteel niet was door dringende zaken.
Ik vind het raar want Jalil en ik hadden vandaag
afgesproken, maar ja tenslotte is hij wel een belangrijk persoon.
Ik wou Jalil kostte wat het kost zien en zette me op de
grond. Ik zou wachten op Jalil. De man beval me vannaar huis te gaan, maar ik wou niet.
Nu heeft het getatoeëerde meisje me een bord met brood en
rijst gebracht. Ik heb honger, maar ik weiger het op te eten. Ik wil Jalil.
REFERENTIE MET HET BOEK
Pag 31: -Mariam kon
zich herinneren dat hij had verteld dat op het doek het gezicht van een mens
net zo groot was als een huis en dat als een auto een botsing kreeg je het
metaal in je eigen botten voelde schieten.
-Ze zag zich op het balkon al op een Ik ontmoet je hier op deze plek.
Oké? Morgen?
Pag 33: - De volgende dag droeg Mariam een crèmekleurige
jurk de motten hadden gaten in haar witte hijab gevreten.
-Ze keek op de klok..een cadeau van mullah
Faizullah.
Pag 34: -Ditmaal
keerde ze niet terug naar de kolba en liep voor het eerst de heuvel af naar
Herat.