Ik ben Fredje
Ik ben een man en woon in Hoeilaart (België) en mijn beroep is Gepensioneerd.
Ik ben geboren op 04/06/1950 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: bloggen.
Door een heel uitzonderlijk toeval kwam ik twee mannen tegen in een café. Ze vroegen mijn mening. Dat was niet niks want normaal heb ik helemaal geen mening. Ik ben maar een simpele mens zonder uitgesproken mening. Maar die twee wilden mij een petitie laten tekenen. Tegen de boer. Meer specifiek tegen de koeien van de boer. Die twee wilden met een petitie bereiken dat een landbouwer zijn koeien zou verwijderen uit de wei. Het zat zo: langs de ene kant van de straat was een weide waar die beesten al sinds mensenheugenis stonden te grazen. Langs de andere kant hadden die twee elk een villa neergepoot. Ze kwamen oorspronkelijk uit de stad en hadden in ons dorpje het groen opgezocht. Het rustige buitenleven. Volgens hun zeggen was er echter een probleem; die koeien stonken, brachten vliegen tot in hun tuin en scheten zowaar zomaar waar ze stonden te staan. Dat was geen zicht. Vooral dan voor hun kleine kinderen die dat als een voorbeeld zouden zien en dan zelf ook nooit zindelijk zouden worden. Ik hoorde het in Keulen donderen. Keek eens naar de kalender maar nee, het was nog geen 1 april. Stonden hier ergens verborgen camera's? Ook niet. Al wat ik zag waren enkele dorpsgenoten die veelbetekenend stonden te glimlachen. Die wisten blijkbaar al waar het over ging en hadden die twee al bij de idioten geklasseerd. Kijk, dat zijn zo van die zaken die ik totaal niet begrijp. Die mensen komen ergens wonen en dan moeten de oorspronkelijke bewoners zich aanpassen aan hun grillen. Die boer was daar eerst. Die koeien hebben daar altijd gestaan. Niemand heeft ooit last gehad van die dieren. Waarom zouden die nu plots wel voor overlast zorgen. Als je ergens gaat wonen weet je toch op voorhand welke buurt het is. Niemand verplicht je om daar te gaan wonen. Dat is hetzelfde als naast een vliegveld gaan wonen en dan klagen dat die vliegtuigen lawaai maken. Maar goed. Per slot van rekening kon het mij niet schelen wat er met die beesten gebeurde. Ik liet me dus omkopen. Voor twee duvels luisterde ik naar hun argumenten. Maar mijn handtekening kregen ze niet.
Aangezien ik van plan ben om 350 jaar te worden ga ik regelmatig naar de dokter. Gewoon om eens te horen of ik nog op schema zit. Ook wel om een enkele pillen te laten voorschrijven. Die zijn dan weer nodig om op schema te blijven. Eigenlijk komen de dokter en ik goed overeen. Hij houdt mij in leven en ik betaal hem. Dat lijkt mij een faire deal. En tot nu toe heb ik geen klachten. Terwijl ik in de wachtkamer zat vroeg ik mij af voor welke ziekten de andere wachtenden daar zaten. Dat zal wel verschillend zijn van persoon tot persoon. Daar zullen dan ook wel besmettelijke ziekten bij zijn. Een gewone verkoudheid bijvoorbeeld is al besmettelijk. Daar ga je natuurlijk niet van dood. Erg is dat dus niet. Maar er kunnen ook ergere ziekten tussen zitten zoals tyfus, dysenterie en lepra. Allemaal enge ziekten die zich verspreiden door de lucht. Al die virussen en bacteriën zweven dus rond in de lucht van de wachtkamer bij de dokter. Nu wil ik niet beweren dat dat altijd het geval is. Maar het kan. Als die dokter een geval van besmettelijke ziekte vaststelt zou hij dan ineens alle wachtenden inenten? Voor een verkoudheid zal dat wel niet het geval zijn. Een simpele verkoudheid is niet direct levensbedreigend dus dat kan alleen maar geld in het laatje brengen. Ha ja. Als één patiënt met een verkoudheid in zijn wachtzaal zit is meteen de halve wachtzaal besmet. Die komen een paar dagen later terug en besmetten dan op hun beurt weer de halve wachtkamer. En daarom is binnen de kortste tijd het halve land verkouden. Maar zo doet een dokter aan klantenbinding. Die mens moet ook leven natuurlijk. Maar wat zou er gebeuren als die dokter een geval van lepra vaststelt bij een patiënt? Zouden dan alle wachtenden in quarantaine geplaatst worden? Direct naar de spoedgevallen en de wachtkamer door een gespecialiseerde firma laten ontsmetten. En terwijl ze toch bezig zijn met ontsmetten ook ineens heel zijn woning, de halve straat en alle personen waarmee die besmette persoon in contact gekomen is. Een half dorp in quarantaine. Voor enkele maanden. Wil ik nog wel het risico lopen om naar de dokter te gaan? Die wachtkamer is immers een bron van besmetting. Een poel van verderf. Ik speel met mijn leven door simpelweg naar de dokter te gaan. Die dokter zou mij moeten genezen. Maar nee. In plaats van te genezen krijg ik er een hoop verschrikkelijke ziekten bovenop. Zo zal ik nooit 350 jaar worden. Ik zal moeten kiezen. Ofwel ga ik niet meer naar de dokter en word ik maar 300 jaar. Ofwel ga ik wel en loop de nodige risico's. Ik zal er eens een nachtje over slapen.
Een Canadese universiteit is van plan om zeven zeeschildpadden te laten inslapen. Gewoon doden dus. Ze hebben daar een onderzoek gedaan naar het feit waarom er jaarlijks zo'n 85.000 zeeschildpadden omkomen in vissersnetten. Het onderzoek is afgelopen en nu moeten die schildpadden weg. Gewoon in zee zetten is blijkbaar geen optie wegens niet voor zichzelf kunnen zorgen. Groene activisten willen die zeven dieren redden. Die schildpadden zijn blijkbaar een bedreigde soort. Een kritiek bedreigde soort, om hun woorden te gebruiken. Als er per jaar 85.000, per ongeluk, gevangen worden in visnetten lijkt mij dat toch niet zo kritiek. De paling moet ook dringend gered worden. De paling zou ook met uitsterven bedreigd zijn. Er zijn groene jongens die een voorstel gedaan hebben om alle restaurants die paling op het menu hebben staan uit te sluiten om, eventueel, een michelinster te krijgen. Als je dus nog eens paling in 't groen wil eten moet je niet te lang meer wachten. Ofwel is de paling uitgestorven, ofwel mag er geen paling meer gevangen worden. Er zal in ieder geval niet lang meer paling op uw bord komen. Wat ik mij afvraag is waar die groene activisten hun ideeën halen. Kunnen die dan geen twee minuutjes hun grijze cellen gebruiken? Dat er planten- en dierensoorten uitsterven is de normaalste zaak op onze aarde. Dat verschijnsel heeft een naam. Dat heet evolutie. Door veranderende omstandigheden sterven er soorten uit en komen er weer anderen in de plaats. Die omstandigheden kunnen van uiteenlopende aard zijn. Dat kan met het klimaat te maken hebben. Maar dat kan evengoed met heel andere zaken te maken hebben. Zoals het wegvallen van de nodige voeding voor die betreffende soorten. En dat is het nu precies. Als de voeding van de mens in het gedrang komt zal de mens verdwijnen. Maar moeder aarde zal wel voor zichzelf zorgen. Het natuurlijk evenwicht zal zich wel herstellen. Dat er overbevissing is weet iedereen. En tenzij de mens op één of andere manier zichzelf van voeding kan voorzien komt er, vroeg of laat, een einde aan het tijdperk van de mens. Zoals 60 miljoen jaar geleden de dinosaurussen uitgestorven zijn, zo zal ook het tijdperk van de mens op een dag verleden tijd zijn. Al kan dat nog lang duren. De dino's hebben ook enkele miljoenen jaar over de planeet geheerst. En door het wegvallen van die beesten heeft de aarde zich langzaam herstelt en kreeg de mens een kans. Evolutie weet je wel. Maar als je de groene jongens zou laten doen dan zouden ze de appelblauwgeelgespikkelde steekmug van de ondergang gaan redden. In plaats van die gewoon dood te meppen. Ze zouden beter hun tijd en energie gebruiken om vis- en andere kwekerijen te bouwen. Nog een geluk dat die milieu activisten 60 miljoen jaar geleden niet bestonden. We zouden nog altijd opgescheept zitten met dinosaurussen, brontosaurussen en tyrannosaurusssen. En dat zou mij op kosten jagen. Ik zou een draadje rond mijn hof moeten spannen om die beesten weg te houden.
Statistieken zijn toch rare dingen. Het hangt er van af hoe je het bekijkt. En vooral wie die dingen uitlegt. Zo zijn er statistieken die uitwijzen dat zowat 80% van de rokers vroegtijdig sterft. Dus is het logisch dat men rokers de raad geeft om te stoppen. Als uit de statistieken blijkt dat de grootste oorzaak van Co vergiftiging het gebrekkige onderhoud van gastoestellen is, dan maakt men een wet die iedereen verplicht om een jaarlijks onderhoud te laten doen. Of men neemt al te gevaarlijke toestellen uit de handel. Logisch toch dat de grootste gevaren eerst aangepakt worden. Daar hebben we statistieken voor. Maar dat blijkt niet helemaal te kloppen. Als ik naar de statistieken van verkeersongevallen kijk is dat iets heel anders. Daar draait men de zaken om. Daar worden de grootste oorzaken ongemoeid gelaten. Aangemoedigd zelfs. Als uit statistieken blijkt dat in zowat 20% van de verkeersongevallen alcohol een rol speelt dan start men alcoholcontroles. Al degene die meer dan een bepaalt percentage alcohol in het bloed heeft mag niet met de wagen rijden. Maar in 80% van de ongevallen is geen sprake van alcohol. Wie haalt het dan in zijn hoofd om de dronken chauffeurs uit het verkeer te bannen? Het moet net andersom. De controles zouden er moeten op gericht zijn om de nuchtere bestuurders eruit te halen. Een fikse boete voor wie het waagt om volledig nuchter een auto te besturen. Desnoods het rijbewijs afpakken van de recidivisten. Die nuchteren zijn immers oorzaak van 80% van de ongevallen. En waarom geen verplichte bak trappist aan boord van elke wagen? Of een fles jenever. Voor het geval dat de chauffeur nuchter dreigt te worden tijdens de rit. Vooral tijdens lange ritten kan dat gebeuren. Een brandblusser is toch ook verplicht in elke wagen. Veiligheid voor alles. Er zou dan wel streng op toegezien moeten worden dat elke bestuurder voldoende alcohol in het bloed heeft. Misschien wel een alcoholslot op elk voertuig. Een toestel dat de wagen laat stilvallen bij onvoldoende zat zijn. Het zijn toch de grootste risico's die aangepakt moeten worden. En nuchter zijn is in 80% van de gevallen oorzaak van een ongeval. Logisch toch dat elke bestuurder zat moet zijn. Of klopt er iets niet aan mijn uitleg?
Hoe schrijf je een goed column? Het was een vraag die zomaar bij me opkwam. Niet dat ik de pretentie heb om er ooit eentje te gaan schrijven. Ik weet dat ik veel fouten maak als ik een poging doe om iets op papier, of in dit elektronisch tijdperk, op een scherm te zetten. Vooral dt fouten dan. Maar het was zomaar een idee. Gewoon nieuwsgierigheid. Na enig opzoekwerk op internet begon mij één en ander duidelijk te worden. Een column schrijven is zowat het moeilijkste dat er is. Op gebied van schrijven althans. Want iedereen kan woorden na elkaar op een scherm tikken, maar er een fatsoenlijk allegaartje van maken is iets totaal anders. Volgens mensen die het kunnen weten moet een goed column beginnen met een interessante openingszin. Niet zomaar eentje. Het moet een openingszin zijn die de nieuwsgierigheid van lezers opwekt. Er moet ook structuur in zitten. En niet afwijken van het onderwerp. Vooral ook een eigen mening verkondigen. Hoe eigenzinnig dat ook mag zijn. Het mag zeker een heel persoonlijke kijk op een zaak zijn. Geen probleem. Integendeel. Dat is zelfs aangeraden. Maar dan moeten er wel argumenten aangehaald worden om die mening te staven. En er mag al eens overdreven worden. Sterk overdreven zelfs. Dat maakt een column de moeite van het lezen. Want dat is wel het bijzonderste, de lezer boeien. En daar zijn alle middelen goed voor. Gebruik dus ook korte zinnen. Behalve als er lange nodig zijn. En liefst korte en lange zinnen door elkaar want anders geeft de tekst de indruk van gejaagd te zijn en dat mag niet gebeuren vermits de lezer dan ook gestrest zou kunnen worden omdat korte zinnen nu éénmaal aangeven dat de schrijver zich er zo gauw mogelijk wil vanaf maken door almaar punten na zowat elk woord te plaatsen die er per slot van rekening niet toe doen omdat die punten alleen maar aangeven dat de schrijver er zich vanaf wil maken door.... Enfin. Het is maar dat je het weet. Ook belangrijk in een goed column is al op voorhand anticiperen op eventuele tegenspraak. Elke mogelijke vorm van oppositie op voorhand de kop indrukken dus. Dat lijkt mij wel een cursus dictatuur. Maar goed. De auteur moet op het einde ook een doelpunt scoren. Er een verrassend slot van maken. De lezer op het verkeerde been zetten heet dat. Een soort plotwending die elke schrijver van detectiveromans groen van jaloezie laat worden. Of met een simpel zinnetje alles wat ervoor geschreven is relativeren. Het is duidelijk niet simpel om een column te schrijven. Als ik dat zo allemaal lees dan begin ik er beter niet aan. Want mijn stukjes zijn helemaal niet zoals je van een goede column zou kunnen verwachten. Al wat nodig is om iets fatsoenlijk te schrijven is niet terug te vinden in mijn stukjes. Al heb ik een troost. Bij alle raadgevingen voor een goed column wordt met geen woord gerept over dt fouten. Dat mag dus.
Twee neurowetenschappers hebben het verschil tussen het mannelijke en het vrouwelijke seksuele brein uitgezocht. Voor de man is het eenvoudig. In het mannelijke seksuele brein staat één knop. Die kun je aanzetten of uit. Simpel. Het vrouwelijke seksuele brein blijkt een ander paar mouwen. De wetenschappers vergelijken het vrouwelijke brein met de cockpit van een straaljager. Met een massa aan knopjes, wijzerplaten en instrumenten. Die moeten allemaal de juiste instelling hebben of het zaakje werkt niet. Als er een kleinigheid niet klopt raak je niet van de grond. En het moet dan nog in de juiste volgorde gebeuren. Dat zou te maken hebben met het oerinstinct van de vrouw. Oervrouwen beseften dat hun nakomelingen meer kans op overleven hadden met een geselecteerde man. Een man dus waarvan ze zeker zijn dat hij terug komt om het kroost te beschermen. Een man waarop ze kunnen steunen. Met andere woorden; het vrouwelijke seksuele brein werkt dan als een soort detective bureau om te achterhalen of de man in kwestie te vertrouwen is. Het lijkt mij allemaal niet echt romantisch. En ik die dacht dat vrouwen van romantiek houden. Niks romantiek. Een man dient dus eerst een grondige screening door een batterij detectives te ondergaan en dan een pilootopleiding te volgen. Straffe mannen toch. Zelf heb ik geen pilootopleiding gehad. Zou het daarom zijn dat ik geen succes heb bij vrouwen? Of misschien val ik al door de mand na het detective onderzoek. Maar eigenlijk staat er in de cockpit van een straaljager toch ook een knop automatische piloot. Dat zou alles toch moeten vereenvoudigen. Alleen moet je die knop vinden natuurlijk. Opletten dus dat je niet de verkeerde knop indrukt. Het zou wel eens de schietstoel kunnen zijn. Allemaal nogal ingewikkeld voor mij. Ik zal die straaljager maar laten voor wat het is. Ik neem wel de fiets.
Er is weer een raar onderzoek gedaan. Naar het gekreun van een vrouw tijdens een vrijpartij. Eerst en vooral moest er aan dat gekreun een wat fatsoenlijkere naam gegeven worden. Het staat niet dat er onderzoeken gedaan worden naar neukgeluiden, of sekskreunen of zoiets. Nee, dat moet een beetje geleerder overkomen. Daarom hebben de onderzoekers maar een andere naam gezocht en gevonden. Voortaan heet dat dus copulatievocalaties. Als uw buren komen klagen over copulatievocalaties weet je dus waarover het gaat. Dat het wel een volledig nieuw verzonnen woord is bleek duidelijk toen ik het eens intikte op google. Geen enkel resultaat. En als er op het web niks over te vinden is dan is de kans groot dat het niet bestaat. Maar goed. De universiteit van Lancashire heeft er een onderzoek naar gedaan. Geen praktijkgericht onderzoek want daar had ik graag aan meegedaan. Gewoon een vocalatieve rondvraag aan 71 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 22 jaar. Totaal onervaren bakvissen dus. Alsof daar betrouwbare resultaten uit zouden te distilleren zijn. Maar plezant om lezen is het wel. Want uit de resultaten blijkt dat die vrouwen vooral copulatievocalaties uiten tijden het voorspel. Niet tijdens hun orgasme. Dan zwijgen ze als vermoord. Ook wanneer de partner zijn hoogtepunt bereikt zouden copulatievocalaties geuit worden. Dat zou er voor zorgen dat de man sneller klaarkomt. Waarschijnlijk om aan te geven dat ze er genoeg van hebben. Dat het tijd wordt om te stoppen. Kwakje lossen en ophoepelen. Of zouden vrouwen daarmee willen aangeven dat ze ten allen tijde het laatste woord willen hebben. De copulatievocalaties zijn in ieder geval een teken dat een vrouw opgewonden is. Maar dan stel ik mij toch vragen. Soms zie ik wel eens een tenniswedstrijd tussen vrouwen. Daar wordt ook nogal eens gekreund. Zou het kunnen dat....
Het is blijkbaar gevaarlijk om te stoppen met drinken. Volgens de vader van de onlangs overleden Amy Winehouse is zijn dochter niet gestorven aan alcoholverslaving. Maar wel aan het feit dat ze gestopt was met drinken. Volgens de dokters is dat best mogelijk. Wie immers stopt met drinken kan een delirium tremens krijgen. En dat is in één op de vijf gevallen dodelijk. Maar volgens de dokters is het niet alleen het delirium. Bij stoppen met drinken kan er meer gebeuren. Zoals geïrriteerdheid, stress, overgevoeligheid en zelfs hallucinaties, hartritmestoornissen, hoge koorts, hartkrampen en beroertes. Als ik dat allemaal hoor uit de mond van dokters begin ik toch te twijfelen. Niet aan hun oordeel. Wel aan mijn voornemens. Ik was namelijk van plan om te stoppen met drinken. Eventjes een pauze inlassen. Recupereren van gedane inspanningen. Oftewel een sabbatjaar in te lassen. Al was ik niet van plan om daar een jaar van te maken. Meer een sabbatdag. Of een sabbatuur. Maar ik zal het beter niet doen. Als ik moet wennen aan de nuchterheid riskeer ik mijn leven. Of toch tenminste enkele serieuze verwikkelingen. Want zeg nu zelf, beroertes en hartritmestoornissen zijn geen zaken die erg bevorderlijk zijn voor de gezondheid. Trouwens, met dat nuchter zijn moet een mens ook oppassen. Ik zou de werkelijkheid onder ogen kunnen zien. En het was een goede vriend die mij waarschuwde. Volgens hem is de werkelijkheid een illusie, die ontstaat door een gebrek aan alcohol. Dat klinkt logisch. Vandaar die hallucinaties natuurlijk. Ik moet dus echt gaan oppassen. En eens goed nadenken voordat ik een beslissing neem. Wil ik echt die risico's lopen? Want als puntje bij paaltje komt is er eigenlijk geen verschil tussen een dagelijkse portie alcohol en geheelonthouding. Als je drinkt sterf je, als je niet drinkt krijg je allerlei rare kwaaltjes en sterf je ook. Doodgaan moet een mens toch. Dan sterf ik liever aan een gezonde dosis alcohol.
Vrouwenpraat. Het blijft een bron van inspiratie. Voor mij toch. Het is in ieder geval een geliefkoosd onderwerp voor mij. Ik heb hier zelfs enkele typische vrouwenwebsite's bij mijn favorieten gezet. Dat is elke dag weer goed voor een lach. Soms een groene lach, maar toch een lach. Zo las ik vandaag op zo een vrouwengeval een artikeltje over zeven lessen. Zeven lessen die vrouwen van mannen kunnen leren. In eerste instantie dacht ik nog; slechts zeven? Maar goed. De vrouwelijke zienswijze is altijd nogal beperkt geweest. En vermits tegenwoordig alles in lijstjes, statistieken en dergelijke onzin moet gestoken worden ga ik daar zeker niet mee lachen. Dat is de tijdsgeest zal ik maar aannemen. Over naar de les nu.
Les nr1. Trek je minder aan van anderen. En daar is dan de volgende uitleg bij. Door hun vriendelijke aard en de behoefte om door iedereen aardig gevonden te worden hebben vrouwen het daarmee moeilijk. Zeggen vrouwen dan wel eens nee dan hebben ze het daar achteraf ook lastig mee. En dat doet mij dan weer schaterlachen. Vraag eens aan een man die in een vechtscheiding verwikkeld is of zijn ex de indruk geeft om aardig gevonden te worden of het moeilijk te hebben om nee te zeggen. Geen haar op een vrouwelijk hoofd dat er aan denkt om ook maar één spaander heel te laten van haar ex.
Les nr2. Pak problemen actiever aan. Met als bijkomende uitleg. Blijf niet bij de pakken zitten. Doe iets. Zoek een oplossing. Maar dat zal wel een typisch vrouwelijk probleem zijn. Veel tetteren en geen oplossingen. Geen beslissing durven of kunnen nemen. Alles een beetje opkroppen en zichzelf verwijten geven. In plaats van iets te doen en verder te gaan met het leven. Een blik op de toekomst richten en het verleden laten voor wat het is. Want hetgeen voorbij is dat is niet meer terug te draaien.
Les nr3. Communiceer directer. En daar is weer een uitleg bij. Dat zijn dan dingen als, draai niet rond de pot. Zeg wat je bedoeld. Zeg niet ja, misschien als je nee bedoeld. Maar daar zijn vrouwen echte meesters in. Rond de hete brij draaien en verdoezelen wat ze precies bedoelen. Een vrouw zou duidelijk moeten zijn. Als een man vraagt om samen naar bed te gaan is daar toch een eenvoudig antwoord op te geven. Het is dan ja of nee. Simpel en eenvoudig. Meer moet dat niet zijn.
Les nr4. Hou wat vaker je mond. En bij de daarbij horende tekst geven vrouwen zelf toe dat wie veel praat, te weinig luistert. Zo kan een simpel gesprek uitmonden in éénrichtingsgepraat. Waarbij de vrouw blijft kwekken. Maar dat wist ik al uit ondervinding. Volgens andere onderzoeken spreekt een man gemiddeld 15.000 woorden per dag. Een vrouw 35.000. Of zoals een vriend me ooit zei. Het probleem is dat ik mijn 15.000 woorden al gesproken heb als ik thuiskom van mijn werk. Mijn vrouw moet aan haar 35.000 nog beginnen.
Les nr5. Huil minder snel. Vrouwen wenen zo'n viermaal per maand geven ze zelf toe. De tranen komen vlotjes. De reden kan zowel woede als verdriet zijn, beweren ze zelf. Ja, dat kennen we. De krokodillentraantjes komen snel. Een verkeerd begrepen opmerking en het is van dattum. Vrouwen voelen zich snel in het kruis getast. En met tranen proberen ze dan medelijden op te wekken.
Les nr6. Wees emotioneel stabieler. Dat heeft met de hormonen te maken. Met de ups en downs die eigen zijn aan het vrouw zijn. Geeft de schrijfster van het artikeltje zelf toe. Het lijkt me dat les 6 nogal veel gelijkenis vertoond met les 5. Huilen en emoties horen bij elkaar. En als ik mijn 2 jarige kleindochter bezig zie en hoor kan ik niks anders dan toegeven dat het in de genen moet zitten.
Les nr7. Heb meer lef. Een vrouw is te voorzichtig beweren ze zelf. Ze durven geen beslissingen nemen. Weten niet goed hoe ze gevolgen moeten inschatten. Kan zijn, denk ik dan. Want als ik sommige vrouwen zie wikken en wegen voor een lingeriewinkel dan twijfel ik toch aan hun gezond verstand. Ze hebben al problemen om een aankoop te doen voor iets dat geen man ooit te zien mag krijgen.
Maar wat mij opvalt aan het hele artikel is de algemene tendens. Beginnen vrouwen eindelijk zelf te beseffen dat een man het superieure ras van de mensheid is? Dat ze nu mannen als hun voorbeeld moeten nemen. Opkijken naar de man. Zich nederig gedragen t.o.v. een man. De man de plaats geven die hij verdient. Of is het gewoon uit medelijden met de sukkelaar.
Gisteren kreeg ik een telefoontje van de bank. Of ik geen interesse had om een belegging te doen. Uiterst interessant. Volgens de bank toch. Als een bank mij een uiterst interessant voorstel doet beginnen er in mijn hoofd allerlei alarmbellen te rinkelen en rode lichten te knipperen. Als dat zo interessant is, waarom beginnen ze er dan zelf niet aan? Als ik ooit een interessante manier weet om aan meer geld te raken hou ik dat voor mij. Dan zal ik daar zeker geen reclame voor maken. En aan uw eigen ken je de hele wereld is mijn devies. Maar goed. De man van de bank wist het heel goed uit te leggen. Volgend jaar zou ik schatrijk zijn. Met een minimum aan kosten. En bovendien kon er niks misgaan. Dit was de kans van mijn leven. Nooit in zijn loopbaan had de man een dergelijke buitenkans aan de man kunnen brengen. En hij had speciaal aan mij gedacht. Eigenlijk moest ik hem dankbaar zijn. Tot in de eeuwigheid. Op mijn vragen zoals, wat als dit....en wat als dat... had de man telkens een gepast antwoord. Ik zou absoluut geen risico lopen. Alles was zodanig uitgedacht en rotsvast verankert dat er geen enkele twijfel bestond. Het was trouwens iets met verzekeringen. En ieder normaal denkende mens stond te springen om zo een verzekering aan te gaan. Succes verzekerd dus. Hij goochelde met procenten alsof het paaseieren waren. Bovendien was de kans heel groot voor nog meer winst. Er moest zich maar een kleinigheidje voordoen en ik zat op rozen. Op gouden rozen. Het zou echt misdadig zijn als ik niet zou inschrijven. De man zou alle papieren klaarleggen en al wat ik moest doen was mijn handtekening zetten. Desnoods kwam hij persoonlijk bij mij thuis met de documenten. Wat een service dacht ik nog. Op een gouden schoteltje bood de bank mij een hoop geld aan waar een Rockefeller alleen maar kan van dromen. En toch. Als het gaat om mijn zuurverdiende centen blijf ik op mijn hoede. En als er zich dan toch een buitenkansje voordoet wil ik dat wel zelf in de hand houden. Dat was hier duidelijk niet het geval. Van ingewikkelde verzekeringsconstructies heb ik totaal geen verstand. Laat staan dat ik zou weten wie die eventueel zou kunnen kopen. Het was niks voor mij. Nee, dan heb ik wel een beter idee. Ik denk dat ik aandelen van de brouwerij Moortgat ga kopen. Dat heb ik toch beter in de hand. Hoe meer duvel ik drink, hoe rijker ik word.
Het is weer kassa. De hulporganisaties draaien op volle toeren. Ze hebben in Afrika plaatsen ontdekt waar mensen verhongeren. En daar gaan ze hun eens mee bemoeien. Vooreerst veel geld uitgeven aan een reclamecampagne. Om geld in te zamelen. Met dat ingezamelde geld gaan ze dan eerst en vooral de campagne betalen. Dan hun eigen zakken vullen. Vervolgens de vele firma's betalen die moeten tussenkomen om voedsel te kopen en ter plaatse te brengen. Om dan een groot deel van het voedsel te laten stelen. Om te verkopen op de zwarte markt. De restjes delen ze uit aan hongerige mensjes. Onder het oog van de internationale pers natuurlijk. Hun imago moet hoog gehouden worden. En het is alvast reclame voor de volgende campagne. Ben ik cynisch als ik zoiets beweer? Ben ik nu een grote egoïst die liever mensen laat kreperen van honger in plaats van een kleinigheidje te geven? Een kleinigheidje dat mijn luxe leven geen enkele schade zal berokkenen. Geen duvel minder zal ik drinken als ik, pakweg, honderd euro weggeef aan het zogenaamde goede doel. En toch vertik ik het. Geen eurocent krijgen ze van mij. Want als er van mijn honderd euro vijf euro ter plaatse komt zal het veel zijn. Een druppel op een hete plaat heet dat. Maar elke druppel telt, zegt u. Elke druppel kan een mensenleven redden. Kan zijn. En toch vind ik dat het geen enkel nut heeft. Er is in die landen meer nood aan andere zaken. Wat baat het om eten uit te delen aan sukkelaars als er machthebbers zijn die met het grote geld aan de haal gaan. Machthebbers die hun eigen bevolking laten verhongeren. Die profiteren van de armoede van de bevolking. Om er zelf nog rijker van te worden. Machthebbers die helemaal niks gedaan hebben om dergelijke toestanden te vermijden. Want daar zit het probleem. De droogte is een steeds wederkerend fenomeen in die landen. En daar kan wel iets aan gedaan worden. Maar daar is helaas niks aan te verdienen. Er is niet veel te verdienen aan het uitbouwen van een fatsoenlijk irrigatiesysteem zodat mensen voor zichzelf kunnen zorgen. Ook niet aan het onderwijzen van kinderen. Zodat die met enige kennis van zaken hun eigen lot in handen kunnen nemen. Net zomin als aan de aanleg van een behoorlijke infrastructuur in het algemeen. De plaatselijke economie zou immers opleven. De bevolking zou zichzelf kunnen bedruipen. En hun verstand gebruiken. Er zou protest kunnen volgen tegen de zakkenvullerij van de machthebbers. En dat laatste mag vooral niet gebeuren. Want dat zou weleens het einde van de uitbuiting kunnen betekenen. Het devies van de plaatselijke machthebbers is immers om de bevolking dom te houden. Zodat maximaal geprofiteerd kan worden van de sukkels. Want ze willen rustig kunnen doorgaan met het uitmoorden en folteren van de bevolking. En met het uitgespaarde geld kunnen ze wapens kopen om nog meer te moorden en te plunderen. Maar dat zien die hulporganisaties niet. Of willen het niet zien. Daar zit de hypocrisie van het systeem. Westerse zogenaamde humanitaire hulporganisaties werken moedwillig mee aan het uitbuiten van de plaatselijke bevolking. En dat is mijn bezwaar. Dat is de reden dat ik weiger om ook maar iets te geven. Dat is mijn vorm van protest. Als er ooit een organisatie moest komen dat de werkelijke noden van die mensen erkent en er daadwerkelijk iets aan wil doen krijgen ze mijn volle medewerking. Daar wil ik zelfs een paar duvels minder voor drinken.
In een weekblad kreeg ik een lezersbrief onder ogen. Van een zagevent. Je kent ze wel. Mensen die over alles en nog wat te klagen hebben. In normale omstandigheden kan ik er eens mee glimlachen. Bij deze ook wel maar toch trok het mijn aandacht omdat ik zelf wel eens gebruik maak van de diensten van de aangeklaagde feiten. Het ging over een firma die draadloos internet aanbied aan onze kust. Ik ga de naam hier niet vernoemen. Dat is reclame en onbetaalde reclame komt niet op mijn blog. Dat weet iedereen die wel eens een stukje komt lezen. En zolang citymesh mij niet betaalt zal ik ze dus ook niet vermelden. De klacht ging over het feit dat die firma sinds het begin van dit seizoen strandkabines geplaatst heeft met daarin antennes voor een betere internetontvangst voor hun klanten. De antennes storen dus geenszins het zicht van de strandbezoekers. Ze staan gewoon in enkele van de vele kabines. Onzichtbaar. Maar het signaal zou stukken beter zijn dan voorgaande jaren. En van die dienst maak ik elk jaar gebruik omdat we elk jaar ons welverdiend verlof in Blankenberge doorbrengen. Uit ondervinding weet ik dus ook dat de ontvangst van het draadloos internet niet altijd optimaal was. En daar wou die firma dus iets aan doen door via antennes in strandkabines voor een betere verbinding te zorgen. Maar de zagevent had zo zijn bezwaren. De straling zou gevaarlijk zijn voor de strandgasten, de wandelaars op de dijk en voor de vele toeristen in heel de stad. Heel gevaarlijk zelfs. Heel gevaarlijke ziektes zouden de mensen krijgen. De hersenen van de onschuldige kindjes zouden smelten. Iedereen die ook maar in de buurt van Blankenberge kwam zou kanker krijgen. En nog zo van die zaken. Het leek mij op het eerste zicht wel wat overdreven. Het deed me denken aan heel lang geleden. Toen waren er klachten van boeren. Die hadden angst dat hun koeien geen melk meer zouden geven doordat er stoomtreinen door het landschap reden. Het was loos alarm. Maar deze klager vond dat die antennes per direct moesten verwijderd worden. Hij kreeg weerwerk. Een week later stond er een andere lezersbrief van een elektrotechnische wetenschapper. Volgens die man wezen metingen uit dat het gevaarlijker was om een lezersbrief op een pc te schrijven dan een maand aan het strand te zitten. Wat de waarheid is weet ik ook niet. Ik zal er zeker niet van wakker liggen. Maar toch. Ik zal zelf eens metingen doen. En daar heb ik zo mijn eigen methode voor. Een eenvoudig systeem. Zoals mijnwerkers vroeger een kanariepietje mee naar beneden namen. Als het vogeltje van zijn stokje viel was het ogenblik gekomen om weg te lopen. Zo heb ik ook een eenvoudig systeem bedacht om straling te meten. Ik laat me een duvel brengen en zolang het schuim niet verdwijnt voordat ik hem leeggedronken heb is alles dik in orde. Dit jaar ga ik dan ook persoonlijk de straling opmeten in Blankenberge. Op verschillende meetpunten. Drie maal per dag.
Slaapproblemen kunnen verschillende oorzaken hebben las ik op het internet. Het was gewoon uit nieuwsgierigheid dat ik het opgezocht had. Zelf heb ik er mij al een tijdje bij neergelegd dat ik nachtenlang de slaap niet kan vatten. De slaap kan mij 's nachts trouwens ook moeilijk vatten. Het is dus wederzijds. Gelukkig weet ik wat het probleem is bij mij. Als je al van een probleem kan spreken. Want zelf zie ik dat niet als een probleem. Bij mij is het gewoon het gevolg van een jarenlang onregelmatig leven. Tenminste, dat hebben verschillende dokters mij wijsgemaakt. En mijn uitleg dat een regelmatig onregelmatig leven toch ook regelmatig is deed niks ter zake. Maar goed, het is nu éénmaal zo en het zal de rest van mijn leven zo blijven. Het heeft ook voordelen. Zo kan ik 's nachts rustig een filmke bekijken zonder lastiggevallen te worden. Ook kan ik stukjes schrijven en mijn blogje aanvullen terwijl mijn vrouw ligt te slapen. Ze hoeft er zich dus niet over op te winden. Wat ook een voordeel is, is het feit dat ik mij kan permitteren om tijdens de dag af en toe een beetje afwezig te lijken. Als er iemand een beetje te veel begint te zagen is mijn aandacht al snel aan het verslappen. En als dat opgemerkt word dan heb ik een prachtig excuus. Maar ik heb natuurlijk makkelijk praten. Als gepensioneerde kan ik een uiltje vangen wanneer het mij past. Dat is bij werkende mensen wel enigszins anders. Het is heel vervelend als 's nachts niet kan slapen en tijdens de dag de rekening gepresenteerd krijgt. Al zijn er blijkbaar verschillende middelen tegen slapeloosheid. Allemaal te vinden op het net. Toch vind ik die middeltjes niet echt plezant, behalve ééntje dan: seksuele activiteit voor het slapen gaan. Dat lijkt mij nog het beste, al besef ik maar al te goed dat dergelijke dagelijkse activiteiten, op een zekere leeftijd, technisch niet meer haalbaar zijn. Zelf heb ik proefondervindelijk kunnen vaststellen dat alcohol wel een probaat middel is. Je zit dan 's anderendaags wel met een behoorlijke kater, maar daar zijn ook middeltjes tegen. Het blijven echter allemaal lapmiddelen die de oorzaken niet wegnemen. Pech dus voor degene die last hebben van nachtelijke muizenissen. Voor mij persoonlijk maakt het niet uit. Laat ik het zo stellen: ik heb dan wel last van slapeloosheid, maar ik lig er niet van wakker.
De titel is eigenlijk slecht gekozen want het zijn niet alleen mosselfeesten waar het over gaat. Het gaat over alle soorten eetfestijnen die verenigingen organiseren. Het is hier in ons dorpje zoals het overal in Vlaanderen gaat. Bijna elke vereniging heeft wel een eetfestijn. Of dat nu mosselen zijn of steak, of vol-au-vent het doet er niet toe. Kwestie is alleen om centen in de kas te krijgen. En daar laat een gemiddelde Vlaming zich graag toe verleiden. Als we maar kunnen smikkelen en smullen. En daar mag gerust een dessert en een drankje bij. Graag zelfs. Vlaanderen, het land van eten en drinken. Als je dan ziet hoeveel mensen zich bezighouden met vrijwilligerswerk voor die verenigingen dan is dat op zich al een wonder. Want voor zo een feestje zijn er wel vrijwilligers nodig om eten klaar te maken en op te dienen. Je houdt het niet voor mogelijk. Allemaal gratis en voor niks steken die mensen een handje toe. Komt er nog bij dat al die mensen solidair zijn met elkaar. Immers, zowat elke vereniging gaat bij andere verenigingen op visite als er te eten valt. Ik heb het eens nagekeken, er zijn 60 (zestig) verenigingen in ons dorpje. Niet mis als je er rekening mee houdt dat onze gemeenschap slechts een dikke tienduizend inwoners telt. Er word hier dus nogal wat geschranst en gezopen. Als je een beetje kan rekenen weet je ook dat niet elke vereniging een weekend voor zich alleen kan hebben, zodat er soms wel eens twee eetfestijnen op hetzelfde week-end plaats vinden. Dan is het kiezen. Of zoals er ook wel gedaan word: zaterdagavond bij de ene en zondagmiddag bij de andere. Waarom niet, eten moeten we toch. Het is dan wel geen hoogstaand culinair niveau. Het is eerder simpel en eenvoudig, maar vooral lekker. En dat is wel het voornaamste. Want dat is toch wel uniek. Vind ik zelf toch. Waar ter wereld kun je gewoon, simpel en lekker eten en tegelijk nog het verenigingsleven, en dus ook vrienden, steunen in hun hobby. Ondertussen komen de mosselen, de steak en de vol-au-vent me de strot uit en ga ik liever eens een restaurantje doen... Mosselen eten...
Normaal gezien ga ik op zaterdagvoormiddag niet naar de supermarkt. Te veel volk. Het liefst doe ik boodschappen tijdens de week. Maar die zaterdagmorgen was ik er toch. En ik niet alleen. Daar stonden ze weer. Bedelaars noem ik ze. Ze verkochten weer prullaria die voor een normaal mens volstrekt overbodig zijn. Ze klampen mensen aan en trachten u een schuldgevoel te geven als je niet koopt. Het is immers voor een goed doel. De goede doelen beginnen me zo stilaan de strot uit te komen. Ik heb het eens opgezocht, er zijn er nogal wat. En dan begint mijn slecht karakter weer de kop op te steken. Wat blijkt; zowat alle goede doelen maken gebruik van vrijwilligers die belangeloos van alles en nog wat aan de man/vrouw proberen te verpatsen. Maar, elk goed doel heeft ook een structuur. Er zijn bij elke organisatie mensen die aan de top staan en daar een flinke boterham aan verdienen. Ook dat heb ik eens opgezocht. Veel informatie is daar niet over te vinden, maar toch ben ik op verrassende cijfers gestoten. Om een paar voorbeelden te geven. De directeur van Oxfam wereldwinkel gaat maandelijks met meer dan 5.000 euro naar huis. Een zekere Rigo Peters, directeur van Damiaanactie haalt maandelijks 6.641 euro binnen. De grote baas van Artsen zonder grenzen België, ene Hans van de Weerd is zelfs goed voor 9.333 euro. Per maand. De sukkelaar Bogdan Vandeberghe van 11 11 11 daarentegen moet genoegen nemen met 4.725 euro. Dat zijn allemaal cijfers uit België. In Nederland zijn de cijfers pas echt hallucinant. Om maar één voorbeeld te geven, ene Cees Breederveld grote baas van het Nederlandse rode kruis heeft een maandwedde van 16.853 euro. Dat zijn dan cijfers die de organisaties zelf willen vrijgeven. Dat is dan zonder bonussen, premies, extra legale voordelen en wat weet ik nog allemaal. Dat zijn dan enkel de cijfers van de grootste bazen. Er zijn dan nog wel verschillende leidinggevenden die mee aan de vetpotten zitten. Dat is een miljardenbusiness die, grosso-modo, de helft van hun inkomsten halen uit giften en de andere helft uit staatssubsidies. En die subsidies komen ook uit uw en mijn zakken. Als ik dan zie dat er vrijwilligers in weer en wind, volledig gratis, uit puur idealisme en in hun vrije tijd kleurpotloden staan te verkopen stel ik mij wel vragen. Eigenlijk zou ik aan die naïeve verkopers willen voorstellen om eens met hun grote baas te gaan praten. Daar zit het geld. Niet bij de sukkelaar die met zijn karretje uit de supermarkt komt. Wat mij ook opvalt is het feit dat die organisaties er steeds maar weer uitdrukkelijk op wijzen dat de weddes van hun bazen slechts peanuts zijn in vergelijking met wat ze zouden kunnen verdienen in andere sectoren van de economie. En dat maak je mij dus niet wijs. Als ik de kans kreeg om, pakweg, het dubbele te verdienen bij de ene firma ga ik niet voor de helft bij de andere aan de slag. Idealisme? Mijn oor. Het zou pas idealisme zijn als die bonzen elders gingen werken voor het dubbele en de helft dan weggeven aan het goede doel. Maar misschien kan ik zelf het goede voorbeeld geven. Morgen begin ik zelf met een goed doel. Dankzij subsidies en uw gulle giften vul ik mijn portemonnee. Met dank.
Woorden kunnen nogal eens veranderen in de loop der tijden. En tegenwoordig is er nogal veel Engels in onze taal geslopen. Internationalisering heet zoiets. Dat zal wel normaal zijn zeker. Maar toch willen mijn weinige overgebleven hersencellen af en toe een vraagske stellen. Zo zijn er nogal wat specialisten. Het woord specialisten komt oorspronkelijk uit het Engels. Lang geleden weliswaar. Zo lang geleden dat het tegenwoordig algemeen aanvaard wordt als zijnde Nederlands. Maar oorspronkelijk is dat een Engels woord . Dat ook ooit eens vertaalt is als deskundigen. Dat zijn dan mensen die zogezegd verstand hebben van iets. En dat is de moeite om dat eens te analyseren. Een taaldeskundige is bijvoorbeeld iemand die veel verstand zou moeten hebben van taal. Daar kan ik nog veel van leren dus. Want mijn taaltje is niet altijd wat het zou moeten zijn. Maar wat ik mij dan afvraag is, waar halen die deskundigen al hun wijsheid vandaan? Het zal wel iets te maken hebben met studie natuurlijk. Maar wie geeft die lessen? Ook deskundigen of specialisten. De kennis wordt dus van generatie op generatie doorgegeven. Lijkt mij logisch. Daarvoor zijn er nu éénmaal scholen. Alleen, er is de laatste jaren zoveel nieuw bijgekomen waar die leraars-deskundigen nog niks konden over weten. Wegens onbestaand. Dus blijft de vraag; waar halen de huidige deskundigen hun wijsheid en kennis vandaan? Uit ervaring misschien? Zou kunnen. Al weet ik dat nog zo direct niet. Als ik zie dat, bijvoorbeeld, een antiekdeskundige het toch hoofdzakelijk moet hebben van de vorige generatie deskundigen. Er zijn dan wel nieuwe technieken waarmee meer en accuratere resultaten kunnen bereikt worden. Maar toch. Al die antiekdeskundigen zijn geen 600 jaar oud. Die hebben de jaren 14-1500 niet zelf meegemaakt. Die moeten het weten dank zij studie. Dat kan ik dus begrijpen. Maar wat dan met een computerdeskundige? Die kan zijn kennis toch niet hebben van studie alleen. Want in de tijd dat een computerdskundige naar school ging bestonden er nog geen gesofistikeerde computers. Die moet dat toch verkregen hebben door eigen ervaring. Maar waar haalt hij die ervaring dan? Uit eigen werk? Dat lijkt me sterk. Want een deskundige is alleen maar deskundig. Een deskundige doet het eigenlijke werk meestal niet. Die is er alleen maar om raad te geven aan anderen. Maar toch moet er iets zijn. En dan bedenk ik iets. Als we het woord deskundige eens gaan ontleden. Misschien komen we dan tot een oplossing. Het woord deskundig bestaat eigenlijk uit twee woorden. Desk en kundig. En dat heb ik eens opgezocht. Een kundige blijkt een kenner te zijn. Een specialist. Een expert. En een desk is gewoon een toog. Een deskundige is dus een toogkenner. Een toogspecialist. Of in gewone omgangstaal, een tooghanger. Nu weet ik dus waar die deskundigen hun kennis en wijsheid vandaan halen. Aan den toog. Ik denk dat ik mij ga omscholen tot deskundige.
Er is veel op deze wereld dat ik niet begrijp. Vooral de zorg voor het milieu lijkt mij sterk overdreven. Ik weet het wel, het is nodig om er zorg voor te dragen. We hebben maar één wereld. Toch vind ik dat de zogenaamde geleerde koppen dikwijls niet verder kijken dan hun neus lang is. Waar ik met mijn simpel boerenverstand niet bij kan is de recente hype voor de elektrische auto. Op het eerste gezicht misschien wel nuttig. Maar ik heb zo mijn bedenkingen. Als er meer en meer elektrische auto's gaan rijden hebben we meer elektriciteit nodig. En waarmee word die elektriciteit gemaakt? Met andere brandstof. Meestal fossiele brandstof. Dat kan dan steenkool zijn, of afval, of olie, of gas of kernenergie. Allemaal zaken die we proberen te vermijden. We gaan dan wel elektrisch autorijden maar die elektriciteit word nog altijd grotendeels gemaakt met brandstof die we niet in onze wagen willen. Wat schieten we daarmee op vraag ik me dan af. Zouden we dan niet beter beginnen met investeren in windenergie, of zonne-energie, of waterkrachtcentrales of andere milieuvriendelijke zaken. Er zijn nogal discussies over de kernenergie maar toch kunnen we voorlopig niet zonder. Immers; geen kerncentrales is veel minder elektriciteit en we gaan dan meer elektriciteit nodig hebben voor de auto's. Dat lijkt mij nogal tegenstrijdig. Is er geen andere oplossing? Zou het technisch niet mogelijk zijn om in de woestijnen centrales op zonne-energie te plaatsen. Woestijnen genoeg op de wereld dacht ik toch. En daar doen we anders toch niks mee. Of nog iets: windenergie. Er staan al een aantal windmolens voor de kust in de Noordzee. Helaas nog niet voldoende om de kerncentrales te vervangen. Misschien moeten we er eens aan denken om daar een beetje haast mee te maken. Zo snel mogelijk windmolens bijbouwen. Al kunnen we heel de Noordzee natuurlijk niet volbouwen. Dan kunnen er weer geen schepen meer door. Zo is het altijd wel iets. Ach, het zal allemaal wel in orde komen. We zullen wel een oplossing vinden. Het zal er wel op uitdraaien dat we energie opwekken met verschillende soorten milieuvriendelijke middelen. Ondertussen blijf ik wel rondsnorren met mijn benzinemotor. En mij blauw betalen aan de taksen.
Dit moet absoluut tussen ons blijven. Zeg dit a.u.b. niet tegen iemand anders. Dit blijft ons geheim. Ik ben dit blogje beginnen schrijven zonder dat vrienden of familieleden daar weet van hebben. Ik reken dus op jullie stilzwijgen. Want dit mag zeker niemand weten. Ik zal het jullie verklappen, maar a.u.b. Mondje dicht. Een paar maanden geleden heb ik gewonnen met de euro millions. Om precies te zijn 83.752.845 euro. Jazeker, drieëntachtig miljoen euro en een beetje drinkgeld. Met dat drinkgeld wist ik wel raad. Daar kon ik wel een pintje mee gaan drinken. Maar die drieëntachtig miljoen euro, daar kon ik zo direct geen weg mee. In eerste instantie had ik dat geld gewoon op een bankrekening gezet. Maar die bank begon moeilijk te doen. Ze bleven maar bellen en mij lastig vallen met voorstellen om dat geld te beleggen. Als een bank ergens geld riekt dan zijn ze er natuurlijk als de spreekwoordelijke kippen bij om er iets aan te verdienen. Maar dat was voor mij dus een probleem. Ten eerste wou ik dat zelf in de hand houden en ten tweede, het moest heel discreet blijven. De discretie was voor mij primordiaal. Niemand mocht weten dat ik dat gewonnen had. Ik moest er dus ook zelf voor zorgen dat het niet opviel dat ik plots rijk geworden was. Voorzichtigheid en discretie was dus mijn eerste bekommernis. Goed ja, ik heb een nieuw autootje gekocht. Een rolls-royce ghost. Maar ik had hem wel in het rood laten schilderen. Want mijn oude lada was ook rood, dus dat zou niet opvallen dat het een andere auto was. Voor mijn vrouwke kocht ik een bentley continental supersport decapotabel. In het zilvergrijs, dat is een neutrale kleur. Dat zou dus ook niet opvallen als dat voor de deur staat. Oh ja, en een helikoptertje had ik mij ook aangeschaft. Om naar mijn bootje te vliegen. Dat bootje heeft een landingsdek waarop ik met dat vliegding kan landen. Makkelijk dus. Direct van thuis naar ons bootje. Dat helikoptertje stond wel in de tuin, dus daar had niemand zicht op. Discretie weet je wel. En dat bootje ja, maar daar wist niemand iets van. Dat bootje lag in de jachthaven in Saint-tropez. Voor de rest nog zo een beetje huishoudhulp, maar dat was het dan ook. Zoals ik hiervoor al aangaf. Ik wou het heel simpel en discreet houden. Niemand mocht weten dat we het een beetje ruimer hadden. We zouden ons leven niet veranderen. Gewoon en simpel blijven. Dat was althans mijn bedoeling. Maar dan gebeurde er iets totaal onverwacht. Ineens, zomaar, van het ene ogenblik op het andere werd ik....wakker.
Mannen komen van Mars en vrouwen komen van Venus. Het is niet de eerste keer dat ik zoiets hoor vertellen. Volgens mij klopt dat toch niet. Ik heb het eens opgezocht, de planeet Venus heeft een gemiddelde temperatuur van 480 graden Celsius. Heel heet dus. Dat de gemiddelde vrouw van Venus komt maakt je mij dus niet wijs. Al ken ik enkele vrouwen waarvan ik met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan zeggen dat ze Venusiaans bloed door de aderen hebben lopen. Maar dat zijn uitzonderingen. Witte raven. De uitzonderingen die de regel bevestigen. Maar de gemiddelde vrouw komt volgens mij eerder van Neptunus. Daar is de gemiddelde temperatuur min 225 graden Celsius en er heersen windsnelheden van 2000 km/uur. Storm en chaos alom op Neptunus. Want dat is het waar ik het wou over hebben. Een gemiddelde vrouw houdt niet van orde, regelmaat en oplossingbrengende oplossingen. Een gemiddelde vrouw houdt er van om chaos te creëren. Door praatjes en andere, volgens hen, heel belangrijke wetenswaardigheden. Mannen noemen dat gewoon roddels en schenken er verder geen aandacht aan. Maar volgens vrouwen zijn dat belangrijke zaken. Levensnoodzakelijke informatie. En het ene woord brengt het andere mee. Zo gaat dat dan verder. Terwijl een man hele dagen zijn nikkel staat af te draaien en dan nog de moed opbrengt om naar de futiliteiten van een vrouw te luisteren en bovendien een oplossing uitdenkt is dat niet wat een vrouw wil. Nee, een vrouw wil daarover praten. Een vrouw wil geen oplossing. Een vrouw wil praten. Zagen noemen mannen dat. Maar een vrouw zit anders in elkaar. Die wil lullen, praten, zagen, roddelen en vooral geen oplossing want dat zou het einde van het gepraat betekenen. Een vrouw wil dat een man luistert, begrijpt, meeleeft, knuffelt, en een bloemetje meebrengt. Want een man die geen aandacht geeft aan haar problemen is een man die haar niet begrijpt. Een neanderthaler. Een oermens. En laat dat nu precies het verschil zijn tussen mannen en vrouwen. Een man zit simpel in elkaar. Een man wil seks, eten en drinken en voor de rest rust. En als er een probleem is dan zoekt en vindt een man een oplossing. Een vrouw wil romantiek, knuffelen, maanlicht, kaarsen, haardvuur, praten, vriendschap, aandacht, roddels, steun, begrip, een bloemetje en wat weet ik nog allemaal. Zolang het maar geen seks is want dan is het hoofdpijn, ongesteld, zware dag, stress en nog zo van die zaken waar alleen vrouwen last van hebben. Het zullen Neptunusiaanse ziekten zijn zeker. Mannen en vrouwen komen dus wel echt van een andere planeet. Mannen komen van Mars en vrouwen komen van Neptunus. Als ik dat allemaal op een rijtje zet dan verwonderd het mij niet dat meer en meer mannen homo worden. Nu heb ik niks tegen homo's. Integendeel. Voor mij mogen alle mannen in de hele wereld homo worden. Dan zijn al die vrouwen voor mij. En alleen voor mij.
Senioren doen te weinig aan sport. Dat is niet mijn idee beste lezer. Dat is de mening van mensen die het zogezegd kunnen weten. Senioren moeten meer bewegen, dat is gezond. Wat ze daar precies mee bedoelen is mij niet duidelijk. Maar goed. Zelf ga ik regelmatig een wandeling doen. Is dat sport of is dat geen sport? Ik zou het zo direct niet weten. Wat ik wel weet is dat er veel leeftijdsgenoten zowat elke dag gaan fietsen. Alleen of met vrienden. In het weekend met een hele groep. Wielertoeristen dus. Wat ik ook weet is het feit dat er af en toe eentje een hartstilstand krijgt tijdens dat wielergedoe. Dat lees ik dan in de krant. Ik ben geen dokter maar zo'n hartstilstand lijkt mij toch niet echt bevorderlijk voor de gezondheid. Niks voor mij dus. En toch. Ik wou iets gaan doen aan mijn fysieke conditie. Na lang en diep nadenken heb ik besloten om gewichtheffen te gaan doen. Eerst en vooral moest ik dus een trainingsschema opmaken. Dat weet ik nog van sport. Je moet langzaam opbouwen. Niet ineens beginnen met de grote inspanning. Ik zou dus beginnen met een gewicht van 608 gram. Op te heffen met mijn rechterarm de ene dag en de volgende dag met mijn linkerarm en zo elke dag veranderen van arm. Dat zou ik een maand volhouden. De volgende maand zou ik de inspanning verdubbelen. 608 gram met mijn rechterarm en 608 gram met mijn linkerarm. Vermits zo een verdubbeling niet niks is zou ik daar een tijdje moeten aan wennen. Ook een maand dat ritme volhouden dus. De derde maand weer een verdubbeling van de inspanning. 2 x 608 gram met rechts en 2 x 608 gram met links. De vierde maand verdubbelen leek mij een beetje te veel hooi op mijn vork. Voorzichtig opbouwen is het devies. Niet verdubbelen maar wel 3 x 608 gram met elke arm. Dat leek me toch iets realistischer. De volgende maanden zou ik later nog wel uitstippelen. Nadat ik het hele schema op papier gezet had wou ik toch eens het advies van mijn dokter weten. Dat is ook belangrijk. Als je begint met sport doe je dat best onder doktersbegeleiding. Die dokter had maar één vraag: waarom precies 608 gram? Simpel dokter; een glas duvel weegt 608 gram.... Ik zal maar gaan wandelen.