Ik ben Fredje
Ik ben een man en woon in Hoeilaart (België) en mijn beroep is Gepensioneerd.
Ik ben geboren op 04/06/1950 en ben nu dus 75 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: bloggen.
Het is jaren geleden, maar de dag van mijn 50e verjaardag kreeg ik een origineel geschenk. Een opname in het hospitaal voor een spoedoperatie. Eigenlijk had ik iets anders verwacht. Maar goed. Een verblijf in het ziekenhuis was eens iets anders dan een kuuroord. Er was een vuiltje gevonden in mijn bloed en dat dreigde in mijn hersenen terecht te komen. Of wat er van mijn hersenen nog overbleef na 50 jaar verdorven leven. Het was levensgevaarlijk volgens mijn dokter. Voor de rest niks ernstigs. Er moest alleen dringend worden ingegrepen. En voor degene die het moest interesseren. Het is goedgekomen. Behalve dan de vele hersencellen die ik kwijt was door veelvuldig alcoholgebruik. Maar die waren toch al afgestorven. Doet er niet toe. Waar het om gaat is dat bij een opname in het ziekenhuis nogal wat vragen gesteld werden. Het eerste wat mij gevraagd werd was welke medicijnen ik nam. Geen dus. Dat kon de juffrouw moeilijk geloven. Een 50 jarige die geen medicijnen nam. Dat had ze nog niet meegemaakt. Zelfs geen slaapmiddel? Wou ze nog weten. Neen, zeker geen slaapmiddel. Ach ja, op tijd en stond een aspirientje tegen de hoofdpijn na een nachtje doorzakken. Maar dat telde niet mee. Het moesten medicijnen zijn die regelmatig geslikt werden. En dat was iets waar ik absoluut niet moest van weten. Maar het was niet te vermijden. Na de operatie volgden onderzoeken allerhande. En wie zoekt die vindt zegt het spreekwoord. Zo werden er ook bij mij zaken gevonden waarvan ik zelf nog nooit gehoord had. Die moesten dan preventief behandeld worden. Met pillen. Nu behoor ik dus ook tot de vaste klanten van de farmaceutische industrie. Met pillen tegen te hoge cholesterol, tegen te lage cholesterol, tegen te hoge bloeddruk, tegen te lage bloeddruk en wat weet ik nog allemaal. En word ik nu beschouwd als een normale pillen slikkende mens. Al valt het volgens mijn dokter nog mee. Er zijn ergere gevallen naar het schijnt. Mensen die echt niet zonder pillen kunnen. Mensen die elke dag een reeks pillen slikken die levensnoodzakelijk zijn. Dat zijn geen klanten van de farmaceutische industrie maar sponsors. Al moet ik toegeven dat die pillen wel hun nut hebben. Velen danken er een lang leven aan. Al blijf ik een natuurlijke afkeer hebben aan al die chemische brol. En dus kan ik het niet laten om regelmatig de pillen te vergeten en mij te wenden tot de alternatieve geneeskunde. Een goed biertje. Of beter, twee goede biertjes. Of nog beter, drie....
Is er leven na de dood? Als overtuigde atheïst weet ik dat er niks is na de dood. Het absolute niemendal. Net als voordat ik geboren werd. Daar herinner ik mij ook niks van. En daar ga ik terug naartoe. Dat weet ik zeker. En toch. Soms bedenk ik weleens of ik niet beter katholiek zou worden. Gewoon al mijn zonden eventjes opbiechten en alles zal mij vergeven worden. En na mijn dood linea recta naar de hemel. Efkens bij st-pieter aanbellen en de hemelpoorten gaan wagenwijd open. Met klaroengeschal en tromgeroffel naar binnen. Tot in de eeuwigheid rijstpap eten met gouden lepeltjes. Gemakkelijk toch om zo een eeuwigheid in peis en vree te verdienen. Eventjes berouw tonen en 't is in orde. Maar dan. Rijstpap eten. Bah. Ik lust helemaal geen rijstpap. En wat kunnen mij die gouden lepeltjes schelen. Geef mij liever een gezonde duvel in een simpel glas. Nee, katholiek is niks voor mij. Geen hemel met rijstpap. Misschien kan ik wel moslim worden. Hetzelfde systeem. Mijn zonden biechten, vergiffenis vragen en hopla. Subito presto naar het paradijs. Een stuk of zeventig maagden tot mijn beschikking. Tot in de eeuwigheid. Maar wat doe je met maagden? Die moeten alles nog leren. Wat kan een normale man met maagden aanvangen? Om maar te zwijgen over die zeventig schoonmoeders. Als het nu zeventig hoeren moesten zijn. Dan zou ik er wel eens over nadenken om moslim te worden. Dat zou pas een feest worden. Zeventig ervaren hoeren met alles erop en eraan. En als daar dan nog een onuitputtelijke voorraad duvel moest bijkomen was ik de eerste kandidaat om moslim te worden. Maar dat zal er niet inzitten zeker. Misschien kan ik boeddhist worden. Boeddhisten geloven in reïncarnatie. Als je doodgaat kom je terug als een ander levend wezen. Dan wil ik wel terugkomen als konijn. En mijn schoonmoeder als een krop sla. Dan vreet ik ze gewoon op. Weg schoonmoeder. Maar dat zal ook wel niks worden zeker. Een konijn dat slachtrijp is word zelf opgegeten. En een konijn lust geen duvel. Nee, allemaal niks voor mij. Ik zal maar atheïst blijven.
Er zijn weer enkele snuggere onderzoekers die een interessant onderzoek gedaan hebben. Een onderzoek naar buikvet. En buikvet is een grote boosdoener tegenwoordig. Het onderzoek is weliswaar bij muizen gedaan. Maar volgens die wetenschappers zullen de resultaten hetzelfde zijn bij mensen. En dat wil ik nu best geloven. Vooral als ik de resultaten van dat onderzoek bekijk. Want uit de resultaten blijkt dat muizen die in een stimulerende sociale omgeving vertoeven tot de helft van hun buikvet verliezen in vier weken tijd. Zelfs al aten ze meer. En dat is veel meer gewicht dan dat je in vier weken zou verliezen met je het zweet in je schoenen te laten druppelen door te gaan joggen. Het zou te maken hebben met wit en bruin vet. Slecht wit vet omzetten in gezond bruin vet blijkt heel moeilijk te zijn. En dat omzetten gebeurd in ons lichaam door bepaalde zenuwen te stimuleren. En laat die zenuwen nu net gestimuleerd worden door op café te gaan. Grote pinten te drinken. En lachen en zeveren met vrienden. Als dat geen goed nieuws is. Maar eigenlijk is dat nog alles niet. Als ik zie welke verrassende resultaten diverse onderzoeken opleveren dan ben ik al jaren een gezondheidsfreak. Want buikspieroefeningen zijn minder goed dan joggen. En naar een staminee gaan is beter dan joggen. Lachen is ook al stukken beter voor de gezondheid dan fietsen. Een biefstuk friet of mosselen zijn beter dan fast-food. Wijn is fruitsap, en fruitsap is gezond. Bier is een natuurlijke afslanker. Wandelen is gezond. Werken is slecht, daar kun je van doodvallen. Dat zijn allemaal wetenschappelijk bewezen feiten. Het zal dus geen toeval zijn dat ik 300 jaar word. Ik kan met de hand op het hart zeggen dat ik mijn lichaam bijzonder goed verzorg. Want al wat niet goed is doe ik niet of eet ik niet. Integendeel. Al wat volgens de modernste onderzoeken gezond is gaat met smaak naar binnen. En er is geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt om te werken. Wandelen en pinten drinken is zowat mijn drukste bezigheid. Elke dag. Misschien moet ik er eens aan denken om een boek te schrijven over mijn persoonlijk dieet. Dan word ik de nieuwe gezondheidsgoeroe. Of toch beter niet. Een boek schrijven is werken. En dat is heel slecht voor de mijn gezondheid.
In Australië heeft een man zijn paard gered van een gewisse dood. Het zesjarige dier had hevige kolieken en de dierenarts had de moed al opgegeven. Toen herinnerde de man zich een oud verhaal van de aboriginals. De oorspronkelijke bewoners van Australië genazen hun zieke dieren met zelfgemaakt bier. Hij gaf zijn paard dan maar enkele flessen bier. Het hielp. De knol was gered. Mooi verhaal met een happy end. Of het waar is weet ik niet. Wat ik wel weet is dat er in de stallen van mijn grootouders steeds een fles elixir stond. Om zieke dieren te genezen. Als een paard kolieken kreeg werd de hele fles elixir naar binnen gegoten. Dat hielp altijd. Behalve één keer. Toen bleek de fles elixir zo goed als leeg te zijn. Er moest in alle haast een nieuwe fles gehaald worden en het kwam in extremis nog goed met dat paard. Eind goed, al goed. Hoe het kwam dat die fles bijna leeg was, vroeg mijn grootmoeder aan opa. Bleek dat opa ook wel eens last had van kolieken. Sindsdien stonden er twee flessen in de stal. Iedereen tevreden. En ik ook. Als kleine snotneus kreeg ik mijn eerste levensles van opa. Zorg ervoor dat er altijd alcohol in je buurt is. Een medicijn dat een paard kan genezen zal zeker niet slecht zijn voor een mens. Sindsdien weet ik ook de betekenis van het woord paardenmiddel. En het belang van een juiste uitleg had ik ook begrepen. Als beloning voor mijn kinderlijk begrip voor opa wees hij me de plaats waar de flessen stonden. Een hint waarvan ik dankbaar gebruik maakte. Onder het goedkeurend oog van opa. Alle daaropvolgende bezoeken aan opa werden ook veel plezanter. Mijn ouders waren er zeker van dat ik later boer zou worden. Zoveel interesse had ik voor een bezoek aan de boerderij. Maar goed. Het punt is dus dat ik al van op jonge leeftijd wist dat je een paard kan genezen met alcohol. Bij kippen lukt dat trouwens ook. Proefondervindelijk weet ik dat een scheut whisky in het drinkwater veel ziekten geneest. Maar de eerste levenslessen van opa ben ik nooit vergeten. Alcohol is een universeel geneesmiddel. Zorg er dus voor dat je altijd het wondermiddel bij de hand hebt. Liefst preventief te gebruiken.
Er is een warenhuisketen bezig met een studie. Een onderzoek zeg maar. Niet ten voordele van de klanten natuurlijk. Gewoon tot meerdere eer en glorie van de verkoop. Want daar draait het namelijk om. Meer verkopen. Dat mag best voor mij. Het is alleen de vraag of de klant er intrapt. Het gaat over het gebruik van geuren en klanken. Een klant die in de buurt van de vleeswaren komt, zou de geur van een barbecue ruiken. Dat zou de klant ertoe aanzetten meer vlees te kopen. In de buurt van de eieren zou dan het geluid van kakelende kippen te horen zijn. Tegelijk met de geur van gebakken eieren. Bij de afdeling groenten en fruit zou de geur van een frisse regenbui te rieken zijn. Bij het brood zorgen ze dan weer dat de klant vers gebakken brood riekt. Bij de melk horen dan weer de klanken van grazende koeien en de geur van pas gemaaid gras. Welke geur ze bij het WC papier gaan gebruiken is nog niet duidelijk. Zo willen ze bij alle producten een specifieke geur en/of klank. Die klanken zouden dan via de luidsprekers te horen zijn. Dat lijkt me logisch. De geluidssterkte zou wel beperkt moeten zijn zodat de verschillende geluiden elkaar niet storen. De geuren moeten komen uit verdekt opgestelde busjes spray. Ook daarmee moet voorzichtig omgesprongen worden zodat ze niet gemengd worden. Al is er wel iets te zeggen over de geur van een barbecue samen met het geluid van koeien. De oplossing ligt dan ook voor de hand. De melk zou naast de vleeswaren komen te staan. Dat past beter bij elkaar zodat de verschillen zachtjes in elkaar overgaan. Volgens de eerste resultaten moeten de verschillende producten dan ook een andere plaats krijgen binnen de winkel. Waar ze het WC papier gaan zetten is nog ter discussie. Het ziet er dus naar uit dat binnenkort de producten in de winkel een andere plaats zullen krijgen. Bij deze bent u gewaarschuwd. Als je op een dag gaat winkelen en de producten zijn verplaatst, mag je je verwachten aan subtiele geuren en klanken. Laat je dus niet verleiden tot meer aankopen. Alhoewel het best gezellig kan worden. Winkelen tussen aangename klanken en frisse geuren. Al blijf ik me afvragen wat ze bij het WC papier gaan verzinnen. Zouden ze echt een aangepaste geur kunnen vinden? Zoiets als fris ruikende stront in spray?
Liefde is...samen de afwas doen. Dat las ik gisteren. Al is dat niet mijn idee over liefde. Nee, dan heb ik een betere. Wat dacht je van: liefde is...samen een vaatwasmachine kopen. Dat lijkt mij toch iets praktischer. Ik heb het zo niet voor dat romantische gedoe. Wat ben je ermee om samen arm in arm naar de nachtelijke maan te staren. Want wat is de maan eigenlijk. Een planeet zoals een andere. Een hoop stenen en veel stof. Als ik stof wil zien kijk ik wel even onder het bed. Daar ligt bij tijd en wijle ook stof. En eerlijk, ik vind er niks romantisch aan om samen naar het stof onder het bed te zitten kijken. Maar wat is liefde dan wel? Dat lijkt mij meer iets als fysieke aantrekking. Iets waar vooral jonge mensen last van hebben. Dan beginnen de rupsen in je buik uit te groeien tot vlinders. Dan krijg je allerlei waanideeën in je hoofd. Dan zie je alles door een roze bril. Dan denk je dat je de ideale partner gevonden hebt. En door dat alles ben je niet meer in staat om normaal te reageren. Je neemt de meest onwaarschijnlijke beslissingen. Het mannetje denk van wooow. Ben ik een gelukzak. Een vrouwtje waar ik kan mee praten, lachen, geweldige seks mee hebben en ze ziet er nog knap uit ook. Daar wil ik wel oud mee worden. Het vrouwtje denkt: nu ja, ik zal hem wel veranderen eens we samen zijn. Maar het vrouwtje zegt niks. En de twee besluiten om te gaan samenwonen, misschien zelfs trouwen. Maar dan komt de aap uit de mouw. Het ware karakter van het vrouwtje begint zich te manifesteren. Ze wil verandering. Ze begint met zichzelf. Er wordt paal en perk gesteld aan zowat alles. Vooral aan seks. En ze wil daarenboven dat haar mannetje veranderd in een levende vaatwasmachine. Een knechtje dat knikt en haar aanbid. En het mannetje is niet meer tevreden. Begint te protesteren. Al helpt dat geen sikkepit. Hij zit gevangen in haar net. Een net van afstoten en aantrekken. Toelaten en weigeren. En dat kan jaren duren. Tot het mannetje er genoeg van krijgt en een ander vrouwtje tegenkomt. Eentje waarmee hij niet mee samenwoont en gewoon plezier mee kan hebben. En vooral, lekkere, ongeremde fantastische seks. Maar het vrouwtje waar hij mee samenwoont kan dat niet verdragen. Ze wil het mannetje voor haar alleen. Hij mag niet genieten van het leven. Hij moet haar aanbidden en op een troontje zetten. Hij moet haar persoonlijk slaafje blijven. En ze begint haar gramschap van de daken te schreeuwen. En dat is niet mis. Dat gaat dan over ontrouw, vreemdgaan, overspel, bedrog enzovoort enzoverder. Allemaal zware beschuldigingen waar het mannetje niks van begrijpt. Voor hem is dat alleen maar een verzetje. Zoiets als een partijtje tennis met de vrienden. Of een pintje gaan drinken na het werk. Allemaal heel onschuldig plezier. Maar dat mag niet volgens zijn vaste vrouwtje. Die wil een scheiding. Die wil dat hij afdokt. Betalen tot hij blauw ziet. Ter compensatie van het haar aangedane leed. En dan is de liefde definitief voorbij. Geen vlindertjes meer, geen roze bril meer. Enkel de rauwe, financiële werkelijkheid. En de liefde ligt in gruzelementen in de lappenmand. Want liefde die enkel gebaseerd is op eigenbelang en egoïsme is geen echte liefde. Liefde kan er maar zijn als elke partner zich kan ontplooien. Daar waar het vrouwtje en het mannetje elkaar een plezier gunnen. Uit liefde voor elkaar. Zoals in de oude vertrouwde spreuk:
Het meeste werk is het uitpakken nadat de boodschappen gedaan zijn. Alles is ingepakt in plastiek. Per twee, drie, vier of zes en dan nog eens per twaalf of vierentwintig. Ik vraag mij af waarom dat nodig is. Als alles uitgepakt is blijft er een hoop plastiek achter waarmee je het halve huis kan inpakken. Raar is dat. Men probeert ons wijs te maken dat plastiek slecht is voor het milieu en toch blijven de fabrikanten alles inpakken in plastiek. Akkoord, er zijn warenhuizen die hun producten uitpakken alvorens in de rekken te plaatsen. Dan zitten zij met een berg plastiek. Al moet daar toch ook een oplossing voor gevonden worden. Kan dat niet met iets minder denk ik dan. Regelmatig koop ik een doos koekjes. Ik ga het merk hier niet noemen. Maar in die doos zitten dus steevast 30 koekjes. In die kartonnen doos zat altijd een papieren zak met daarin de koekjes. Alle dertig samen. Nu niet meer. In hun nieuwe verpakking zitten de koekjes per tien ingepakt in plastiek. Wat is daar het nut van vraag ik mij dan af. Wie is de vervuiler? De consument zeker niet. Die is zeker geen vragende partij. Ik erger mij dood aan het uitpakken van al die producten. Ik krijg dat niet zomaar open. Ik heb daar op zijn minst een schaar of mes voor nodig. Al die ingepakte producten lijken wel conserven. Daar heb je ook een speciale sleutel voor nodig om te openen. Het kan toch stukken makkelijker. In een papieren zak. Die scheur je eenvoudig open en geeft minder afval voor het milieu. Papier vergaat veel sneller dan die plastiek verpakkingen. Als dat plastiek dan nog gerecycleerd kon worden zou ik het nog begrijpen. Alhoewel er een groot gedeelte van dat plastiek echt wel kan herbruikt worden komt er altijd nog een deel in de natuur terecht. En dat is op termijn heel schadelijk. Er bestaan, nu al, plaatsen in de wereldzeeën waar tonnen plastiek samengespoeld worden en daar gewoon enkele honderden jaren nodig hebben om te vergaan. Misschien een tip voor de volgende generatie. Misschien is het in de toekomst wel mogelijk om dat allemaal te recycleren en dan kan men het daar gaan opvissen. De grondstoffen van de toekomst opgevist uit de oceaan. Moet kunnen.
In het Australische Sydney gaat de meubelgigant Ikea een experimentje doen. Gedurende een weekend pakken ze daar uit met een mannencrèche. Een crèche waar vrouwen hun man kunnen achterlaten terwijl ze zelf gaan winkelen. In de crèche staan televisieschermen waarop ononderbroken sport te zien is. Ook enkele elektronische spelletjes, flipperkasten en kickertafels. En de mannen krijgen er een gratis hotdog. Bovendien krijgen de vrouwen een kleine buzzer mee. Dat ding maakt geluid bij het verlaten van de winkel. Kwestie van de vrouw eraan te herinneren dat ze haar man niet mag vergeten. Want ikea wil blijkbaar niet blijven zitten met enkele achtergelaten mannen. Misschien een interessant idee. Al verdenk ik ikea er van dat het achterliggende idee is om meer te verkopen. Want laat ons eerlijk zijn. Een loslopende vrouw in een winkelcentrum is dan wel goed voor de kassa van het bedrijf. Maar ook een reëel gevaar voor de financiële situatie van haar gezin. De totaal overbodige aankopen zouden wel eens astronomische hoogten kunnen bereiken. Inclusief vrachtkosten om de halve winkel thuis te krijgen. En verbouwingskosten aan het huis om het hele zooitje te plaatsen. Maar los van dat feit gaan ze mij toch niet kunnen verleiden met videospelletjes, noch met sport op TV. En al zeker niet met een hotdog. Al denken ze bij ikea misschien al iets verder. Het aangebodene een beetje laten verschillen naar aard en gewoonten van de streek waar hun respectievelijke winkels staan. Want een Australiër kunnen ze waarschijnlijk verleiden met een hotdog maar dat zie ik hier nog niet gebeuren. Dat zou dan kunnen betekenen dat er in ons land een toog zou komen in hun mannencrèche. Met gratis bier. En enkele rondborstige vrouwen als extra attractie. Dan zou ik er wel eens over denken om mee te gaan en mij in de crèche te laten dumpen. Alhoewel, als ikea hun stijl doortrekt naar de mannencrèche kan dat voor problemen zorgen. Stel je voor dat je een pint krijgt als zelfbouwpakket. En een rondborstige deerne die je met bijgeleverde schroeven zelf in elkaar moet prutsen. Als je dan bedenkt dat er bij hun pakketten wel eens één of ander onderdeel ontbreekt kan dat voor ongemak zorgen. Wat ben je met een pint waarvan de bodem ontbreekt. En dan wil ik het nog niet hebben over welke cruciale onderdelen kunnen mankeren aan die rondborstigen. Al moet ik toegeven dat het idee op zich niet slecht is. Maar één ding zou ik alvast op voorhand regelen. Een beperkt krediet op de betaalkaart van mijn vrouw.
Theresa was gehandicapt. Ze zat in een rolstoel en keek hele dagen uit het raam van haar appartementje. Naar vertrekkende en binnenkomende treinen, vlakbij het station van Brugge. En al wat Theresa deed was wuiven naar de treinen. Haar enige bezigheid. Zowat elke treinbestuurder wist waar Theresa woonde en gaf graag een wuifhandje terug. Meestal zelfs samen met een korte claxontoon. Dat die claxontoon op de zenuwen van de buren werkte bleek toen er in het orderboek van treinbestuurders een nota verscheen. Met het verzoek om de claxon tot het strikt noodzakelijke te beperken. Vooral in Brugge. Theresa stelde zich tevreden met een wuifhandje. Maar ze kreeg wel het bezoek van enkele treinbestuurders. En een artikeltje in het ledenblad. Theresa was in de wolken om zoveel aandacht. En iedere treinbestuurder kende meteen ook het verhaal van Theresa. Dat ze geen familie of vrienden had en enkel een dagelijks bezoek kreeg van een dame van het OCMW. Voor de noodzakelijke dagelijkse beslommeringen. Meteen had ze er een paar duizend vrienden bij. En een regelmatig bezoekje van een afvaardiging. Zo kwamen we via een artikeltje in het ledenblad ook te weten dat Theresa opgenomen moest worden in het ziekenhuis. Er gingen een kleine duizend beterschapskaartjes richting ziekenhuis. Theresa heeft ze allemaal bijgehouden. En na haar operatie was Theresa weer op post. Wuivend. Ze schreef ook een hartverwarmend woordje van dank in het ledenblad. Het contact bleef nog jaren duren. En Theresa was gelukkig met haar bende onbekende vrienden. En toen er bomen begonnen te groeien naast het spoor werd haar zicht op de treinen beperkt. Dat was geen probleem. Daar zijn vrienden voor. De bomen werden vakkundig verwijderd. Tegen de zin van de buren, maar dat was bijzaak. Het belang van onze Theresa had voorrang. Het verhaal van Theresa kent helaas geen happy end. Op een dag verscheen Theresa niet meer voor haar raam. Er gingen een paar mensen bellen maar er kwam geen antwoord. Er werd contact opgenomen met het OCMW. Bleek dat de verpleegster Theresa dood aangetroffen had. In bed. De begrafenis van Theresa werd door het OCMW afgehandeld. Vermits Theresa geen familie had was het OCMW van mening dat er niemand zou aanwezig zijn. Een misvatting. Er waren een honderdtal aanwezigen. Allemaal treinbestuurders.
Voor mij mag er een DNA-databank komen. Die is er al zul je zeggen. Klopt, maar die is er enkel voor degene die al veroordeeld zijn voor een misdaad. Niet voor iedereen. En daar zou best iets aan gedaan kunnen worden. Als we als samenleving nu eens zouden beginnen het DNA van elke persoon in de data bank te stoppen. We hebben allemaal toch een identiteitskaart. Zou het niet kunnen om bij het verkrijgen van een nieuwe identiteitskaart een speekselmonster te nemen. Daar zouden we toch al een eindje mee opgeschoten zijn. En vanaf nu het DNA van elk pasgeboren kind nemen en in de databank stoppen. We hebben de technische middelen. Dus waarom niet. Iedereen die het land binnenkomt ook een DNA staal nemen uiteraard. Eventuele misdaden zouden dan gemakkelijker op te lossen zijn. En wat kan het kwaad dat iemands DNA opgeslagen is? Zelf zou ik nog verder gaan. In combinatie met de DNA databank iedere persoon een chip inplanten. Ook bij elk pasgeboren kind. Een soort van chip die altijd traceerbaar is. Het bestaat al bij auto's en alle bewegende voertuigen. Het zogenaamde GPS tracking systeem. Als iedereen een chip ingeplant heeft dan zijn plaats, datum en uur altijd opvraagbaar. Als er dan ooit een kind verdwijnt is dat binnen de kortste keren teruggevonden. Via satelliet kan onmiddellijk gezien worden waar dat kind zich bevind. Ook kan nagegaan worden waar het kind zich bevond bij verdwijning. En zelfs wie er in de buurt was. Want dat kan ook belangrijk zijn. Maar een chip kan uitgesneden worden, dat klopt. Ik kan me zo voorstellen dat mensen die slechte bedoelingen hebben met een kind zich maar al te best bewust zullen zijn van de aanwezigheid van die chip. En iemand met slechte bedoelingen zal er niet voor terugdeinzen om die chip er gewoon uit te snijden. Maar dat kan vermeden worden door het GPS tracking systeem. In het geheugen van dat systeem is te volgen waar wat gebeurd is. Ook gezochte personen zullen zichzelf moeten verminken om te ontsnappen aan het alziend oog van de satelliet. Dat zou kunnen natuurlijk. Maar de plaats, datum en uur zouden traceerbaar zijn. En als die chip ingeplant werd op een moeilijk uit te snijden plaats is de kans groot dat een gezochte persoon binnen de kortste keren ook opgepakt wordt. Niets dan voordelen lijkt mij. En technisch perfect doenbaar. Maar ik zie het al gebeuren. De privacy zal in het gedrang komen zeker. De privacy aanhangers zullen op hun achterste poten gaan staan. Tot hun eigen kind verdwijnt. Of tot ze zelf het slachtoffer worden van een misdaad. Dan zal het nut van dergelijk systeem hen wel duidelijk worden. Misschien is dat een idee voor het Europees parlement. Dan doen ze eindelijk eens iets fatsoenlijk met ons geld. En hopelijk kan dat systeem ooit eens wereldwijd toegepast worden. Zodat er geen ontsnappen mogelijk is voor gezochte personen. Maar ik zal wel dromen zeker.
Er is veel op deze wereld dat ik niet begrijp. Vooral de zorg voor het milieu lijkt mij sterk overdreven. Ik weet het wel, het is nodig om er zorg voor te dragen. We hebben maar één wereld. Toch vind ik dat de zogenaamde geleerde koppen dikwijls niet verder kijken dan hun neus lang is. Waar ik met mijn simpel boerenverstand niet bij kan is de recente hype voor de elektrische auto. Op het eerste gezicht misschien wel nuttig. Maar ik heb zo mijn bedenkingen. Als er meer en meer elektrische auto's gaan rijden hebben we meer elektriciteit nodig. En waarmee word die elektriciteit gemaakt? Met andere brandstof. Meestal fossiele brandstof. Dat kan dan steenkool zijn, of afval, of olie, of gas of kernenergie. Allemaal zaken die we proberen te vermijden. We gaan dan wel elektrisch autorijden maar die elektriciteit word nog altijd grotendeels gemaakt met brandstof die we niet in onze wagen willen. Wat schieten we daarmee op vraag ik me dan af. Zouden we dan niet beter beginnen met investeren in windenergie, of zonne-energie, of waterkrachtcentrales of andere milieuvriendelijke zaken. Er zijn nogal discussies over de kernenergie maar toch kunnen we voorlopig niet zonder. Immers; geen kerncentrales is veel minder elektriciteit en we gaan dan meer elektriciteit nodig hebben voor de auto's. Dat lijkt mij nogal tegenstrijdig. Is er geen andere oplossing? Zou het technisch niet mogelijk zijn om in de woestijnen centrales op zonne-energie te plaatsen. Woestijnen genoeg op de wereld dacht ik toch. En daar doen we anders toch niks mee. Of nog iets: windenergie. Er staan al een aantal windmolens voor de kust in de Noordzee. Helaas nog niet voldoende om de kerncentrales te vervangen. Misschien moeten we er eens aan denken om daar een beetje haast mee te maken. Zo snel mogelijk windmolens bijbouwen. Al kunnen we heel de Noordzee natuurlijk niet volbouwen. Dan kunnen er weer geen schepen meer door. Zo is het altijd wel iets. Ach, het zal allemaal wel in orde komen. We zullen wel een oplossing vinden. Het zal er wel op uitdraaien dat we energie opwekken met verschillende soorten milieuvriendelijke middelen. Ondertussen blijf ik wel rondsnorren met mijn benzinemotor. En mij blauw betalen aan de taksen.
Door een heel uitzonderlijk toeval kwam ik twee mannen tegen in een café. Ze vroegen mijn mening. Dat was niet niks want normaal heb ik helemaal geen mening. Ik ben maar een simpele mens zonder uitgesproken mening. Maar die twee wilden mij een petitie laten tekenen. Tegen de boer. Meer specifiek tegen de koeien van de boer. Die twee wilden met een petitie bereiken dat een landbouwer zijn koeien zou verwijderen uit de wei. Het zat zo: langs de ene kant van de straat was een weide waar die beesten al sinds mensenheugenis stonden te grazen. Langs de andere kant hadden die twee elk een villa neergepoot. Ze kwamen oorspronkelijk uit de stad en hadden in ons dorpje het groen opgezocht. Het rustige buitenleven. Volgens hun zeggen was er echter een probleem; die koeien stonken, brachten vliegen tot in hun tuin en scheten zowaar zomaar waar ze stonden te staan. Dat was geen zicht. Vooral dan voor hun kleine kinderen die dat als een voorbeeld zouden zien en dan zelf ook nooit zindelijk zouden worden. Ik hoorde het in Keulen donderen. Keek eens naar de kalender maar nee, het was nog geen 1 april. Stonden hier ergens verborgen camera's? Ook niet. Al wat ik zag waren enkele dorpsgenoten die veelbetekenend stonden te glimlachen. Die wisten blijkbaar al waar het over ging en hadden die twee al bij de idioten geklasseerd. Kijk, dat zijn zo van die zaken die ik totaal niet begrijp. Die mensen komen ergens wonen en dan moeten de oorspronkelijke bewoners zich aanpassen aan hun grillen. Die boer was daar eerst. Die koeien hebben daar altijd gestaan. Niemand heeft ooit last gehad van die dieren. Waarom zouden die nu plots wel voor overlast zorgen. Als je ergens gaat wonen weet je toch op voorhand welke buurt het is. Niemand verplicht je om daar te gaan wonen. Dat is hetzelfde als naast een vliegveld gaan wonen en dan klagen dat die vliegtuigen lawaai maken. Maar goed. Per slot van rekening kon het mij niet schelen wat er met die beesten gebeurde. Ik liet me dus omkopen. Voor twee duvels luisterde ik naar hun argumenten. Maar mijn handtekening kregen ze niet.