was Valerianus I pas in 260 in staat Sjapoer uit Syrië te verdrijven maar bij Edessa viel de keizer, die met een kleine delegatie voor onderhandelingen was gekomen, levend in handen van Sjapoer.
De 65-jarige Valerianus onderging gedurende weken of maanden de verschrikkelijkste vernederingen voor hij uiteindelijk werd terechtgesteld en als opgezette trofee in het koninklijk paleis werd tentoongesteld.
Na zijn morele overwinning viel Sjapoer, Syrië opnieuw binnen maar ditmaal werd hij verslagen door Callistus "Ballista",
prefect aangesteld door Gallienus, zoon en opvolger van Valerianus.
Het zich terugtrekkende Perzische leger werd opnieuw en in de rug aangevallen door Odaenathus, koning van Palmyra,
De historische Slag bij Himera vond plaats in 480 v.Chr.
Toen Terillus, tiran van de stad Himera (op Sicilië) kort voor 480 v.Chr. werd verdreven door Theroon van Akragas, riep hij de hulp in van de Carthagers om zijn troon te heroveren.
Deze kwamen hem te hulp met een grote troepenmacht, maar vóór Himera wisten Gelo van Syracuse en Theroon van Akragas hen een verpletterende nederlaag toe te brengen.
Die laatste, verbannen uit zijn stad, smeede daarvoor een alliantie met Carthago, via zijn schoonzoon, Anaxilas, de tiran van Rhegium.
Theron belegerde en bezette met zijn troepen Himera, maar werd toen zelf belegerd door het Carthaagse leger, geassisteerd door Terillus.
In 480 voor Chr. won Theron, met de steun van zijn schoonzoon Gelo, de Slag bij Himera, tegen de Carthagers en hun bondgenoten.
Tijdens de heerschappij van Theron, vormde Acragas samen met Syracuse en Selinunte een soort triumviraat dat heerste over Grieks Sicilië.
Theron stierf in 473 voor Chr., en werd opgevolgd door zijn zoon Thrasydaeus, voordat die verslagen werd door Gelos broer en opvolger, Hiero I van Syracuse.
Na die nederlaag, kwam Acragas onder de controle van Syracuse.
De oud-Griekse dichter Pindarus schreef twee Olympische oden (2&3) ter ere van Theron, beide voor diens overwinning in het wagenrennen op de Olympische Spelen.
Ook een andere Griekse dichter, Simonides verbleef aan het hof van Theron.
Het was een keerpunt van de oorlog waarmee de Perzische opmars gestuit werd.
De Atheense generaal Themistocles kon ondanks de grote Perzische overmacht de Griekse bondgenoten overtuigen de strijd nogmaals aan te gaan na de onbesliste Slag bij Artemisium.
De Perzen stonden onder druk vanwege de naderende winter die het moeilijk zou maken het invasieleger te bevoorraden.
besloot men met de vloot een omtrekkende beweging te maken en de dreiging van de Griekse vloot te elimineren, ondanks waarschuwingen van koningin Artemisia van Carië,
die bepleitte om de Griekse vloot in toom te houden met een klein deel van de Perzische vloot, terwijl de rest troepen zou kunnen aanvoeren.
Door de beperkte manoeuvreerruimte in de zeestraat werkte de numerieke overmacht van de Perzen in hun nadeel en de Grieken wisten minstens 200 schepen te veroveren.
Slechts een klein eskader wist zich zonder verliezen door vaardigheid en tegenwoordigheid van geest te redden 5 schepen onder bevel van admiraal-koningin Artemisia.
In het nauw gedreven door de Grieken viel zij een Perzisch schip aan. De Grieken hielden haar daardoor voor een bondgenoot en lieten haar gaan.
De sluwheid van de koningin was Xerxes' enige succes. Xerxes trok zich daarop terug en liet zijn veldheer Mardonius achter.
Deze werd het jaar daarop beslissend verslagen in de Slag bij Plataeae.
Een andere grote veldslag, de slag bij Mycale aan de kust van Klein-Azië, beëindigde de Tweede Perzische Oorlog in het voordeel van de Grieken.
Herodotus verbindt in zijn Historiën de slag bij Salamis sterk met de Slag bij Himera, die op dezelfde dag zou hebben plaatsgevonden, en waar de Carthagers verslagen werden door Syracuse. Tegenwoordig wordt dit als een veel lokalere gebeurtenis gezien.
De Slag bij Mycale was een van de twee belangrijke veldslagen die het einde inluidden van de Perzische invasie van Griekenland, tijdens de Perzische Oorlogen.
De veldslag vond plaats op of nabij 27 augustus479 v.Chr. op de hellingen van de berg Mycale, in het vasteland van Ionië tegenover het eiland Samos.
Mycale resulteerde in de vernietiging van de hoofdmacht van de Perzen in Ionië, evenals hun vloot in de Middellandse Zee.
De slag bij Plataeae op dezelfde dag op het Griekse vasteland was tevens een overwinning voor de Grieken, en de Perzen waren gedwongen
om zowel Griekenland als Ionië te verlaten en verder het binnenland in te trekken, hetgeen de facto het einde van Perzische overheersing betekende.
De veldslag heeft bekendheid verkregen door de geschriften van Herodotus van Halicarnassus.
In het voorjaar van 479 v.Chr. begonnen verschillende Ionische steden een revolte tegen hun Perzische overheersers.
Dit verliep alles behalve succesvol, en spoedig waren zij gedwongen om de hulp in te roepen van het Griekse vasteland.
Een ontmoeting werd bijeen geroepen in Athene en de ambassadeurs van meerdere Ionische steden, Athene en Sparta ontmoetten elkaar vroeg in de zomer.
De ontmoeting maakte weinig indruk op de commandant van de Perzische strijdmacht in Thessalië, Mardonius, dus stelde hij een ultimatum aan Athene met de eis om neutraal te blijven.
Toen zij weigerden keerden de Spartanen huiswaarts om zich voor te bereiden op oorlog.
Ondertussen bereikten Mardonius' troepen Athene, maar de burgers hadden zich al teruggetrokken naar het nabij gelegen eiland Salamis.
In de veronderstelling dat de Atheners zich spoedig zouden overgeven stuurde Mardonius wederom vredesvoorwaarden, maar weer werden deze geweigerd.
Terwijl de Spartanen zich voorbereidden op oorlog, met uiteindelijk een troepenmacht van 5000 man aangevuld met 35.000 geallieerden,
arriveerde een delegatie uit Samos in Sparta met de vraag om ondersteuning.
De Griekse vloot van 110 schepen hees de zeilen en vertrok vanuit Delos onder het commando van koning Leotychidas II van Sparta.
Toen de Perzen hoorden van de Griekse aantocht, besloten ze om hen op het land tegemoet te treden.
Zij zeilden naar het nabijgelegen schiereiland van Mycale, ten oosten van de stad, en vormden een blokkade met behulp van een aantal van hun schepen,
terwijl ze de rest op het strand sleepten.
Toen de Griekse vloot arriveerde en Samos verlaten aantroffen, begonnen ze een achtervolging in de veronderstelling dat de Perzen op de vlucht waren geslagen.
De Grieken stuitten op de Perzen, die zich al in gevechtsformatie op het strand opgesteld hadden.
Leotychidas schreeuwde naar de Ioniërs in het Perzische kamp:
"Mannen van Ionië - gij die mij kunt horen - dat gij acht moge slaan op wat ik zeg; voorwaar de Perzen zullen geen woord verstaan die ik uit. Zodra wij in gevecht samenkomen, voor alles, herinner u de Vrijheid - en vervolgens, onthoudt ons wachtwoord, welke is Hebe. Als er iemand is die mij niet kan horen, laat die welke horen mijn woorden kenbaar maken aan de anderen." (Herod. 9.98)
Zich min of meer realiserend wat er aan de hand was, ontwapenden de Perzen de Samoërs en stuurden hun vijand, de Milesiërs om de wegen naar de achterhoede te bewaken.
Ondertussen losten de Grieken hun schepen en namen positie op voor het gevecht.
Als gebruikelijk namen de Spartanen de rechterflank voor hun rekening, met de Atheners op de linkerflank.
De Atheners, al lopend op het strand, vonden een scepter van een heraut en dachten dat dit een goddelijk teken was, duidend op een overwinning van de Grieken op het Griekse vasteland.
Vervolgens vielen zij alleen aan, en na een kort gevecht werden de Perzen, geleid door Artaÿntes, gedwongen tot de terugtocht naar hun fort dat zij verder in het binnenland hadden gebouwd.
De Atheners achtervolgden hen en namen het fort ook in.
De Perzische overlevenden vluchtten, alleen maar om tot de ontdekking te komen dat hun Milesische achterhoede zich ook tegen hun gekeerd had, en de weinige overlevenden bereikten uiteindelijk Sardis.
Toen de Spartanen arriveerden, was het Perzische kamp al leeggeroofd en hun gestrande schepen vernietigd.
Op de terugtocht naar Samos bespraken ze hun volgende stappen.
De Spartanen stelden voor om de steden van de Ionische Grieken te evacueren en de bevolking naar het Griekse vasteland te brengen,
aangezien zij het niet de moeite waard achtten om de Ioniërs elke keer weer tegen aanvallen te verdedigen.
De Atheners echter maakten bezwaar tegen het verlies van hun kolonies en accepteerden de Ionische Grieken in een liga tegen Perzië.
Met de nederlaag van de Perzen keerden de Spartanen terug naar het vasteland en gingen over tot de orde van de dag.
De Ionische steden waren nu echter in een liga met Athene, in feite vorm gevend aan wat niet anders geïnterpreteerd kan worden als een Atheens Rijk.
Voorheen schatplichtig aan Sparta, begon Athene nu in toenemende mate een vorm van onafhankelijkheid op te eisen, uiteindelijk leidend tot de uitbraak van de Peloponnesische Oorlog.
Toen Cumae in in dat jaar bedreigd werd door een grote Etruskische vloot stuurde ze een delegatie naar Syracuse om hulp te vragen.
Hiëro I van Syracuse ging hiermee akkoord en tijdens de zeeslag die volgde wisten de steden de vloot van de Etrusken te verslaan waarmee het gevaar voor Cumae geweken was.
Ik ben Guy
Ik ben een man en woon in Izegem () en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 04/06/1955 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: geschiedenis, uniformen, modelbouw.
Jarenlang aan 'plastic modeling' gedaan : figurines, helikopters, oorlogstaferelen in diorama,...