Stel nu jezelf eens voor, een heel katholiek en christelijk gezin. Alle zondagen naar de kerk, ze gingen te biechten, hielden hun Pasen en gingen op zondag namiddag soms ook nog naar het lof. Een soort van boer Bavel gezin. Maar waar er ook een katje geknepen werd. Wand…plots donderde het niet alleen in Keulen. Wand plots , plots knalde er een donderslag bij heldere hemel en brak in de koekoek de hel los, en wat voor een hel. Je moet je dit gebeuren eens voorstellen in die tijdsgeest van toen. Voor alle duidelijkheid moet ik zeggen dat datgene wat ik hier nu schrijf ik heb van het weinige dat men me daarover vertelt heeft, maar het komt van een vertrouwelijke bron, het was namelijk mijn brave nonkel Mil die me zo heel af en toe en vooral wanneer wij samen een paar pintjes op hadden. Maar nogmaals, stel je nu maar eens voor. Een meisje van zestien dat nog van toeten of blazen wist, en dat meisje komt tot de ontdekking dat er allerlei dingen aan haar lichaam aan het gebeuren en aan het veranderen zijn. In het prille begin snapte ze het nog niet eens, later begreep ze dat ze zwanger was. Ze is de wanhoop voorbij ,waar moest dat arme kind heen met haar levensgroot probleem. Waar kan ze wat steun en begrip vinden, wat moest ze nu doen. Tegen wie kan of moet ze het gaan vertellen. Wat moet dat kind toen toch allemaal niet meegemaakt hebben, arme moeder toch. Zij de zondares. Bij haar moeder kon ze al zeker niet terecht wand die sloeg en schopte haar waar ze maar raken kon. Het was soms zo erg dat de Vava tussenbeide moest komen uit schrik dat ze haar anders zou dood geklopt hebben. Die moeder van haar, dat mens wist immers ook niet beter dus sloeg ze er uit frustratie maar los. In de buurt kon of durfde ze zich niet vertonen want overal was ze het onderwerp van geroddel. Die blonde trien van de Wannes was immers een hoer! Hoewel ik geen dokter ben, verre van zelfs kan ik je wel verzekeren dat je van minder een trauma zou krijgen.
(Een trauma is een sterke en schokkende belevenis van de geest die een diepe en vooral blijvende stoornis tot gevolg heeft en die je voor altijd meedraagt.) Heden ten dage kan je voor dergelijke zaken overal professionele hulp krijgen maar in de jaren veertig lag dat nog wel even anders. Van nonkel die me zo af en toe, wanneer we samen een pint zaten te drinken, me dan wat vertelde, weet ik dat ons moe is opgenomen in een klooster in Antwerpen waar ze een wat menselijke verzorging kreeg en een beetje tot rust kwam. Daar in “het stad” is ze dan bevallen en ben ik geboren en gedoopt, zonder veel omhaal en zonder peter of meter. Iedereen za lal wel begrepen hebben dat ik niet echt een gewenst kind was.
Ook wil ik hier nog aan toevoegen dat, toen ik volwassen was, noch mijn vader noch mijn moeder nooit in staat of bij machten zijn geweest om met mij op welke manier dan ook over mijn geboorte te spreken, of een klein beetje toe te lichten, nooit. Alles wat ik weet over mijn bestaan heb ik met stukjes en brokjes hier en daar heb horen vertellen.
(Je moet weten dat waarover ik hier nu schrijf zich afspeelde in de jaren stilletjes, tijdens de tweede wereldoorlog)
De koekoek is de naam van de straat, eigenlijk is het een soort gehucht dat wijd en zijt bekend was. Het is de plaats waar het voor mij allemaal is begonnen. Een mooi en rustig landelijk plaatsje, een decor met vele boerderijtjes tussen de velden en de weiden. Het was er een aarde weg vol met putten en sporen. In de winter was het er een echte slijkboel met veel plassen. Aan de rechter kant liep er een sloot. Het enige verkeer dat er passeerde waren karren met nog ijzeren wielen die werden getrokken met sterke zware paarden, of een boer met een kruiwagen volgeladen met hooi en dergelijke. Ook zag je er eens een enkele fietser, wand in die tijd had niet zomaar iedereen een “ne velo” Om van auto’s nog maar te zwijgen, wand die zag je daar niet iedere dag. Wanneer wij als kinderen ergens een auto hoorden aankomen dan liepen wij naar buiten om dat “wonder” te gaan bekijken en een eindje achterna te lopen. In een van die boerderijtjes woonde een gezin met vier kinderen, onze vava en moemoe. Het oudste kind was een meisje Josefien, die later mijn moeder zou worden. daarna twee jongens, nonkel jan en nonkel mil, daarna nog een meisje, dat was mijn tante jose. Er waren wat koeien en een paard, schapen, en een dozijn of wat kippen. De vava had een moestuintje aangelegd met prei en selder, wat wortelen, ajuin, tomaten enz. Ze leefden er heel sobertjes van wat de “boerderij” hen opleverde, veel was het niet maar ze kwamen rond.
Amaai, dat klinkt precies nogal serieus. Maar dat is het echter niet. Misschien heeft het wat weg van een ‘Triller’. Het is wel het verhaal over mijn herinneringen van mijn jeugd zoals ik die vroeger ervaren en beleeft heb, en die waren op zijn minst gezegd niet al te prettig. Maar ik wil graag eerst duidelijk maken dat het nooit mijn bedoeling is of was van iemand te kwetsen nog te beledigen. Indien er onder de lezers iemand hier aanstoot aan neemt, wel het zij dan zo. Ik kan trouwens ook niet verwachten dat iedereen het eens is met wat ik hier schrijf. En indien er mensen zijn die vinden dat het niet de waarheid is, wel dan, het zij zo, maar het is dan toch in ieder geval mijn waarheid. De lezer zal zien dat ik er een beetje een eigenaardige zinsbouw op na houd maar, ik ben geen ‘ schrijver’. Daarom ga je zien dat mijn zinsbouw niet je dat is, maar ik schrijf zoals ik voel dat ik het moet schrijven. In drie of vierentwintig hoofdstukjes zal ik hier mijn verhaal doen.
Dag aan alle bloggers, mijn naam is Marcel, ik ben vierenzeventig en dus al tien of vijftien jaar gepensioneerd. Mijn hobby’s zijn? lezen en schrijven. Kijken naar documentaires op teevee. Ik doe ook wat met photoshop maar dat stelt niet zo veel voor. Ik wil hier even aan toevoegen dat ik met een ongeneeslijke ziekte te kampen heb, maar dit geheel ter zijde. Na eerst nog wat geaarzeld te hebben ben ik aan een blog begonnen. Nu ben ik zinnens van regelmatig hier wat neer te schrijven maar, weet dat ik geen enkele literaire opleiding heb genoten. En heb een eigen manier van schrijven, dus schrijf ik gewoon zoals ik voel dat ik moet schrijven. Ik ben jammer genoeg maar tot mijn veertiende naar school geweest. Ik schrijf veel over mijn niet al te gelukkige jeugd, maar ook over allerlei andere onderwerpen, zomaar uit het leven gegrepen.