|
Kerstbrief 2006
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
zeer soms ben ik, en dan steeds met tegenzin, een zondaar en een ongeloofwaardig keetschopper: doordat ik mij daartoe genoopt zie; in tyden waarin byna eenieder die wy om ons heen zien, zich te buiten gaat aan verdovende middelen, juist nu worden op televisie sigaretten verboden, en juist nu eenieder een eigen pornotheek in huis schynt te hebben, worden mensen gebrandmerkt als misdadigers wanneer zy begeren met hun lichaam; en ja, nu onze versterkers veel harder kunnen dan ooit, juist nu worden zelfs de concerten voor onze jeugd liefst door liefdadigheid gepaternaliseerd - het verbod op nicotine, onze waakzaamheid aangaande de eerbaarheid en ook de liefdadigheid in het algemeen, zyn alle zeer goed, maar onze vruchtbaar komt ermee in het gedrang onze aangroeiende preutsheid is als een rots waarop geen zaad groeie.
waartegen uw nationaal nachtburgemeester nooit één vinger uitsteken zal: ons geëerde koningshuis en, by uitbreiding, het geloof in onze praktiserende katholieke kerk.
hoewel ik, in Zyn naam, de mooiste vlaamse letteren sinds jaren produceer voor myn volk, en hoewel ik daarenboven de vrolykste toneelstukken opvoer die men tegenwoordig zien kan, en tenslotte; hoewel ik, tezamen met enkele vrienden, de mooiste muziek teweegbreng die er bestaat, in onze eigen taal, toch ontmoet ik, behalve binnen een zeer beperkte kring, alleen maar tegenstanders, die schynen te willen wedyveren in norsheid en tegenzin, en is myn bestaan daarom een regelrechte aaneenrijging van vernederingen en onrecht; ik word beschimpt en uitgelachen, en alleen maar houd ik vol dankzy myn onwrikbare geloof in de Heer, nu tweeduizend en zes jaar geleden tot ons gekomen in zyn koude kribbe. moge myn nederige bestaan, dat hard werken is zonder ook maar de minste glorie, eenieder tot steun strekken die het moeilyk heeft in zyn of haar leven, in zomer- zowel als in winterdagen, als een nederig voetnoot in die ondoorgrondelyke Bybel Gods.
|
