de hele dag aan het corrigeren geweest aan de drukproeven van "op sterk water", dwz de geur van nat haar deel drie... daarna zeer toepasselyk en naar het goede voornemen, my naar theater rataplan begeven voor de brouwersmonoloog van tom van bauwel aldaar. brouwers is altyd hetzelfde: 1. zeuren, 2. zich schamen voor dat zeuren, 3. het redden met een snydende grap, 4. opnieuw zeuren. ik ben wel bly dat nu biesheuvel de hooftprys heeft gewonnen, maar feitelyk is er toch geen schryver zo indrukwekkend als brouwers de dagboeken-, brieven- en essayschryver (de romancier brouwers vind ik niks aan.) vooral deed dit toneelstuk my nostalgie krygen naar dat oer-archaïsche beeld van de schryver die schryft en verder niets anders doet; zitten, door het huis benen, schryven, lezen, schryven, schryven. maar ja, waar moeten al die schryfsels naartoe? als je op het eind van je leven vierhonderd bladzyden proza en tachtig goeie gedichten achterlaat, zal het wel goed zyn geweest! (pikant detail: in het toneelstuk komt rhynvis feith ter sprake (zie photo) - het totale onbenul, door wie ik echter geobsedeerd ben, ik weet niet waarom...)
|