dat uitgerekend hem een verdrinkingsdood in ijskoud water stond te wachten, - hij, die alleen maar liefhad.
was het dan zo erg met hem? hij verlangde toch alleen maar naar goede muziek? en alleen maar jongens begeerde hij, als een goede vorst. in zijn gondel is hij weggeroeid in een valse maneschijn.
dus nu, als een ludwig laat ik die zwanen van zilver tot mij komen, het zijn nog mijn enige vrienden.
|