COMBI
in het pakhuis rond een uur of halfzes was er ineens een naaktloper die algauw door de flikken werd omsingeld.
hij bood geen weerstand, hij had er zelfs geen idee van waar hij ergens was. of wie hij was.
al stonden wij rond hem, hij was het tegenovergestelde van spektakel.
goed mogelijk was hij afgelapt geworden - tot hij er het noorden bij verloor.
en dan was hij vervolgens pas door onzichtbare vijanden van zijn kleren beroofd en zo tot bij ons gestuurd, het pakhuis.
pafferig en bleek, - een rooie kop, dat wel. en terwijl waren die flikken die voor hem stonden bezig met telefoneren.
nu hebben jullie jullie naaktloper dus. goed toch?
hoewel, zo gezwollen, - van figuur deed hij aan damiaan deschrijver denken.
|