Vanmiddag ga ik eventjes naar huis! De batterijen opladen en mijn gezinnetje een hart onder de riem steken. Want deze zware periode heeft spijtig genoeg ook een effect op hen. Ze worden hierin meegesleurd, wat me bijkomend verdriet doet.
Ik hou me recht aan hen en ook wel aan de andere patiënten. We verstaan mekaar zonder woorden. We oordelen niet, we veroordelen niet.
Ik leer ze nu beter kennen en het zijn stuk voor stuk bijzondere mensen. Elk met hun eigenheden en soms rariteiten.
Zo is een medepatiënte verzot op koude (ijskast)boterhammen om ze vervolgens in haar warme koffie te doppen (begrijpe wie begrijpe kan ;-) - als ze dit leest, zal ze wel weten dat het over haar gaat ).
Het gesprek met de psychiater gisteren heeft mij op een bepaalde manier wel een krak gegeven. Ik had het gevoel onderhevig te zijn aan een test/examen/sollicitatiegesprek. Wat moet je antwoorden op vragen als: wat verwacht je van je opname ?, waarom moeten we jouw verblijf aanhouden/verlengen ?, enzovoort... Daar kan ik niet zomaar, zonder te hebben kunnen nadenken, op antwoorden.
Vannacht heb ik een zware angstaanval gehad. Het gevoel te stikken van benauwdheid, de zware druk op mijn borst, het zweten en de vervelende jeuk over mijn lijf... Verschrikkelijk voelt dat.
De nachtverpleegster vroeg me wat ze kon doen om te helpen. Ik wou het liefst eventjes buiten zijn en een ommetje maken in de tuin, maar het mocht niet om veiligheidsredenen.
Alleen moest ik me evenwel niet voelen, ook twee andere medepatiënten hadden het zwaar en 'dwaalden' rond in de leefruimte.
Nu voel ik me moe en de drukkende pijn in mijn borst is er nog steeds.
Maar toch ben ik ook een beetje opgelucht: ik heb de angstaanval op eigen kracht overwonnen.
Vandaag wil ik deze dag vooreerst opdragen aan de getroffenen van 22/03/2016. Ook de overlevenden en de nabestaanden moeten verder met hun leven. Ik wens hen hierbij oprecht veel sterkte toe. Dat ze de juiste zorg mogen (blijven) ontvangen en hun wonden met zachte handen worden geheeld.
Zelfs in de psychiatrie kijken ze niet verder dan hun neus lang is. The biggest clown .... Of komt dit door de grootschaligheid van het UZ Gent, waar een patiënt al gauw een nummer is, één van de vele gezichten. Ik voel me hier niet thuis, niet op mijn plaats. De dokters en verpleegkundigen merken het ook en verwoorden dit als volgt: we voelen dat we geen band krijgen met jou... En nog: je ziet niet aan jou dat je angstig bent of verdrietig.
Neen ik kan dat niet zomaar. Er is een zekere vertrouwensrelatie nodig.
Een dokter die ik de volle 5 minuten zie, twee maal per week, voldoet niet voor mij. Verpleegkundigen die tachtig procent van de tijd hun deuren letterlijk sluiten, voldoen niet voor mij. Een jonge psycholoog, zelf nog bezig met zijn studie, voldoet niet voor mij.
Ik doe geen afbreuk aan hun persoonlijkheden. Zoals overal zijn er goede, minder goede en slechte mensen. Maar de behoefte om aan hen iets te vertellen, neen, dat is er niet.
De strijd zal ik grotendeels zelf moeten voeren. Zoals ieder van ons.
Vandaag ben ik terug op de afdeling in het UZ. De ganse dag al loop ik wat verloren. Ik heb de indruk dat iedereen hier het vandaag wat zwaarder heeft. Er wordt amper gepraat en gelachen.
Ik hoor een medepatiënte tegen haar echtgenoot telefonisch zeggen dat ze zich zo angstig voelt. Dat het alsmaar erger wordt. Ze kruipt weg op haar stoel, maakt zich zo klein mogelijk, als wil ze zich zo beschermen. De tranen springen in mijn ogen en mijn hart krimpt ineen. Ik weet zo goed wat ze voelt.
Hier aan de pc zittende, in een hoekje van de leefruimte, kan ik iedereen goed bekijken. We zien er moe en bleek uit, maar de rauwe wonden en littekens zitten vanbinnen.
We zijn vreemden, maar er is een rode draad die ons verbindt: we willen allen de strijd aangaan met onze ziekte.
Het moet, maar het is verdomd zwaar. Het is vallen en weer opstaan tot we blijven staan.
Ik heb een kleine strijd moeten voeren met de psychiatrische (over)macht om dit weekend eens naar huis te kunnen gaan. Enerzijds begrijp ik hen: ze zijn ongerust over hun patiënten, zeker na de zelfmoord van vorige week, hier op de afdeling. Anderzijds: net nu heb ik ook mijn gezinnetje nodig om mezelf op te laden, mezelf te motiveren door te gaan. Even naar mijn eigen huis, mijn eigen gewoontes, binnen de privacy van het eigen gezin.
En ook zij kunnen een break gebruiken, met even hun mama/echtgenote terug aan hun zijde.
Zodus vertrek ik straks naar huis. Mijn hart jubelt en maakt gekke bokkesprongen.
Sedert twee dagen voel ik opvallend minder angst, dankzij de medische en mentale ondersteuning. Dit geeft HOOP HOOP HOOP.
Ook op de afdeling zie ik sommigen al wat meer ontspannen. Het is fijn om te zien. Zulke goede mensen verdienen het terug gelukkig te worden, te genieten van kleine dingen. Hun gezinnen en zijzelf hebben genoeg geleden. Maar misschien wordt het nu, ook voor hen, stap voor stap beter.
Onze groep hier in het ziekenhuis is positief en dat is goed. Waar ik kan, zal ik mee helpen motiveren. Mijn vechtlust groeit met de dag.
NOOT: Dat eerste zonnetje heeft goed gedaan. Voel me zelf een beetje groggy. Ga het hier dus bij laten voor vandaag.
*de warmte van de zon *het bezoekje van mijn zus Vé *de gelukkige stemmetjes van de kids *de telefoongesprekjes met mijn man 'de babbelkont' *de lieve kaart van mijn mama en haar grote liefde *het bakken van mijn eerste taart (helaas die naam niet waardig > beetje zuur uitgevallen door een overdaad aan limoen )
voor het overige ... RUSTDAG: de spanning in mijn schouders en nek is iets afgenomen.
Deze namiddag was er het boodschappenmoment voor de kookles van morgenvroeg. Het voelde bevreemdend aan. Gaan winkelen met en voor vreemde personen, wetende dat mijn man dit nu alleen moet doen, voor hem en de kindjes... Er bekroop mij een onaangenaam gevoel. Bij al dat lekkers kon ik alleen maar denken aan mijn eigen gezinnetje. Hoe fijn het is bij hen te zijn en een gezellige sfeer te creëren. Kaarsjes, een leuk muziekje, een bloemetje, lekker eten, ... en de gelukzalige gezichtjes van mijn twee sprotjes.
Ik weet - het komt terug - even op de tanden bijten.
Het is niets voor niets in het leven. Goede dingen zijn het waard om voor te vechten!
Zou het niet fijn zijn dat we met zijn allen op een ietwat trager tempo kunnen leven? Meer bewust van de kleine dingen. Intenser genietend. We leven in zo een gejaagde maatschappij. Iedereen voelt dat het eigenlijk niet ok is, maar tijd om er bij stil te staan is er niet, we zijn alweer in beweging, op weg naar de volgende bestemming, hollend naar de volgende afspraak.
Maar mensen worden sowieso geconfronteerd met rouw, lijden, pijn/chronische pijn, mentale pijn,... En dan staan we aan de zijlijn, te kijken naar die wereld in beweging. Zien we hoe druk er het aan toe gaat en kunnen we niet volgen.
Ik heb geen pasklare oplossing. Spijtig... (misschien werd ik dan wel een rijke stinkerd )
Alleen, wanneer zal genoeg genoeg zijn?
Op facebook en dergelijke lijkt het leven dikke fun. En vaak is het dat ook.
Maar als je echt luistert, oprecht luistert naar mensen: er is ook zoveel intens verdriet.
Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum
Over mijzelf
Ik ben Vero, en gebruik soms ook wel de schuilnaam NIKI.
Ik ben een vrouw en woon in () en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 18/06/1979 en ben nu dus 45 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: .