Hieronder volgen de doelstellingen  ivm de verkeersactiviteit.

1.1 De leerlingen ontwikkelen een goede hygiëne en weten dat ze schoeisel en kledij moeten aanpassen aan de omstandigheden.
2.4 De leerlingen gaan veilig en verantwoord om met bewegingsmaterialen
2.5 De leerlingen handelen volgens veiligheidsafspraken en -regels.
2.6 De leerlingen schatten de gevaren en de risico's van bewegingssituaties in en signaleren die.
5.1 De leerlingen beleven voldoening aan bewegen in openlucht.

 

Dit is het doel dat aangeleerd werd :

Dat houdt in dat ze de principe van preventief voetgangersgedrag in concrete verkeerssituaties kunnen toepassen.

Hierbij horen de volgende doelen:
 
6.13 Ze beschikken over voldoende reactiesnelheid, evenwichtsbehoud en gevoel voor coördinatie en ze kennen de verkeersregels voor voetgangers en fietsers, om zich zelfstandig en veilig te kunnen verplaatsen langs een voor hen vertrouwde route.

6.14 Ze tonen zich in hun gedrag bereid rekening te houden met andere weggebruikers. 

• WO RU 9.15 Kinderen zien in dat menselijk verkeer altijd risico's inhoudt. 
• WO RU 9.15.2 Dat houdt in dat ze weten dat opvallende kleding in het verkeer kan bijdragen tot eigen veiligheid.
• WO RU 9.16 Kinderen bewegen zich op een verantwoorde manier en dragen zo bij tot de eigen veiligheid en die van anderen.

Deze doelstelling werd gebruikt bij verkeer in de maand november:

     - Dat houdt in dat ze weten dat opvallende kleding in het verkeer kan bijdragen tot eigen veiligheid.

 

Verkeersborden in het straatbeeld

Rekening houden  met de onvoorziene hindernissen

Ze kunnen op een correcte manier de straat veilig oversteken.

Ze kunnen zich in hun gedrag rekening houden met andere weggebruikers. (6.14)

Ze kunnen op een correcte manier de straat veilig oversteken.

Ze kunnen zich in hun gedrag rekening houden met andere weggebruikers. (6.14)

De leerlingen kunnen zich gedragen in het verkeer.

Ze beschikken over voldoende reactiesnelheid, evenwichtsbehoud en gevoel voor coördinatie . 

Ze kennen de verkeersregels voor voetgangers zo kunnen ze zich zelfstandig en veilig verplaatsen langs een hen vertrouwde route.(6.13)

Voorrangsregels i.f.v. een wandeluitstap herkennen en toepassen

Rekening houden met de onvoorziene hindernissen

Zichtbaarheid in het verkeer:

We dragen een fluohesje

Deze doelen hebben we bereikt:

=> De leerlingen passen de busevacuatie vlot, efficiënt en correct toe.

=> De leerlingen vallen op in het verkeer door het dragen van een fluohesje.

=> De leerlingen stappen achter elkaar aan de huizenkant.

De kinderen van 2B leerden de volgende regels in het verkeer:

De kleutertjes leerden het volgende in het verkeer:

Dat houdt in dat ze hun (spel) gedrag aanpassen aan de omstandigheden (bv. : de drukte, de weersomstandigheden, de traphal,...)

De bijpassende doelen uit het leerplan zijn de volgende :

Mobiliteit

• 9.15 : kinderen zien in dat menselijk verkeer altijd risico's inhoudt : weten dat opvallende kleding in het verkeer kan bijdragen tot eigen veiligheid.
•  9.16 : kinderen bewegen zich op een verantwoorde manier en dragen zo bij tot de eigen veiligheid en die van anderen : weten om te gaan met hindernissen op hun weg
• 9.18 : kinderen ontwikkelen zich tot vaardige en voorzichtige voetgangers : de pricipe van preventief voetgangersgedrag in concrete verkeerssituaties kunnen toepassen.
• 9.21 : kinderen kunnen een eenvoudige route uitstippelen : de betekenis kennen van pictogrammen (pijl, rolstoel, ...)

Doel : 9.18 : Kinderen ontwikkelen zich tot vaardige en voorzichtige voetgangers.

Dat houdt in dat ze: Veilig kunnen oversteken onder begeleiding.

9.16 Kinderen bewegen zich op een verantwoorde manier en dragen zo bij tot de eigen veiligheid en die van anderen.

9.17 Kinderen houden in hun gedrag rekening met andere gebruikers van dezelfde ruimte.

Mens en samenleving:
5.9 Kinderen beseffen dat ze door verkeersregels strikt toe te passen zichzelf en anderen beschermen en handelen daarnaar.
Dit houdt in dat ze de verkeerstekens, -borden en -regels voor voetgangers en fietsers kennen en correct naleven om zich veilig te verplaatsen langs een voor hen vertrouwde route.

Doel : 9.18 : Kinderen ontwikkelen zich tot vaardige en voorzichtige voetgangers.

Dat houdt in dat ze: Veilig kunnen oversteken onder begeleiding.

• De leerlingen houden rekening met andere weggebruikers.
• De leerlingen wachten veilig aan de rechterkant van de rijbaan bij een omstandigheid (lekke band van een fiets of vertrekkensklaar maken bij de terugtocht).
• De leerlingen maken zich voldoende zichtbaar in het verkeer door het dragen van een fluohesje en fietshelm.
• De leerlingen fietsen veilig in groep.
• De leerlingen fietsen achter elkaar en houden voldoende remafstand.
• De leerlingen luisteren naar de instructies die begeleiders hen geven.