Je staat buiten en het is mooi weer. Boven in de lucht hangt
een wolkje. Een mooi wit schapenwolkje. Je kan er aan voelen. Voel maar eens
hoe fluffig. Het is een mooie dag en het wolkje geniet van de zonnestralen.
Soms is het wolkje een beetje grijs. Dan kriebelen kleine
druppeltjes regen het wolkje van binnenuit. Als het wolkje begint te lachen,
vallen alle kleine druppeltjes uit het wolkje naar beneden. Voel maar eens aan
dat wolkje. Het is een beetje nat.
Soms is het koud in het wolkje. Dan zit het vol
sneeuwvlokjes. Hm, voel maar eens aan dat wolkje Zalig. Om het warmer te
krijgen schudt het wolkje heen en weer en vallen alle sneeuwvlokjes eruit. Hihi,
dat is leuk.
Welk wolkje zou het nog kunnen zijn? Misschien komen er soms
ook heel gekke dingen uit: confetti, snoepjes, ballonnen
Denk maar eens na wat er nog zou kunnen uitkomen en laat het
mij morgen maar weten.
Beeld je eens een stoel in. Een hele mooie stoel. Hij mag
eruit zien zoals jij dat wil: met veel kleuren, met twee poten, met vier poten,
dat maakt niet uit, je moet er alleen op kunnen gaan zitten. Hij mag ook zacht
zijn of fluffig of
De stoel staat op het strand. Kijk maar eens goed rond en
ruik de zee ook eens. Ga nu maar op de stoel zitten. Luister eens, wat hoor je
allemaal? De zee, de meeuwen, mensen die praten? Luister nu toch nog eens heel
goed hoor je de vissen nu ook tegen elkaar praten? Wat zeggen ze? Hmm, het water is weer lekker vandaag.
Nu staat de stoel in het bos. Kijk maar eens goed rond wat
je allemaal ziet en ruik ook maar eens. Ruik je het bos? Nu moet je ook heel
goed luisteren? Hoor je de eekhoorns tegen elkaar praten? Wat zeggen ze? Hmm, ik heb lekkere nootjes gevonden.
Waar zou jij graag willen dat de stoel staat? Waar zou jij
graag eens in die hele mooie stoel zitten?
Denk er maar eens over na en vertel het me morgen maar.
Beeld je in dat je een vlekje ziet, zon bruin, klein
vlekje, het zit op het witte T-shirt van een jongetje. Dat jongetje heeft de
hele dag buiten gespeeld en ja, nu zit er een vlek op zijn T-shirt. Zie je het?
Nu vindt de mama van dat jongetje dat niet zo leuk. Ze steekt het T-shirt in
het wasmachine en weg is het vlekje. Maar, dat vindt het vlekje niet zo leuk.
Het zal een ander plekje moeten zoeken.
Dat andere plekje vindt het vlekje op de wang van een meisje.
Dat meisje heeft op school gevoetbald en ja, het vlekje is op haar wang gaan
zitten. Dat vindt het vlekje wel leuk, want wangetjes zijn zacht.
Maar de papa van dat meisje vindt dat niet zo leuk. Bah
zegt hij, een vlekje dat moet weg. Hij neemt een washandje en veegt het
vlekje weg. Oh, wat jammer, nu moet het vlekje weer op zoek naar een ander
plaatsje. Pff, ze weet niet waar naartoe.
Het vlekje besluit dan maar wat te gaan wandelen. En zo
wandelt ze voorbij een koe in de wei. Een koe met allemaal bruine vlekken wat
denk je dat ons vlekje deed? Ze sprong op de buik van de koe en hop de koe was
wel de mooiste koe van allemaal.
Waar denk jij dat het vlekje nog naartoe zou kunnen gaan?
Waar zou ze nog mooi kunnen zijn?
Denk er maar eens over na en laat het mij morgen weten.