Inhoud blog
  • Overspel.
  • De nachtwacht
  • Visueel ongemak.
  • Ongewenste intimiteiten.
  • Avonturen in het park.
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Het universum volgens Urbain Alpain
    ... van een nimmer bereikte bestemming
    09-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overspel.


    Lang, ravenzwart haar. Mooi egaal gezicht. Lichtgrijze ogen. Prachtige volle lippen. Een niet overweldigende doch stevige boezem in een kort T-shirt van Esprit dat het niet aandurft om haar gepiercte navel te bedekken. Lange benen met daaromheen een nauw aansluitende jeans van Iceberg. Voeten die schuilen in lederen laarzen van J.J.Durabel. Een ingetogen, uitnodigende glimlach. Een warme, charmante hulpvaardigheid.


    Door de adembenemende schoonheid van de jonge verkoopster raak ik midden mijn aankoop in de parfumerie in een soort trance en koop ik het parfum in plaats van de eau de toilette van een mij onbekende geur.


    Thuisgekomen beschuldigt mijn vrouw mij van visueel overspel.


    Ik zal nooit meer hetzelfde ruiken.

    Ik smacht naar veel te jeugdige esthetiek.

    09-05-2013 om 17:20 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De nachtwacht

    Ik weet niet hoe het er op andere weblogs aan toe gaat maar het valt mij op dat ik tussen twee en zes uur 's nachts nooit bezoekers krijg. Het lijkt wel alsof niemand leest als de dag is gestorven. Als je dag en nacht leeft dan vallen je de meest eigenaardige dingen op. Ondanks mijn labiele conditie (de toestand van mijn oog hangt aan een zijden zalfje) breng ik u vannacht graag op de hoogte van wat er mij allemaal opvalt.

     

    Teneinde mijn taak naar behoren uit te voeren sta ik momenteel dus door mijn venster te turen. Naast mij staat de PC in een klein verloren hoekje van het huis. Naast dat verloren hoekje is er een groot raam van waaruit je zicht hebt op de straat.

     

    0.00: Een klok slaat middernacht. Er is bijna geen beweging op straat. Enkel mijn overbuurman Dolf steekt karton tussen de ruitenwissers van zijn wagen. Dolf heeft duidelijk het weerbericht gemist en gokt op nachtvorst. Er komen twee bezoekers langs op mijn blog. Ik vraag me af wie het zouden zijn maar besef meteen dat ik mij niet mag mengen in het privé-leven van nachtsurfers. Ik schenk mezelf een Duvel in en wacht rustig op wat komen zal.

     

    1.00: Een klok galmt één keer. Drie onbekenden komen de straat in gelopen. De langste van de drie waggelt ontzettend. Ik vermoed drankmisbruik. Als ze helemaal in beeld zijn gekomen dien ik mijn vermoeden te herzien. Die langste verplaatst zich op skeelers en heeft zich de kneep van het rechtop blijven duidelijk nog niet eigen gemaakt. Vandaar dat waggelen. Mijn blog krijgt met overlast te kampen. Twintig bezoekers! Waarschijnlijk een olijkerd die mij te grazen wil nemen door negentien maal na elkaar langs te komen. De bedrieglijke gedachte van nachtelijke populariteit en hoe sommigen daarop menen te moeten inspelen! Enkel vrouwe Prutsmuts schudt een reactie uit haar mouw. Ik reageer terug. Prutsmuts heeft mooie foto's op haar blog staan.

     

    2.00: Twee ingetogen galmen. Mijn kapper heeft ervoor gekozen om zich per taxi thuis te laten brengen. Hij heeft, zoals steeds, een behoorlijke neut op. Wankelend stapt hij uit het voertuig en wordt naar de deur van zijn zaak geholpen door de chauffeur. Wat volgt is een moeilijke zoektocht naar concentratie. Die sleutel moet immers in dat sleutelgat. Het duurt precies twintig minuten eer de deur openzwaait. Wee de dames die hier morgen een permanent komen scoren. Als hij hun haar geselt als daarnet dat sleutelgat dan zijn ze nog niet jarig. Geen bezoekers op mijn blog het afgelopen uur. De olijkerd slaapt en prutsmuts is waarschijnlijk nachtfoto's aan het nemen.

     

    3.00: Weer die klok. Drie keer nu. Ik neem een blik Pepsi Max, drink er een stevige slok uit en vul de ontstane leegte met whisky. Ik laat het raam even voor wat het is en zet mij in een relax. Ik denk na en bel mijn uitgever. Verrassend vlug neemt deze op. Ik vraag hem of het mogelijk zou zijn om mijn eerste roman uit te geven met een gouden kaft. 'Urbain, ik lig net met een debutante in bed! Stoor mij alstublieft niet om halfvier 's nachts met dergelijke belachelijke vragen, junk!' En dat noemt zich dan uitgever. In plaats van marketingstrategieën te bedenken voor een vloeiende verkoop van mijn boek ligt meneer met een debutante te vogelen. Je houdt het niet voor mogelijk. Geen wonder komt mijn debuut als wereldschrijver niet van de grond! Eén bezoeker op mijn blog. Eén!

     

    4.00: Vier maal slaat de klok alreeds. Ik bekijk een paar pornoprenten online maar mijn hormonen geven niet thuis. Slap gelul. Ik posteer me opnieuw voor het venster en ontwaar hoe twee verdacht lijkende individuen de auto van Dolf staan te monsteren. Ze fluisteren iets tegen elkaar en lijken te twijfelen. Ze kijken schichtig om zich heen. Plots haalt de dikste van de twee met een ruk het karton van tussen de ruitenwissers waarna ze zich te vierklauwen uit de voeten maken. Hun buit, een armzalig stuk karton, nemen ze mee. Betreft het hier een geval van vandalisme of waren deze twee daklozen op zoek naar een kartonnen deken voor de nacht? Het blijft een mysterie. Verder geen mens op mijn weblog te bespeuren.

     

    5.00: De klok geeft vijf galmen prijs. Ik probeer een openingszin te schrijven voor een column die straks de achterpagina van een plaatselijk duivenmagazine moet sieren. Onbetaald werk maar eeuwige roem in café 'De Zwaan' waar op zondag het volledige duivenmelkerbestand van het dorp samentroept. 'Oh duif die ik bemin, gij zijt mijn trots, mijn rots, en dierbaarder dan mijn gezin.', zo luidt mijn eerste zin. Verder kom ik helaas niet want deze wonderschone frase heeft mij behoorlijk afgemat. Zo'n dingen moeten toch maar altijd weer geschreven worden. Voorwaar geen sinecure. Ik krijg twee bezoekers over de vloer. Zouden het beeldschone vrouwen zijn, denk ik wellustig. Iets voor zes willen mijn hormonen zich al eens herpakken.

     

    6.00: Mijn buurvrouw is opgestaan en heeft zich toegelegd op een partijtje stofzuigen. Jezus, wat een amechtig kabaal. Zes galmen van de klok gaan verloren in het zwaar ronkend zuigen van een Nilfisk. Maakten die Noormannen al veel lawaai toen zij eertijds de wereld onder de voet voeren, hun stofzuigers lusten er ook pap van. Madelijn Van Havere passeert op haar fiets mijn raam en zwaait. Ik zwaai terug en denk: Mens kijk toch uit waar je rijdt, straks raak je nog onder een tram! Gelukkig rijden er geen trams door ons dorp. Wel soms een lijnbus. Het zou er verdomme nog maar moeten aan mankeren. Ik tel één bezoeker. Waarschijnlijk een fan die in de vroege shift zit en alsnog wil weten hoe het met mijn blog is gesteld alvorens zich in het economische leven te storten.

     

    7.00: Als de klok zeven keer heeft geslagen voel ik mij moe. En dan te bedenken dat de dag eigenlijk nog een aanvang dient te nemen. Ik vul de waterkoker tot aan zijn rode streepje en stel hem in werking. Onze waterkoker is tien jaar oud en heeft duidelijk last van warmtespiraalverkalking en pruttelt hoorbaar erg ongezond. 'Ge moet er af en toe eens azijn laten doorlopen!' had een ijverige verkoper mij aangeraden. 'En heel mijn kot naar Blauwe Hand ruiken' mompelde ik onverstaanbaar waarna ik hem hartelijk dankte voor de tip.

     

    Om kwart na zeven drink ik mijn eerste kop koffie. Van bezoekers geen sprake. Dat blijft zo tot 10.00 uur. Om vijf na tien kruip ik in mijn bed om te bekomen van een turbulente nacht.

    09-05-2013 om 17:18 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Visueel ongemak.


    Door een medisch probleem dat mij gisteren kwam aangewaaid zit mijn rechteroog vandaag volledig dicht. Een soort ontsteking die de medische wereld ongetwijfeld weer voor enorme uitdagingen zal plaatsen. Ik ben benevens zwaar gehandicapt dus ook verminkt. Ik zie op rechts geen fluit en ik oog nog vreemder dan anders.


    Mijn humeur is een beetje navenant. U kent dat wel, dat u zich geen 100% voelt en dat u dientengevolge nog minder kunt hebben dan op andere dagen. Ik heb mijn collega van het aanpalende bureau al drie fameuze
    pekken in zijn gat gegeven. Na die derde pek meende meneer te moeten opmerken dat, in plaats van mijn oog, mijn mond beter volledig dicht had kunnen zitten. Hij had zijn smalende opmerking beter voor zichzelf gehouden want sinds die opmerking in kwestie loopt hij een beetje vreemd. Iets met een knie en een kruis.


    Omstreeks 10.00u werd mijn lijden ondragelijk en besloot ik de bedrijfsarts op te zoeken.


    'Heeft u uw zicht nodig voor uw werk?' vroeg de dokter mij na een eerste vluchtige controle. Wat een vreemde vraag was dat nu weer. Zit een mens de hele dag naar een computerscherm te turen en dan vragen ze je of je zonder zicht kunt! Mijn ogen zijn verdraaid mijn belangrijkste zintuigen op het werk.


    'Ik kan niet zonder!' antwoordde ik kordaat.

    'Dan zal ik u een zalf voorschrijven,' zei de dokter.


    Kunt u het geloven? Blindheid is nakende en dan schrijft die vermaledijde klutser mij een onbeduidend zalfje voor. Ik had op minstens een half jaar arbeidsongeschiktheid gerekend!

    09-05-2013 om 16:37 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ongewenste intimiteiten.

    De man die zichzelf Roger noemt stapt het café binnen, gaat aan de bar staan, bestelt een pils en wenst de andere stamgasten een gelukkig nieuwjaar.


    'En voor u van 't zelfde, Hubert!' antwoorden de anderen als uit één mond. 't Is net of er is een repetitie aan vooraf gegaan, zo synchroon klinkt het. Zoiets valt op omdat het een bepaalde mystiek in zich draagt. Met name de mystiek van de gelijktijdigheid. Voor hetzelfde geld spreekt iedereen door elkaar en krijg je een kakafonie van jewelste.


    De man die zichzelf Roger noemt maar eigenlijk Hubert heet vraagt aan de anderen of er goeie voornemens voor 2000 en zoveel zijn gemaakt.


    Romain Plisé, die bijna van zijn barkruk dondert van zattigheid, lalt dat hij dit jaar minder zal drinken maar dat hij wegens omstandigheden zijn start heeft gemist. Anita Baeckelandt wil besparen op voedingswaren om eind dit jaar eindelijk haar borsten te laten vergroten.


    Raymond Capelle, die een strik draagt, kondigt aan dat hij er in 2006 nu echt eens eens werk zal van maken om ook dassen te gaan dragen.


    Dolf Vanclooster, gebrevetteerd uitbater van de zaak, bindt voor het zesde jaar op rij de strijd aan tegen de tabak.

    Verder zijn er geen goede voornemens omdat Romain, Anita, Raymond en Dolf de enige aanwezigen zijn.

    Ik ben er natuurlijk ook maar omdat ik een eind van de bar weg zit maak ik mijn voornemens niet bekend. Ik reken mezelf niet tot de bevraagde doelgroep. Ik geef mijn oren en ogen echter wel de kost. Mijn keel heeft ook niet te klagen want voor me staat een oordeelkundig geschonken vaas Duvel naar mij te lachen.


    Romain probeert iets te zeggen. Hij mompelt, lispelt en stottert tegelijk. Raymond vraagt aan Anita wat Romain zegt maar ze haalt de schouders op. Dolf, die na al die jaren de taal der dronkaards als geen ander verstaat speelt voor tolk en legt de anderen uit dat Romain met Kerstmis noch zijn kinderen, noch zijn kleinkinderen heeft gezien. Anita slaat haar porto achterover, pinkt een traan weg, bestelt een nieuwe porto en zucht dan dat zij gelukkig geen kinderen heeft. Dat 'gelukkig' klinkt echter niet echt gelukkig.


    De man die zichzelf Roger noemt maar eigenlijk Hubert heet slaat zijn arm om Anita als wil hij haar troosten. Ik vermoed meer dan troost want hij posteert zijn rechterhand parmantig op haar borst. Anita lijkt hier niet mee opgezet. Ze duwt de hand van zich af en waarschuwt Hubert dat hij zijn fikken thuis moet houden. De man die zichzelf Roger noemt blijkt echter een kuitenbijter en probeert een nieuw seksueel offensief. Hij tast nu vrij tactloos naar Anita haar borsten en vraagt haar waarom zij in hemelsnaam eind dit jaar 'aan die schatjes wil laten prutsen'.


    Wat volgt gaat danig snel dat zelfs ik, als ooggetuige, het moeilijk kan navertellen. Anita transformeert in een soort ninja en doet tegelijkertijd iets met uitzwaaiende armen in combinatie met roterende benen en raakt Hubert hierbij vol op het gezicht en in de onderbuik. De man die zichzelf Roger noemt wordt met een ongelofelijke smak languit op de biljarttafel gekatapulteerd en blijft roerloos liggen. Acht tanden door zijn lip en zijn bril in een acht. Voor de rest een beetje levensloos.


    Dolf zucht en vraagt aan Anita of het allemaal niet een beetje beschaafder kan. 'Ik had hem gewaarschuwd!' zegt Anita nonchalant en draait zich weer naar de bar. De anderen gaan rond Hubert staan en bekijken hem.
    'Dat ziet er niet goed uit' mompelt Romain.
    'Ik zou een ziekenwagen bellen' oppert Raymond.


    Tien minuten later wordt de man die zichzelf Roger noemt maar eigenlijk Hubert heet met loeiende sirenes afgevoerd. Dolf sakkert dat hij niet eens betaald heeft waarop Anita oppert dat hij het ter compensatie op haar rekening mag zetten. 'En geeft binst iedereen nog iets' zegt ze gul.

    Ik drink mijn Duvel leeg en sta recht. In het naar buiten gaan merk ik een paar vlekjes bloed op het biljart.
    Aan de bar knik ik naar iedereen maar naar niemand in het bijzonder.



    09-05-2013 om 16:34 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Avonturen in het park.

    Ik heb vandaag op een bank in het park aan een vijver een ijsje gegeten. Een cornetto van het merk Ola.

    Een kleurrijke eend die langzaam dichterbij kwam drijven bekeek mij enigszins verrast. In een dreef met eikenbomen liep een man met een hond aan een leiband. Toen die hond een spreeuw in de gaten kreeg gaf hij een zodanige ruk aan de leiband dat de man helemaal uit model kwam te staan.

    Naast mij stond een eenzame oude dame met een versleten boodschappentas waarin broodkruimels bleken te zitten die ze blind voor haar uitstrooide. De eend kwam voorzichtig uit het water gewaggeld en deed zich tegoed aan de kruimels. De gerimpelde taart lachte dermate luid dat de Anas-plathyrhynchos verschrikt de vijver weer in dook.


    Er gebeurt nogal wat in mijn leven, dacht ik, terwijl ik de wikkel van mijn cornetto in een ijzeren vuilnisemmer deponeerde.

    Ik nam mij voor hier ooit een boek over te schrijven en stapte huiswaarts.

    09-05-2013 om 16:24 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wakker worden.

    Deze morgen schrok ik badend in het zweet wakker. Ik moet een nachtmerrie hebben gehad die aan de ribben hing. Dat voelde ik aan mijn ribben. Het was precies of er iets aanhing. Ik was ten zeerste benieuwd wat het was. U zou het mij misschien niet nageven mocht u me kennen maar in wezen ben ik een zeer nieuwsgierig mens.


    Nadat ik uitvoerig allerlei handelingen onder de douche had verricht droogde ik mij af. Van het één kwam het ander en een kwartier later was ik aangekleed. Mijn nieuwsgierigheid was geenszins geweken. Ik deed een paar ochtendlijke stretchoefeningen waardoor een venijnige kramp in m'n rug schoot. Via een gestrekte flikflak wist ik die kramp er meteen weer uit te krijgen.

    Aan mijn ribben hing echter nog steeds het onbekende. Ik belde de afdeling radiologie van het plaatselijke ziekenhuis en vernam van een niet al te vriendelijke telefoniste dat er op zondag geen röntgenfoto's werden genomen. Dat spel bleek daar op zondag gesloten. Tenzij het een spoedgeval betrof. Maar de telefoniste meldde mij met snerpende stem en bekwame spoed dat iets wat aan de ribben hing haast noch spoed behoefde. Het takkenwijf was duidelijk uit haar doen omdat zij op zondag moest werken. Wist zij veel wat er naar mijn normen haast en spoed behoefde!


    Afijn, ik was dus aangewezen op mezelf om duidelijkheid te scheppen in deze zaak. Ik ging op mijn gebruikelijke manier zitten denken. Mocht u zich afvragen hoe ik op zo'n momenten zit dan helpt het misschien als ik u meedeel dat ik ooit model stond voor het meesterwerk van Rodin. Ik was heden ochtend tijdens mijn denken wel aangekleed.


    Ik kon mij niet herinneren dat ik gedurende de nacht was gevallen. Dat hebben wel meer mensen, dat zij dromen dat ze in een diepe put vallen. Ik val nooit als ik droom. Ik struikel hoogstens af en toe maar dit komt doordat ik in mijn dromen altijd van die onhandige paarse mocassins draag. Akelige dingen zijn het. Veels te nauwe leren instekers zonder hiel. Probeer daar maar eens mee te vluchten.


    Als ik struikel in mijn droom dan gebeurt dit altijd tijdens een vlucht. Doorgaans vlucht ik voor mijn buurvrouw die mij in m'n dromen af en toe achterna zit en luidkeels roept dat ik de vader ben van haar mentaal geretardeerde tweelingdochter. Ze draagt dan doorgaans een groen plastieken negligeetje en heeft sportschoenen van Adidas aan haar voeten. Ik, met mijn mocassins ben natuurlijk geen partij voor haar. Aan het eind van de dreef haalt ze me steevast in, neemt me stevig bij de schouders en beveelt een DNA test. Op dat moment wordt ik dan doorgaans wakker. Gelukkig maar. Stel dat zo'n test positief zou zijn, dat ik daadwerkelijk de vader van haar kinderen zou zijn. Ik mag er niet aan denken.


    Maar goed, ik was afgelopen nacht niet gestruikeld dus het moest een andere droom zijn geweest. Als ik heel geconcentreerd nadenk dan kan ik soms mijn dromen reconstrueren. Zoniet vandaag. Alles blijft vaag. Soms een flard van een beeld maar voor ik het kan vatten vervliegt het en lost op in het niets.


    Laat ik dit toch maar opschrijven voor het nageslacht, dacht ik. Een mens weet nooit waar het goed voor kan zijn.
    En zo geschiedde.

    09-05-2013 om 16:21 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nominaties.

    Soms denk ik dat ik ooit genomineerd zal worden voor vanalles tegelijk. Dat men mij heden nog niet heeft opgemerkt vanwege mijn immense timiditeit maar dat daar op een bepaald moment verandering in zal komen. Hoe die ommezwaai er zal komen, daar heb ik eerlijk gezegd het raden naar.


    Misschien passeert een invloedrijke persoon ooit mijn deur, houdt hij plots de tred in bij het aanschouwen van mijn brievenbus en verzucht hij: "Wat een enige spleet om een nominatie in te duwen." Na deze woorden rept hij zich heen en verkondigt aan allen die het willen horen welke prachtige spleet ik wel niet heb. De nominaties laten natuurlijk niet lang op zich wachten. Ik krijg het ene bericht na het andere waaruit blijkt dat ik voorgedragen wordt voor dit en voor dat en ook voor dat ander.


    Meest aandoenlijke spleet.

    De Gouden Uil.

    Weblog van het jaar stilletjes.

    Een golden globe.

    Nachtburgemeester.

    Stadsdichter.

    PC Hooft-prijs.

    Herman Gorter-prijs.


    Ik zou er mij natuurlijk naar gaan kleden. Een pak van Armani en schoenen van Gucci. Zijden hemden van ZERU (zeldzame rupsen). Dassen draag ik niet. Ik laat mijn hemden open hangen. Wel immer een gouden dasspeld op mijn neus voor als ik een beerput moet passeren op mijn triomftochten door berg en dal. Mijn kousen zou ik betrekken bij Puttaert&Co, een gerenomeerde zaak alhier om de hoek. Zij hebben ook een ruim assortiment hoofddeksels in de aanbieding maar vanwege mijn zwakke haarlijn verdraag ik hoeden noch petten. Misschien een 'kapke' voor als 't regent.


    Ik zou de menigte groeten met een simpele doch vriendelijke hoofdknik. Als ik groet terwijl het regent mag ik hopen dat mijn 'kapke' niet afvalt. Thuis zou een privé kinesiste op mij wachten om mijn hals te masseren die elke avond ietwat uit model zou zijn gegroeid vanwege het vele groeten.


    Ik zou mij tevens herbronnen aan een bron op 2597 meter hoogte. Ik zou daarbij een helm dragen omdat een accident op dergelijke hoogte niet om mee te lachen is.


    Ik zou kortom nogal wat uitsteken mocht ik genomineerd worden.


    Mijn vrouw zegt dat het al wel is en dat ik mag stoppen van onnozel doen.

    "Ge zoudt beter den dam eens kuisen met bleekwater, dan doet ge tenminste nog iets nuttig" zegt ze.
    Vrouwen zijn azzo. Een indelijks gedacht van zichzelf maar geen greintje gevoel voor nominaties.

    09-05-2013 om 15:21 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beeldig kanneke.

    Vroeger was Robert beeldhouwer. Benevens een niet onverdienstelijk kunstenaar was hij tevens een harde werker. Men kon de rotsblokken waaruit hij noest zijn creaties kapte met moeite tijdig aanvoeren. In elke rotsblok zat een beeld dat hij via inzet en overgave in een handomdraai bevrijdde. Zijn figuren getuigden van vakmanschap en sereniteit.


    Robert was geen grote prater. Doorgaans mepte hij ingetogen en in stilte ogen, neuzen, lijven, armen en benen uit de weerbarstige steen. Tenzij hij op zijn eigen poten klopte, dan was het kot even te klein. Dan vloekte hij het vel van zijn voorhoofd. Maar voor de rest kon je in het bescheiden atelier, op het ritmisch galmen van hamer op beitel na, niks horen.


    In 1983, tijdens de grote droogte (ik zeg maar wat) kwam Katrien Buysse naar het werk kijken waar de beeldhouwer toen mee bezig was. Dat kwam, Robert was aan een bestelling bezig die Katrien bij hem had geplaatst. Hij zou een evenbeeld van Etienne creëren. Etienne was de man van Katrien die tijdens een treinramp om het leven was gekomen. Ge kent dat, treinen die plots van de sporen denderen en zodoende voor ‘indelijks’ veel ellende zorgen. Zijn 't geen doden dan zijn 't gewonden. Waarom denkt u dat ik nooit de trein neem?


    "Hebt ge geen dorst, Robert?" vroeg Katrien op een bepaald moment terwijl ze wellustig met haar heupen draaide en frivool met een kanneke karnemelk stond te zwaaien. Dat was een behoorlijk naast de kwestie zwevende vraag want iedereen wist dat Robert tijdens het werk enkel zijn eigen bloed, zweet en tranen dronk.


    "Merci!" gromde Robert en nog terwijl hij die woorden sprak kreeg hij plotseling de heupen van Katrien in de gaten. Wat hem nog nooit was overkomen overkwam hem toen. Hij raakte uit zijn concentratie, was plotsklaps gedesoriënteerd en sloeg te kloefe een veels te grote brok rots van de neus van Etienne in wording. Op zich geen drama ware het niet dat die veels te grote brok rots in een sierlijke boog pardoes tussen de ogen van Katrien belandde.


    Ze lag zij daar. Op slag morsdood, heel haar kop gespleten en dat kanneke geheel aan gruzelementen. 't Lag in stukken en brokken vaneen, heel dat kanneke.


    Katrien werd begraven op het plaatselijke kerkhof naast haar Etienne die daar al lag van sinds die treinramp. In het dorp werd een moment over een lustmoord geroddeld maar de roddels hielden niet lang stand want Firmin Delanghe, de amateur cineast van 't dorp, had toevallig dat hele incident gefilmd omdat hij daar toch toevallig in de buurt was.


    Toen die film vertoond werd in de parochiezaal veroorzaakte dit een nooit eerder geziene volkstoeloop. De massa vertrappelde elkaar welhaast. Het had iets van een treinramp maar dan in een zaal. Er zijn daar toen geen doden gevallen maar dat scheelde niet veel. Gewonden waren er ook niet maar ook hier had alles aan een zijden draadje gehangen. Enfin, de film werd vertoond, trok op geen kloten maar wist wel de onschuld van Robert te bewijzen.


    Robert was na deze gebeurtenis (het accident, niet de film) Robert niet meer. Hij kampte met een schuldgevoel dat maar niet wou wijken. Van het een kwam het ander en Robert raakte in een depressie. In de winter van '83 werd hij opgenomen in een psychiatrische kliniek alwaar men hem tot diep in de zomer van '84 verzorgde. Men stopte hem danig vol pillen dat zijn ogen naar het hol van zijn gat draaiden. Toen Robert de instelling verliet probeerde hij zijn vroegere métier weer op te nemen maar zijn carrière als beeldhouwer brokkelde langzaam af. Robert had er geen zin meer in. Bij elke slag die hij gaf zag hij dat gapende gat in katrien haar kop en gierde de ellende door zijn lijf.


    In 1985 is Robert met beeldhouwen gestopt. Hij wilde weg van de harde kant van het leven. Vanaf toen is hij aardewerk beginnen draaien. Van die kannekes waar ge karnemelk in kunt doen. En elke keer als hij een kanneke had gedraaid dacht hij met weemoed terug aan Katrien haar heupen en bloedde daarbij telkenmale een heel klein beetje meer dood.

    Als hij heden nog leeft dan kunt u hem vinden in de Westhoek alwaar hij aan de rand van Veurne als een anachoreet zijn dagen slijt in een hut met een rieten dak. Mailen heeft weinig zin want Robert heeft geen internetaansluiting.

    09-05-2013 om 14:33 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Complot.


    Je ziet het soms staan, op blogs van andere mensen her en der: ooit waren hier X aantal bezoekers. Ik heb me ook zo'n digitale teller aangeschaft. 


    Ik heb hier ooit eens 14 bezoekers gehad. Dat was niet alleen totaal onverwacht, dat was ook behoorlijk drummen geblazen met die ene stoel. Ik dacht bij mezelf: laat ik wat kaas in brokjes snijden want zulks draagt bij tot de gezelligheid. Ik voegde de daad bij het woord en ging brokjes kaas snijden. Ik toonde mij geenszins van mijn krenterige kant want ik sneed brokken die gezien mochten worden.


    Toen ik 5 minuten later terug kwam waren er nog welgeteld 2 van die 14 bezoekers aanwezig. 1 van die 2 bleek dan nog mezelf te zijn. Ik dacht heel even aan een complot. Dat enkele individuen hadden afgesproken om langs te komen en dan meteen weer weg te gaan terwijl ik kaas aan het snijden was.


    Mocht een mens stil blijven staan bij zo'n complottheorie, hij zou zo onozel als een puit worden en zijn hoofd zou uiteen spetteren van frustratie.
    Ik had echter geluk. De volgende ochtend was ik het hele voorval alweer vergeten.


    Sindsdien kijk ik niet meer op van een bezoeker meer of minder op mijn blogje. Ik doe zoals de struisvogel. Ik sta vervaarlijk te stampen en af en toe geef ik vanuit mijn hals een gemankeerde draai ten beste. Weest echter niet bevrees. N
    aar u zal ik natuurlijk niet stampen. Gij zijt welkom. Uw bedoelingen zijn nobel. Dat zag ik meteen toen u hier nieuwsgierig binnenkwam.

    09-05-2013 om 14:25 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Plicht van antwoord.

    Als iemand me schrijft dan antwoord ik ook. Hij schreef. Ik antwoordde.


    Dierbare vriend,


    Legt uw vrouw het zwijgen op.

    Bindt haar vast met vlaskoord en ketenen.

    Mijn komst is nakende.

    Mijn paard staat zadelklaar.

    Ik ben erg moe de laatste tijd.
    Vanwege een dieet.
    Of vanwege iets anders.
    Het is een brokke een mysterie.
    Gelijk een boek van Aspe.

    Nakende is mijn komst derhalve.
    Zaterdag in de namiddag kom ik langs.
    Morgen tegen de klok van twee.

    Vermoeide groeten, dierbare vriend.

    09-05-2013 om 14:18 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lange nachten.


    Ik breng vandaag een bezoek aan mijn grootouders. Het duistert alreeds als ik het erf kom opgestapt. Van buitenverlichting is hier geen sprake zodat ik mij op een haar na allerhande breuken struikel. Gelukkig ben ik nuchter en slaag ik erin zonder lichamelijke schade de deur te bereiken. Ik ben wel met mijn bottines door een koeienvlaai geschoven, merk ik als ik in de zwak verlichte keuken mijn voeten veeg. 't Is altijd een heel gedoe, zo'n bezoek des winters aan de pitoreske grootouderlijke hofstede.

    Heden zijn het korte dagen. Dat ligt aan de seizoenen. Het is nu herfst en straks begint de winter en dan zijn de dagen gewoon korter dan de nachten. Het noordelijk halfrond van de aarde is dan minder naar de zon gericht en dan krijg je dat soort gedoe. Een weerman zou hier ongetwijfeld een heel verhaal kunnen over vertellen maar of ik zou luisteren is een andere kwestie. Wat kunnen mij de seizoenen schelen.


    Maar goed. Heden zijn het dus korte dagen. De gevolgen zijn dramatisch noch desastreus. Men past zich aan en daarmee is de kous doorgaans af.


    "Voor nachtwinkels zijn het gouden tijden." zegt mijn grootmoeder, die aan de doorgezakte keukentafel sokken zit te stoppen. Dat mens slaat de laatste tijd ook overal haar snater in. Ik mag dan al geen weerman zijn, diep in mij schuilt een enorme miskende economist. Ik leg mijn grootmoeder uit dat de recette van een nachtwinkel recht evenredig is met de openingsuren en dat zulks dus niks te maken heeft met de seizoenen waarop ze me prompt begint uit te schelden voor racist en mompelt dat ik mijn anders gekleurde medemens niks gun.


    Omdat niemand mij ongestraft voor racist uitscheldt zet ik de banden van haar rolstoel plat. Mijn grootvader kijkt op van zijn krant, komt uit zijn zetel aan de Leuvense stoof, schuift zijn broek naar beneden, laat zich met de kont op het linker ventiel van de rolstoel zakken en forceert een fluitende wind na dewelke grootmoeder op links onverwijld terug drie centimeters hoger komt te zitten. Rechts doet hij precies hetzelfde zodat de rolstoel weer helemaal horizontaal komt te staan. Mijn grootmoeder glundert de kerstboom haast omver, zo trots is ze op grootvader. Wat een inhoud heeft die man toch, denk ik vertederd.


    Mijn grootvader ziet mij naar hem kijken, lijkt zijn gedrag van daarnet te willen duiden en zegt dat Igor de velopomp vorige week in de vernieling heeft gebeten. Igor is een bastaardhond. Een kruising van een Bouvier met een Rotweiler. Volgens mij waren er benevens een Bouvier en een Rotweiler ook een half dozijn wolven in het spel toen Igor werd verwekt. Het gedrag van dat monster is volledig onvoorspelbaar en op zijn minst zorgwekkend. Hij bijt u bij manier van spreken eerst een been af en laat dan pas zijn tanden zien.


    Mijn grootmoeder, die erg vergevingsgezind is, vraagt of ik een Lukke van Destrooper met een tas koffie moet hebben. De koffie is vers. Lukken zijn goudbruine, krokant gebakken natuurboterwafels volgens een 19de-eeuwse familierecept waar ze u in België rond de kerstperiode graag op mogen vergasten. Jules Destrooper, een bakker en handelaar in koloniale waren richtte deze biscuiterie in 1886 op en sindsdien boeren ze aldaar lang niet slecht. Zijn waar wordt in meer dan 52 landen verslonden. Ze hebben ook een noodnummer.


    Mocht u in één van hun producten stikken dan kunt u +32(0)70 66 60 60 draaien. Draai het echter niet onnodig want ik vermoed dat Jules wel andere dingen te doen heeft dan een hele dag op uw telefoons te zitten wachten.

    Wij eten lukken, drinken koffie, praten over verleden en heden en nemen na een tijd afscheid. De ochtend gloort nog lang niet want heden zijn het benevens korte dagen ook lange nachten.

    09-05-2013 om 14:14 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dagboek van een nachtmens (deel 1)


    1 De brief

    Begin september 2003 schrijft Bertrand Vlieghe zijn moeder een brief waarin hij haar meldt dat hij nooit meer naar huis terug komt. Hij verwijt zijn moeder dat zijn aangeboren handicap een rechtstreeks gevolg is van haar gewezen beroepsleven. In een postscriptum meldt hij dat het geen zin heeft om hem op te sporen daar hij nu definitief is opgegaan in de anonimiteit van de grootstad. Ofschoon hij sinds kort een gemeubelde studio in Sijsele vlak bij het plaatselijke postkantoor bewoont rijdt hij naar Brussel om er zijn schrijven te posten en hoopt zo zijn moeder geografisch tureluurs te maken.

    Een week later krijgt Bertrand een brief retour van zijn moeder, Magda Vlieghe-Descheppere, waarin zij het volgende schrijft:


    Beste Bertrand,
    Ik lig momenteel helemaal niet wakker van de vraag in welke massa jij bent opgegaan. Ik heb nu echt wel andere dingen aan mijn hoofd! Mijn vrieskast dient ontdooid te worden en ik moet dringend naar de kapper. Stop nu alstublieft eens met denken dat heel mijn wereld om jou draait. Het is niet abnormaal dat een zoon van 32 het ouderlijke huis verlaat.

    Met terughoudende genegenheid,
    Je moeder.

    PS: Wil je mij wel zo vlug mogelijk de auto terug bezorgen.


    Het antwoord in kwestie choqueert Bertrand dusdanig dat hij zich diezelfde avond een stuk in zijn kraag drinkt in café Pallieter te Sijsele. Zijn ongebreideld drankgebruik zorgt de volgende ochtend voor een enorme kater en een nieuwe vlaag van opflakkerend zelfbeklag. Dit zelfbeklag slaat na een dag piekeren zoals steeds om in woede. Blinde woede. Bertrand haat de wereld en hoewel daar eigenlijk geen directe aanwijzingen voor zijn leeft hij met de gedachte dat de wereld ook hem haat.

    Om uiting te geven aan die woede grijpt Bertrand naar de pen. Hij schrijft een boze lezersbrief naar Het Volk waarin hij enerzijds zijn verontwaardiging uit aangaande het ontbreken van nachtelijk openbaar vervoer in de regio en waarin hij anderzijds het totale gebrek aan liefde van zijn moeder aanklaagt.

    Diezelfde nacht rijdt hij zijn moeders VW Polo (bouwjaar 79) tot voor haar deur, parkeert daar het vehikel en deponeert de sleutels in haar brievenbus. Bij gebrek aan openbaar vervoer keert hij te voet naar zijn studio terug. In de vroege ochtend komt hij thuis. Hij voelt zich uitgeput en legt zich te rusten. Morgen is er immers weer een dag.

    Bertrand slaapt uitermate onrustig. Hij droomt dat hij in een hoek wordt gedreven door een vrouw met lange gele klauwen en scherpe bruine tanden. Dreigend vraagt ze hem of ze zijn muse mag zijn.

    Badend in het zweet komt hij wakker. Het is middag. Hij ruikt zichzelf. Een zure ranzige geur hangt tussen de lakens. Bij gebrek aan een douche sleept hij zich naar de lavabo. Hij vult zijn handpalmen met koel water, doopt zijn gezicht en herhaalt dit ritueel tot de sporen van de nacht van zijn smoel zijn geveegd. De bel gaat en Bertrand schrikt van dit ongekende geluid. Hij heeft die bel sinds zijn verblijf hier nog niet eerder gehoord en vraagt zich verwonderd af waarom iemand bij hem aanbelt. Een onbekende aan de deur van zijn schuiladres.

    Bertrand loopt bevend naar de deur en legt behoedzaam zijn oor tegen het sleutelgat. Hoort hij daar iemand kreunen?


    2 De telefoon

    Onze held staat als versteend met het hoofd tegen de deur geleund. Het gekreun op de gang is ondertussen overgegaan op een angstaanjagend gerochel dat af en toe omslaat in een hol gefluister. Bertrand meent in dat gefluister vaag zijn naam te horen. Alsof iemand hem roept. De bel schelt ten tweeden male en een metaalachtig geluid echoot door de kamer.

    "Wie is daar?" vraagt Bernard met bevende stem. Er komt geen antwoord. Het gefluister houdt aan en lijkt in volume toe te nemen. Een ongemakkelijk gevoel maakt zich van Bernard meester en hij sluipt naar de zetel, weg van het geluid. Hij rolt zich op onder een beschermend dekentje en blijft met kloppend hart liggen.

    Anderhalf uur verstrijkt. Het geluid is van onder het dekentje niet meer hoorbaar. Het ongemakkelijke gevoel maakt langzaam plaats voor nieuwsgierigheid en heel voorzichtig schuifelt Bernard naar de deur. Hij luistert geconcentreerd maar hoort niks meer. Hij opent de deur op een kier, kijkt omzichtig in de gang maar merkt niks. Bertrand gaat nu resoluut de gang op, kijkt rechts en links maar de gang ligt er verlaten bij.

    Als Bernard weer naar binnen wil gaan merkt hij een kleine witte omslag op zijn deurmat. Hij raapt het envelopje op en bekijkt het. "Aan Dhr Bertrand Vlieghe" staat er in een slordig handschrift op geschreven. Bertrand loopt zijn studio weer binnen, neemt, bij gebrek aan een briefopener, een aardappelmesje en maakt met trillende handen de enveloppe open. In de omslag zit een kleine sleutel vergezeld van een kort briefje.

    Geachte heer Vlieghe,
    Wij weten dat u een verstoten kind bent. Onze organisatie waakt.
    Gelieve ingesloten sleutel met de grootste zorg te bewaren.
    Wij nemen eerstdaags vast telefonisch contact met u op.

    Hoogachtend,
    De orde van de galblaas.


    Tot vijfmaal toe herleest Bertrand het bericht, bekijkt meermaals aandachtig de sleutel maar slaagt er echter niet in om hier een touw aan vast te knopen. Hij heeft nooit eerder van 'De orde van de galblaas' gehoord. Hij vraagt zich af hoe die beunhazen telefonisch contact met hem zullen opnemen. Hij heeft helemaal geen vaste telefoon. Een GSM trouwens ook niet. Tè modern, tè onhandelbaar die krengen.

    Hij slentert naar de keuken, neemt een blikje bier uit de ijskast en zet zich aan de keukentafel. Bij zijn tweede slok klinkt in de woonkamer het gerinkel van een telefoon. Bertrand verslikt zich in zijn bier en een nieuwe vlaag van paniek maakt zich van hem meester.
     

    3 De Inscriptie

    Hoe gaat dat soms met mensen die zich in een slok bier verslikken. Juist, zo gaat dat. Bertrand hoest zijn hele keuken onder. De paniek wordt er alleen maar heviger door. Hij duwt beide wijsvingers diep in de oren om het gerinkel niet te moeten horen maar helaas. Dat is naast het gerinkel gerekend. Hoe dieper hij zijn vingers duwt hoe feller de telefoon tekeer gaat.

    Geen wonder dat Bertrand zich herpakt. Zoniet zou hij zeker zijn eustachiusbuis naar de bliksem hebben geduwd. Hij laat zich op zijn buik zakken, sluipt de woonkamer in en probeert het gerinkel te lokaliseren. Tijdens het sluipen merkt Bertrand dat hij dringend eens zal moeten stofzuigen in huis maar gezien de penibele omstandigheden zal dit reinigingsritueel nog even moeten wachten.

    Algauw heeft Bertrand door vanwaar het gerinkel komt. Het komt uit de onderste lade van de Ikea kast die naast het balkonraam staat. Als een slang glijdt onze held naar de kast, trekt de lade open en neemt de telefoon op.

    “Hallo, met Bertand Vlieghe. Met wie spreek ik, aub?”
    “U spreekt met Armand Spittoor. Waarom duurde het zo lang eer ik u aan de lijn kreeg, meneer Vlieghe?”
    “Ik kon de telefoon niet meteen vinden.”
    “Heb je de brief met de sleutel ontvangen?”
    “Die heb ik ontvangen, ja. Mag ik weten wat dit allemaal te betekenen heeft?”
    “Ik kan u heden nog niks zeggen. Het is te delicaat om u via de telefoon in te lichten. Kom morgenavond tegen 21u naar café ‘Den Hutsepot’ in Eeklo. Daar zal Omer Hamerlinck op u wachten. ”
    “Ik kan mij morgenavond onmogelijk vrijmaken. Mijn living dient gestofzuigd te worden.”
    “Meneer Vlieghe, uw stof kan wachten. Zorg dat u tijdig ter plaatse bent. De orde van de galblaas rekent op u. Zorg ervoor dat u de sleutel bij u hebt en wees op uw hoede. De vijand waakt.”
    “Hoor eens hier, Spittoor, als u denkt…”

    Verder komt Bertrand niet want Armand heeft de hoorn neer gelegd. Wat rest aan de andere kant van de lijn is de gekende tuut-tuut-tuut klank. Bertrand bekijkt het papiertje waarop hij de naam van het café heeft gekrabbeld. ‘Den Hutsepot’ is hem onbekend. In gedachten verzonken loopt hij naar de keuken om aldaar de rest van zijn blik bier op te drinken. Peinzend zet hij zich aan de keukentafel en kijkt door het raam.

    Betrand kan zich niet van het idee ontdoen dat hij de stem van Spittoor ooit eerder heeft gehoord. Hij piekert zich suf maar kan alsnog geen persoon aan de stem linken. En toch meent hij ten stelligste dat dit geen vreemde stem was.
    De orde van de galblaas zegt hem dan weer niks. In gedachten probeert hij zich een lijst van mensen die hij kent voor ogen te halen. Helaas, voor zover hij zich meent te herinneren heeft hij geen enkele kennis die ooit sukkelde met een steenachtige substantie om en rond de galblaas.

    Hij staat op, gaat naar de keukenlade waarin hij zorgvuldig het sleuteltje heeft opgeborgen, opent de lade, haalt het sleuteltje eruit en bekijkt het aandachtig. Hij merkt nu pas dat er een minuscule inscriptie in de schacht van de sleutel is gemaakt. Bertrand houdt de sleutel naar het licht en probeert het inschrift te ontcijferen. Het is echter zo klein dat het met het blote oog onzichtbaar is.
    Als verwoed postzegelverzamelaar heeft Bertrand echter altijd een loep in zijn achterzak zitten. Hij knipt het vergrootglas uit de houder, legt hem geconcentreerd langs de sleutel en leest: “Tijd neemt een einde.”

    Veel wijzer wordt hij hier niet van. Hij stopt de sleutel terug in de lade en neemt het laatste blikje bier uit de ijskast. De emoties moeten worden weggespoeld en straks dient hij dringend boodschappen te doen. Bertrand kijkt op zijn polshorloge en merkt tot zijn verbazing dat zijn anders zo betrouwbare Rodania stil blijkt te staan. Hij tikt op het glas maar krijgt de secondewijzer niet aan de praat. Een vreemd voorgevoel maakt zich van hem meester.

     

    09-05-2013 om 14:10 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het balkon.


    Ik heb mezelf zojuist intraveneus een shot mosterd gezet om de dag door te komen. Dat kwam, we hadden godverdorie geen ketchup meer in huis. En je zult het nooit anders zien op dit uur: natuurlijk weer geen enkele buurtwinkel nog open. Nou ja, dan maar mosterd genomen.
    Prikt wel een beetje in de aders maar dat doen naalden ook. Laten we daar dus maar niet moeilijk over doen.


    Waar ik anders geestelijk langs bloederige dreven dwaal was mijn trip dit keer liefdevol. Daar zal, naast het merk van de mosterd, ongetwijfeld ook de uitnemende charme van een muze voor iets tussen hebben gezeten.
    Haar volle lippen waren zacht roze aangezet. Zij kuste mijn mond en liet op mijn tong een warm verlangen achter naar een balkon met uitzicht op bomen vol herfst, op naakte takken en bladeren vol oker.


    In het water van de beek weerkaatste een zomers beeld. Hoe zij zich naakt overgaf aan de hitte van een vergeten seizoen.

    09-05-2013 om 13:58 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cool

    Ooit was ik een zeer koele gast. Ik werd gekroond met een tiara bezet met robijnen van ijs, en tot koning van Antartica uitgeroepen. Mijn roepnaam was prins der pinguins. Ik werd rijkelijk betaald. De donatie die ik ontving was dermate aanzienlijk dat ik ermee naar de beurs trok alwaar ik aandelen kocht van Iglo, Fribona en Ijsboerke.


    Ik bouwde een immense iglo met torens en kantelen en bezette hem binnenin met marmer, siliconen, plastiek en Indonesisch spanbeton. Mijn lakeien waren pinguins in natuurlijk habijt. Het overige personeel bestond uit robben, ijstrollen en diepgevroren scharrelkippen. In de keuken had ik een gastronomische ijsbeer die er het handje van weg had om de meest weelderige sorbets samen te stellen. Welhaast elke avond prepareerde hij me ook iets on the rocks.


    Mijn harem bestond uit maagdelijke winterteefjes. Seks hadden we niet want als die liefelijke elfjes hun slipjes lieten zakken vroren hun schaamlipjes aan elkaar. Geen nood echter, de kleurrijke schittering van duizend ijskristallen deden ons tot ongekende groepsorgasmes komen. Als ik klaarkwam vormde zich telkens in een mum een stalagmiet van spermatozoa op mijn snikkel (dit om u een beetje een idee te geven hoe dat allemaal in z'n werk ging).


    In een lifestyle magazine werd een reportage gewijd aan mijn koninklijke iglo en dit pareltje van journalistiek vakmanschap maakte danige indruk dat er van heinde en ver vorstenhuizen mijn paleis kwamen bezichtigen. Toen de bronzen poort achter hen dichtviel viel hun mond open om gedurende het ganse bezoek niet meer dicht te gaan.

    Op den duur vereerden ook andere klojo's mij met een bezoek. Zo kwam ooit Walt Disney mij polsen aangaande de kostprijs voor het gebruik van mijn paleis als locatie voor één zijner films. Toen ik mijn prijs noemde verslikte hij zich zowaar in zijn sorbet, de gierige hufter.


    En toen, op een dag, ging de aarde plots opwarmen. Mijn stulpje lag aan de rand van Antartica en was kwetsbaar geworden. Mijn torens en kantelen gingen langzaam smelten. Machteloos keek ik toe hoe mijn paleis als een vormloze pudding in elkaar zakte. De pinguins, de robben, de ijstrollen, de ijsbeer; allen gingen zij heen en trokken verder ijsinwaarts om zich tegen de levensbedreigende hitte te beschermen.


    Alleen de winterteefjes bleven. Zij zagen hun kans schoon en trokken om de haverklap hun slipjes naar beneden en brachten middelerwijl opgewonden, lacherige geluidjes voort. Mijn gedachten gleden naar het Romeinse Rijk. Hoe dit, door een overvloed aan decadentie en ontucht, schielijk ten val was gekomen. Ik verbande prompt mijn losbandige teefjes naar ver afgelegen Europese havengebieden.


    De koning werd pooier.


    En zo kwam een einde aan mijn diepvriesrijk. Tot overmaat van ramp kende de beurs een crash van heb je me daar en waren mijn aandelen van de ene op de andere dag waardeloos.  


    De koning werd schooier.


    Heden ben ik in onderhandeling met een Pakistaan aangaande de overname van één zijner nachtwinkels in Poelkapelle. Hopelijk verloopt alles vlot en speelt straks mijn nachtblindheid mij geen parten bij het uitoefenen van mijn nieuwe job.


    De koning is dood. Lang leve de werkmens.

    09-05-2013 om 13:55 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zoektocht naar de remedie.
    Het eindeloos gelul van gerenommeerde specialisten,
    het overloos gekakel van alternatieve genezers,
    de deur aan deur verkoop van medische encyclopediën,
    de opmars van het internet,
    de kankerpreventies via de media...

    Het zijn allemaal zaken die bijdragen tot een enorme angst. Als er op heden iets uitgehaald of verwijderd dient te worden bij de mens dan zit de schrik voor één of andere kwaadaardige afloop er altijd diep in. De mens en z'n eeuwige, angstige twijfel. Platgeslagen door een overdaad aan informatie.

    Zo durft mijn grootvader als drie jaar zijn vals gebit niet meer uit z'n mond te halen uit tomeloze angst voor een eventuele kanker aan het gehemelte. Wij hebben het glas, dat al die tijd op z'n nachttafel stond ter nachtelijke wegberging van zijn tanden maar nu sinds geruime tijd nutteloos was geworden, dan ook verwijderd. Ondertussen zoeken wij koortsig nar een remedie om opa van zijn dwanggedachte af te helpen.

    09-05-2013 om 13:26 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van het woord dat maar niet wou komen.


    Er zijn dagen waarop ik het tien keer zou zeggen maar vandaag schoot het me niet te binnen. Ik kwam er simpelweg niet op. Ik ging mijn ezelsbruggen af omdat ik wist dat er verbanden moesten zijn. Een verpleegster in een witte schort vroeg - eigenlijk aan niemand in het bijzonder - of er nog verbanden moesten zijn. Zwijgt, gij vermaledijde geit, dacht ik, ik ben aan het denken. De verpleegster keek me aan en ik zag haar denken: die denkt aan iets.


    Tot overmaat van ramp kwam ze op me toe en vroeg of ze mij kon helpen. Alsof een simpele duif als zij mij het woord zou kunnen openbaren. Ik begon te zweten en in mijn buik voelde ik een gezwel van 19 kilo. Figuurlijk dan. Mocht ik met een dergelijk gezwel door het leven strompelen het zou er nogal op trekken. Ik loop soms nu al zo eigenaardig.

    "Neen, dank u." zei ik.


    Soms is het goed om mensen meteen mede te delen dat ge geen hulp van doen hebt. Ge hoeft er daarom niet bij te vertellen waarom. Het kan erg pijnlijk zijn om mensen te confronteren met het feit dat ge twijfelt aan hun intelligentie.


    Ze stak haar been vooruit en vroeg me wat ik van haar nieuw schoeisel vond. Ze had een soort beige orthopedische instekers aan. Ze deden me denken aan de galoches die mijn grootmoeder vroeger altijd droeg als zij over het neerhof tsjokte. En daar moest ik mijn gedacht over zeggen. Ik begon nog heviger te transpireren.


    "Ik vind ze prachtig." zei ik.


    Haar wezen straalde. Gelukkig dat ze was. In wezen waren het juist gelijk kloefen om mee in een slachthuis te werken maar wat avance om zo'n dingen te zeggen. Ge maakt er de mensen alleen maar ongelukkig mee. Ze glunderde en stapte kordaat naar de balie alwaar ze waarschijnlijk verwacht werd. Anders stapt een mens niet zo kordaat.


    Het was, benevens een kordate, ook een zware stap. Echt zwierig ging het allerminst. Het leek zelfs verdacht veel op waggelen. Haar hele derrière deinde bij elke schrede gevaarlijk van links naar rechts. Een beetje als een ferry die het zeegat kiest bij windkracht tien.


    Het woord lag op mijn tong. Ik voelde het langzaam komen. Dat ge reeds de beginklank proeft maar dat de rest nog wat hapert. En plots openbaarde het zich.

    "KACHELGAT!" schreeuwde ik triomfantelijk. De verstoorde blikken van de aanwezigen op de gang konden mij allerminst deren. Ik had gevonden waar ik al een hele dag naar zocht.

    09-05-2013 om 13:00 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het fotomodel.


    Waar hij vandaan komt is een raadsel maar een lichte bries maakt zich meester van haar borsten en prikkelt duidelijk haar tepels. Haar blik houdt het midden tussen schaamte en ongemak. Mijn ongegeneerd staren doet me aan schaamteloos voyeurisme denken.

    Ik vraag haar waarom ze zo zelden lacht.


    Ze zegt dat haar vel in rimpels trekt als ze lacht en ze reikt me een bleke vinger ter begroeting omdat de rest van haar lichaam teveel pijn doet om het zomaar aan vreemden te schenken. Ze is licht aangeschoten en zegt dat drank minder kapot maakt dan liefde. Ze grimlacht in zwart en in wit en bladert getormenteerd door de negatieven van haar leven, door de leegte van de dingen die er nooit zijn geweest.


    Ik richt mijn lens op haar fletse ogen en druk af.

    De scherpte van haar schreeuw blijkt ongrijpbaar.

    09-05-2013 om 12:56 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Skyline


    Liefste,

     

    Wegens schermwerkzaamheden aan mijn PC (waardoor een vreselijke kijkfile was ontstaan in onze bescheiden woonkamer) heb ik je nog steeds niet kunnen terugmailen aangaande het waarlijk adembenemend portret dat je maakte naar aanleiding van de skyline (in Rotterdam, gok ik). Jezus, zelden zo’n adembenemende skyline gezien.

     

    Dan mag je die drankzucht waar we het een vorige keer uitvoerig over hadden wel niet op jezelf betrekken, mij maak je niks wijs. Ik vermoed dat je tijdens de voorbereiding en het creëren van het meesterwerk in kwestie, benevens aan de drank, ook uitgebreid aan de coke en de vloeibare ecstasy hebt gezeten. Wat zeg je schatje? Dat jij dergelijke dingen nooit zou doen? Flinke meid der goden hoor en een zoentje op je aureool. Lichtkrans van verhevenheid.

    Ja, inderdaad, nu zie ik het ook. En toch blijf ik erbij: dat fluoriserende mutsje staat je beeldig.

    Benevens je hartstocht voor de havenfaciliteiten herken ik ook je adoratie voor zeilschepen in het werk. Die bracht me volledig van de wijs omdat ik zelf dus eerder voorstander van de rubberboot ben. Dit werk dwong mij als het ware echter om nu ook kennis te nemen van het zeilschip en van het zeil in het bijzonder. Hoef ik je te zeggen hoe extreem boeiend ik dit vond?

     

    Via die donkere vuurtoren smokkel je niet alleen een geslaagde kleurschakering in je werk naar binnen maar schep je ook een joekel van een fallussymbool… en dat vond ik zo vreselijk ontwapenend van je. Ik werd er helemaal hard en week tegelijk van. En dat droeg echt niks lichamelijks in zich, dat had alles met mijn diepste psychische gedachten te maken.

    Is dit werk te koop, liefste, en indien ja, is het betaalbaar voor een doorsnee loontrekker als ik? Ik vind het namelijk subliem. Ontroerend naïef met toch een erg compositorische diepgang. Ik hoop dat je jezelf nooit van een oor, noch van enig ander lichaamsdeel zult beroven.

     

    In kleurrijk geluk groet ik je,

    voor altijd de jouwe,

    Urbain.

    09-05-2013 om 12:47 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een oproep.

    OPROEP (uit diepte van ellende)

    Daar de geplande opvoeringen van mijn aandoenlijke monoloog 'Urbain goes out of Kenia' niet het verhoopte niveau dreigen te halen (cfr: try-out aan de toog van bistro Den Wittenkop alhier), zoek ik via deze een opblaasbare giraf ter verruiming van het visueel effect.


    Voor de leken: Giraffes zijn hertachtige, herkauwende dieren met zeer lange hals, geel en bruin gevlekte huid en kleine hoorns.
    Maar dan in dit geval dus wel opblaasbaar.

    Lengte overeen te komen.


    Gelieve niet te reageren indien niet ernstig.

    Mag ik u bij voorbaat danken voor uw bereidwilligheid.

    09-05-2013 om 11:48 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leeftijd en warme charme.


    Ik schatte haar een jaar of dertig. Het kan ook zijn dat ik haar veertig schatte. Het maakte allemaal niet zoveel uit want achteraf bleek ze vijftig.


    De tijd lijkt als zalf over haar lichaam te zijn gegleden. Net als ik denk dat zij de steen der wijzen in haar broekzak heeft zitten blijkt dat het haar autosleutels zijn. Dat zou eventueel een enorme meevaller kunnen zijn voor straks want ik ben te voet. Naar de omvang van de bult in haar broek te oordelen rijdt ze met een ruime wagen. Ik gok op een terreinwagen met enorme banden. Ik ben een verwoed gokker. Mocht ze op een paard gekomen zijn, ik zette een fortuin op haar in.


    Ze staat aan de bar ongelofelijk mooi te wezen en lebbert af en toe heel sensueel van haar cola. Ik reik naar een besteld glas wijn en raak heel even haar jasje aan. Het is een zwart zijden jasje. Als ik zijde voel raak ik opgewonden. Ik ben een kind van de rupsen of seksueel geobsedeerd, daar zijn ze momenteel in het universitair ziekenhuis van Leuven nog niet helemaal uit. Die rupsen hebben ze van in den beginne geschrapt. Wetenschappers geloven niet in sprookjes. Enkel mijn vermeende obsessies houden hen op heden nog bezig.


    Ik vraag waarom ze cola drinkt. Ze blijkt niet tegen alcohol bestand. Het is me wat. Dat staat daar zomaar heerlijk charmant tegen die bar te leunen en dat verdraagt geen alcohol. Wat ze wel verdraagt is mijn hand op haar jasje. Ik tater honderduit en zij zegt niks. Als ik vraag naar het waarom van haar stilte lacht ze teder. Ze zegt dat ze zwijgt om ruimte te laten voor de kleur van mijn woorden.


    Heel even sta ik met mijn mond vol zwart. Heel even maar.

    Later verdwalen we in duizend gedeelde woorden. Ze biedt me een lift aan naar haar huis in de duinen.

    Nog later, het is dan al nacht, ontpopt ze en rijst uit haar zijden weefsel.

    Als een rupsenkind verlies ik mij in vijftig jaar verwarmd satijn.

    Haar melkwitte huid straalt de felle gloed van passie en charme.

    A night in white satin...

    09-05-2013 om 11:31 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kamelen versus glas.


    Ik had een poster met daarop een viertal wandelende kamelen aan mijn raam gehangen. Ik koos voor deze imposant wiegende woestijnschepen vanuit een soort stil protest tegen het alsmaar drukker wordende verkeer in onze Westerse maatschappij en in het bijzonder het verkeer langsheen de Barron Ruzettelaan te B. alwaar het de laatste maanden wegens wegwerkzaamheden kwalijk manoeuvreren is.

    Maar goed, blijkbaar snappen mensen zo'n dingen dan weer niet. Het merendeel der omliggende bewoners vermoedden in mij een woestijnreiziger met een aangeboren liefde voor kamelen. Ah, hoe kan de mens soms dwalen in zijn denken.

    Ik voel helemaal geen liefde voor kamelen. Eigenlijk heb ik een afkeer van de meeste gewervelde dieren omdat ik vind dat zij, vanwege al die wervels, erg onhandelbaar zijn. Kijk. Met een slang is het eenvoudig. Die rol je op en steek je in je binnenzak. Makkelijk zat. Dat moet u met een paard of een koe (die net als de kameel gewerveld zijn) dus niet proberen. Ik wil wat ik lief heb mee kunnen nemen, zo simpel is dat.

    Met een hond ligt dat natuurlijk anders. Mijn liefde voor de hond is groot. Maar een hond dient het erf te bewaken. Die hoef je dus nooit mee te nemen. Tenzij je een alarminstallatie hebt hangen in je huis. Dan wordt de hond algauw overbodig. Maar hoeveel mensen, behalve de nieuwe rijken, hebben een alarminstallatie in hun huis?

    Om de talrijke misverstanden aangaande mijn kamelenposter uit de weg te ruimen hing ik onlangs een poster met daarop een stilleven van glas. Negen mooi geschikte glazen kruiken. Mijn buurman die een opmerkzaam man is sprak mij daarover aan en zeide:

    "Ik zag dat u als vervanging voor het glas hebt gekozen?"
    "Dat heeft u goed gezien, buurman!"

    Dit keer wel vanwege een liefde. Mijn liefde voor de liefde.

    Liefde is als glas. Transparant en breekbaar. Soms een bedrieglijk randje.

    Geef mij uw hand en laat mij u drinken.

    09-05-2013 om 11:25 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De donkere kant van mijn bestaan.


    Ik word gestalkt. Sinds enkele weken loopt er constant een dikke, zwarte vrouw achter me aan. Hoe ze eruit ziet weet ik niet want ze loopt altijd achter mij. Ze heeft wel platvoeten. Dat hoor ik aan haar stap. Zelf was ik daar nooit achter gekomen maar mijn broer is orthopedist en toen ik hem kond deed van het geluid van haar stap was hij formeel. Platvoeten!


    Als ik me met een ruk omdraai om een glimp van haar op te vangen draait zij zich telkens tijdig om. Ze draagt een trainingspak van Nike en ze heeft een kont in haar trainingsbroek zitten om uit te kweken. Zelfs een breedbeeldtelevisie van Samsung valt hierbij in het niets. Wie het merk Samsung zo'n beetje kent weet meteen dat het hier inderdaad een kanjer van een kont betreft. Je zult op dergelijke momenten maar een toiletpot zijn. Of een bidet. Ik zeg maar iets. Het is voor mij ook weekend.

    Vorige week was mijn stalkster verkouden. Ze liep te blazen, te puffen, te snuiten en te hoesten dat horen en zien mij verging. Gestalkt worden is lang niet onaangenaam maar als de stalking in kwestie met dergelijk 'lawijt' gepaard gaat
    dan hoeft het voor mij niet echt. Stalken dient in stilte te gebeuren. Er moet een soort geheimzinnigheid rond het hele gebeuren hangen. Niks van dit alles dus. 
    Deze week is die verkoudheid zelfs overgegaan in een uitslaande pneumonie. Alsof er achter mijn rug een hele volksstam met ademhalingsproblemen tekeer gaat. Bij elke omdraaiende beweging merk ik nochtans dat zij nog steeds solo opereert. Volgens mij heeft zij vogelgriep opgelopen door met een niet opgehokte kip op stok te gaan. Wie zal het zeggen? U in elk geval niet, te oordelen naar uw pientere blik.


    'Miss lawaai XXL' heb ik haar genoemd. Ik hoop dat ze daar kan mee leven. Voor mij is het allang geen leven meer. het is een luidruchtige kwelling van heb je me daar. Door het hele gebeuren is er ook een donkere kant aan mijn leven gaan zitten. Ik heb (om het eens kleurrijk uit te drukken) bij wijze van spreken al heel wat zwart achter de rug. Hahaha. Voor dergelijke schitterende woordspeling mag ik mezelf altijd wakker maken. Als ik er mijn bed niet voor uit moet wel te verstaan.

    09-05-2013 om 11:22 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De opbergblues


    U heeft het ongetwijfeld ook, dat u soms iets hebt waarvan u denkt: "Dit hebbeding moet ik goed bewaren want anders raak ik het kwijt."

    Dat u het dan in een zakje stopt en dat u dan voor de zekerheid dat zakje nog eens in een ander zakje stopt. Een mens weet immers nooit. Maar zo'n zakje blijft natuurlijk maar een zakje en dus stopt u dat dubbele zakje voor de zekerheid toch nog maar even in een doosje. Over dat doosje gaat dan natuurlijk ook een stevige kwaliteitszak van vleeswaren Renmans. Die bindt u vervolgens dicht met een touwtje want het pakket dient bij elkaar gehouden te worden.


    Het pakje wordt in een kast gelegd en over het pakje komt ook een dekentje dat om één of andere reden eerder in die kast was blijven slingeren. U sluit met een tevreden gezicht de deur van de kast en draait de sleutel om die u vervolgens in de lade van een commode legt. Uw snuisterij zit veilig tot het einde der tijden.


    Anderhalf jaar later heeft u, wegens omstandigheden, plots nood aan datgene wat u had weggeborgen. Drie uur later vindt u de sleutel van de kast in een totaal andere lade van een totaal andere commode dan degene waarin u hem had opgeborgen. U maakt met kloppend hart de kast open maar uw pakje blijkt spoorloos. Hoe kan dat nu?


    Blijkt uw vrouw het pakje, drie dagen nadat u het had opgeborgen, te hebben meegegeven met Oostpriesterhulp in de veronderstelling dat het hier die wollen pyamabroek betrof die zij ooit in diezelfde kast had opgeborgen in de foute veronderstelling dat ze die ooit nog had kunnen gebruiken.


    Je spreekt een week geen woord meer met elkaar tot er zich plots een nieuw hebbeding aanbiedt.

    Niks dan opbergblues.

    09-05-2013 om 11:07 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drink op het werk


    Er is een drink op het werk. We krijgen allemaal een fluitglas ondermaatse schuimwijn in ons handen geduwd en de noten, de chips en de koude groenten staan er om te pakken. “Ge moet maar pakken!”, zegt men dan, en men verdoezelt hiermede meteen een gebrek aan organisatorisch talent gekoppeld aan een tekort aan financiële middelen om enkele obers te laten opdraven. En achteraf zal men die ongemakken nuanceren en men zal zeggen dat het toch zeker maar ‘een drink’ betrof en dat de belangrijkste reden van zo’n drink toch in eerste instantie het samenhorigheidsgevoel is.


    Welk samenhorigheidsgevoel? Waarom moeten mensen zonodig bij elkaar gedreven worden? Daar komt toch niks dan narigheid van.

    Mireille wendt zich tot Martin met haar darmklachten en sleurt er ook maar meteen de problematiek van haar vapeurs ofte opvliegers bij. Uitgerekend tot Martin, wendt zij zich. Martin, die zelf herstellende is van een hernia na dat accident met die betonmolen tijdens de aanleg van zijn oprit. Maar Mireille weet dat niet, van die oprit en dat accident en die hernia. Ze weet zelfs niet dat Martin gebouwd heeft. Wat zou ze, de naargeestige kalle!


    Fons van de bureau beklaagt zich bij Marcel aangaande storende flikkeringen in zijn nieuwe flatscreen en gaat er blijkbaar van uit dat Marcel nog steeds op de aankoopdienst zit. Maar Marcel is al meer dan drie jaar weg op die dienst en houdt zich nu onledig met het onderhoud van de koffiezetapparaten in de cafétaria. Dus staat Fons daar te zagen en in feite is dat al jaren Marcel zijn artikel niet meer. Maar denkt ge dat Marcel daar iets op zegt? Wat zou hij! Die staat gewoon te doen alsof hij luistert naar Fons en veinst zelfs enige interesse.


    Jacqueline, de receptioniste, grijpt naar een stukje bloemkool en raakt met haar mouw te kloefe in de cocktailsaus. Er pats middenin, zeg maar. Ze vraagt aan Etienne van de dienst verzekeringen of dat kan ingebracht worden, zo’n accident, waarop deze antwoordt dat hij het zelf zal proberen te arrangeren. Nog voor Jacqueline kan reageren staat hij met z’n vuile zakdoek aan die mouw te wrijven waardoor er benevens cocktailsaus nu ook een neuskeutel aan Jacqueline haar mouw hangt. En niet zo’n petieterige keutel maar een echte joekel want Etienne is een turbosnuiter met gietijzeren reukorgaan.


    Een eind verderop probeert Lionel, de personeelschef van de dienst, de aandacht te trekken van op een geïmproviseerd podium van op elkaar gestapelde bierbakken. Eens hij die aandacht eindelijk heeft dondert het podium in elkaar waardoor Lionel met zijn smoel vol tegen de tegels van de refter gaat. Zijn bril in gruzelementen en een schedelbreuk of zeven. In zijn val sleurt hij de microstandaard mee die met oorverdovend gedruis op één der tafels dondert. Het gedruis in kwestie bezorgt Christelle van het archief een danig verschot dat haar spiraaltje er met een knalletje uit haar gleufje van floept.


    Na Christelle haar ijzingwekkende hulpkreet zakken de mannen massaal op de knieën en gaan en masse op zoek naar het hoog technologische antibaby krulletje. Stelletje uitslovers! Als een gediplomeerde Nilfisk dweilt Etienne met zijn enorme snuiter elke hoek en kant als betreft het hier de internationale delfkampioenschappen .


    Gilbert, parkingwachter in hoofdberoep en grootste komiek van de bende in bijberoep, draait een balpen los, steekt triomfantelijk het spiraalveertje in de hoogte en krijst: “Zoeken jullie dit?” Lachen, gieren, brullen en her en der een natgezeikte slip. Ambiance!

    Niks dan narigheid dus. En morgen gewoon weer aan het werk.

    09-05-2013 om 10:12 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Irma en Erna


    Zij hebben samen al vele watertjes doorzwommen. Irma en Erna. Twee handen op één buik. Al meer dan dertig jaar samenwonend. Geen seksuele relatie maar een hechte vriendschapsband. Indertijd, toen hun hormonale beek nog vloeide, waren zij op hetzelfde tijdstip ongesteld. Nu zaten zij in de rustige periode. Zelfs de opvliegers zijn dragelijk geworden.


    Beiden zijn getrouwd geweest. Alle twee weduwe. Hun mannen zijn samen gestorven in Thaïland aan de gevolgen van een voedselvergiftiging terwijl zij als officiële bestemming voor hun reis Düsseldorf hadden opgegeven. Iets met een internationaal congres over hogedrukreinigers. Dat was op 16 september 1973. Wat die twee precies op Thaïland waren gaan uitvreten daar hadden Irma en Erna het raden naar. Dat wisten zij niet. Dat wilden zij ook niet weten.

    Het gebeuren had diepe wonden geslagen. Gekwetst, vernederd en bedrogen.


    Samen uit de put geklauterd. Samen hun leven weer opgenomen. In totale harmonie naar elkaar toe gegroeid. Ze wonen drie hoog, op een flat die uitkijkt op het park. De flat heeft een prachtig terras waar Irma niet durft te komen vanwege hoogtevrees.

    Als Erna koorts heeft dan voelt Irma zich ook meteen geen honderd procent. Valt Irma ten prooi aan diaree dan liggen er voor Erna krampen op de loer. Als de ene valt dan gaat de andere er meteen naast liggen. Een wagen hebben ze niet want ze verplaatsen zich per tandem. Irma zit van voren omdat Erna mindere ogen heeft. Als het vriest nemen ze de bus.


    Fans van de gewone Belgische keuken. Chinees lusten ze niet, Turks moeten ze niet en van alle andere uitheemse gerechten krijgen ze eczeem. Erna nog het meest. In 1996 kreeg zij tijdens een benefietbanket het stokje van een Senegalese brochette met gestoomde Gnoe in haar oog. Sindsdien moet zij brillen. Voor een geschikt montuur werden vierendertig opticiens bezocht. Erna heeft namelijk moeilijke oren.


    Ze ontwerpen zelf hun kledij. Sober doch smaakvol. Erna tekent de patronen en Irma snijdt de stof. Wie het geheel aan elkaar naait is tot hiertoe niet geheel duidelijk. Bij kleine défauts geven ze elkaar de schuld. De geschillen lopen echter nooit uit de hand. Tegen de avond zitten ze alweer gezellig vanonder een gezamenlijk dekentje naar hun favoriete soaps te kijken.

    Beiden stemmen ze CD&V. Irma geilt op Luc Van den Brande terwijl Erna haar natte slip bij Herman Van Rompuy haalt. Over deze vermeende romances wordt onderling niet gedebatteerd.


    Laten het nu precies die twee droge pruimen zijn die mij onlangs vroegen om hun biografie te schrijven. Wel wel wel, u had mij moeten horen!

    09-05-2013 om 10:08 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het is altijd wat met een gat


    Meneer Vanvoren stond een sigaretje te roken op de drempel voor zijn huis. Met de kont losjes tegen het vensterkozijn en het ene been over het andere geslagen. Precies als wou hij een soort nonchalance uitstralen. Armen over elkaar gekruist ook. Als ik het mij goed herinner lag het rechterbeen over het linkerbeen en stak de linkerarm door de rechterarm. Helemaal zeker ben ik daar niet van. Ik heb immers ook mijn minder heldere momenten qua oplettendheid.


    Meneer Vanvoren mocht van zijn vrouw, mevrouw Vanachteren, niet in huis roken. Die twee hadden vaak ruzie. Niet over dat roken. Daar had meneer Vanvoren zich al een hele tijd bij neergelegd. Het gaf hem zelfs een bepaalde rust in zijn leven om zo af en toe eens buiten te zijn. Nou ja, wat heet af en toe. Meneer Vanvoren rookte dermate veel dat hij eigenlijk meer buiten dan binnen stond. Soms vroeg hij zich weleens luidop af waarom hij ooit dit huis had gekocht maar om daarvoor nu ruzie te maken, neen, zo was meneer Vanvoren niet.


    Hun ruzies hadden altijd te maken met de seksuele kant van hun huwelijk. Het was immers zo dat meneer Vanvoren het graag van achter deed terwijl mevrouw Vanachteren het eigenlijk liever van voren had. Daar hadden die twee dus altijd slaande ruzie over.

    Als je meneer Vanvoren vroeg naar het waarom van zijn voorkeur dan zei hij: "Nou kijk, mijn wijf heeft zo'n vreselijk lekker strak gaatje, daar van achter!" Vroeg je mevrouw Vanachteren naar haar versie van de feiten dan fluisterde ze: "Nou ja, die hufter is danig zwaar geschapen dat m'n darmstelsel telkens ontregeld dreigt te raken!"


    In een ver verleden hadden ze zich, precies vanwege hun namen, tot elkaar aangetrokken gevoeld. Meneer Vanvoren had gedacht dat het wel goed zat met een blonde stoot die Vanachteren heette en mevrouw Vanachteren voelde zich bepaald veilig bij iemand die Vanvoren heette. Dat was dus volledig verkeerd gelopen, die interpretaties.


    Na lang aandringen van de huisdokter waren ze ooit in therapie gegaan bij een seksuoloog maar die geslachtsknijper bracht weinig zoden aan de dijk. Die oelewapper was met het idee gekomen om het dan maar om de andere dag anders te doen. Op pare dagen van voren en op onpare dagen van achter. Toen meneer Vanvoren opmerkte dat mevrouw Vanachteren precies op onpare dagen aan hevige migraineaanvallen ten prooi viel wist de deskundige even niet meer waar zijn muts stond. Hij had nog geprobeerd om zijn voorstel om te draaien maar los van haar migraine op onpare dagen bleek mevrouw Vanachteren tijdens pare dagen last te hebben van opvliegers. En de heer Vanvoren was er de man niet naar om met een bezweet wijf te liggen rampetampen. "Dan hebt u een seksueel probleem", had de arts in kwestie opgemerkt na dewelke de heer Vanvoren en mevrouw Vanachteren resoluut zijn kabinet hadden verlaten. Niet zonder evenwel eerst te hebben betaald.


    "Had ik met die 150 euro net zo goed naar de hoeren kunnen gaan, schatje", mompelde de heer Vanvoren tegen zijn wijf toen ze buiten stonden waarop mevrouw Vanachteren een beetje gepikeerd antwoordde: "Jaja, dan kun je me schatje noemen, ellendeling!"

    En nu stond de heer Vanvoren dus geheel nonchalant een sigaretje te roken voor zijn woning. Ik knikte goeiendag en hij knikte minzaam terug. Toen ik informeerde naar mevrouw Vanachteren keek hij naar de stoeptegels en verscheen er een triestige uitdrukking op zijn gelaat. "Weet u wat het is met dat verdomde wijf van mij? Zij weet van voren maar half dat zij van achter leeft!"

    En toen begon hij te wenen. Dikke tranen liepen uit frustratie langs zijn bolle wangen.

    Ik had medelijden en probeerde hem te troosten met de mededeling dat weinig mannen zich op het thuisfront toegang konden verschaffen via de achterdeur. Helaas, zijn tranen bleven stromen.

    09-05-2013 om 10:00 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het verzoek

    Toen heb ik haar, eerder uit noodzaak dan uit liefde, een brief geschreven.
    Onrustig dwaalden mijn gedachten over het gebleekte papier.
    Ik schreef en verzocht haar:

     

    Florence,

    Onterf mij van al die materie.

    Schrap mij uit geld en waardevolle zaken.

    Laat mij de kleine dingen na.

    Ik wil de leuning van de houten stoel op de veranda.

    De stoel waar je maanden hebt gezeten.

    Kijkend naar nergens.

    In strijd met de resten van jezelf.

     

    Het raam geeft uit op haar tuin.

    Ik wacht op niets.

    Op niets dan op wat ruggensteun.

    09-05-2013 om 09:55 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)


    Archief per week
  • 06/05-12/05 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013

    E-mail mij

    Mocht ge de behoefte voelen om mij te contacteren, ge moet u niet generen.


    Gastenboek

    Blaf het van u af!


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs