Wij
zijn samen op stap, mijn moeder en ik. Daar mijn moeder steun behoeft zijn wij
op weg om steunkousen voor haar te kopen. Daar mijn moeder een grote fobie
heeft ontwikkeld voor elke vorm van gemotoriseerde beweging gaan wij te voet.
Het is een niet te onderschatten inspanning. Daar mijn moeder nog niet over de
juiste kousen beschikt zoekt zij in afwachting de nodige steun aan mijn arm.
Wij lopen ietwat scheef, mijn moeder en ik.
Om
de haverklap komt mijn moeder oude bekenden tegen. Dat kan ook moeilijk anders
want mijn moeder is negentig jaar. Telkens wij zo'n kennis kruisen dan
geeft mijn moeder mij, middels een zacht kneepje in mijn arm, te kennen dat ze
halt wil houden om een praatje te maken met de bekende in kwestie. Dat ze naar
elkanders naam moeten vragen veroorzaakt allerminst ergernis in de wereld der
derde leeftijd. Integendeel. Men herkent zijn eigen kwaal in de
vergeetachtigheid van de ander en hun slijmvliezen trekken samen van
vertedering. De gesprekken bevatten hoofdzakelijk medische kwesties.
Ouderdomskwalen lijken aanzienlijker dan ik oorspronkelijk had gedacht.
De
tocht naar het winkeltje van mevrouw Agnes duurt meer dan twee uur. Mevrouw
Agnes drijft een nering in dames en herenondergoed van het jaar stilletjes.
'Chez Agnes' staat er in sterk afgebladderde sierletters op de vitrine. Hier
worden geen BH's verkocht maar ambachtelijke bustiers in dewelke je makkelijk
twaalf kilo grof gesneden stoofvlees kunt emballeren. Ik bekijk onderbroeken
waar je - in tijden van oorlog en rampspoed - probleemloos een veldhospitaal
zou kunnen in onderbrengen. U zult misschien denken dat ik overdrijf maar men
mag de dingen ietwat scherper geschakeerd weergeven als je ze daarmee een zweem
van vermeende grappigheid kunt geven.
'Louise,
't is voer steunkoesen,' zegt mijn moeder.
'Martha, 't is Agnes,' repliceert Agnes.
'Agnes,
't is Georgette,' antwoordt mijn moeder.
'Voer
wat is't, Georgette?' vraagt Agnes.
'Voer
een poar steunkoesen, Agnes,' zegt mijn moeder.
'Zegt
dat 't gèn woar is hé, Georgette, dat stoat vaneigens ip de bovenste schappe,'
zucht Agnes.
Agnes
roept onredelijk luid naar achteren dat Grégoir zich moet melden met het
trapleerken. Nog geen minuut later komt haar echtgenoot vanachter een gordijn
de zaak ingesukkeld met een kleine trapladder in zijn handen. Het trapleerken
wordt met veel vijven en zessen op de juiste plaats geposteerd en terwijl Agnes
het leerken vasthoudt bestijgt Grégoir kreunend het gammel geval. Hij bereikt
de bovenste legplanken en rommelt wat in de dozen aldaar.
'Waffere
moate ejje giender van doen?' vraagt Grégoir aan niemand in het bijzonder.
Agnes
bekijkt mijn moeder terwijl die haar schouders ophaalt. Agnes schuift
onbeschaamd mijn moeder haar rok naar omhoog, monstert haar benen en roept dan
naar Grégoir dat hij een 42 en een 44 neder mag laten dalen. Ik vind het al bij
al een zeer beschamende bedoening en wandel doelbewust een beetje weg van het
gebeuren. Ik ga naar een standje en veins enige interesse voor aldaar
uitgestalde jarretelles uit 1865. Het betreft hier een schatting mijnerzijds.
Je houdt het anno 2013 in elk geval niet voor mogelijk dat dergelijke
antiquiteiten nog tegen betaling van eigenaar wisselen.
Terwijl
Grégoir voorzichtig langs het leerken naar beneden schuifelt vraagt Agnes aan
mijn moeder hoe mijn vader het maakt. 'Als het water, zoals men voorspelt,
straks echt schaars wordt in deze contreien dan zijn zijn knieën in elk geval
van goudwaarde,' zegt mijn moeder. Ze zegt
het natuurlijk in de streektaal maar ik zal u deze martelgang besparen.
Grégoir
is inmiddels geland. Hij zet de beide dozen op de toonbank, neemt het
trapleerken en verdwijnt even schichtig als hij is gekomen achter het gordijn.
Agnes duwt mijn moeder de 42 in handen en mijn moeder verdwijnt achter een
soort kamerscherm dat dienst doet als pashokje. Ik merk hoe mijn moeder zich
achter het zwak doorschijnende scherm via allerhande obscene bewegingen in de
steunkousen probeert te hijsen.
'Zien
ze te klèine da?' vraagt Agnes.
''k
Hèn azzo den indruk dat een moate mèèr nie zoedt mesannen!' zegt mijn moeder.
Agnes
schuift de 44 over het kamerscherm en neemt gelijktijdig de 42 van mijn moeder
terug over. Mijn moeder schuift nu blijkbaar makkelijker in de kousen want de
bewegingen lijken ietwat soepeler te verlopen. Het blijft een ranzige bedoening
maar het lijkt allemaal minder bezwarend over het been te glijden. Na een paar
minuten komt mijn moeder van achter het scherm en showt ons haar nieuwste aanwinst.
Mevrouw Agnes glundert en schikt de steunkousen her en der nog wat meer in
model. Mijn moeder deelt mede dat zij de kousen meteen maar zal aanhouden om er
alvast een beetje aan te wennen. Alsof ze een paar pumps heeft gekocht!
Ik
bekijk mijn moeder terwijl ze afrekent. Die nieuwe steunkousen zijn met verve
de lelijkste vrouwelijke attributen die ik ooit in mijn leven mocht
aanschouwen. Mijn moeder lijkt wel 10 jaar ouder met die vaalbruine, elastieken
flappen rond haar benen. Mevrouw Agnes bedankt mijn moeder tijdens het naar
buiten gaan. Ik wil haar arm nemen maar daar denkt mijn moeder duidelijk anders
over. Fier loopt zij met rechte rug zo'n vier meter voor mij uit. Zij is
duidelijk niet langer meer steunbehoeftig. Fysiek lijkt zij plots 10 jaar jonger
te zijn geworden.
Wij hadden aanvankelijk een hoop stoelen klaargezet met het oog op een volkstoeloop. (Wij, dat zijn mezelf en die andere duizenden personen die in mijn kop dwalen.) Die toeloop bleek een scheet in een netzak. Bij de opening van dit blog kwam niemand opdagen. Mijn ouders waren verhinderd en de rest van de bevolking wist van niets. Vandaar dus.
Misschien wordt dit in de toekomst anders. Misschien moeten wij straks mensen weigeren. Voor hetzelfde geld worden wij nimmer gelezen. 't Is een dubbeltje op z'n kant.
Hoe dan ook: er is iets in de maak. Maar daarover later meer. Wij willen u geenszins belasten met een te weidse start.