Inhoud blog
  • Overspel.
  • De nachtwacht
  • Visueel ongemak.
  • Ongewenste intimiteiten.
  • Avonturen in het park.
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Het universum volgens Urbain Alpain
    ... van een nimmer bereikte bestemming
    09-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kamelen versus glas.


    Ik had een poster met daarop een viertal wandelende kamelen aan mijn raam gehangen. Ik koos voor deze imposant wiegende woestijnschepen vanuit een soort stil protest tegen het alsmaar drukker wordende verkeer in onze Westerse maatschappij en in het bijzonder het verkeer langsheen de Barron Ruzettelaan te B. alwaar het de laatste maanden wegens wegwerkzaamheden kwalijk manoeuvreren is.

    Maar goed, blijkbaar snappen mensen zo'n dingen dan weer niet. Het merendeel der omliggende bewoners vermoedden in mij een woestijnreiziger met een aangeboren liefde voor kamelen. Ah, hoe kan de mens soms dwalen in zijn denken.

    Ik voel helemaal geen liefde voor kamelen. Eigenlijk heb ik een afkeer van de meeste gewervelde dieren omdat ik vind dat zij, vanwege al die wervels, erg onhandelbaar zijn. Kijk. Met een slang is het eenvoudig. Die rol je op en steek je in je binnenzak. Makkelijk zat. Dat moet u met een paard of een koe (die net als de kameel gewerveld zijn) dus niet proberen. Ik wil wat ik lief heb mee kunnen nemen, zo simpel is dat.

    Met een hond ligt dat natuurlijk anders. Mijn liefde voor de hond is groot. Maar een hond dient het erf te bewaken. Die hoef je dus nooit mee te nemen. Tenzij je een alarminstallatie hebt hangen in je huis. Dan wordt de hond algauw overbodig. Maar hoeveel mensen, behalve de nieuwe rijken, hebben een alarminstallatie in hun huis?

    Om de talrijke misverstanden aangaande mijn kamelenposter uit de weg te ruimen hing ik onlangs een poster met daarop een stilleven van glas. Negen mooi geschikte glazen kruiken. Mijn buurman die een opmerkzaam man is sprak mij daarover aan en zeide:

    "Ik zag dat u als vervanging voor het glas hebt gekozen?"
    "Dat heeft u goed gezien, buurman!"

    Dit keer wel vanwege een liefde. Mijn liefde voor de liefde.

    Liefde is als glas. Transparant en breekbaar. Soms een bedrieglijk randje.

    Geef mij uw hand en laat mij u drinken.

    09-05-2013 om 11:25 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De donkere kant van mijn bestaan.


    Ik word gestalkt. Sinds enkele weken loopt er constant een dikke, zwarte vrouw achter me aan. Hoe ze eruit ziet weet ik niet want ze loopt altijd achter mij. Ze heeft wel platvoeten. Dat hoor ik aan haar stap. Zelf was ik daar nooit achter gekomen maar mijn broer is orthopedist en toen ik hem kond deed van het geluid van haar stap was hij formeel. Platvoeten!


    Als ik me met een ruk omdraai om een glimp van haar op te vangen draait zij zich telkens tijdig om. Ze draagt een trainingspak van Nike en ze heeft een kont in haar trainingsbroek zitten om uit te kweken. Zelfs een breedbeeldtelevisie van Samsung valt hierbij in het niets. Wie het merk Samsung zo'n beetje kent weet meteen dat het hier inderdaad een kanjer van een kont betreft. Je zult op dergelijke momenten maar een toiletpot zijn. Of een bidet. Ik zeg maar iets. Het is voor mij ook weekend.

    Vorige week was mijn stalkster verkouden. Ze liep te blazen, te puffen, te snuiten en te hoesten dat horen en zien mij verging. Gestalkt worden is lang niet onaangenaam maar als de stalking in kwestie met dergelijk 'lawijt' gepaard gaat
    dan hoeft het voor mij niet echt. Stalken dient in stilte te gebeuren. Er moet een soort geheimzinnigheid rond het hele gebeuren hangen. Niks van dit alles dus. 
    Deze week is die verkoudheid zelfs overgegaan in een uitslaande pneumonie. Alsof er achter mijn rug een hele volksstam met ademhalingsproblemen tekeer gaat. Bij elke omdraaiende beweging merk ik nochtans dat zij nog steeds solo opereert. Volgens mij heeft zij vogelgriep opgelopen door met een niet opgehokte kip op stok te gaan. Wie zal het zeggen? U in elk geval niet, te oordelen naar uw pientere blik.


    'Miss lawaai XXL' heb ik haar genoemd. Ik hoop dat ze daar kan mee leven. Voor mij is het allang geen leven meer. het is een luidruchtige kwelling van heb je me daar. Door het hele gebeuren is er ook een donkere kant aan mijn leven gaan zitten. Ik heb (om het eens kleurrijk uit te drukken) bij wijze van spreken al heel wat zwart achter de rug. Hahaha. Voor dergelijke schitterende woordspeling mag ik mezelf altijd wakker maken. Als ik er mijn bed niet voor uit moet wel te verstaan.

    09-05-2013 om 11:22 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De opbergblues


    U heeft het ongetwijfeld ook, dat u soms iets hebt waarvan u denkt: "Dit hebbeding moet ik goed bewaren want anders raak ik het kwijt."

    Dat u het dan in een zakje stopt en dat u dan voor de zekerheid dat zakje nog eens in een ander zakje stopt. Een mens weet immers nooit. Maar zo'n zakje blijft natuurlijk maar een zakje en dus stopt u dat dubbele zakje voor de zekerheid toch nog maar even in een doosje. Over dat doosje gaat dan natuurlijk ook een stevige kwaliteitszak van vleeswaren Renmans. Die bindt u vervolgens dicht met een touwtje want het pakket dient bij elkaar gehouden te worden.


    Het pakje wordt in een kast gelegd en over het pakje komt ook een dekentje dat om één of andere reden eerder in die kast was blijven slingeren. U sluit met een tevreden gezicht de deur van de kast en draait de sleutel om die u vervolgens in de lade van een commode legt. Uw snuisterij zit veilig tot het einde der tijden.


    Anderhalf jaar later heeft u, wegens omstandigheden, plots nood aan datgene wat u had weggeborgen. Drie uur later vindt u de sleutel van de kast in een totaal andere lade van een totaal andere commode dan degene waarin u hem had opgeborgen. U maakt met kloppend hart de kast open maar uw pakje blijkt spoorloos. Hoe kan dat nu?


    Blijkt uw vrouw het pakje, drie dagen nadat u het had opgeborgen, te hebben meegegeven met Oostpriesterhulp in de veronderstelling dat het hier die wollen pyamabroek betrof die zij ooit in diezelfde kast had opgeborgen in de foute veronderstelling dat ze die ooit nog had kunnen gebruiken.


    Je spreekt een week geen woord meer met elkaar tot er zich plots een nieuw hebbeding aanbiedt.

    Niks dan opbergblues.

    09-05-2013 om 11:07 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drink op het werk


    Er is een drink op het werk. We krijgen allemaal een fluitglas ondermaatse schuimwijn in ons handen geduwd en de noten, de chips en de koude groenten staan er om te pakken. “Ge moet maar pakken!”, zegt men dan, en men verdoezelt hiermede meteen een gebrek aan organisatorisch talent gekoppeld aan een tekort aan financiële middelen om enkele obers te laten opdraven. En achteraf zal men die ongemakken nuanceren en men zal zeggen dat het toch zeker maar ‘een drink’ betrof en dat de belangrijkste reden van zo’n drink toch in eerste instantie het samenhorigheidsgevoel is.


    Welk samenhorigheidsgevoel? Waarom moeten mensen zonodig bij elkaar gedreven worden? Daar komt toch niks dan narigheid van.

    Mireille wendt zich tot Martin met haar darmklachten en sleurt er ook maar meteen de problematiek van haar vapeurs ofte opvliegers bij. Uitgerekend tot Martin, wendt zij zich. Martin, die zelf herstellende is van een hernia na dat accident met die betonmolen tijdens de aanleg van zijn oprit. Maar Mireille weet dat niet, van die oprit en dat accident en die hernia. Ze weet zelfs niet dat Martin gebouwd heeft. Wat zou ze, de naargeestige kalle!


    Fons van de bureau beklaagt zich bij Marcel aangaande storende flikkeringen in zijn nieuwe flatscreen en gaat er blijkbaar van uit dat Marcel nog steeds op de aankoopdienst zit. Maar Marcel is al meer dan drie jaar weg op die dienst en houdt zich nu onledig met het onderhoud van de koffiezetapparaten in de cafétaria. Dus staat Fons daar te zagen en in feite is dat al jaren Marcel zijn artikel niet meer. Maar denkt ge dat Marcel daar iets op zegt? Wat zou hij! Die staat gewoon te doen alsof hij luistert naar Fons en veinst zelfs enige interesse.


    Jacqueline, de receptioniste, grijpt naar een stukje bloemkool en raakt met haar mouw te kloefe in de cocktailsaus. Er pats middenin, zeg maar. Ze vraagt aan Etienne van de dienst verzekeringen of dat kan ingebracht worden, zo’n accident, waarop deze antwoordt dat hij het zelf zal proberen te arrangeren. Nog voor Jacqueline kan reageren staat hij met z’n vuile zakdoek aan die mouw te wrijven waardoor er benevens cocktailsaus nu ook een neuskeutel aan Jacqueline haar mouw hangt. En niet zo’n petieterige keutel maar een echte joekel want Etienne is een turbosnuiter met gietijzeren reukorgaan.


    Een eind verderop probeert Lionel, de personeelschef van de dienst, de aandacht te trekken van op een geïmproviseerd podium van op elkaar gestapelde bierbakken. Eens hij die aandacht eindelijk heeft dondert het podium in elkaar waardoor Lionel met zijn smoel vol tegen de tegels van de refter gaat. Zijn bril in gruzelementen en een schedelbreuk of zeven. In zijn val sleurt hij de microstandaard mee die met oorverdovend gedruis op één der tafels dondert. Het gedruis in kwestie bezorgt Christelle van het archief een danig verschot dat haar spiraaltje er met een knalletje uit haar gleufje van floept.


    Na Christelle haar ijzingwekkende hulpkreet zakken de mannen massaal op de knieën en gaan en masse op zoek naar het hoog technologische antibaby krulletje. Stelletje uitslovers! Als een gediplomeerde Nilfisk dweilt Etienne met zijn enorme snuiter elke hoek en kant als betreft het hier de internationale delfkampioenschappen .


    Gilbert, parkingwachter in hoofdberoep en grootste komiek van de bende in bijberoep, draait een balpen los, steekt triomfantelijk het spiraalveertje in de hoogte en krijst: “Zoeken jullie dit?” Lachen, gieren, brullen en her en der een natgezeikte slip. Ambiance!

    Niks dan narigheid dus. En morgen gewoon weer aan het werk.

    09-05-2013 om 10:12 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Irma en Erna


    Zij hebben samen al vele watertjes doorzwommen. Irma en Erna. Twee handen op één buik. Al meer dan dertig jaar samenwonend. Geen seksuele relatie maar een hechte vriendschapsband. Indertijd, toen hun hormonale beek nog vloeide, waren zij op hetzelfde tijdstip ongesteld. Nu zaten zij in de rustige periode. Zelfs de opvliegers zijn dragelijk geworden.


    Beiden zijn getrouwd geweest. Alle twee weduwe. Hun mannen zijn samen gestorven in Thaïland aan de gevolgen van een voedselvergiftiging terwijl zij als officiële bestemming voor hun reis Düsseldorf hadden opgegeven. Iets met een internationaal congres over hogedrukreinigers. Dat was op 16 september 1973. Wat die twee precies op Thaïland waren gaan uitvreten daar hadden Irma en Erna het raden naar. Dat wisten zij niet. Dat wilden zij ook niet weten.

    Het gebeuren had diepe wonden geslagen. Gekwetst, vernederd en bedrogen.


    Samen uit de put geklauterd. Samen hun leven weer opgenomen. In totale harmonie naar elkaar toe gegroeid. Ze wonen drie hoog, op een flat die uitkijkt op het park. De flat heeft een prachtig terras waar Irma niet durft te komen vanwege hoogtevrees.

    Als Erna koorts heeft dan voelt Irma zich ook meteen geen honderd procent. Valt Irma ten prooi aan diaree dan liggen er voor Erna krampen op de loer. Als de ene valt dan gaat de andere er meteen naast liggen. Een wagen hebben ze niet want ze verplaatsen zich per tandem. Irma zit van voren omdat Erna mindere ogen heeft. Als het vriest nemen ze de bus.


    Fans van de gewone Belgische keuken. Chinees lusten ze niet, Turks moeten ze niet en van alle andere uitheemse gerechten krijgen ze eczeem. Erna nog het meest. In 1996 kreeg zij tijdens een benefietbanket het stokje van een Senegalese brochette met gestoomde Gnoe in haar oog. Sindsdien moet zij brillen. Voor een geschikt montuur werden vierendertig opticiens bezocht. Erna heeft namelijk moeilijke oren.


    Ze ontwerpen zelf hun kledij. Sober doch smaakvol. Erna tekent de patronen en Irma snijdt de stof. Wie het geheel aan elkaar naait is tot hiertoe niet geheel duidelijk. Bij kleine défauts geven ze elkaar de schuld. De geschillen lopen echter nooit uit de hand. Tegen de avond zitten ze alweer gezellig vanonder een gezamenlijk dekentje naar hun favoriete soaps te kijken.

    Beiden stemmen ze CD&V. Irma geilt op Luc Van den Brande terwijl Erna haar natte slip bij Herman Van Rompuy haalt. Over deze vermeende romances wordt onderling niet gedebatteerd.


    Laten het nu precies die twee droge pruimen zijn die mij onlangs vroegen om hun biografie te schrijven. Wel wel wel, u had mij moeten horen!

    09-05-2013 om 10:08 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het is altijd wat met een gat


    Meneer Vanvoren stond een sigaretje te roken op de drempel voor zijn huis. Met de kont losjes tegen het vensterkozijn en het ene been over het andere geslagen. Precies als wou hij een soort nonchalance uitstralen. Armen over elkaar gekruist ook. Als ik het mij goed herinner lag het rechterbeen over het linkerbeen en stak de linkerarm door de rechterarm. Helemaal zeker ben ik daar niet van. Ik heb immers ook mijn minder heldere momenten qua oplettendheid.


    Meneer Vanvoren mocht van zijn vrouw, mevrouw Vanachteren, niet in huis roken. Die twee hadden vaak ruzie. Niet over dat roken. Daar had meneer Vanvoren zich al een hele tijd bij neergelegd. Het gaf hem zelfs een bepaalde rust in zijn leven om zo af en toe eens buiten te zijn. Nou ja, wat heet af en toe. Meneer Vanvoren rookte dermate veel dat hij eigenlijk meer buiten dan binnen stond. Soms vroeg hij zich weleens luidop af waarom hij ooit dit huis had gekocht maar om daarvoor nu ruzie te maken, neen, zo was meneer Vanvoren niet.


    Hun ruzies hadden altijd te maken met de seksuele kant van hun huwelijk. Het was immers zo dat meneer Vanvoren het graag van achter deed terwijl mevrouw Vanachteren het eigenlijk liever van voren had. Daar hadden die twee dus altijd slaande ruzie over.

    Als je meneer Vanvoren vroeg naar het waarom van zijn voorkeur dan zei hij: "Nou kijk, mijn wijf heeft zo'n vreselijk lekker strak gaatje, daar van achter!" Vroeg je mevrouw Vanachteren naar haar versie van de feiten dan fluisterde ze: "Nou ja, die hufter is danig zwaar geschapen dat m'n darmstelsel telkens ontregeld dreigt te raken!"


    In een ver verleden hadden ze zich, precies vanwege hun namen, tot elkaar aangetrokken gevoeld. Meneer Vanvoren had gedacht dat het wel goed zat met een blonde stoot die Vanachteren heette en mevrouw Vanachteren voelde zich bepaald veilig bij iemand die Vanvoren heette. Dat was dus volledig verkeerd gelopen, die interpretaties.


    Na lang aandringen van de huisdokter waren ze ooit in therapie gegaan bij een seksuoloog maar die geslachtsknijper bracht weinig zoden aan de dijk. Die oelewapper was met het idee gekomen om het dan maar om de andere dag anders te doen. Op pare dagen van voren en op onpare dagen van achter. Toen meneer Vanvoren opmerkte dat mevrouw Vanachteren precies op onpare dagen aan hevige migraineaanvallen ten prooi viel wist de deskundige even niet meer waar zijn muts stond. Hij had nog geprobeerd om zijn voorstel om te draaien maar los van haar migraine op onpare dagen bleek mevrouw Vanachteren tijdens pare dagen last te hebben van opvliegers. En de heer Vanvoren was er de man niet naar om met een bezweet wijf te liggen rampetampen. "Dan hebt u een seksueel probleem", had de arts in kwestie opgemerkt na dewelke de heer Vanvoren en mevrouw Vanachteren resoluut zijn kabinet hadden verlaten. Niet zonder evenwel eerst te hebben betaald.


    "Had ik met die 150 euro net zo goed naar de hoeren kunnen gaan, schatje", mompelde de heer Vanvoren tegen zijn wijf toen ze buiten stonden waarop mevrouw Vanachteren een beetje gepikeerd antwoordde: "Jaja, dan kun je me schatje noemen, ellendeling!"

    En nu stond de heer Vanvoren dus geheel nonchalant een sigaretje te roken voor zijn woning. Ik knikte goeiendag en hij knikte minzaam terug. Toen ik informeerde naar mevrouw Vanachteren keek hij naar de stoeptegels en verscheen er een triestige uitdrukking op zijn gelaat. "Weet u wat het is met dat verdomde wijf van mij? Zij weet van voren maar half dat zij van achter leeft!"

    En toen begon hij te wenen. Dikke tranen liepen uit frustratie langs zijn bolle wangen.

    Ik had medelijden en probeerde hem te troosten met de mededeling dat weinig mannen zich op het thuisfront toegang konden verschaffen via de achterdeur. Helaas, zijn tranen bleven stromen.

    09-05-2013 om 10:00 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het verzoek

    Toen heb ik haar, eerder uit noodzaak dan uit liefde, een brief geschreven.
    Onrustig dwaalden mijn gedachten over het gebleekte papier.
    Ik schreef en verzocht haar:

     

    Florence,

    Onterf mij van al die materie.

    Schrap mij uit geld en waardevolle zaken.

    Laat mij de kleine dingen na.

    Ik wil de leuning van de houten stoel op de veranda.

    De stoel waar je maanden hebt gezeten.

    Kijkend naar nergens.

    In strijd met de resten van jezelf.

     

    Het raam geeft uit op haar tuin.

    Ik wacht op niets.

    Op niets dan op wat ruggensteun.

    09-05-2013 om 09:55 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van het daglicht en de mensen...

    Ik hield mij de laatste weken op in de buik van de wereld. Theater is voor mij een buik waarin je kunt schuilen voor de werkelijkheid. Je trekt een deur achter je dicht en je laat de realiteit voor wat ze is. Je kunt echter niet blijvend door je fantasie lopen slenteren. Een mens moet op een bepaald moment weer naar het werkelijke leven.

    Gisteren nam ik dan ook de trap en wrong mezelf via de navel weer in het licht. Het was even wennen. De verbeelding en het duister zijn immers vaak veel minder confronterend. Misschien had ik moeten wachten op de nacht om mezelf te bevrijden. Zo'n nacht waarop de maan als een bleke vrouwennavel aan het firmament staat en speels wordt gestreeld door lichtgrijze nevelslierten. Een hergeboorte associeer ik met een vrouw. Met een vreemde moederfiguur die mij opnieuw ter aarde werpt. Mijn gedachten dwalen naar de polders en de vroege, vochtige weelde van wak ochtendgras.

    Bon, dit gezegd zijnde, I'm back in town. De theateravonturen liggen voor even achter mij en ik ben van plan om hier af en toe wat te schrijven want om eerlijk te zijn: ik mis het schrijven vaak. Bloggen is een vreemd verschijnsel. Je hebt contact met mensen die je van haar noch pluim kent maar toch voel je een soort verbondenheid. Met de een natuurlijk al sterker dan met de ander. Op dat vlak is er mijns inziens weinig verschil tussen het rapaille langs de digitale snelweg en het gepeupel langs de oude baan naar Kortrijk. Het leven is nu eenmaal een bonte verzameling van miserie en ellende.

    Maar goed, ik wrong gisteren mezelf dus in het licht en als vanouds liep ik mensen tegen het lijf. De eerste die mijn pad kruiste was Etienne van Gabby. Met Gabby heb ik nog geneukt en van Etienne weet ik alleen dat hij een veel te groot hoofd heeft volgens de rest van zijn lichaam. Een monumentale kop op een veel te kleine sokkel, zeg maar. Een beetje gelijk Guido Gezelle. Bij priester dichter Gezelle was het ook al kop wat je zag. De kop van Etienne speelde mij parten. Ik wou genieten van het licht en de schaduw die Etienne over mij wierp stoorde mij enorm in dit simpele streven. Ik had amper tien minuten de buik van het leven verlaten of ik moest al doortastend handelen. Met een vers dat rappeleerde aan het werk van Gezelle probeerde ik Etienne van me af te schudden.

    'Rap, uit mijnen weg en uit mijn zicht, ge staat met uw wezen te kloefe in mijn licht!' riep ik hem toe. Blijkbaar kende hij zijn Vlaamse klassiekers want van de weeromstuit maakte hij plaats voor mij en mijn licht.

    Ik liep verder en genoot zichtbaar van deze kleine overwinning. Ik floot een licht, luchtig deuntje en stak een zware sigaret op. De vleug nicotine die door mijn aderen joeg werkte bevrijdend. Roken mag niet meer in de buik. Vroeger pafte men in de buik dat ge de rook van de wanden kon schrapen. Nu mag het niet meer. Als ge smoort dan drijft ge een mes in de gezondheid van uw medemens.

    In de Carmerstraat kwam ik Lorette van dancing 'Den Tracé' tegen. Ik vroeg hoe het met haar ging. Ze haalde haar schouders op en zweeg. 'Draait Den Tracé nog steeds als voordien?' vroeg ik haar. Ineens pakte Lorette mij vast, keek me in de ogen en zei: 'Urbain, ik zou de mensen iets willen vertellen maar er luistert niemand naar mij.' Ik legde haar hoofd op mijn schouder en wreef door haar zwarte haar. Ik wist wat er nu zou komen. En Lorette vertelde.

    Ze vertelde haar verhaal.

    'De mensen bezien mij raar. Ze zeggen da’k altijd op mijn eigen ben, da’k een stille ben. De mensen zijn daar niet mee gediend als ge nooit met ze klapt. De meeste mensen klappen er graag van. Moest ge weten wat dat er hier de vrijdagavond afgeklapt wordt, ge zoudt verschieten, peins ik. De zaterdag wordt er minder geklapt. Dan dansen ze meer. En als ze dansen dan klappen de mensen niet. Dan staan ze in mekaars nek te blazen om te togen dat ze malkaar gaarne zien.

    Soms vraag ik me af waarover de mensen alzo een hele avond klappen. Drie vierden heeft niets te zeggen en de rest zijn zevers. Als ge niks te zeggen hebt, houdt dan uw mond.

    Ik zou nochtans veel kunnen vertellen.

    Op mijn zeventiende ben ik thuis weggegaan. Mijn ouders in alle staten maar ik wilde bij Eddy zijn. Mijnen god in dien tijd. Smoorverliefd was ik. Hij was wel een heel stuk ouder dan ik maar dat stoorde mij niet. We zijn t’hope gaan wonen in een klein huizeke en achter drie weken was ik al in verwachting. Ik was nog geen achttien als Merel geboren werd. Eddy was bijna nooit thuis. Hij moest veel weg voor zijn werk naar ’t buitenland. Soms zag ik hem maar een dag in de week. Maar ‘k leerde daar mee leven. Ik had mijn dochter en mijn werk in huis en veel meer had ik eigenlijk niet nodig. Als Eddy thuis was stond hij altijd indelijks geweldig. Allé, op seksueel vlak wil ik zeggen. Hij pakte mij soms vijf keer per dag. Maar ‘k leerde ook daar mee leven. Ik peinsde, als ik hem daar gelukkig mee kan maken…

    Op een dag stond er een vrouw aan mijn deur die ik niet kende. Ene van Antwerpen. Ze wilde een keer met mij klappen. Als ze binnen was haalde ze haar trouwboekje uit haar sjakosse en legde het voor mijn neus op tafel. Of ik het eens wilde bekijken. Elise Jonckers, echtgenote van Eddy Deblekere. Tien jaar getrouwd en vier kinders.
    Ik heb Eddy nooit meer gezien. De godverdomse lafaard!
    Ik ben maanden uit mijn huis niet meer geweest. Beschaamd, voor ’t gebuurte.

    En dan heb ik Stroobant leren kennen. De kleine had een velooke nodig en ze hadden me gezegd dat ik bij Stroobant voor weinig geld aan iets degelijks kon geraken. Ik kom daar binnen, hij kijkt naar mij en hij zegt: Gij ziet er niet gelukkig uit. Ge hebt een schoon wezen maar ’t is vertrokken van verdriet. Vier uur hebben we zitten klappen. Over mijn verdriet, over Merel, over Eddy, over Stroobant zijn leven, over vanalles.

    Stroobant is gene gewonen. Ge moet hem kennen. Ruw gelijk geen ander van doeninge maar albinnen, albinnen is dat een gedicht. Heel zijn lijf zit vol poëzie.

    We zijn elkaar blijven zien. Ik ging bij hem of hij kwam bij mij. Hij heeft veel voor me gedaan. Hij geraakte altijd aan vanalles. Een stove, een frigo, keukenstoelen, een boiler voor ’t warm water. Warm water. Warmte. Hij heeft vooral heel veel warmte gegeven. Aan mij en aan Merel. ’t Was gelijk of dat het zijn eigen dochter was. Als hij ook maar een minuut tijd had zat hij te spelen met die kleine. Merel zag hem ook graag. Ge kon dat zien aan dat kind haar ogen. Haar ogen blonken als Stroobant met haar bezig was. ’t Was eigenlijk de schoonste tijd van mijn leven. Hij zei altijd, als ik genoeg heb verdiend met mijn velo’s dan zijn we hier weg. Naar de warmte. Naar de zon.

    En dan is hij ineens opgepakt. Voor een kwestie waar hij niets mee te maken had. Dat stuk crapuul van een Verheye had er hem ingeluisd. Zijn carrière was meneer meer waard dan ons geluk. Vijf jaar. ’t Is lang, als ge iemand vijf jaar moet missen. Ik ging hem wel gaan bezoeken in ’t gevang, maar er was daar niet teveel raars aan. Naar mekaar zijn vel verlangen van achter glas. Uw hand op een andere hand met een koude ruit daartussen.

    Maar ’t is eindelijk gedaan. Vandaag komt hij vrij. Hij zal voor alles zorgen, heeft hij gezegd. Ik moest hem vertrouwen. Ik zorg voor Merelke, zei hij, ’t enige dat gij moet doen is achterkomen. En ik zal gaan. Ik geloof in zijn paradijs, in zijn La Palma.'


    Lorette is nooit gegaan. Haar leven is ergens gestopt op de drempel van een ingebeeld paradijs. Wij kennen Lorette en we kennen haar verhaal. Ik wrijf het verdriet van haar wang en zeg onzinnige dingen. Ik zeg dat het elke dag beter zal gaan. Al vijftien jaar probeer ik Lorette te overtuigen dat het elke dag een beetje beter zal gaan. Alsof ik leven probeer te blazen in een steen.

    Ik was uit mijn hol geklommen en merkte dat de wereld nog draaide. In wezen was er in die maand afwezigheid niets veranderd. De mensen leefden nog, de miserie laaide nog.

    24-02-2013 om 12:10 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    03-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een pijnlijk ritueel




    Verwarder nog dan
    hoe de losse woorden
    van tussen je tanden vallen
    stotteren je ogen
    de gewonde kleur
    van gebroken kobalt

     

    zoals de lucht ademde
    toen wij in Portugal
    verse dadels aten
    en het onweer zich plots
    - als een warme, onbetrouwbare hoer -
    tussen onze woorden wrong

     

    verslaafd aan de ondergang
    wassen wij elkaar
    zwijgend
    troebel water
    zeep van ijzervijlsel
    de gunsten gebroken.


    -urbain-

    03-02-2013 om 15:22 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dag dat mijn moeder steun behoefde


    Wij zijn samen op stap, mijn moeder en ik. Daar mijn moeder steun behoeft zijn wij op weg om steunkousen voor haar te kopen. Daar mijn moeder een grote fobie heeft ontwikkeld voor elke vorm van gemotoriseerde beweging gaan wij te voet. Het is een niet te onderschatten inspanning. Daar mijn moeder nog niet over de juiste kousen beschikt zoekt zij in afwachting de nodige steun aan mijn arm. Wij lopen ietwat scheef, mijn moeder en ik.

     

    Om de haverklap komt mijn moeder oude bekenden tegen. Dat kan ook moeilijk anders want mijn moeder is negentig jaar. Telkens wij zo'n kennis kruisen dan geeft mijn moeder mij, middels een zacht kneepje in mijn arm, te kennen dat ze halt wil houden om een praatje te maken met de bekende in kwestie. Dat ze naar elkanders naam moeten vragen veroorzaakt allerminst ergernis in de wereld der derde leeftijd. Integendeel. Men herkent zijn eigen kwaal in de vergeetachtigheid van de ander en hun slijmvliezen trekken samen van vertedering. De gesprekken bevatten hoofdzakelijk medische kwesties. Ouderdomskwalen lijken aanzienlijker dan ik oorspronkelijk had gedacht.

     

    De tocht naar het winkeltje van mevrouw Agnes duurt meer dan twee uur. Mevrouw Agnes drijft een nering in dames en herenondergoed van het jaar stilletjes. 'Chez Agnes' staat er in sterk afgebladderde sierletters op de vitrine. Hier worden geen BH's verkocht maar ambachtelijke bustiers in dewelke je makkelijk twaalf kilo grof gesneden stoofvlees kunt emballeren. Ik bekijk onderbroeken waar je - in tijden van oorlog en rampspoed - probleemloos een veldhospitaal zou kunnen in onderbrengen. U zult misschien denken dat ik overdrijf maar men mag de dingen ietwat scherper geschakeerd weergeven als je ze daarmee een zweem van vermeende grappigheid kunt geven.

     

    'Louise, 't is voer steunkoesen,' zegt mijn moeder.

    'Martha, 't is Agnes,' repliceert Agnes.

    'Agnes, 't is Georgette,' antwoordt mijn moeder.

    'Voer wat is't, Georgette?' vraagt Agnes.

    'Voer een poar steunkoesen, Agnes,' zegt mijn moeder.

    'Zegt dat 't gèn woar is hé, Georgette, dat stoat vaneigens ip de bovenste schappe,' zucht Agnes.

     

    Agnes roept onredelijk luid naar achteren dat Grégoir zich moet melden met het trapleerken. Nog geen minuut later komt haar echtgenoot vanachter een gordijn de zaak ingesukkeld met een kleine trapladder in zijn handen. Het trapleerken wordt met veel vijven en zessen op de juiste plaats geposteerd en terwijl Agnes het leerken vasthoudt bestijgt Grégoir kreunend het gammel geval. Hij bereikt de bovenste legplanken en rommelt wat in de dozen aldaar.

    'Waffere moate ejje giender van doen?' vraagt Grégoir aan niemand in het bijzonder.

     

    Agnes bekijkt mijn moeder terwijl die haar schouders ophaalt. Agnes schuift onbeschaamd mijn moeder haar rok naar omhoog, monstert haar benen en roept dan naar Grégoir dat hij een 42 en een 44 neder mag laten dalen. Ik vind het al bij al een zeer beschamende bedoening en wandel doelbewust een beetje weg van het gebeuren. Ik ga naar een standje en veins enige interesse voor aldaar uitgestalde jarretelles uit 1865. Het betreft hier een schatting mijnerzijds. Je houdt het anno 2013 in elk geval niet voor mogelijk dat dergelijke antiquiteiten nog tegen betaling van eigenaar wisselen.

     

    Terwijl Grégoir voorzichtig langs het leerken naar beneden schuifelt vraagt Agnes aan mijn moeder hoe mijn vader het maakt. 'Als het water, zoals men voorspelt, straks echt schaars wordt in deze contreien dan zijn zijn knieën in elk geval van goudwaarde,' zegt mijn moeder. Ze zegt het natuurlijk in de streektaal maar ik zal u deze martelgang besparen.

     

    Grégoir is inmiddels geland. Hij zet de beide dozen op de toonbank, neemt het trapleerken en verdwijnt even schichtig als hij is gekomen achter het gordijn. Agnes duwt mijn moeder de 42 in handen en mijn moeder verdwijnt achter een soort kamerscherm dat dienst doet als pashokje. Ik merk hoe mijn moeder zich achter het zwak doorschijnende scherm via allerhande obscene bewegingen in de steunkousen probeert te hijsen.

     

    'Zien ze te klèine da?' vraagt Agnes.

    ''k Hèn azzo den indruk dat een moate mèèr nie zoedt mesannen!' zegt mijn moeder.

     

    Agnes schuift de 44 over het kamerscherm en neemt gelijktijdig de 42 van mijn moeder terug over. Mijn moeder schuift nu blijkbaar makkelijker in de kousen want de bewegingen lijken ietwat soepeler te verlopen. Het blijft een ranzige bedoening maar het lijkt allemaal minder bezwarend over het been te glijden. Na een paar minuten komt mijn moeder van achter het scherm en showt ons haar nieuwste aanwinst. Mevrouw Agnes glundert en schikt de steunkousen her en der nog wat meer in model. Mijn moeder deelt mede dat zij de kousen meteen maar zal aanhouden om er alvast een beetje aan te wennen. Alsof ze een paar pumps heeft gekocht!

     

    Ik bekijk mijn moeder terwijl ze afrekent. Die nieuwe steunkousen zijn met verve de lelijkste vrouwelijke attributen die ik ooit in mijn leven mocht aanschouwen. Mijn moeder lijkt wel 10 jaar ouder met die vaalbruine, elastieken flappen rond haar benen. Mevrouw Agnes bedankt mijn moeder tijdens het naar buiten gaan. Ik wil haar arm nemen maar daar denkt mijn moeder duidelijk anders over. Fier loopt zij met rechte rug zo'n vier meter voor mij uit. Zij is duidelijk niet langer meer steunbehoeftig. Fysiek lijkt zij plots 10 jaar jonger te zijn geworden.

    01-02-2013 om 20:11 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In den beginne...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Wij hadden aanvankelijk een hoop stoelen klaargezet met het oog op een volkstoeloop. (Wij, dat zijn mezelf en die andere duizenden personen die in mijn kop dwalen.) Die toeloop bleek een scheet in een netzak. Bij de opening van dit blog kwam niemand opdagen. Mijn ouders waren verhinderd en de rest van de bevolking wist van niets. Vandaar dus.

    Misschien wordt dit in de toekomst anders. Misschien moeten wij straks mensen weigeren. Voor hetzelfde geld worden wij nimmer gelezen. 't Is een dubbeltje op z'n kant. 

    Hoe dan ook: er is iets in de maak. Maar daarover later meer. Wij willen u geenszins belasten met een te weidse start.
     

    01-02-2013 om 19:55 geschreven door Urbain Alpain  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)


    Archief per week
  • 06/05-12/05 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013

    E-mail mij

    Mocht ge de behoefte voelen om mij te contacteren, ge moet u niet generen.


    Gastenboek

    Blaf het van u af!


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs