Beste meneer Mettepenningen
Welke woorden zijn er in die laatste luttele minuten van uw woordvoerder zijn gevallen? Welke halm is daar gebroken? Wat is de spreekwoordelijke druppel geweest?
Want geef toe, iets moet er u toe bewogen hebben om te zeggen wat u zei op die persconferentie. U was niet mals, uw woorden en beeldspraak waren niet mis te verstaan. Snoeihard, zo leest uw tekst.
Niet dat u daar geen reden toe had. Met dat woordvoerderschap heeft u een helse tijd gehad. Het kostte u zichtbaar steeds meer moeite. Als het een troost mag wezen, menig ander had er in uw plaats al langer de brui aan gegeven. Ja, nogal wat mensen hadden al een tijdje met u te doen. Het zat er aan te komen dat het doek eens zou vallen.
En toch, en toch
U had ook gewoon kunnen gaan. De boeken dichtslaan, opstaan en zeggen: Ik heb mijn best gedaan, maar verder kan en wil ik niet gaan. Een korte persnota of als het dan toch zonodig moest, die gewoon aflezen. Kort, zakelijk. Nee, geen vragen meer. U had immers zelf aangedrongen op een mediastop, niet? En dan uw schouders rechten, een knikje en gewoon wegwandelen.
Het had memorabel kunnen zijn. Sprekend. Een vorm van immanente gerechtigheid, zeg maar.
Categorie:brieven aan
|