Misschien is een gave iets dat je kan aanwenden ten dienste van anderen? En misschien zal een gave je slechts gelukkig maken als je ze onbaatzuchtig kan inzetten. Als een getalenteerd componist muziek schrijft om anderen hun ziel te beroeren. Mensen die geld verdienen met hun gave lijken de utlieme professionele carrière te hebben. Maar schuilt er geen gevaar in vergoeding voor de aspecten waarmee je begiftigd bent? Kunnen ze dan niet van hun glans verliezen, en kan de echte passie dan niet verdwijnen. Kan professionele inzet een remmende werking hebben van je persoonskwaliteiten? Doet het dan geen afbreuk aan je gave? Het hoeft niet per se, of dat wil ik toch geloven, want anders rest er mezelf maar weinig hoop. Misschien is het belangrijk om onder ogen te blijven zien dat bezoldiging niet beteknt dat je in het geven van je kwaliteiten moet beperken tot de uren dat je ervoor betaald wordt?
Ik besef dat ik het leven soms te weinig koester. Ik besef dat ik vaak niet genoeg respect betuig voor m'n partner die evengoed op haar manier haar best doet om het leven te leven naar eigen vermogen. Ik besef dat ik soms te weinig geduld aan de dag kan leggen om een zorg dragende vader te zijn zoals het een zorg dragende vader betaamt. De ratio komt makkelijk op de voorgrond met verzachtende omstandigheden maar toch heb ik ook voldoende momenten dat ik walg van mezelf omdat ik voel tekort te schieten in de essentie. De essentie van acceptatie, van begrip, van mildheid, van mededogen. Ik frustreer me soms over futiliteiten en ik zoek een weg om daar mee op te houden omdat ik ook voel, eigenlijk weet dat vrede en harmonie slechts deel zullen uitmaken van mijn leven (op een blijvende manier) wanneer ik meer vrede vind met de wereld rondom mezelf. Dien ik dan eerst al deze dingen bij mezelf te vinden? Het is iets dat ik gemakkelijk anderen durf verkondigen maar hoe zit dat nu? Houden van jezelf, in vrede leven met jezelf? Een moeilijke kwestie. Elke dag probeer ik opnieuw, met een zuivere intentie. Maar probeer ik genoeg vraag ik me af? Hoe komt het dat die intenties zo makkelijk verwateren, verdwijnen als sneeuw voor de zon? Hoe komt het dat verandering zo moeilijk is. Ik spoor aanderen aan om te veranderen, om de oppervlakkige schil van het ego (dat anderzijds complexiteit doet vermoeden) af te pellen en onbaatzuchtige liefde een kans te geven. Hoe komt het dat dit zo moeilijk is. De wereld is er niet naar, maar dat is een makkelijk antwoord want de wereld is er nooit naar geweest en het gaat tenslotte om de binnenkant. Niet de omstandigheden die het maken, al laat ik me daar regelmatig aan vangen. Ik ben mede verantwoordelijk voor het 'geluk' van vele anderen maar ik ben onvoldoende geneigd deze verantwoordelijkheid au serieux te nemen en recht in de ogen te kijken. Wat kan me daar bij helpen? Hoe kan ik me dagelijks herinneren, in elk moment dat vrede vertrekt vanuit mezelf. En dat onvrede vaak ook vertrekt vanuit mezelf. Hoe kan ik de kansen die ik elke dag krijg benutten? Misschien door me er meer ten volle bewust van te zijn, bewust dat een collega, een cliënt, mijn familie...me mogelijkheden bieden om onbaatzuchtige liefde te ontwikkelen? Leren geven zonder iets terug te verwachten, ook niet heimelijk of verdrongen. Ook niet als antwoord op een tekort dat misschien gespeeld heeft in mijn vroege jeugd. Neen, gewoon geven op welke manier dan ook, omdat anderen nood hebben om te ontvangen en ik begiftigd ben met de gave om te zien waar vele verlangens zich schuil houden. De gave om subtiele dingen aan te voelen en op te merken. De gave om niet bang te zijn om in een ander tegen te komen wat anderen vaak uit de weg gaan. Nog meer vrede zou ik vinden wanneer ik kan herkennen extra uitgedaagd te zijn wanneer ik anderen ontmoet waarbij ik frustratie of onaangename gevoelens of gedachten ervaar. Ik hoop dat ik in contact kan komen met een bron, een kracht... die me helpt dat onder ogen te zien. Die me helpt om goed te zijn voor elk wezen, ongeacht hun verschijningsvorm en mijn al dan niet aanwezige weerstand. Hoe groter de weerzin die ik voel, hoe meer er te leren valt en hoe dichter ik bij mezelf kom als ik deze recht in de ogen kijk en herken voor wat hij (weerstand) is. Ik moet misschien meer tijd nemen vooraleer te handelen waarbij ik handelen ook zie als denken. Conclusies, veronderstellingen en interpretaties zijn er doorgaans snel. Maar ze hebben ook een bron die hen creëert, voedt, vorm geeft en ontwikkelt. Het is broodnodig om deze bron met een korrel zout te nemen omdat immers, mijn waarheden niet dé waarheid betreft. Ik hoop op wat meer kracht die me helpt mijn verantwoordelijkheden meer onder ogen te zien. Want hebben we niet allen een gedeelde verantwoordelijkheid? Of leven we dit beperkte stukje bestaan louter voor onszelf. De maatschappelijke tendens lijkt er één van vervreemding, isolement en individualsime. En waar een tendens bestaat, leeft ook ergens een tegepool. Veel mensen lijken op zoek naar iets dat ongrijpbaar is, moeilijk met woorden te vervatten maar iets dat toch een zin moet geven. Iets dat meer vervullend is en een mens (weer) heel maakt. Het andere stuk heb ik ruimschoots verkend. En ik zie het als een soort verplichting om me meer en meer bewust te worden van de andere kant. Die van de gedeelde verantwoordelijkheid, zonder oordelen, los van het ego.