Om de trilogie volledig af te ronden, nog een Resumen van onze belangrijkste gebeurtenissen over de Zeeëngte van Gibraltar. Na een nachtelijke stap in Cádiz de boot op richting Marroko, het mekka van de iets oudere Mercedes-Benzen, opdringerige mensen en afzetterij, tenzij je er weet mee om te gaan en van al het andere prachtigs weet te genieten. Ceuta, de Spaanse enclave aldaar, vormde Stop 1. Een "Taxi Collectif" bracht ons naar de eerste vorm van beschaving op het Marokkaanse vasteland, Tetuan. Twee Marokkaanse vrouwen vergezelden ons en vertelden gretig over hun kinderen. Ze haalden hun foto's boven en ter informatie kregen we ook hun geboortedata ingepompt. Op de koop toe gaven ze ons ook nog Les 1 van "Hoe bezoek je het veiligst Marokko?". Het kwam er bijna op neer dat we beter thuis gebleven waren. De taxichauffeur zweeg heel de rit met gefronste wenkbrauwen. We vermoedden dat hij geen noot Spaans sprak. Maar eens de vrouwen uit de taxi, gaf hij zijn mening op een vrij cassante, maar hilarische manier over de vrouw in het algemeen. Ik wijd hier best niet over uit, maar u kan er zich wel iets bij voorstellen. Dit alles om onze eerste kennismaking met Marokko even uit de doeken te doen.
Tetuan was niet meer dan een tijdelijk tussenstation naar Fez, de culturele tegenhanger van Marrakech. De tijd die ons nog restte tot de volgende bus, benutten we om onze eerste indrukken wat bij te schaven en soms zelfs wat kracht bij te zetten. Een typische broodjeszaak stilde onze honger en na een ommetje in de plaatselijke Soeks bracht de bus ons naar ons eerste doel: Fez.
Fez, één van de belangrijkste steden van het noorden, sleept, net als Marrakech, een rijke geschiedenis met zich mee. Maar het is misschien net dat ietsje minder majestueus en bombastisch. Het spreekt minder tot de verbeelding van de toerist. Dat laat het juist toe zijn eigenheid te behouden. De toeristen die we daar tegenkwamen, vielen op onze twee handen te tellen. We besloten onze zondag in de Soeks door te brengen en de belangrijkste bezienswaardigheden eens aan te doen. Al snel raakten we er onze weg kwijt en tuimelden we in een nieuwe ontdekking of maakten we simpelweg rechtsomkeer. De Marokkanen lieten het niet na om ons om de haverklap, tot vervelens toe, in hun shop uit te nodigen. De kunst bestaat erin hier mee om te gaan. Een baboucheverkoper, die volledig misstond in zijn shop, mag ik u niet besparen. Vermoedelijk door zijn vader gedwongen hun shop uit te baten, stond hij wat onwennig voor zich uit te staren. Zijn kersverse leren namaak-racevest maakte het plaatje af. Tom en ik hadden wel zin in een paar babouchen en na eerdere prospectie wisten we wel een beetje hoe de vork in de steel zat, kortom wat de prijzen waren en hoe ze naar beneden te krijgen. We informeerden wat. Al snel vonden we onze keus en werd duidelijk wat voor vlees we in de pan hadden. Na wat grapjes en de nodige fotopauzes kregen we de prijs vrij makkelijk naar beneden. De zaak was snel beklonken. Een beetje verder maakten we een moeilijkere situatie mee. We waren wat door de nauwe straatjes aan het slenteren totdat onze ogen op een collectie leren tassen viel. Zoals een strontvlieg op zijn habitat springt, hing binnen de kortste keren de eigenaar rond onze nek. Voor dat we het zelf goed en wel doorhadden, waren we aan het onderhandelen voor een zak, waar we niet eens in geïnteresseerd waren. Dan flapten we er maar een zodanig lage prijs uit in de hoop de discussie snel te beëindigen. Nu gaf die man uiteindelijk toe en stonden we daar. Ja, best gaan lopen met vermoedelijk enkele Arabische scheldwoorden meer op onze huid gespeld.
Meknès vormde een tussenstop naar ons eindstation Marrakech. Een kleinere stad, die toch een aantal best te pruimen plekjes herbergt. Zeker de overdekte markt was fantastisch. Een harmonisch samenzijn van geuren en kleuren. Bekijk zeker de foto's om er u een beeld van te vormen. In het slagerijgedeelte waan je je in de Middeleeuwen. Je kon er alles kopen: het hoofd van je favoriete dier, een zakske vet of een vers gepluimd kippetje voor op de BBQ. Best niet voor gevoelige bezoekers. Na een bezoek aan de Madrasa aldaar, een school waar de Koran onderwezen werd, sleepte "de zoon van de eigenaar" ons mee naar één of ander Palacio. Iets vermoedend en op onze hoede volgden we. De uitleg kregen we volledig "gratis". Nu was dat Palacio volledig uitgerust met de nieuwste Berbertapijten en nodigden ze ons vriendelijk uit om ze wat nader te bekijken. Maar we hadden aan de ingang duidelijke afspraken gemaakt en het bezoek was snel afgerond. In een dergelijke situatie vraagt de gids ten einde raad meestal een Euro te wisselen tegen wat Dirhams. Je geeft hem dan wat meer en wederom wat binnensmonds Arabisch gevloek.
De volgende dag de bus op richting Marrakech. Deze keer niet meer met de "chiquere", snellere maatschappij, maar met die van het gewone volk. 6 uur 's morgens vertrek en 8 uur reizen voor de boeg door het heuvelachtig landschap. Nu waren we de enige niet-Arabieren op de boemelbus. En aan elke halte viel er wel wat te beleven. Regelmatig barstte er een discussie los, waar zich een deel van de bus begon mee te moeien; of dat er mensen simpelweg niet meegenomen werden. Geen moment dat we wisten wat er aan de hand was, steeds vermoedend dat we naar Marrakech op weg waren. En dat was ook zo. Na 10 uur reizen: Marrakech. Een veelvoud van de toeristen die we de vorige dagen hadden gezien. Een immens verschil. Alles staat ook veel meer in het teken van de toerist. Spijtig maar helaas. Maar het blijft een heel mooie stad. Zeker de hoofdplaats Djem'a El-Fna vaut le détour. Na wat rondhoren vonden we uiteindelijk een heel typisch hostal in een zijstraat van de hoofdplaats. Eerder een huis van 4 verdiepingen met kleine kamertjes en een fantastisch terras, waar je ook kan slapen. Een Marokkaan had ons tijdens onze zoektocht zijn diensten aangeboden en een politieman greep hem prompt vast bij de keel. Om maar te zeggen hoe effeciënt de anti-valse-gidsbrigade aldaar soms kan zijn. Onze gids, Trotamundos, Spaans voor Trotter, vertelde, dat één dag in Marrakech "un verdadero crimen" zou zijn. Tom pleegde uiteindelijk die misdaad, want hij moest de dag erop in Malaga zijn. Maar van die dag hebben we nog ten zeerste genoten. Nog wat rustig rondgekuierd en geprobeerd door de toeristische waan het echte Marrakech te ontdekken. Ik moet zeggen dat je na enkele dagen Marrakech daadwerkelijk een verschil merkt. Na Toms vertrek installeerde ik me op het dakterras. 's Avonds, na een aangenaam dagje, raakte ik al snel aan de praat met een Siciliaan, een Pool en een bende Fransen.
De laatste dag besloot ik in de Hoge Atlas door te brengen. De besneeuwde toppen staken zo verlangend boven de skyline uit. Een dagje natuur zou een welgekomen verademing kunnen betekenen na al die stadsbezichtigingen. En dat was het ook. Spijtig genoeg ontbraken tijd en voorbereiding om er meer dagen in door te brengen. Dus 's morgens vroeg op, daar zorgde het Allahgemekker om 5 uur deels voor. Busje tot Imlil aan de rand van het gebergte. Al snel voelde ik hoe slecht ik erbij stond. Mijn twee medetrekkers en de gids, strak aangekleed en het stevigere stapschoeisel aan; Thomas De Clerck, Erasmusgewijs met zijn geliefde freetimeshoes. Deze binnenste de kortste keren doorweekt, daar het goed gesneeuwd had de voorbije dagen. Maar dat had ik er graag voorover. Het landschap was adembenemend. De foto's spreken voor zich. We klommen tot op een hoogte van 3500 meter alwaar wederom shops. Wie koopt er nu op zo'n hoogte een tapijt of iets anders onnuttigs? De terugweg bracht ons langs een bergdorpje waar het overliep van spelende kinderen in de sneeuw. Na een stevige maaltijd kon ik moe maar voldaan terugkijken op een geslaagde week Marokko, of wat een jaar Eramus in Sevilla al eens als extra kan bieden. Een nachttrein bracht me naar Tanger, alwaar een boot me oppikte en me afzette in Tarifa. Kwestie van ook eens in het KiteSurfmekka geweest te zijn.
Laat de foto's voor zich spreken, wederom: www.scoutstervuren.be/Thomas_in_Cádiz+Portugal
Iets minder ver in de tijd. 8 februari: Thomas De Clerck zijn laatste examen zit erop. Op examenvlak doet Sevilla zijn naam alle eer aan. De helft van de uitslagen laten nog steeds op zich wachten. Maar soit, hoog tijd om de benen te strekken. En hoe? Rond de middag kruip ik in de oude VW-camionnet van Lars, een Duitse mede-Erasmusser van Kaspar in Lisboa, op de Plaza de Cuba richting mijn woonst. Rechtsvooraan Kasper Van Lombeek, op de achterbank languitgerekt, Johan Hawinkel, overgevlogen en reeds enkele dagen Portugal achter de kiezen. De geur van een tijdje strand, surf, BBQ en bivakkeren stak al snel de kop op en de nood naar verfrissing was hoog. Enkele dagen Sevilla brachten soelaas. De dagen annex nachten waren goed gevuld. Tom sprong tussen twee examens door ook even op de kar, met de nodige hilariteit en plezier tot gevolg.
Het huren van een wagen bracht ons ertoe het Zuiden van Andalucía aan te doen, tevens de ideale gelegenheid om Manuels habitat te bezichtigen. Manuel, mijn kotgenoot, woont in de suburbs van Cádiz, de Spaanse Carnavalstad bij uitstek, wat Tom en ik enkele weken later aan den lijve ondervonden hebben. We werden er zéér hartelijk onthaald en het was een aangenaam verblijf. Daags nadien namen we Cádiz city onder de loupe, in volle opbouw van wat komen zou. De stad zelf palmt een zeer klein schiereiland in, gescheiden van het vasteland door één enkele autosnelweg. Het historisch centrum heeft een groot zeevaardersverleden, daar Cádiz op de weg naar Zuid-Amerika ligt. Waarschijnlijk herinnert u zich, aandachtige lezer, de scène uit een recentere James Bond film, waar Hally Barry, de b/hetere mulatactrice, uit de zee rijst. Ja, ook dat is in Cádiz.
Na een passagierswissel: Kaspar out - Manuel in richting Algarve - South Portugal. Heading to het uiterste puntje Sagres and The Clifs. Onderweg in Andalucía bezochten we Niebla, een middeleeuwse vesting en El Rocío, een Westerndorp waarvan de Kerk een bedevaartsoord vormt. El Rocío ligt aan de rand van het Natuurpark El Doñana. Een aanrader voor de natuur- annex vogelliefhebbers onder jullie. We spendeerden er enkele uren tot ons Trippersgehalte het alarmpeil bereikte. Op weg naar Huelva reden we op een verlaten baan recht door het Natuurpark vlak naast de kust. De eerste plek dat ietwat op een afrit leek, even afslaan. Enkele fossielduinen later: een verlaten idyllisch strand. Geen kat te bespeuren, buiten een aantal jeeps die vermoedelijk het noorden kwijt waren. Een frisse duik bracht ons zoutgehalte weer op peil. Next destination: Faro, hoofdstad van de Algarve en eindstation van Johan Hawinkel.
Manuel en ik maakten van de laatste dag "wagen" gebruik de kliffen van het uiterste zuidwestpunt aan te doen. Ongelofelijk mooi, 10+ meter steile kliffen met hier en daar waaghalsvissers. Foto's voor in de boekskes, het samenspel van het onmetelijk uitzicht en het geluid van de brekende golven tegen de rotsen zou niet misstaan in de nieuwste National Geographic Soundtrackclip. Kortom, om over naar huis te schrijven. Bij deze.