Goedendag; Beste wandelvrienden. Vandaag op stap geweest in
Keiem en de parkoermeesters hebben weer gezorgd voor een mooie tocht. De
wandelaars hebben weer enkele stukken natuur mogen ontdekken. De zondag
voormiddag wandelingen zijn een welgekomen ontspanning. Dit wordt door elke
wandelaar bevestigd.
Nu volgende week is er een tweeluik zondag 19 juli in
Lampernisse en dinsdag 21 juli naar Westouter.
Zondag 19 juli gaan wij op stap in Lampernisse. Hier wat
geschiedenis.
Lampernisse werd voor het eerst vermeld in 857 als
Lampannesse en in 1123 als Lampernessa.
Over het grondgebied van Lampernisse loopt de Oude Zeedijk,
met in het westen de Oudlandpolders en in het oosten de Middellandpolders.
De heren van Lampernisse bewoonden een burcht nabij de kerk.
De eerste schriftelijk vermelde heer was Volcraven van Lampernisse (1113). De
burcht werd vernield in 1538.
In 1123 werd bevestigd dat de parochie van Lampernisse
afhankelijk was van het kapittel van Sint-Omaars. Vanaf 1140 werden de
Middellandpolders ingepolderd. De leider van de Opstand van Kust-Vlaanderen
(1323-1328), Nicolaas Zannekin, kwam uit Lampernisse.
In 1502 wordt vermeld dat de vierjarige Elisabeth Donche in
Lampernisse een leen hield van driekwart gemet (0,35 ha.) van Antheunis van
Montmorencen. Dit had ze geërfd van haar vader Pieter die raadspensionaris en
gedeputeerde van Lo was.[1]
De godsdiensttwisten in de 16e eeuw zorgden voor schade,
vooral in 1565, toen de burcht voor de tweede maal, en ook de kerk, werd
beschadigd. Vanaf 1635 vinden er opnieuw vernielingen plaats, nu vanwege de
oorlog tussen Frankrijk en Spanje. Zo werd in 1650 de kerk van Lampernisse
geplunderd.
Van 1668-1713 behoorde Lampernisse tot Frankrijk, en in 1793
bezetten de Fransen de streek weer. De kerk van Lampernisse werd geplunderd en
daarna gesloten. De gelovigen moesten toen tijdelijk kerken in Oostkerke.
In 1857 werd de steenweg naar Oostkerke, en in 1893 de
steenweg naar Alveringem aangelegd dan wel verhard.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag Lampernisse achter het
front. Gewonde soldaten werden in de kerk, die als hospitaal werd ingericht,
opgevangen. Op 1 december 1914 werd de kerk door een granaat getroffen en op 7
november 1915 werd de kerktoren -een mogelijk oriëntatiepunt voor de Duitsers-
door de Belgische genie opgeblazen. Tot 1917 was er een chirurgische voorpost
in Lampernisse.
Toen de oorlog was afgelopen werd het dorp, dat grotendeels
verwoest was, heropgebouwd.
Hoewel tot de deelgemeente Lampernisse behorend, maar
feitelijk in het gehucht Scheewege tussen Pervijze en Oostkerke gelegen, is er
een Russisch-Orthodox klooster (1980) met de kerk Parochie Moeder Gods,
troosteres der bedroefden, welke in 1988 werd gebouwd.
Lampernisse was vanouds een zelfstandige gemeente, maar werd
bij een fusie in 1971 een deelgemeente van Pervijze en deed op dat moment
afstand van een klein gebiedsdeel (0,83 km2) aan Oudekapelle. Pervijze werd in
1977 op zijn beurt bij Diksmuide gevoegd.
In bijlage vinden jullie de foto's van de wandeltocht in Keiem
|