De zomer is in het land. Nu ja, al een tijdje hoor, maar bij
de komst van de zomer hoort er uiteraard vakantie bij. We hadden het slim
gespeeld en al op voorhand bedacht dat we er even met ons tweetjes zouden op
uittrekken. Co-ouderschap hoeft niet altijd een gemis en wachten op de kinderen
te zijn en laat toe romantiek te creëren als we het rijk voor ons tweetjes
hebben.
Kort maar krachtig; onze reis samen was goed om de romantiek
hoog tij te laten vieren, de batterijen op te laden en te genieten van een
werkloos weekje met bediening à volonté. Eenmaal thuis was het nog een aantal
weekjes wachten op de nieuwe vakantie, maar toen kwam augustus in zicht en
stonden er twee maal twee weekjes kindervakanties op het programma. Weekje
één zag er prima uit op papier. Hotelverblijf, allerlei leuke activiteiten uitgestippeld,
zoals gezegd; het zag er goed uit. Op papier. Er waren een aantal dingetjes
waar ik echter geen rekening mee had gehouden. Zoals die dut om half tien die
C. nog doet. Het kind weigert blijkbaar pertinent te slapen in haar buggy. Ze
moest eens iets gemist hebben van de activiteit. Dus dan zijn er twee opties:
of we nemen het risico om een dagactiviteit te doen met een baby die misschien
wel zou kunnen slapen in de auto (of ook niet) of we sluiten onszelf op in de
kamer (gezinskamers zijn best praktisch, maar niet in dit geval) waar we in het
pikkedonker (lang leve Veluxramen) met onze duimen zitten te draaien tot
wanneer C. beslist om wakker te worden. Beide opties uitgeprobeerd, beide verre
van ideaal. Het eerste geval gaat als volgt:
babys die niet ten volle zijn uitgeslapen zijn lastige babys. Wie iets
anders beweert, heeft óf nog nooit een baby in huis gehad óf het geluk gezegend
te zijn met een super-ik-ween-haast-nooit-baby. De tweede optie is voor C. best
oké, immers, ze heeft een volwaardige dut kunnen doen, maar voor ons is het
verveling troef. Waar je thuis een eigen slaapkamer voor de kinderen hebt en je
intussen je eigen ding kan doen, is het op hotel een wachten op. Wachten tot
soms twee uur aan een stuk. Jezelf gaan opsluiten op de badkamer zodat je met
een minimum aan licht toch nog een boek kan lezen. Alleen. De andere moet zich
maar bezig houden met dochter nummer één. Immers, die twee samen op dat
ogenblik is een echte mission impossible. Hoewel dochter nummer één perfect
beseft dat dochter nummer twee moet slapen omdat het nog maar een baby is,
heeft dochter nummer één de betekenis van stil zijn nog niet helemaal door. Stil
zijn is voor haar een vorm van heel luid fluisteren en het spelen met speelgoed
dat eigenlijk ook in de categorie luidruchtig zou moeten geplaatst worden.
Dus zit er niets anders op om een tijdelijke activiteit te bedenken voor L. De
driejarige L. Twee uur durende activiteiten voor een driejarige verzinnen. Het
is net als Chinees willen leren op drie dagen. Vrijwel onmogelijk; driejarigen
zijn om het kwartier afgeleid als het over een activiteit gaat. Maar gelukkig
is de oplossing nabij. L. houdt er van, net als alle vrouwen vrees ik, om te
gaan winkelen. De grootste supermarkt van de stad is op loopafstand. Voor
volwassenen. Voor L. werd het een ritje in de buggy van C. waar ze eigenlijk al
iets te oud (lees: te zwaar) voor wordt. Voor mij werd het een
krachtinspanning. Zestien kilo in een buggy in het heengaan, twintig in het
teruggaan. Maar het is een afleiding; eentje van pakweg twee uur. Goed genoeg
om ons vooropgestelde doel te bereiken: een uitgeslapen C.
Dat voor een half tien dut. Kan je de gevolgen al berekenen
voor een nachtelijke slaap van de meisjes. Het licht uit tegen acht en dan maar
hopen dat de computer niet teveel licht geeft en het geluid niet te hard staat
Een moment waar je wel eens bij durft denken: Wat hebben we onszelf toch
aangedaan?
Achteraf gezien hebben we misschien wat veel in die
vierdaagse gepropt; vlindertuin, dierenpark, het centrum van de stad,
kindermuseum, nog wat van die zaken gecombineerd met het op tijd opstaan voor
het ontbijt, spoed zetten om op tijd een middagmaal te vinden en s avonds op
tijd terug te zijn voor de boterham van C. & L. Begrijp me niet verkeerd,
de kinderen hebben de tijd van hun leven gehad met al die uitstapjes, maar
waren tegelijk (samen met ons) doodmoe na onze aankomst terug thuis. Even
decompresseren van al hun belevenissen en dan hup, terug naar mama.
Zoals ik al gezegd heb; co-ouderschap heeft ook zo zijn
voordelen: de was kunnen doen na zon weekje kinderen, zonder kinderen in de
buurt. Heerlijk. Op de overloop een aantal stapels gesorteerde was, een
droogrek op de kinderkamer, een droogrek op het terras en een stapel strijk in
de zetel. Hey, kinderen in huis betekent nu eenmaal veel wasgoed.
Maar goed. De allerlaatste stukjes wasgoed gleden onder mijn
strijkijzer en werden in de kast gelegd een aantal uur voor de kinderen de week
erop opnieuw arriveerden. (Een mens moet ook nog gaan werken intussen hé).
Het inpakken voor de tweede week vakantie kon beginnen
|