Dag Rudi
Ik ben dus Carlos Styns, geboren te Lissewege op 9/41936 als zoon van Camiel, bijgenaamd Lëëze en Paula Boi. Heb nog twee zusters, Cecile, 83 jaar die reeds 3 jaar in het rusthuis Minnewater verblijft te Brugge. Haar man Robert Brouns is er vorig jaar gestorven in de maand maart. Ze hebben twee kinderen, Lucette die met Gilbert Deschacht gehuwd is en Eric die in Zeebrugge woont. Mijn zuster haar huis, waar ik geboren ben, is reeds drie jaar onbewoond, Het is het kleine huisje, twee huizen van het cafe, vroeger open gehouden door mijn nonkel Lowie en tante Dilla. Mijn andere zus, Honerine (Rina) 82 jaar woont sinds 60 jaar in Heist. Ze was gehuwd met een visser, Maurits Bogaert (Bolle vet) zij is al 31 jaar weduwe. Heb nog een nicht in Lissewege wonen, Alpfonsine Styns, gehuwd met Georges D'Hoop. Filibert Styns is mijn achterneef. Twee andere neven, langs moeders kant zijn Roger en Florand Grammens. Uw vader, zijn broers en zussen heb ik goed gekend. Simonne was de beste vriendin van mijn zus Cecile. Uw grootouders, Polletje en Liesbeth heb ik ook gekend. Polletje kwam altijd onze konijnen slachten en kreeg dan hun vel mede naar huis. Mijn vader heeft eens, op een zondag, ik weet niet meer of het tijdens de oorlog of kort daarna, een karweitje gedaan bij Polletje en mocht dan blijven eten, het was konijn, terwijl ze aan het eten waren zei Polletje altijd maar, miaaw, miaaw. Toen ze gedaan hadden vroeg vader waarom hij dat altijd maar zei, toen antwoorde Polletje dat ze geen konijn hadden gegeten maar wel een kat. Het verschil kon men niet poeven, men kon het enkel zien aan de kop, een kat heeft een ronde kop. Er is daar nadien veel om gelachen.... Ik ben tot mijn veertiende naar school geweest, dat was zo in die tijd he. Ben dan beginnen werken als metserdiender bij mijn nonkel Lowie. Het eerste huis die ik helpen bouwen heb was die van dokter Masselein, waar zijn dochter nu nog in woont, dat was in augustus 1950. Ik was 16 toen mijn ouders uit elkaar gingen, ma heeft lange tijd, te samen met Albert Quartier, het cafe W.E. open gehouden in de Walram Romboudstraat. Ik ben dan bij mijn zus in Heist gaan wonen. Heb dan o.a. gewerkt om de dijken te herstellen die verwoest waren na de februari storm van 1953. Heb ook gevaren op de garnaalboot van mijn schoonbroer Maurits. Ik was 18 en half toen ik als beroepsvrijwilliger in dienst trad bij de Zeemacht. Ik heb een stuk van de wereld gezien, was o.a. een twaalftal dagen gehuwd (oct 1955) toen ik voor acht maanden naar Amerika moest om daar een mijnenveger af te halen. Op 1 oct 1966, na twaalf jaar dienst bij de Zeemacht, ben ik rechtstreeks overgegaan naar het toenmalige Staatszeewezen, het latere R.M.T. de Regie voor Maritiem transport, de Oostende- Doverlijn. Voordien had ik natuurlijk een examen moeten doen. Na 30 jaar, op 1 nov.1996, ben ik op 60jaar en half, op pensioen gegaan. Mijn jaren van het leger telde mee voor mijn staatspensioen, ik was kwartiermeester en diensdoende bootsman. ik heb vroeger jaren exotische vogels gekweekt, er mede tentoongesteld, artikels over geschreven enz. Toen ik 45 jaar was heb ik leren typen, op mijn eigen, met twee vingers. Toen ik vijftig was heb ik twee jaar avondschool spaans gevolgd. ik correspondeer nu nog met mexicaanse, peruaanse en chileense meisjes, nu reeds vrouwen natuurlijk, die ik destijds heb leren kennen aan boord van de maole. Ik heb al drie maal een rondreis gedaan, zonder mijn vrouw, maar met een groep, naar México. Wij gaan ieder jaar, in mei naar Benidorm, hopelijk kunnen wij volgens jaar nog gaan, maar de toestand van mijn vrouw is voor het ogenblik ongewijzigd, binnenkort moet zij naar een revalidatiekliniek. Ik was 68 toen ik heb leren werken met de computer. Nu moet ik leren wassen en strijken... Enkele maanden geleden ben ik dus begonnen met het verzamelen van Lisseweegse lapnamen. Nu heb ik geen tijd om er voort aan te werken, maar van als ik er mee klaar ben stuur ik ze eens door.Ik heb de meesten gekend, heb al hulp gekregen van Eric, Lucette, van u, van mijn nicht Alphonsine en van Romanie Timmerman, een vrouwtje van 87 die twee maal per week mijn zuster gaat bezoeken in het rusthuis. Hedwige, de echtgenote van je nonkel Willy ken ik al van toen ik nog in Heist woonde, zij moest tante zeggen tegen Elza Schaepers. Heb ze twee jaar geleden eens bezocht in Heist. Vraag eens aan je vader en Marcel of zij mij nog herinneren? Geen verder nieuws, tot later en de groetjes van uit het stormachtige Oostende van Carlos Styns
22-11-2007 om 22:10 geschreven door tlissewegenartje 
|