De kou snijdt dezer dagen weer door alles heen. De dagen zijn kort, lichtjes branden overal. Glühwein- en jeneververkopers vieren hoogtij. Er is geen ontsnappen aan, de kerstperiode is in het land. Heilige Maria, moeder Gods, was tweeduizendenzeven jaren geleden hoogzwanger van zijne heiligheid. Sindsdien viert de wereld elk jaar de geboorte van het kindeken Jezus. Kerstbomen (waar komt dat gebruik in hemelsnaam vandaan?) versieren menig woonkamer. Een ontelbaar aantal megawatt wordt dagelijks verbruikt aan kerstverlichting en vergelijkbare onnozelheden. Ik begrijp niet waarom de wereld Kerstmis zo leuk vindt. Ik kan niet vatten wat er zo leuk is aan het zingen van liedjes die, licht parodiërend, de kerstsfeer weerspiegelen. Ik haat Kerstmis niet, verre van, er zijn voldoende andere nutteloze feestdagen die men gratuit kan haten, maar wat me aan Kerstmis zo stoort is dat ik het vooral niet begrijp. Ik zie de link niet - als die er al is - tussen de geboorte van de zoon van God enerzijds en Kerstbomen, Glühwein (of "egg nog" voor de Engelstalige wereldbevolking) en cadeautjes anderzijds. De wereld houdt blijkbaar van feesten zonder reden, daar kan ik zelfs niets op tegen hebben. Maar af en toe zou het wel mooi zijn om ook even stil te staan bij de geschiedenis achter onze feestdagen. Er zou op elk familiefeest minstens één aanwezige moeten zijn die de rest van de familie inlicht over het waarom van alles. Een boodschapper Gods, zeg maar, die de mensheid zou verlichten met wijsheid en gevulde kalkoen, zodat ook de volgende generaties niet enkel feest voor de cadeautjes. Aan alle priesters die nog een preek zochten voor de middernachtmis op 25 december: alstublieft. Aan alle anderen: een vrolijk Kerstfeest! Tot volgend jaar!