Well tally-ho, with a bing and a bong and a buzz buzz buzz...
...vandaag is het mijn zevenentwintigste verjaardag. Normaal sta ik niet erg stil bij ouder worden, doch zevenentwintig heeft iets deprimerends. Ik heb officiëel de leeftijd bereikt waarop mijn tieneridool Kurt Cobain zichzelf mits een raak schot in de grijze massa van het leven beroofde. Een leeftijd waarvan sommigen beweren dat ze het definitieve einde van de jeugd betekent. Als dat klopt, dan ben ik vanaf heden officiëel oud. Het stemt me droevig om dit te beseffen. De tijd toen ik neerslachtigheid als een levensstijl beschouwde - hij ligt niet eens zo ver achter me - maakt nu plaats voor een tijd waarin neerslachtigheid zoveel mogelijk vermeden dient te worden. De negatieve gedachtenspiraal zo lang mogelijk uitstellen, dat moet de doelstelling zijn. Occasionele, door stress gelanceerde paniekaanvallen daargelaten, lukt me dat doorgaans vrij aardig. Maar ik besef dat het elke dag moeilijker zal worden om optimistisch door het leven te blijven stappen. De kans dat ik ooit een depressie krijg wordt statistisch met de dag groter. Statistisch gezien moet ik mezelf gelukkig prijzen dat ik geen rockster ben. Voor hen is de kans dat ze de zevenentwintig overleven nog kleiner dan voor een doorsnee sterveling. Maar zoals een leraar van mij ooit zei: "Statistieken zijn als bikini's: ze tonen veel, maar verbergen het essentiële." Anderzijds heb ik me zelden zo goed gevoeld. Mijn leven gaat pijlsnel in een richting waarvan ik vermoed dat ze de goede is. Ik heb een lieve vriendin die me, zoals het een goeie vriendin betaamt, soms het bloed vanonder de nagels haalt, maar me bovenal graag ziet. Ik heb reeds zeven jaar een goeie job met uitzicht op diverse carrièremogelijkheden. Ik heb een eigen wagen en een bedrijfswagen. Ik heb een eigen huis met een hypotheek die me de komende vijfentwintig jaar zoet zal houden, voor zover de verbouwingen dat niet doen. Ik betrap mezelf erop dat ik materialistisch ben geworden. Iets wat ik vroeger helemaal niet was. Doch ik heb tijdens de eerste jaren van mijn professionele loopbaan beseft dat geld moet rollen. Ik hoef niet rijk te zijn, maar wil wel veel hebben. Wat ik echter ook beseft heb, is dat al die bezittingen me geen gelukkig mens maken. Gelukkig zal ik pas zijn als ik zeker weet dat de keuzes die ik de voorbije jaren heb gemaakt de juiste blijken. Als ik niet meer hoef te twijfelen en geen stress meer hoef te hebben over dingen waar ik geen bal aan kan veranderen. Het geluk is geen bestemming, maar een onderweg zijn. Ik heb nog een lange weg te gaan....