Na een 8 tal dagen dagen in het rustige Amed, trokken we naar het Noord-Westen van Bali. De Phil is nog helemaal wild van alle vissen die hij heeft gezien en praat al als een echte PADI! Eerlijk gezegd, vind ik het niet heel erg dat ik niet mee mag duiken, want ik vind het allemaal toch een beetje griezelig. Alles gebeurt hier wel volgens de regel, maar geef mij toch maar bergen, beesten en dingen boven water! Soit. Onze rit naar Pemuteran heeft zo'n dikke 4 uur in beslag genomen. Onderweg even gestopt om een paar miljoen roepies af te halen (hihi ... klinkt veel hé) en wat snoep en drank te kopen voor onze chauffeur, zijn neefje en ons zelf ... Heb plots zin in chocola, maar dat blijkt hier pure luxe te zijn... Dan maar een paar goedkope 'lion'achtige repen gekocht.
Onderweg zagen we hetzelfde tafereel als anders: Rond Bali gaat 1 weg waarlangs alle verkeer gaat. Hij is zo'n 8 meter breed (op zijn breedst) en langs de kant wisselen tempeltjes, kleine villa'tjes (een minderheid), hotels, waroengs en heel veel armoedige hutjes en grijs bakstenen huisjes zich af. Je rijdt niet alleen op de baan. Het krioelt hier van de brommertjes (waar soms een heel gezin op zit: mama, papa, kind en baby ... heel onverantwoord lijkt ons, maar iedereen doet het), af en toe een roestige fiets, veel te hoog beladen camions en hogesnelheidsautochauffeurs, die als bij wonder nooit accidenten lijken te hebben. Op weg rijd je geregeld door een grijze wolk (want bijna alle huisafval wordt hier gewoon verbrand langs de kant van de weg), moet je opletten voor enkele kippen die op 't gemakje rondrennen, schurftige honden die niet opzij gaan voor een auto en heel af en toe file omdat een klas kinderen het 'marcheren' oefent voor de parade en marcheerwedstrijd binnenkort in Bali.
Eén keer aangekomen in Pemuteran hebben we weer even tijd nodig om ons aan te passen aan de nieuwe plek De bed en breakfast waar we verblijven KUBUKU vinden we door een modderwegje in te slaan en zon 100m verder (richting brousse) een open plek (parkeerplek) te vinden waar een huisje bij staat. We worden vriendelijk ontvangen en door het privéverblijf naar een patio achterin geleid, waar een toog en 4 computers staan en een kleine bureau. Dan zien we ook de rest van het domein. Er wordt hard gewerkt om nog 3 kamers bij te bouwen, nu zijn er al 3 en naast het stukje grond naast de patio staat een schoolgebouw waar kinderen na hun gewone schooluren zich kunnen komen bijscholen. Ze kunnen er traditionele Balinese dansen leren, muziek, karate, Engelse les, computerles.
Dit verblijf is minder luxueus dan alle vorige, maar wel okee. Er is airco, een douche (met koud water) en een bed. Er staat ook een tv met een DVD speler dat zien we hier voor het eerst. Wanneer we op een nieuwe plek aankomen is het altijd even wennen en uitzoeken waar we lekker kunnen eten, zwemmen en wat er te doen is. We starten dus meteen met een wandeling in de buurt.
Tijdens de wandeling wordt het al snel duidelijk hoe arm deze buurt is (en vuil). De geur van verbrand afval is alom tegenwoordig, ook hier wassen mensen zich in de riool en loopt het vee er ongezond mager bij. Het lijkt wel of een stukje vissersdorp platgebombardeerd werd. Blijkbaar zou er een aardbeving geweest zijn enkele jaren geleden , maar hebben ze niet de middelen om het puin op te ruimen, laat staan huisjes herop te bouwen