Weersvoorspelling voor vandaag: voormiddag wat zon met wolken, vanaf de middag helemaal bewolkt - 7 graden. De realiteit: opstaan met blauwe hemel en nog wat wolken die af en toe plagerig de hoogste toppen van Giants Castle verstoppen. We zien nu plotseling dat net achter de bergtoppen die gisteren de hoogste leken, er nog eens een laag staat die dubbel zo hoog is - dat veroorzaakt dus het wauw-gevoel dat iedereen de vorige dagen uitdrukte toen we hen vertelden dat we naar Drakensbergen kwamen. Na een stevig ontbijt besluiten we te gaan voor de Bergview wandeling, ook op aanraden van onze nieuwe Australische vrienden. Eigenlijk wonen ze alleen maar in Australië (in de buurt van Cairns), de man is geboren Zuid Afrikaan en de vrouw komt uit Zimbabwe.
Het blijkt een prachtkeuze te zijn. Hoe hoger we komen, hoe machtiger het schouwspel, en bovendien trekken er steeds meer wolken weg. Tegen de middag zijn we op het hoogste punt van de wandeling, boven op en kam, vanwaar we Giants Castle in al zijn pracht kunnen aanschouwen, met bovendien een staalblauwe hemel.
Onderweg zien we ook nog 3 steenbokken, een grote arend en een heel mooi blauwgroen vogeltje met knalrode borst. De fotos met mijn 400mm tele zijn het bewijs, wat ben ik nu blij dat ik die lens heb
Na de terugkeer een lichte lunch en wat lezen in de zon op het terras, maar Hanne wil nog wat wandelen, dus rond 15h trek ik er nog samen met Hanne op uit, richting Giants Ridge. Het wordt nog een spectaculair uitstapje met naast de geweldige zichten op de 3400 m hoge bergen die nu vlak voor onze neus staan, Hanne die op een slang trapt en het hele gebergte bij mekaar brult, zo hard dat de slang vol vrees snel wegschuift. Alsof dat nog niet genoeg is staan we plots bijna oog in oog met een kudde van 30 elanden, geschaduwd door wat bavianen. Ongelooflijk.
Voor de terugtocht nemen we een paar stenen mee, voor het geval we slangen moeten wegjagen ...
Het heeft wat geregend vannacht, ondanks de heldere sterrenhemel gisteren avond. Ongelooflijk hoeveel sterren je hier in de hemel kan zien, en hoe duidelijk je de Melkweg kan waarnemen, dat kennen we niet meer bij ons in de grootste delen van Europa.
Maar minder goed weer dus vandaag, volledig bewolkt, waardoor we de hoge toppen, en vooral Giants Castle niet kunnen zien, maar uiteindelijk toch nog een aardig zicht op de bergen in de onmiddellijke omgeving. Na een rustig ontbijt even naar de receptie voor wat WiFi - het is hier ongelooflijk traag. Maar toch voldoende om de krant in te laden en de blog aan te passen.
Daarna gaan we op weg naar de Main Cave, een wandeling van al bij al anderhalf tot 2 uur, met ter plaatse een bezichtiging aan 5000 jaar oude rotsschilderingen door de San of Bushmen, de oorspronkelijke bewoners van deze streken.
Het is koud maar doenbaar en we genieten enorm van de rustige wandeling en de uitzichten.
Na een late lunch gaan we naar onze hutten, waar we een gezellig haardvuur aanleggen, en kijken hoe de Rode Duivels uiteindelijk de Britten nog eens met 2-0 inblikken.
Bij het diner raken we aan de praat met de mensen aan de tafels rond ons, en uiteindelijk mondt dit uit in een lang gesprek en het uitwisselen van wijn en mailadressen. Dat is zo een van die dingen die reizen zo fijn maken.
Vandaag is een echte transfer dag. We vertrekken in Addo tijdens onze eerste echte winterdag van het verlof - helemaal bewolkt en veel regen. We rijden naar Port Elisabeth, en leveren onze huurauto in op de luchthaven, of eerdergenoemde luchthaventje ... 5 Gates en over het tarmac naar het vliegtuig.
Durban is alweer een grotere en moderne luchthaven. Alles gaat supervlot, en bij het autoverhuur vragen we om een upgrade. We verwachten voor het vervolg van de reis slechtere wegen, en de Toyota Avanza leek ons toch niet echt goed bestand hiertegen. De achterbankpassagiers werden ook wat zeeziek in die wagen : slechte tot niet bestaande vering en niet zon goed uitzicht. Let wel, voor het eerste deel van de reis was dat prima, geen klachten!
De volgende wagen is dan ook een splinternieuwe Toyota Fortuna. Een maatje groter, en een veel hogere wegligging - een echte SUV. De rit naar Drakensbergen kan beginnen. Eerst moeten we het superdrukke Durban doorkruisen, op vrijdagnamiddag om 16h is er echt veel verkeer, maar geen kritische problemen. Verder weg uit Durban wordt de rit echt mooi. De stilaan ondergaande zon - want ja, hier was het schitterend weer - levert prachtige achtergronden boven de steeds dichter komende bergen. De laatste 60 km verlopen over secundaire baan. Over het algemeen ligt die weg goed, maar af en toe liggen er inderdaad diepe kuilen, al dan niet gevuld met zand. Dus toch opletten geblazen. Gedurende een 20-tal km hebben we het geluk een local te kunnen volgen, die duidelijk weet waar de weg goed is en waar niet. De laatste 20 km staan we er alleen voor, werkelijk in the middle of nowhere.
Dan komen we bij de wachtpost bij de ingang van het reservaat. Een vriendelijke wachter bezorgt ons alle instructies. We moeten nog 7,5 km door de donkere vallei verder en komen dan toe in Main Camp, terug een soort Center Parks dorpje. We hebben 3 prachtige hutten! We gaan nog naar het restaurant voor een lekker hapje, en dan vroeg naar bed om de lange reisdag te verteren. Jammer genoeg is de weersvoorspelling voor de komende dagen niet zo goed, maar we zien wel, we hebben tot nu dan ook al super veel geluk gehad met het weer.
Na een stevig ontbijt stappen we in de auto voor onze eigen verkenning van het park. Al snel na de toegangspoort zien we de eerste dieren: watervogels en antilopen. Bij de stopplaats waar we net aan het kijken zijn worden we aangesproken door een Zuid Afrikaans gezin, die ons vertellen dat we tegen 11h naar Hapoor dam moeten, en daar geduldig wachten. Dat geeft grote kans op het zien van olifanten. We hebben nog wat tijd en doen nog een paar ommetjes op weg daarnaartoe, en zien nog heel wat dieren. Deze keer zien we everzwijnen, stokstaartjes, zebras, vogels en een jakhals. Bij Hapoor Dam aangekomen zien we een olifant drinken. We parkeren de wagen naast een drietal andere wagens, en nog geen 5 minuten later komt plots van over de heuvel een kudde van wel 20 olifanten naar de drinkplaats. Ongelooflijk indrukwekkend is dat. Al bij al zijn we drie kwartier van een prachtig natuurschouwspel blijven genieten. Er kwamen ook nog zebras en everzwijnen drinken, maar ook nog een tweede groep olifanten, nog eens zo'n 15 stuks, waaronder ook een echt heel kleintje.
Daarna zijn we gaan picknicken op de daarvoor afgesloten plek in het domein, en dan langs een paar andere onverharde wegen teruggekeerd naar het main camp, want om 16h vertrokken we voor een sundowner game drive.
Met 20 mensen in een soort open bus trokken we dan terug naar het park, ditmaal onder begeleiding van CK, onze chauffeur en gids. Hij was erg grappig en goed Engelstalig en wist uiteraard alles over het leven in het park. Wat we te zien kregen was echter niets anders of meer dan we al gezien hadden, maar ja, dit is dan ook een goed benadering van de vrije natuur en geen zoo ... gelukkig leerden we wel heel wat bij over de dieren die we al gezien hadden.
Vandaag is een echte transfer dag. We vertrekken in Addo tijdens onze eerste echte winterdag van het verlof - helemaal bewolkt en veel regen. We rijden naar Port Elisabeth, en leveren onze huurauto in op de luchthaven, of eerdergenoemde luchthaventje ... 5 Gates en over het tarmac naar het vliegtuig.
Durban is alweer een grotere en moderne luchthaven. Alles gaat supervlot, en bij het autoverhuur vragen we om een upgrade. We verwachten voor het vervolg van de reis slechtere wegen, en de Toyota Avanza leek ons toch niet echt goed bestand hiertegen. De achterbankpassagiers werden ook wat zeeziek in die wagen : slechte tot niet bestaande vering en niet zon goed uitzicht. Let wel, voor het eerste deel van de reis was dat prima, geen klachten!
De volgende wagen is dan ook een splinternieuwe Toyota Fortuna. Een maatje groter, en een veel hogere wegligging - een echte SUV. De rit naar Drakensbergen kan beginnen. Eerst moeten we het superdrukke Durban doorkruisen, op vrijdagnamiddag om 16h is er echt veel verkeer, maar geen kritische problemen. Verder weg uit Durban wordt de rit echt mooi. De stilaan ondergaande zon - want ja, hier was het schitterend weer - levert prachtige achtergronden boven de steeds dichter komende bergen. De laatste 60 km verlopen over secundaire baan. Over het algemeen ligt die weg goed, maar af en toe liggen er inderdaad diepe kuilen, al dan niet gevuld met zand. Dus toch opletten geblazen. Gedurende een 20-tal km hebben we het geluk een local te kunnen volgen, die duidelijk weet waar de weg goed is en waar niet. De laatste 20 km staan we er alleen voor, werkelijk in the middle of nowhere.
Dan komen we bij de wachtpost bij de ingang van het reservaat. Een vriendelijke wachter bezorgt ons alle instructies. We moeten nog 7,5 km door de donkere vallei verder en komen dan toe in Main Camp, terug een soort Center Parks dorpje. We hebben 3 prachtige hutten! We gaan nog naar het restaurant voor een lekker hapje, en dan vroeg naar bed om de lange reisdag te verteren. Jammer genoeg is de weersvoorspelling voor de komende dagen niet zo goed, maar we zien wel, we hebben tot nu dan ook al super veel geluk gehad met het weer.
De reisafstand is niet zo groot vandaag, dus besluiten we eerst Port Elisabeth te bezoeken. 160 km langs een enorm goede weg, 120 km/h heel de tijd en af en toe eens een tragere vrachtwagen voorbijsteken. Wat wel opvalt is dat we de eerste 70 km gewoonweg geen bewoning tegenkomen ... helemaal alleen in de natuur. Stilaan verandert het landschap, de bergen verdwijnen en maken plaats voor mooie uitzichten over glooiende heuvels.
Port Elisabeth zelf is eigenlijk een tegenvaller. De stad is erg vuil en niet aangenaam. We gaan naar het toerismebureau bij de piramide van The Donkin, en krijgen daar wat uitleg en een boekje met een rondwandeling door de stad. We werken die grotendeels af, maar de moeite waard is het echt niet, soms voelen we ons zelfs wat op ons ongemak. De straat met restaurants die ons werd aangeraden valt wel mee - Stanley Street.
Daarna begeven we ons op weg naar Addo en komen terecht in onze eerste Afrikaanse file. Alles staat stil, tenminste de autos die zich min of meer aan de regels houden. Er zijn ook meer ongeduldige zielen die dan maar via bermen en goten hun weg zoeken ... chaos troef.
Een beetje verder verlaten we de autosnelweg voor de laatste 30 km. We komen terecht op een behoorlijk hobbelige weg waar we zelfs worden ingehaald door een ongeduldige truckchauffeur met een stevig grote truck. Dan rijden we door de armste sloppenwijken die we tot nu toe tegenkwamen, en de volgende 5 km liggen de bermen en velden rond de weg gewoonweg vol met weggewaaid vuilnis. Ook het bordje dangerous point for carjacking geeft niet veel moed.
Maar dan komen we aan in Addo Elephant National Park en krijgen we ons huisje toegewezen. Een joekel van een villa met keuken, living, terras en 2 heel grote slaapkamers. Wel TV maar geen WiFi. (Dit bericht is dus voorbereid in notepad en wordt straks verstuurd vanuit het restaurant)
Bij de verkenning van main camp zien we onmiddellijk een eerste olifant die aan de nabijgelegen poel komt drinken - wat een welkom.
Tafel gereserveerd in het restaurant, en inkopen gedaan voor picknick. Morgen trekken we er eerst zelf op uit, daarna hebben we een sundowner game drive geboekt.
Betreffende de foto: zoek de olifant - hij staat erop
De reisafstand is niet zo groot vandaag, dus besluiten we eerst Port Elisabeth te bezoeken. 160 km langs een enorm goede weg, 120 km/h heel de tijd en af en toe eens een tragere vrachtwagen voorbijsteken. Wat wel opvalt is dat we de eerste 70 km gewoonweg geen bewoning tegenkomen ... helemaal alleen in de natuur. Stilaan verandert het landschap, de bergen verdwijnen en maken plaats voor mooie uitzichten over glooiende heuvels.
Port Elisabeth zelf is eigenlijk een tegenvaller. De stad is erg vuil en niet aangenaam. We gaan naar het toerismebureau bij de piramide van The Donkin, en krijgen daar wat uitleg en een boekje met een rondwandeling door de stad. We werken die grotendeels af, maar de moeite waard is het echt niet, soms voelen we ons zelfs wat op ons ongemak. De straat met restaurants die ons werd aangeraden valt wel mee - Stanley Street.
Daarna begeven we ons op weg naar Addo en komen terecht in onze eerste Afrikaanse file. Alles staat stil, tenminste de autos die zich min of meer aan de regels houden. Er zijn ook meer ongeduldige zielen die dan maar via bermen en goten hun weg zoeken ... chaos troef.
Een beetje verder verlaten we de autosnelweg voor de laatste 30 km. We komen terecht op een behoorlijk hobbelige weg waar we zelfs worden ingehaald door een ongeduldige truckchauffeur met een stevig grote truck. Dan rijden we door de armste sloppenwijken die we tot nu toe tegenkwamen, en de volgende 5 km liggen de bermen en velden rond de weg gewoonweg vol met weggewaaid vuilnis. Ook het bordje dangerous point for carjacking geeft niet veel moed.
Maar dan komen we aan in Addo Elephant National Park en krijgen we ons huisje toegewezen. Een joekel van een villa met keuken, living, terras en 2 heel grote slaapkamers. Wel TV maar geen WiFi. (Dit bericht is dus voorbereid in notepad en wordt straks verstuurd vanuit het restaurant)
Bij de verkenning van main camp zien we onmiddellijk een eerste olifant die aan de nabijgelegen poel komt drinken - wat een welkom.
Tafel gereserveerd in het restaurant, en inkopen gedaan voor picknick. Morgen trekken we er eerst zelf op uit, daarna hebben we een sundowner game drive geboekt.
Betreffende de foto: zoek de olifant - hij staat erop
Vandaag voor het eerst een dagje wat rustiger aan. De dames starten de dag met een welverdiende massage in de Spa van het hotel, terwijl de mannen een rustige wandeling gaan maken in het privé woud achter de Lodge. Daarna rijden we naar Het natuurreservaat Storms River Mouth, de monding van Storms River in de Indische Oceaan, met daarover heen een lange hangbrug. Het is een mooi wandeling daarheen vanaf de parking, langs een goed onderhouden pad met trappen. Ook mooi zichten op de ruwe kust. Bij het terugkeren naar de parking spotten we terug een paar walvissen in zee. Voor de meer actieve bezoeker kan je ook met kanos via de zee de rivieropvaren, en dan nog een stuk de kloof in met luchtmatrassen. Dat was voor ons spijtig genoeg te moeilijk om georganiseerd te krijgen. Maar het leek zeker de moeite waard. Als we volgende keer terugkomen doen we dat zeker en vast ook Daar dan iets gegeten, en dan op weg naar het kleine dorpje Storms River Village om wat proviand in te slaan voor vanavond, we gaan in ons hutje eten om naar de wedstrijd van de Rode Duivels te kunnen kijken. De winkel in Storms River Villag is echt super basic, maar het is de enige winkel in tientallen kilometers omtrek. Daarna maken we nog een ommetje langs Big Tree, een boom van wel 1000 jaar oud. Een korte wandeling van 500 m heen en nog eens zoveel terug, weeral langs een ongelooflijk verzorgd pad, brengt je naar een boom die echt wel de moeite waard is om gezien te worden. Tenslotte maken we nog een korte stop bij de brug over Storms River Canyon, ook best spectaculair. En nu maken we ons op voor de halve finale van België tegen Frankrijk op het WK in Rusland ...
Nogmaals vermelden hoe schitterend Lairds Lodge in Plettenberg Bay was. Na het ongelooflijk lekkere diner in een privé living vol wijnen tegen de muur werden we verrast met bouillotten in ons bed - heerlijk warm. We vergeten het constant door de blauwe lucht en de 25 graden, maar het is hier eigenlijk winter. Vanochtend stonden ze dan gewoonweg onze auto te wassen ! De aankomst in Tsitsikamma Lodge is ook leuk. Voor het eerst hebben we een huisje voor ons 5, dat wordt vanaf nu voor dr rest van de reis de hoofdformule, op nog 2 hotels na. Het is een supersympathieke blokhut, meer dan ruim genoeg en met een jacuzzi in de badkamer. We kunnen hier ook en braaipakket bestellen, we overwegen dit ernstig voor morgen.
Vandaag weer een reisdag, maar omdat de afstand niet erg lang is keren we eerst even terug. Volgens de lectuur zijn de Knysna Heads verplicht onderdeel, dus trekken we eerst daarheen. We kiezen eerst voor de lage parking en stappen naar het viewpoint, zelfs via het rotsweggetje tot vlak bij de Indische Oceaan, erg indrukwekkend. Daarna gaan we nog naar het hoge viewpoint, ook dit is erg de moeite waard. Er zijn eigenlijk verschillende balkons, van zicht op de baai helemaal tot zicht op de oceaan - met echt waar zicht op een walvis - scherp opgemerkt door Emma. Hij toont ons mooi zijn staart. Daarna vertrekken we weer richting Oosten, en houden een volgende stop (na een picknick) bij Monkeyland. Dit is een centrum waar apen uit dierentuinen, inbeslagnames, circussen, ... worden opgevangen en vrij mogen rondslingeren in een 12 ha groot natuurlijk bos. We krijgen een rondleiding met een deskundige gids en zien 9 van de 11 aanwezige apensoorten. Daarna maken we nog een ommetjelags Natures Valley, ook boekenwijsheid en echt het ommetje waard. Tenslotte stoppen we ook nog op de parking met zicht op de hoogste bunjee sprong van de brug over de Bloukrans rivier, en we aanschouwen de vrije val van 4 moedigen - behoorlijk spectaculair. Het rijden langs de Garden Route is natuurlijk ook de moeite waard.
Nogmaals vermelden hoe schitterend Lairds Lodge in Plettenberg Bay was. Na het ongelooflijk lekkere diner in een privé living vol wijnen tegen de muur werden we verrast met bouillotten in ons bed - heerlijk warm. We vergeten het constant door de blauwe lucht en de 25 graden, maar het is hier eigenlijk winter. Vanochtend stonden ze dan gewoonweg onze auto te wassen ! De aankomst in Tsitsikamma Lodge is ook leuk. Voor het eerst hebben we een huisje voor ons 5, dat wordt vanaf nu voor dr rest van de reis de hoofdformule, op nog 2 hotels na. Het is een supersympathieke blokhut, meer dan ruim genoeg en met een jacuzzi in de badkamer. We kunnen hier ook en braaipakket bestellen, we overwegen dit ernstig voor morgen.
Alles is ier baaie mooi. Er waren drie mans benodig om die koffer van ons vrouws naar die hotel te draagn. De deurn zijn nie hoog nie want de menschen waren kort. Ze gaan ier de duim vasthouen dat de Belgen dinsdag winnen! Heerlijk taaltje dat Afrikaans.
Wat is dit voor een hotel - het lijkt wel de hemel ! Dank u Travelnauts!
Vandaag staat er een lange rit op het programma : van Hermanus naar Plettenberg Bay, zon 435 km. Eerst nog een stevig ontbijt in ons guesthouse, en dan afscheid nemen van de supervrindelijke uitbaatster. De landschappen onderweg zijn bijzonder uitgestrekt, en altijd zicht op de berggordel net ten noorden van onze route. De schapen en koeien moeten hier erg gelukkig zijn, zoveel plaatst om te grazen. We komen ook struisvogels tegen een een paar spelende kraanvogels. De wegen zijn eigenlijk behoorlijk goed, het grootse deel langs de N2 kan je gewoonweg 120 km per uur rijden. Enkel het inhalen is soms een beetje gek, de tragere wagen voor je gaat deels op de pechstrook rijden, jijzelf half over de middenstreep, en dan erop rekenen dat de tegenliggers ook wat uitwijken ...
Vandaag onze eerste echte reisdag weg van de Kaapse kust. De mooiste weg naar Hermanus is niet de snelste of kortste, maar de weg langs de kust, meerbepaald richting Bettysbay. De wegen zijn hier voorlopig beter dan bij ons. Echte asfalten biljartlakens. In Bettysbay is er opnieuw een pinguinkolonie, Stony Point nature reserve. 20 ZAR per persoon, geen geld, en minstens zo mooi en eigenlijk veel aangenamer dan Boulder bij Simonstown. Daarna vervolgen we de weg naar Hermanus, waar we eerst de bagage gaan afzetten bij On the cliff guesthouse. We krijgen zomaar een upgrade - 3 ongelooflijk grote kamers (de meisjes krijgen eigenlijk een heel appartement met living, slaapkamer, dressing en badkamer) met zeezicht. Jammer dat het maar voor 1 nacht is. Dan snel naar de haven, want om 12 h een walvisvaart gereserveerd. Op aanraden van travelnauts gekozen voor Southern Right Charters, een zeer goed idee. Moderne katamaran, vaart aangenamer en sneller dan de boot van de concurrentie wat verderop in het haventje. En of het de moeite was! Heerlijk weer, rustige zee, slapende zeehonden, dolfijnen en 2 soorten walvissen. We zagen zeker 10 a 15 Southern Right walvissen, maar ook 2 van de meer zeldzame Humpback en zelfs een Brydes walvis. Nadien nagenietend op de terrasjes van Hermanus iets gedronken en gegeten. Weeral een super geslaagde dag.
Uiteraard kon dit niet ontbreken. We kiezen voor een van de meer bekende huizen - Boschedal. Schitterend gelegen tussen Franschoek en Stellenbosch, midden tussen de bergen. Mar liefst 33 verschillende soorten wijn maken ze. De goedkopere voor export, de duurdere en betere wijnen zijn enkel op,het wijngoed te koop. En ook in hun restaurant. Wat een setting om wijn te proeven: zon, 25 graden in putje winter, bergen en bananebomen ... Wij genoten van de smaak en kochten een paar flessen om de volgende dagen nog wat te genieten. Jullie kunnen enkel van de fotos genieten.
Stellenbosch is natuurlijk ook synoniem voor wijn, maar een hele dag wijn proeven is niet combineerbaar met autorijden. Daarom maar weer de reisgids geraadpleegd en via Grabouw en de Theewaterskloofdam naar de Franschoek pas gereden. Inderdaad een schitterende rit met weeral prachtige vergezichten. Midden op de weg van de Sir Lowrys Pas eindelijk onze eerste baviaan gezien. Daarna door het centrum van de appelteelt naar de Theewaterkloofdam - redelijk bevreemdend landschap met zandduinen en stranden bovenop een plateau. Franschoek zelf is klein maar gezellig met heel veel kunstgallerijtjes.
Na het bezoek aan de Tafelberg halen we onze bagage op in het guesthouse en zetten koers naar Stellenbosch. Onderweg zoeken we een plekje om te picknicken, die hadden we de dag voordien gekocht in de Pick & Pay (supermarkt) van Hout Bay. Aankomst in Rivierbos Guesthouse is even aangenaam als de vorige. Je voelt je gewoon echt welkom. Na het uitpakken trekken we te voet naar het centrum, maar al gauw merken we dat ons verblijf eigenlijk gewoon IN het centrum is! Geweldig. In de reisgids las ik dat om 11 en 15 h een gidsbeurt te voet gevolgd kan worden. We komen net om 15h aan het toerismebureau toe, maar daar is niemand. Geen nood, ze bellen gewoon even de gids op, en 5 minuten later beginnen we aan - weeral - een privé rondeleiding door Stellenbosch. Onze gids Inge komt uit Salzburg, Oostenrijk, maar woont al 50 jaar in Zuid Afrika - de Liefde ... We stellen voor dat ze haar gidsbeurt in het Afrikaans doet, hetgeen ze met plezier inwilligt. We begrijpen er ongeveer alles van - denken we toch In plaats van de voorziene 90 minuten zijn we gewoonweg 3 uur met haar op pad, hetgeen we afsluiten met een drankje, waarbij ze gezellig onze traktatie aanneemt ... Daarna gaan we nog dineren in een restaurant dat ons door Inge is aangeraden - we gaan voor de Malay keuken, en beklagen ons dat niet, gewoon overheerlijk. Voor morgenavond hebben we ook al een tafel gereserveerd in studentencafe De Akker - met grote schermen waarop België-Brazilië wordt uitgezonden.
Vandaag wat vroeger uit de veren om de Tafelberg te beklimmen. Niet te voet echter, maar via de kabelbaan. Na een fooi van 10 ZAR zijn we zeker dat de parkeerwachter onze auto goed zal bewaken. Goed dat we zo vroeg gingen, er was gewoonweg geen volk bij het dalstation. Tickets kopen en met 15 mensen in de kabelbaan naar boven. De kabelbaan lijkt en kopie van degene die ik deze winter in Engelberg gebruikte om op de Titlis te geraken, maar het is een goedkopere versie ... niet de hele gondel, maar enkel de vloer maakt een rondje ! Vanaf dan is het enkel genieten. Prachtig weer, ongelooflijke uitzichten, T-shirt in volle winter, geen tafelkleed, als je vooraf zou kunnen bijbetalen om,dit te garanderen zou je het doen, pech voor het reisbureau 😊 Boven een lange rondwandeling gemaakt, heel veel fotos ook, je krijgt er gewoon niet genoeg van. Alles kan je zien: Robbeneiland, heel Kaapstad, de Bergen achter Stellenbosch, Blauberg, False Bay, het Cape Point park, echter niet tot Kaap de goede Hoop, ... meer dan 100 km ver in elke richting!