De voorgeschiedenis van het rode ras van West-Vlaanderen gaat ver terug in de tijd. Men gaat er van uit dat het rode ras enkele eeuwen geleden reeds in West-Vlaanderen gefokt werd . Het werd vroeger ook wel eens het Casselse ras genoemd omdat de oorsprong zich wellicht rond de streek van Cassel bevond. Die dieren hadden een volledig donkerrode kleur. In 1906 werd er een stamboek opgericht met de benaming "het rood vlaamse ras". De eerste wereldoorlog vernielde grotendeels de rode veestapel in die streek en de westhoek. In 1920 werd het stamboek terug actief en werd het vee met andere (Engelse) rassen ingekruist. Het Westvlaams rode vee werd uniform rood met enkele witte vlekken toegelaten op kop, buik en staart. Het was een dubbeldoel type, gehouden voor zowel de melk als de vleesproductie. Na de tweede wereldoorlog richten de veekweek syndicaten regelmatig prijskampen in voor de mooiste en  de beste dieren van het stamboek. Eind de jaren 70 werd het ras opgesplitst in een dubbeldoel type ( melkgericht) en een vleestype ( dikbillen). Op vandaag fokken er nog ongeveer een 10 tal proffesionele vleesvee houders en een handvol hobbyboeren  de rode dikbillen .
Wij kweken ook nog  steeds dikbil runderen van het Westvlaamse rode ras op onze hoeve.